Informatieverstrekking klachttermijn Kifid – Meldingen afgewezen, herzieningsverzoeken afgewezen. Gepost op 24 september 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4363-AD en TRB-2019-4364-AD Algemeen Directeur, 26 augustus 2019 TRB-2019-4363-HV en TRB-2019-4364-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 24 september 2019 De Algemeen directeur doet geen nader onderzoek naar twee meldingen van dezelfde melder omdat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de bankmedewerkers tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld. Volgens de melder had de eerste bankmedewerker onjuiste informatie verstrekt over de termijn waarbinnen een klacht kan worden ingediend bij Kifid. De tweede bankmedewerker die de daarover door de melder ingediende klacht heeft behandeld, heeft volgens de melder een onjuiste beslissing genomen. Het klantbelang zou daardoor niet centraal zijn gesteld. De melder heeft om herziening van deze beslissingen verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst de herzieningsverzoeken af. De bankmedewerkers hebben niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. De eerste bankmedewerker heeft geen onjuiste termijn voor het indienen van een klacht bij Kifid vermeld. Dat de melder met betrekking tot de beslissing op zijn klacht het niet eens is met de conclusies van de tweede bankmedewerker, maakt niet dat deze bankmedewerker de bankierseed heeft geschonden. Dat de bankmedewerker het klantbelang centraal moet stellen, betekent niet dat hij in een geschil de klant telkens gelijk moet geven. Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur: TRB-2019-4363-AD en TRB-2019-4364-AD Download hier de herzieningsuitspraak: TRB-2019-4363-HV en TRB-2019-4364-HV
Zakelijke e-mail gebruikt voor privézaak – Sepot, herzieningsverzoek afgewezen. Gepost op 21 augustus 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4350-AD Beslissing Algemeen directeur 1 augustus 2019 TRB-2019-4350-HV Voorzitter Tuchtcommissie Banken 21 augustus 2019 De beëdigde heeft met gebruikmaking van haar e-mailadres van de bank een e-mail verzonden. De e-mail had betrekking op een privéaangelegenheid en werd afgesloten met de opmerking dat deze vanaf de werkplek werd verstuurd. Deze e-mail is bij de stukken gevoegd in een civielrechtelijke procedure, waarbij de echtgenote van de melder belanghebbende was. De Algemeen Directeur acht de verzending van de e-mail onzorgvuldig en daarmee in strijd met de bankierseed. De ernst van de gedraging is onvoldoende om daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. De Algemeen Directeur seponeert de zaak. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter acht de gedraging onvoldoende ernstig om een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken. Door beëdigde is eenmalig haar zakelijke e-mailadres gebruikt voor een privéaangelegenheid. Het is niet gebleken dat de vermelding dat de e-mail werd verstuurd vanaf de werkplek, is gedaan om de inhoud van de e-mail kracht bij te zetten. Evenmin blijkt dat de melder nadeel heeft ondervonden van verzending via het zakelijke e-mailadres. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: TRB-2019-4350-AD Download hier de herzieningsbeslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie: TRB-2019-4350-HV
Handelwijze medewerker bijzonder beheer – Melding afgewezen, herzieningsverzoek afgewezen. Gepost op 21 augustus 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4360-AD Algemeen directeur: 17 juli 2019 TRB-2019-4360-HV Voorzitter Tuchtcommissie: 21 augustus 2019 De melder heeft een zakelijke lening bij de bank en bevindt zich in een financieel moeilijke situatie. Volgens de melder heeft een medewerker van de afdeling Bijzonder Beheer hem bedreigd en is deze medewerker niet bereid mogelijke oplossingen te bespreken. Uit de melding is onvoldoende aannemelijk geworden dat de melder door de bankmedewerker is bedreigd. Uit de melding volgt evenmin dat het klantbelang onvoldoende centraal zou zijn gesteld. De Algemeen directeur daarom geen nader onderzoek naar de melding. De Algemeen directeur wijst er daarbij op dat medewerkers van de afdeling Bijzonder Beheer mede tot taak hebben het financiële belang van de bank te behartigen. De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De communicatie tussen de melder en de bankmedewerker is kennelijk niet goed verlopen, waardoor de melder zich onheus bejegend en bedreigd heeft gevoeld. De oorzaak lijkt een zakelijk verschil van inzicht tussen de melder en de bank. Van een feitelijke bedreiging is geen sprake. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat de bankmedewerker tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2019-4360-AD Download hier de herzieningsbeslissing: TRB-2019-4360-HV
Beslissing Algemeen directeur en herzieningsbeslissing – Sepot, herzieningsverzoek afgewezen. Onderbouwing melding. Gepost op 12 juli 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4266-AD Algemeen directeur, 4 april 2019 TRB-2019-4266-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 12 juli 2019 De bank heeft een melding ingediend die inhoudt dat een beëdigde vervalste reiskostendeclaraties heeft ingediend bij het uitzendbureau waarvoor hij werkzaam was. De Algemeen directeur heeft naar aanleiding van deze melding een onderzoek ingesteld en de zaak vervolgens geseponeerd. Volgens de Algemeen directeur is de gemelde gedraging – gelet op de door de bank verstrekte informatie – niet voldoende komen vast te staan. De bank heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen directeur verzocht en daarbij nadere informatie aangeleverd. De Algemeen directeur heeft in een reactie op dit herzieningsverzoek gesteld dat deze informatie bij de beoordeling buiten beschouwing moet blijven. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. Het ligt op de weg van de melder om zonder enige terughoudendheid alle relevante bewijsstukken te verstrekken. Een herzieningsverzoek dient deugdelijk gemotiveerd te zijn. Ter motivering daarvan kunnen nieuwe argumenten worden aangedragen en nieuwe bewijsstukken worden ingebracht. De door de bank nader verstrekte stukken worden daarom in de beoordeling betrokken. Uit de stukken kan echter onvoldoende worden vastgesteld dat de door beëdigde ingediende declaraties vervalst zijn. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: TRB-2019-4266-AD Download hier de herzieningsbeslissing: TRB-2019-4266-HV
Beslissing Algemeen Directeur en herzieningsbeslissing – Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoek afgewezen. Gepost op 30 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4329-AD Algemeen directeur, 7 mei 2019 TRB-2019-4329-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 30 juni 2019 De ingediende melding houdt in dat een bankmedewerker bij het openen van een zakelijke rekening niet klantgericht heeft gehandeld en zich beschuldigend en bedreigend zou hebben opgesteld. De Algemeen directeur heeft naar aanleiding van deze melding besloten geen nader onderzoek in te stellen. De Algemeen directeur wijst erop dat de bank de wettelijke verplichting heeft de klant te kennen. Dat dit tot vragen leidt die als vervelend worden ervaren, brengt geen schending mee van de regel dat de klant centraal moet worden gesteld. Het is niet aannemelijk geworden dat de bankmedewerker een integriteitsnorm zou hebben geschonden. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst dit verzoek af. Vragen die niet of niet naar tevredenheid van de bank zijn beantwoord door de klant, kunnen en mogen opnieuw worden gesteld. Dat de toon van het gesprek als beschuldigend en aanvallend is ervaren, is vervelend maar onvoldoende om te spreken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2019-4329-AD Download hier de herzieningsbeslissing: TRB-2019-4329-HV
Beslissingen Algemeen directeur en herzieningsbeslissingen – Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen. Gepost op 30 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4337-AD Algemeen directeur, 9 mei 2019 TRB-2019-4337-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 30 juni 2019 De ingediende meldingen houden in dat twee bankmedewerkers in een brief aan een klant bewust onwaarheden hebben geschreven om hem te doen afzien van een claim tegen de bank. De Algemeen directeur heeft naar aanleiding van deze meldingen besloten geen nader onderzoek in te stellen. Beslissingen en/of standpunten van de bank als instelling kunnen geen persoonlijk verwijt opleveren. De standpunten in de brief zijn aan te merken als standpunten van de bank. Van doelbewuste misleiding is niet gebleken. De melder heeft om herziening van de beslissingen van de Algemeen directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst deze verzoeken af. De verzonden brief moet worden gezien als het verweer van de bank tegen een aangekondigde claim. De bank moet bij een aansprakelijkstelling vrijelijk verweer kunnen voeren. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de opstellers van de brief is niet gebleken. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2019-4337-AD Download hier de herzieningsbeslissing: TRB-2019-4337-HV
Beslissingen Algemeen Directeur en herzieningsbeslissingen – Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen. Gepost op 30 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4338-AD Algemeen directeur, 9 mei 2019 TRB-2019-4338-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 30 juni 2019 De ingediende meldingen houden in dat twee bankmedewerkers in een brief aan een klant bewust onwaarheden hebben geschreven om hem te doen afzien van een claim tegen de bank. De Algemeen directeur heeft naar aanleiding van deze meldingen besloten geen nader onderzoek in te stellen. Beslissingen en/of standpunten van de bank als instelling kunnen geen persoonlijk verwijt opleveren. De standpunten in de brief zijn aan te merken als standpunten van de bank. Van doelbewuste misleiding is niet gebleken. De melder heeft om herziening van de beslissingen van de Algemeen directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst deze verzoeken af. De verzonden brief moet worden gezien als het verweer van de bank tegen een aangekondigde claim. De bank moet bij een aansprakelijkstelling vrijelijk verweer kunnen voeren. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de opstellers van de brief is niet gebleken. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2019-4338-AD Download hier de herzieningsbeslissing: TRB-2019-4338-HV
Geen nader onderzoek naar melding, herzieningsverzoek afgewezen. Gepost op 9 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4335-AD Algemeen directeur, 13 mei 2019 TRB-2019-4335-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 9 juni 2019 Volgens de melder is zonder haar toestemming een bankrekening geopend. Zij ontvangt van de bank correspondentie over twee bankrekeningen. De melder vermoedt dat sprake is van fraude en heeft een melding ingediend tegen de persoon wiens naam onder de correspondentie van de bank staat. De Algemeen directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. Uit de melding en daarbij verstrekte stukken volgt dat de moeder van de melder is overleden en dat de melder is aangemerkt als erfgenaam. De bank informeert de melder daarom over de bankrekeningen. Van persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is niet gebleken. De melder heeft om herziening van de beslissingen van de Algemeen directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie is het met de Algemeen directeur eens dat niet aannemelijk is geworden dat aan de bankmedewerker een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De voorzitter wijst het herzieningsverzoek af. Download hier de beslissing van de Algemeen directeur: TRB-2019-4335-AD Download hier de herzieningsbeslissing van de voorzitter van de Tuchtcommissie: TRB-2019-4335-HV
Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen. Gepost op 19 mei 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4309-AD Algemeen directeur, 19 februari 2019 TRB-2019-4309-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 19 mei 2019 Door de melder is een melding ingediend over twee bankmedewerkers. Volgens de melder zijn de betrokken bankmedewerkers eindverantwoordelijk voor het schenden van de bankierseed in een situatie waarover door de melder klachten zijn ingediend bij de bank. De Algemeen directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. De melding heeft betrekking op een gedraging van de bank als instelling en niet op een gedraging die in tuchtrechtelijke zin aan de betrokken bankmedewerkers kan worden toegerekend. De melder heeft aan de voorzitter van de Tuchtcommissie om herziening van de beslissingen van de Algemeen directeur verzocht. De voorzitter heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter oordeelt dat niet blijkt dat aan de bankmedewerkers een verwijt kan worden gemaakt, ook niet als wordt aangenomen dat zij (eind)verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de klachten van de melder. Ook overigens ziet de voorzitter onvoldoende aanknopingspunten dat hen een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Omdat de melder in het herzieningsverzoek ook heeft geen gewezen op andere betrokken bankmedewerkers, heeft de voorzitter zich ook daarover uitgelaten. De voorzitter wijst het herzieningsverzoek ook in zoverre af. Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur: TRB-2019-4309-AD Download hier de herzieningsbeslissingen van de Tuchtcommissie: TRB-2019-4309-HV
Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen -2-. Gepost op 19 mei 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4310-AD Algemeen directeur, 19 februari 2019 TRB-2019-4310-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 19 mei 2019 Door de melder is een melding ingediend over twee bankmedewerkers. Volgens de melder zijn de betrokken bankmedewerkers eindverantwoordelijk voor het schenden van de bankierseed in een situatie waarover door de melder klachten zijn ingediend bij de bank. De Algemeen directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. De melding heeft betrekking op een gedraging van de bank als instelling en niet op een gedraging die in tuchtrechtelijke zin aan de betrokken bankmedewerkers kan worden toegerekend. De melder heeft aan de voorzitter van de Tuchtcommissie om herziening van de beslissingen van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter oordeelt dat niet blijkt dat aan de bankmedewerkers een verwijt kan worden gemaakt, ook niet als wordt aangenomen dat zij (eind)verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de klachten van de melder. Ook overigens ziet de voorzitter onvoldoende aanknopingspunten dat hen een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Omdat de melder in het herzieningsverzoek ook heeft gewezen op andere betrokken bankmedewerkers, heeft de voorzitter zich ook daarover uitgelaten. De voorzitter wijst het herzieningsverzoek ook in zoverre af. Download hier de beslissingen van de Algemeen directeur: TRB-2019-4310-AD Download hier de herzieningsbeslissingen van de Tuchtcommissie: TRB-2019-4310-HV