Melding onvoldoende onderbouwd

Deel deze pagina

Dossier: TRB-2016-3587H

De melding komt er in de kern op neer dat beëdigde onzorgvuldig heeft gehandeld door geen, dan wel summier, antwoord te geven op vragen. De Algemeen Directeur heeft de melding afgewezen, aangezien die (voornamelijk) ziet op de manier waarop met melder is gecommuniceerd en die manier in dit geval geen schending van de Gedragscode vormt. Voor zover de melding erop ziet dat beëdigde geen zorgvuldige afweging van belangen heeft gemaakt of wetten en regels heeft overtreden, is die onvoldoende onderbouwd.

De Voorzitter van de Tuchtcommissie herhaalt in zijn beslissing de richtlijnen voor de onderbouwing van een ingediende klacht en oordeelt dat de toelichting op de klacht slechts een opsomming bevat van aan de beëdigde gestelde vragen, die niet of slechts summier door beëdigde zijn beantwoord. Melder heeft daarmee zijn stelling de beëdigde de Gedragscode niet heeft nageleefd, onvoldoende onderbouwd.  

Daarnaast is namens de melder verzocht om een nadere termijn voor de aanvulling van de gronden van het herzieningsverzoek. Het Tuchtrechtreglement Bancaire Sector voorziet echter niet in een dergelijke termijnstelling. 

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak dossier 3587
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3587

Download volledige uitspraak .PDF Download volledige uitspraak .PDF