Civielrechtelijk geding en niet aannemelijk dat doelbewust in dossier is gewist Gepost op 2 december 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2016-3565-AD Algemeen directeur, 10 augustus 2016 TRB-2016-3565-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 2 december 2016 De melding betreft de handelwijze van de bank met betrekking tot de afwikkeling van de verstrekte financiering en de executie van het pandrecht. Dit betreft in een kern een civielrechtelijk geding. De Voorzitter van de Tuchtcommissie oordeelt dat de Algemeen directeur op die grond terecht heeft geoordeeld de klacht niet voor te leggen aan de Tuchtcommissie. Voor zover in de melding wordt geklaagd over het wissen uit het dossier en over het feit dat de beëdigde zich tegenover de curator denigrerend heeft uitgelaten over melder, is niet aannemelijk geworden dat de beëdigde een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Deze beslissing hangt samen met de beslissingen inzake TRB-2016-3566-HV en TRB-2016-3567-HV. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2016-3565-AD Download hier de uitspraak: TRB-2016-3565-HV
Civielrechtelijk geding en onheuse bejegening Gepost op 2 december 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2016-3566-AD Algemeen directeur, 10 augustus 2016 TRB-2106-3566-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 2 december 2016 De melding betreft de handelwijze van de bank met betrekking tot de afwikkeling van de verstrekte financiering en de executie van het pandrecht. De Algemeen directeur heeft de melding afgewezen, aangezien die in de kern een geschil van civielrechtelijke aard betreft. Verder zijn de handelingen van beëdigde uitgevoerd binnen de uitoefening van zijn functie en is niet gebleken dat daarbij integriteitsnormen zijn geschonden. De Voorzitter van de Tuchtcommissie oordeelt dat de Algemeen directeur terecht heeft geoordeeld de klacht niet voor te leggen aan de Tuchtcommissie, omdat die in de kern een geschil van civielrechtelijke aard betreft. Voor zover in de melding wordt geklaagd over onheuse bejegening door de beëdigde, merkt de Voorzitter van de Tuchtcommissie op dat de uitlating van de beëdigde te betreuren is, maar dat dit niet betekent dat de klacht in behandeling zal worden genomen door de Tuchtcommissie Banken, nu deze onvoldoende ernstig is. Deze beslissing hangt samen met de beslissingen inzake TRB-2016-3565-HV en TRB-2016-3567-HV. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2106-3566-AD Download hier de herzieningsbeslissing: TRB-2016-3566-HV
Melding tegen klachtenfunctionaris bank Gepost op 2 december 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2016-3567-AD Algemeen directeur, 10 augustus 2016 TRB-2016-3567-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 2 december 2016 De melding richt zich tegen de handelwijze van de klachtenfunctionaris van de bank. De Algemeen directeur heeft de melding afgewezen, aangezien uit het onderzoek niet is gebleken dat de beëdigde bij het beoordelen van de klacht onzorgvuldig en onprofessioneel heeft gehandeld. De Voorzitter van de Tuchtcommissie is het met deze beoordeling van de Algemeen directeur eens. De gedane melding is in dit verband onvoldoende onderbouwd. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat de beëdigde in strijd met de door haar afgelegde bankierseed en de daarbij behorende gedragscode heeft gehandeld. Deze beslissing hangt samen met de beslissingen inzake TRB-2016-3565-HV en TRB-2016-3566-HV. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2016-3567-AD Download hier de herzieningsbeslissing: TRB-2106-3567-HV
Inzage in dossier – Toewijzing herzieningsverzoek Gepost op 4 oktober 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2016-3551-AD Algemeen directeur 22 april 2016 TRB-2016-3551-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 4 oktober 2016 In de melding wordt geklaagd dat een bank aan de melder heeft geweigerd stukken uit het kredietdossier aan de melder te verstrekken en dat de bank geen inzage in het dossier heeft gegeven. De Algemeen directeur heeft de melding afgewezen, aangezien de verwijten overwegend een civielrechtelijk vraagstuk betreffen en geen tuchtrechtelijke kwestie. Van deze afwijzing heeft de melder herziening gevraagd bij de Voorzitter van de Tuchtcommissie. De Voorzitter van de Tuchtcommissie heeft het herzieningsverzoek toegewezen, omdat uit de “Handreiking Bijzonder Beheer” van de Nederlandse Vereniging van Banken volgt dat klanten toegang hebben tot alle relevante informatie over hun financiering. Nu de melder geen toegang heeft gekregen tot zijn dossier is mogelijk sprake van een schending van de bankierseed. De Algemeen directeur heeft vervolgens een klacht voorgelegd aan de Tuchtcommissie Banken. Bij uitspraak van 20 december 2017 heeft de tuchtcommissie de klacht (alsnog) ongegrond verklaard, de melding is daarmee afgewezen. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: TRB-2016-3551-AD Download hier de herzieningsbeslissing: TRB-2016-3551-HV
Eed nog niet afgelegd ten tijde van gedraging (4) en geen reactie op brief Gepost op 1 september 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2016-3605-AD Algemeen directeur, 10 augustus 2016 TRB-2016-3605-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 1 september 2016 De melding houdt in de kern in dat beëdigde geen duidelijke informatie heeft verschaft aangaande de berekening van de maximale hypotheek en daardoor artikel 3 van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen heeft geschonden. De Algemeen directeur heeft de melding afgewezen, aangezien niet is gebleken dat beëdigde in strijd met de Gedragsregels voor bankiers heeft gehandeld en klachten over schendingen van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen bij de Geschillencommissie Hypothecaire Financieringen dienen te worden ingediend. De Voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het verzoek tot herziening af. Voor zover de melding ziet op handelen van bankmedewerker A (niet zijnde de beëdigde tegen wie de melding zich richt) gaat het om handelen in de jaren 2011 en 2013 en daarmee om handelen in de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van het tuchtrecht (1 april 2015). Voor zover de melding zich richt tegen de beëdigde, houdt de melding in dat de melder de beëdigde heeft aangeschreven, maar van hem geen reactie heeft ontvangen. De Voorzitter van de Tuchtcommissie oordeelt wanneer de melder geen reactie ontvangt, daarmee niet reeds sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. In zoverre is de klacht onvoldoende onderbouwd en gespecificeerd. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2016-3605-AD Download hier uitspraak van de Voorzitter van de Tuchtcommissie: TRB-2016-3605-HV
Melding gericht tegen bank Gepost op 1 september 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2016-3595-AD Algemeen directeur, 29 juli 2016 TRB-2016-3595-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 1 september 2016 De meldingen richten zich tegen het handelen van een bank en niet tegen een beëdigde bankmedewerker. De Algemeen Directeur heeft de melding (onder meer) gelet hierop niet in behandeling genomen. Het tegen deze beslissing ingediende herzieningsverzoek wordt door de Voorzitter van de Tuchtcommissie op deze grond afgewezen. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: TRB-2016-3595-AD Download hier de herzieningsbeslissing: TRB-2016-3595-HV
Melding onvoldoende onderbouwd (2) Gepost op 1 september 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2016-3591-AD Algemeen directeur, 11 juli 2016 TRB-2016-3591-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 1 september 2016 De melding ziet in de kern op een conflict tussen de melder en een franchisegever. In de melding wordt gesteld dat de beëdigde met twee petten op handelt. De Algemeen directeur heeft de melding afgewezen, aangezien die in de kern een civielrechtelijke kwestie tussen de melder en de bank betreft. De Voorzitter van de Tuchtcommissie herhaalt in zijn beslissing de richtlijnen voor de onderbouwing van een ingediende klacht. De stelling van melder is in de klacht, noch in het herzieningsverzoek onderbouwd. Onduidelijk blijft op welk handelen van beëdigde de klacht ziet. In het dossier zijn geen aanknopingspunt te vinden dat sprake zou zijn van handelen in strijd met de gedragsregels. De klacht is onvoldoende onderbouwd. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2016-3591-AD Download hier de herzieningsuitspraak: TRB-2016-3591-HV
Melding onvoldoende onderbouwd Gepost op 1 september 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2016-3587-AD Algemeen directeur, 15 juli 2016 TRB-2016-3587-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 1 september 2016 De melding komt er in de kern op neer dat beëdigde onzorgvuldig heeft gehandeld door geen, dan wel summier, antwoord te geven op vragen. De Algemeen directeur heeft de melding afgewezen, aangezien die (voornamelijk) ziet op de manier waarop met melder is gecommuniceerd en die manier in dit geval geen schending van de Gedragscode vormt. Voor zover de melding erop ziet dat beëdigde geen zorgvuldige afweging van belangen heeft gemaakt of wetten en regels heeft overtreden, is die onvoldoende onderbouwd. De Voorzitter van de Tuchtcommissie herhaalt in zijn beslissing de richtlijnen voor de onderbouwing van een ingediende klacht en oordeelt dat de toelichting op de klacht slechts een opsomming bevat van aan de beëdigde gestelde vragen, die niet of slechts summier door beëdigde zijn beantwoord. Melder heeft daarmee zijn stelling de beëdigde de Gedragscode niet heeft nageleefd, onvoldoende onderbouwd. Daarnaast is namens de melder verzocht om een nadere termijn voor de aanvulling van de gronden van het herzieningsverzoek. Het Tuchtrechtreglement Bancaire Sector voorziet echter niet in een dergelijke termijnstelling. Download hier de herzieningsuitspraak: TRB-2016-3587-HV Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2016-3587-AD
Eed nog niet afgelegd ten tijde van gedraging (3) Gepost op 1 september 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2015-3578-AD Algemeen directeur, 29 juni 2016 TRB-2015-3578-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 1 september 2016 De melding heeft in de kern betrekking verkoop van een pand in 2007, wat ligt vóór 1 april 2015 (datum inwerkingtreding tuchtrecht), en de wijze waarop de beëdigde bankmedewerker de klacht die melder over deze kwestie bij Kifid heeft ingediend, heeft behandeld. De Algemeen directeur heeft de melding afgewezen, aangezien die in de kern een geschil van civielrechtelijke aard betreft. De Voorzitter van de Tuchtcommissie oordeelt dat gelet op de tijd waarin één en ander zich heeft afgespeeld en verder de gebrekkige onderbouwing van de klacht tegen de bankmedewerker, geen klacht wordt voorgelegd aan Tuchtcommissie Banken. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2015-3578-AD Download hier de herzieningsuitspraak: TRB-2015-3578-HV
Civielrechtelijke kwestie, geen tuchtrecht Gepost op 2 juni 2016 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2016-3572-AD Algemeen directeur, 4 mei 2016 TRB-2016-3572-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 2 juni 2016 De klacht van de melder valt uiteen in twee gronden. Allereerst ziet de melding op de aansprakelijkheid van de bank inzake de executoriale verkoop van de woning van melder. Daarnaast klaagt de melder dat hij op grond van art. 35 Wbp van de bank geen inzage heeft gekregen in zijn dossier. De Algemeen directeur heeft de melding afgewezen, omdat beide in de melding verwoorde klachten civielrechtelijke kwesties betroffen, terwijl het tuchtrecht niet bedoeld is civielrechtelijke kwesties te beslechten. Voorts is niet gebleken dat de beëdigde de Gedragscode heeft geschonden. Het herzieningsverzoek – waarin door melder onder meer is bepleit dat de Gedragscode is geschonden wegens niet naleving van art. 35 Wbp, is afgewezen – omdat niet blijkt van een aanwijzing dat sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2016-3572-AD Download hier de herzieningsuitspraak: TRB-2016-3572-HV