Geen tuchtrechtelijk verwijt handelen beëdigden

Deel deze pagina

TRB-2017-3664H en TRB-2017-3665. 

De melder heeft bij Stichting Tuchtrecht Banken de melding ingediend waarin hij klaagt over de afhandeling van de levensverzekering van zijn zus door de bank, in het bijzonder beëdigde I en II. De Algemeen Directeur verricht geen nader onderzoek naar de melding omdat het handelen hier handelen van de bank als instelling betreft. Dit valt niet onder het bancaire tuchtrecht. Er is niet gebleken dat aan de beëdigden daarbij een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Daarnaast betreft de melding een civielrechtelijke kwestie. Het herzieningsverzoek is niet binnen de in art. 2.2.7 Tuchtreglement Bancaire Sector genoemde termijn van 14 dagen na dagtekening van de beslissing van de Algemeen Directeur ingediend. Verder wijst de Voorzitter van de Tuchtcommissie het verzoek van de melder om in het kader van het herzieningsverzoek te worden gehoord af, waarbij hij opmerkt dat het Tuchtreglement Bancaire Sector niet in die mogelijkheid voorziet.

Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur: 
Beslissing Algemeen Directeur dossier 3664
Beslissing Algemeen Directeur dossier 3665

Download hier de herzieningsuitspraken:
Uitspraak dossier 3664
Uitspraak dossier 3665

Download volledige uitspraak .PDF Download volledige uitspraak .PDF Download volledige uitspraak .PDF Download volledige uitspraak .PDF