Zakelijke e-mail gebruikt voor privézaak – Sepot, herzieningsverzoek afgewezen. Gepost op 21 augustus 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4350. De beëdigde heeft met gebruikmaking van haar e-mailadres van de bank een e-mail verzonden. De e-mail had betrekking op een privéaangelegenheid en werd afgesloten met de opmerking dat deze vanaf de werkplek werd verstuurd. Deze e-mail is bij de stukken gevoegd in een civielrechtelijke procedure, waarbij de echtgenote van de melder belanghebbende was. De Algemeen Directeur acht de verzending van de e-mail onzorgvuldig en daarmee in strijd met de bankierseed. De ernst van de gedraging is onvoldoende om daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. De Algemeen Directeur seponeert de zaak. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter acht de gedraging onvoldoende ernstig om een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken. Door beëdigde is eenmalig haar zakelijke e-mailadres gebruikt voor een privéaangelegenheid. Het is niet gebleken dat de vermelding dat de e-mail werd verstuurd vanaf de werkplek, is gedaan om de inhoud van de e-mail kracht bij te zetten. Evenmin blijkt dat de melder nadeel heeft ondervonden van verzending via het zakelijke e-mailadres. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Sepotbeslissing AD 4350 Download hier de herzieningsbeslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie: Herzieningsbeslissing 4350
Handelwijze medewerker bijzonder beheer – Melding afgewezen, herzieningsverzoek afgewezen. Gepost op 21 augustus 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4360. Datum beslissing Algemeen Directeur: 17 juli 2019 Datum beslissing voorzitter Tuchtcommissie: 21 augustus 2019 De melder heeft een zakelijke lening bij de bank en bevindt zich in een financieel moeilijke situatie. Volgens de melder heeft een medewerker van de afdeling Bijzonder Beheer hem bedreigd en is deze medewerker niet bereid mogelijke oplossingen te bespreken. Uit de melding is onvoldoende aannemelijk geworden dat de melder door de bankmedewerker is bedreigd. Uit de melding volgt evenmin dat het klantbelang onvoldoende centraal zou zijn gesteld. De Algemeen Directeur daarom geen nader onderzoek naar de melding. De Algemeen Directeur wijst er daarbij op dat medewerkers van de afdeling Bijzonder Beheer mede tot taak hebben het financiële belang van de bank te behartigen. De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De communicatie tussen de melder en de bankmedewerker is kennelijk niet goed verlopen, waardoor de melder zich onheus bejegend en bedreigd heeft gevoeld. De oorzaak lijkt een zakelijk verschil van inzicht tussen de melder en de bank. Van een feitelijke bedreiging is geen sprake. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat de bankmedewerker tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 4360 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 4360 herzieningsbeslissing
Beslissing Algemeen Directeur en herzieningsbeslissing – Sepot, herzieningsverzoek afgewezen. Onderbouwing melding. Gepost op 12 juli 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4266. De bank heeft een melding ingediend die inhoudt dat een beëdigde vervalste reiskostendeclaraties heeft ingediend bij het uitzendbureau waarvoor hij werkzaam was. De Algemeen Directeur heeft naar aanleiding van deze melding een onderzoek ingesteld en de zaak vervolgens geseponeerd. Volgens de Algemeen Directeur is de gemelde gedraging – gelet op de door de bank verstrekte informatie – niet voldoende komen vast te staan. De bank heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht en daarbij nadere informatie aangeleverd. De Algemeen Directeur heeft in een reactie op dit herzieningsverzoek gesteld dat deze informatie bij de beoordeling buiten beschouwing moet blijven. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. Het ligt op de weg van de melder om zonder enige terughoudendheid alle relevante bewijsstukken te verstrekken. Een herzieningsverzoek dient deugdelijk gemotiveerd te zijn. Ter motivering daarvan kunnen nieuwe argumenten worden aangedragen en nieuwe bewijsstukken worden ingebracht. De door de bank nader verstrekte stukken worden daarom in de beoordeling betrokken. Uit de stukken kan echter onvoldoende worden vastgesteld dat de door beëdigde ingediende declaraties vervalst zijn. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4266 Download hier de herzieningsbeslissing: Beslissing herzieningsverzoek dossier 4266
Beslissing Algemeen Directeur en herzieningsbeslissing – Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoek afgewezen. Gepost op 30 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4329. De ingediende melding houdt in dat een bankmedewerker bij het openen van een zakelijke rekening niet klantgericht heeft gehandeld en zich beschuldigend en bedreigend zou hebben opgesteld. De Algemeen Directeur heeft naar aanleiding van deze melding besloten geen nader onderzoek in te stellen. De Algemeen Directeur wijst erop dat de bank de wettelijke verplichting heeft de klant te kennen. Dat dit tot vragen leidt die als vervelend worden ervaren, brengt geen schending mee van de regel dat de klant centraal moet worden gesteld. Het is niet aannemelijk geworden dat de bankmedewerker een integriteitsnorm zou hebben geschonden. De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst dit verzoek af. Vragen die niet of niet naar tevredenheid van de bank zijn beantwoord door de klant, kunnen en mogen opnieuw worden gesteld. Dat de toon van het gesprek als beschuldigend en aanvallend is ervaren, is vervelend maar onvoldoende om te spreken van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4329 Download hier de herzieningsbeslissing: Beslissing 4329
Beslissingen Algemeen Directeur en herzieningsbeslissingen – Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen. Gepost op 30 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4337 De ingediende meldingen houden in dat twee bankmedewerkers in een brief aan een klant bewust onwaarheden hebben geschreven om hem te doen afzien van een claim tegen de bank. De Algemeen Directeur heeft naar aanleiding van deze meldingen besloten geen nader onderzoek in te stellen. Beslissingen en/of standpunten van de bank als instelling kunnen geen persoonlijk verwijt opleveren. De standpunten in de brief zijn aan te merken als standpunten van de bank. Van doelbewuste misleiding is niet gebleken. De melder heeft om herziening van de beslissingen van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst deze verzoeken af. De verzonden brief moet worden gezien als het verweer van de bank tegen een aangekondigde claim. De bank moet bij een aansprakelijkstelling vrijelijk verweer kunnen voeren. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de opstellers van de brief is niet gebleken. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4337 Download hier de herzieningsbeslissing: Beslissing 4337 en 4338
Beslissingen Algemeen Directeur en herzieningsbeslissingen – Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen. Gepost op 30 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4338. De ingediende meldingen houden in dat twee bankmedewerkers in een brief aan een klant bewust onwaarheden hebben geschreven om hem te doen afzien van een claim tegen de bank. De Algemeen Directeur heeft naar aanleiding van deze meldingen besloten geen nader onderzoek in te stellen. Beslissingen en/of standpunten van de bank als instelling kunnen geen persoonlijk verwijt opleveren. De standpunten in de brief zijn aan te merken als standpunten van de bank. Van doelbewuste misleiding is niet gebleken. De melder heeft om herziening van de beslissingen van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst deze verzoeken af. De verzonden brief moet worden gezien als het verweer van de bank tegen een aangekondigde claim. De bank moet bij een aansprakelijkstelling vrijelijk verweer kunnen voeren. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de opstellers van de brief is niet gebleken. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4338 Download hier de herzieningsbeslissing: Beslissing 4337 en 4338
Geen nader onderzoek naar melding, herzieningsverzoek afgewezen. Gepost op 9 juni 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4335. Volgens de melder is zonder haar toestemming een bankrekening geopend. Zij ontvangt van de bank correspondentie over twee bankrekeningen. De melder vermoedt dat sprake is van fraude en heeft een melding ingediend tegen de persoon wiens naam onder de correspondentie van de bank staat. De Algemeen Directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. Uit de melding en daarbij verstrekte stukken volgt dat de moeder van de melder is overleden en dat de melder is aangemerkt als erfgenaam. De bank informeert de melder daarom over de bankrekeningen. Van persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is niet gebleken. De melder heeft om herziening van de beslissingen van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie is het met de Algemeen Directeur eens dat niet aannemelijk is geworden dat aan de bankmedewerker een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De voorzitter wijst het herzieningsverzoek af. Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4335 Download hier de herzieningsbeslissing van de voorzitter van de Tuchtcommissie: Beslissing 4335
Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen. Gepost op 19 mei 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4309 Door de melder is een melding ingediend over twee bankmedewerkers. Volgens de melder zijn de betrokken bankmedewerkers eindverantwoordelijk voor het schenden van de bankierseed in een situatie waarover door de melder klachten zijn ingediend bij de bank. De Algemeen Directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. De melding heeft betrekking op een gedraging van de bank als instelling en niet op een gedraging die in tuchtrechtelijke zin aan de betrokken bankmedewerkers kan worden toegerekend. De melder heeft aan de voorzitter van de Tuchtcommissie om herziening van de beslissingen van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter oordeelt dat niet blijkt dat aan de bankmedewerkers een verwijt kan worden gemaakt, ook niet als wordt aangenomen dat zij (eind)verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de klachten van de melder. Ook overigens ziet de voorzitter onvoldoende aanknopingspunten dat hen een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Omdat de melder in het herzieningsverzoek ook heeft geen gewezen op andere betrokken bankmedewerkers, heeft de voorzitter zich ook daarover uitgelaten. De voorzitter wijst het herzieningsverzoek ook in zoverre af. Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4309 Download hier de herzieningsbeslissingen van de Tuchtcommissie: Beslissing 4309 en 4310
Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen. Gepost op 19 mei 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4310. Door de melder is een melding ingediend over twee bankmedewerkers. Volgens de melder zijn de betrokken bankmedewerkers eindverantwoordelijk voor het schenden van de bankierseed in een situatie waarover door de melder klachten zijn ingediend bij de bank. De Algemeen Directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. De melding heeft betrekking op een gedraging van de bank als instelling en niet op een gedraging die in tuchtrechtelijke zin aan de betrokken bankmedewerkers kan worden toegerekend. De melder heeft aan de voorzitter van de Tuchtcommissie om herziening van de beslissingen van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter oordeelt dat niet blijkt dat aan de bankmedewerkers een verwijt kan worden gemaakt, ook niet als wordt aangenomen dat zij (eind)verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de klachten van de melder. Ook overigens ziet de voorzitter onvoldoende aanknopingspunten dat hen een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Omdat de melder in het herzieningsverzoek ook heeft geen gewezen op andere betrokken bankmedewerkers, heeft de voorzitter zich ook daarover uitgelaten. De voorzitter wijst het herzieningsverzoek ook in zoverre af. Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4310 Download hier de herzieningsbeslissingen van de Tuchtcommissie: Beslissing 4309 en 4310
Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen Gepost op 13 maart 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3976/4258/4259/4260. Door de melder zijn over 4 medewerkers meldingen ingediend. De meldingen houden verband met een door de melder gehuurde woning. Volgens de melder hebben de medewerkers in strijd met de bankierseed gehandeld, onder meer door het vertonen van intimiderend gedrag en het aanzetten tot contractbreuk van de huurder (melder) richting de verhuurder. De Algemeen Directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. De betrokken medewerkers zijn in dienst bij een beleggingsonderneming; een dochteronderneming van een bank. De beleggingsonderneming is geen bank zoals bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht. Het bancaire tuchtrecht is daarom niet van toepassing op werknemers van de beleggingsonderneming. De gedragingen van de medewerkers kunnen daarom niet aan de bankierseed worden getoetst. De melder heeft om herziening van de beslissingen van de Algemeen Directeur verzocht. Over de beslissing in dossier 3976 (medewerker 1) oordeelt de voorzitter van de Tuchtcommissie als volgt. De medewerker is in dienst bij een beleggingsonderneming. Op 31 maart 2015 heeft de medewerker de bankierseed afgelegd. De beleggingsonderneming beschikte tot 19 december 2016 over een bankvergunning. Alleen gedragingen van de bankmedewerker tussen 31 maart 2015 en 19 december 2016 kunnen daarom aan het bancaire tuchtrecht worden getoetst. De voorzitter van de Tuchtcommissie is van oordeel dat niet blijkt dat de medewerker in die periode in strijd heeft gehandeld met de bankierseed. Het herzieningsverzoek wordt daarom afgewezen. De herzieningsverzoeken in dossiers 4258, 4259, 4260 worden door de voorzitter van de Tuchtcommissie (onder verwijzing naar de beslissing in dossier 3976) eveneens afgewezen. Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur:Dossier 3976 beslissing ADDossier 4258 beslissing ADDossier 4259 beslissing ADDossier 4260 beslissing AD Download hier de herzieningsbeslissingen van de Tuchtcommissie:Dossier 3976 herzieningsbeslissingDossier 4258 herzieningsbeslissing Dossier 4259 herzieningsbeslissingDossier 4260 herzieningsbeslissing