Heb jij een vraag over (het afleggen van) de bankierseed, over de tuchtprocedure of een andere vraag over het bankentuchtrecht? Kijk dan of je hier het antwoord kan vinden. Staat jouw vraag er niet bij? Laat het ons weten en stel jouw vraag via ons contactformulier dat onderaan de homepage staat. We beantwoorden jouw vraag snel.
Nee, dat is per 1 april 2015 een wettelijke verplichting. Vanaf dat moment hebben 90.000 werknemers in de financiële sector de eed afgelegd. Ook wie nu toetreedt tot de sector dient de bankierseed af te leggen.
Dat doen toezichthouders De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten, zo heeft het ministerie van Financiën bepaald. Voor vragen over de naleving van de eedaflegging verwijzen wij daarom naar deze toezichthouders en het ministerie. Stichting Tuchtrecht Banken heeft hierin geen rol.
Die verantwoordelijkheid is door de wetgever bij de banken als werkgevers neergelegd. Zij dienen een eedaflegging-ceremonie te organiseren in het bijzijn van tenminste één leidinggevende. Werknemers leggen de eed af door te beloven en te zweren zich aan de vastgestelde gedragscodes te houden. Ook ondertekenen zij een verklaring waarin zij dat bevestigen.
Tuchtrecht Banken is de onafhankelijke stichting die gaat over de uitvoering van het tuchtrecht behorende bij de bankierseed en toetst of een beëdigde bankmedewerker zich aan de gedragscode heeft gehouden. Tuchtrecht Banken faciliteert de onafhankelijke Tuchtcommissie Banken en de Commissie van Beroep Banken, die sancties op kunnen leggen aan beëdigden die de bankierseed schenden. Ook handhaaft Tuchtrecht Banken een register waarin beëdigden aan wie een maatregel is opgelegd of waarmee een schikking is getroffen, worden opgenomen.
De Algemeen Directeur onderzoekt de binnengekomen meldingen over schendingen van de bankierseed. De Algemeen directeur onderzoekt allereerst of de melding in behandeling kan worden genomen. Wordt de melding in behandeling genomen dan volgt een feitenonderzoek. De beëdigde wordt om een toelichting (verweer) gevraagd. Vervolgens besluit de Algemeen directeur de melding zelf af te doen of een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken.
De onafhankelijke Tuchtcommissie bestaat uit juristen en deskundigen en functioneert als een soort rechtbank. De Algemeen Directeur legt klachten voor aan de commissie, die aan de hand van de Gedragscode behorend bij de bankierseed bepaalt of en in hoeverre de bankierseed geschonden is. Oordeelt de Tuchtcommissie dat dit inderdaad het geval is, dan kan de commissie een sanctie opleggen aan de beëdigde.
Daarnaast behandelt de voorzitter van de Tuchtcommissie herzieningsverzoeken van beslissingen van de Algemeen Directeur.
De onafhankelijke Commissie van Beroep bestaat uit juristen en deskundigen en functioneert als een soort hof van beroep. Als de Tuchtcommissie tot een oordeel is gekomen, kunnen zowel de Algemeen Directeur als de beëdigde tegen het oordeel in beroep gaan.
De bankmedewerker die een sanctie krijgt opgelegd door de Tuchtcommissie of de Commissie van Beroep, of een schikking treft met de Algemeen Directeur, wordt voor een periode van tenminste drie jaar plus de duur van het beroepsverbod opgenomen in ons register. Dit register is alleen toegankelijk voor instellingen die zijn aangesloten bij Tuchtrecht Banken. Zo kunnen instellingen zien of een sollicitant of een medewerker een sanctie is opgelegd of een schikking heeft getroffen in het kader van het tuchtrecht.
Het register van Tuchtrecht Banken is in overeenstemming met de Nederlandse privacywetgeving en goedgekeurd door de Autoriteit Persoonsgegevens.
De Algemeen directeur toetst een melding aan een aantal vragen en wegingsfactoren. Vooral van belang is of onderbouwd kan worden vastgesteld dat de bij de bankierseed behorende gedragscode is geschonden en of er sprake is van voldoende ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
Meldingen kunnen inhoudelijk sterk variëren. De Algemeen directeur laat zich daarom (in algemene zin) niet uit over welke meldingen wel en welke niet in behandeling worden genomen. Op deze pagina staat een aantal vragen geformuleerd waaraan een melding procedureel moet voldoen.
Ja. Zowel de Algemeen directeur als de beëdigde persoon kunnen in beroep gaan tegen een beslissing van de Tuchtcommissie Banken. Het beroepschrift moet binnen een maand nadat de uitspraak van de Tuchtcommissie is verzonden, worden ingediend bij de Commissie van Beroep Banken. Het instellen van beroep is geregeld in artikel 6.4.1. van het Tuchtreglement bancaire sector.
Ja. Melders kunnen zonder kosten een melding indienen. Melders zijn tijdens een tuchtrechtelijke procedure geen procespartij. De Algemeen Directeur zal, indien er voldoende gronden zijn voor behandeling, een klacht voorleggen aan de Tuchtcommissie.
Dat hoeft niet. Men kan besluiten tot een schikking. Indien de Algemeen directeur en de beëdigde dit overeenkomen, beschouwt de Algemeen directeur de zaak als afgedaan. Beroep door de beëdigde of de melder is dan niet meer mogelijk. Ook bij een schikking wordt de naam van de beëdigde opgenomen in het register dat door banken kan worden geraadpleegd.
Als een melding door de Algemeen Directeur wordt afgewezen of geseponeerd, dan kan de melder aan de Voorzitter van de Tuchtcommissie vragen de beslissing van de Algemeen Directeur opnieuw te beoordelen. Na deze beoordeling neemt de Voorzitter van de Tuchtcommissie een beslissing over dit verzoek. Deze beslissing wordt een herzieningsuitspraak genoemd. Voor meer uitleg hierover zie onze procesdiagrammen.
Bij de schending van de bankierseed gaat het om het gedrag van een persoon. Het is dus belangrijk dat de melding een voldoende nauwkeurige aanduiding van de identiteitsgegevens van de beëdigde die het betreft bevat. Daarom is een naam van de beëdigde van belang. Als je geen naam hebt, kan je contact opnemen met het aanklagersbureau. Zij kijken dan of zij je verder kunnen helpen.
De Algemeen directeur neemt de melding over van de melder, waarna het een klacht wordt. Daarmee is de melder geen procespartij, zoals dat bijvoorbeeld wel het geval is bij een civiele rechtszaak.
De melder wordt wel op de hoogte gehouden of een klacht aan de Tuchtcommissie Banken wordt voorgelegd en kan een verzoek tot herziening bij de voorzitter van de Tuchtcommissie Banken indienen indien de Algemeen directeur van oordeel is dat de melding niet tot een klacht kan leiden. Ook kan de melder worden gehoord door de Tuchtcommissie Banken en wordt hij/zij op de hoogte gesteld van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken en/of Commissie van Beroep Banken.
Alle stukken die worden gebruikt in een tuchtprocedure zullen ook aan de beëdigde worden versterkt, zodat hij/zij zijn of haar verweer kan voeren.
Uw melding en (persoons)gegevens zullen worden opgenomen in het dossier. Als Tuchtrecht Banken een onderzoek begint, zal dit dossier worden verzonden naar de instelling en/of de beëdigde. Ook wanneer uw gegevens anoniem zijn, zal de melding vaak naar u te herleiden zijn. Indien u hier vragen over heeft kunt u contact opnemen met ons.
Nee. Dit kan alleen het geval zijn indien een persoon in aanraking is geweest met het strafrecht. Het tuchtrecht valt hier buiten.
Indien de Tuchtcommissie Banken en/of de Commissie van Beroep Banken besluit een boete op te leggen, of er wordt tot een boete overeengekomen in een schikking, dan zal deze altijd ten goede komen aan de algemene reserve van Tuchtrecht Banken. Uit deze reserve betaalt de stichting operationele kosten.
Dat kan een berisping zijn, een boete oplopend tot maximaal €25.000, een verplichte cursus of een tijdelijk beroepsverbod van maximaal drie jaar. Klik hier voor een verdere toelichting op de verschillende maatregelen die opgelegd kunnen worden.
Ja, als er aan deze persoon een maatregel wordt opgelegd. De naam van de persoon komt voor minimaal drie jaar in het namenregister. Banken mogen dit register raadplegen en kunnen zo zien of een sollicitant eerder de Gedragscode geschonden heeft. In dit register wordt ook opgenomen wie een beroepsverbod heeft.
Ja. Ook dan wordt de persoon opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken dat alleen kan worden geraadpleegd door instellingen die zijn aangesloten bij de Tuchtrecht Banken.
Nee. Schadevergoedingen en/of claims vallen buiten het tuchtrecht voor bankmedewerkers. Wie een schadevergoeding zoekt, of een claim wil indienen tegen een financiële instelling, kan terecht bij de stichting Klachteninstituut financiële dienstverlening (Kifid, zie Kifid.nl) of kan een civielrechtelijke procedure beginnen.
Als blijkt dat in een zaak wetten en/of regels opgelegd door De Nederlandsche Bank of de Autoriteit Financiële Markten overtreden zijn, kan Tuchtrecht Banken dat bij de desbetreffende instantie melden.
Ja.
Nee. Tuchtrecht Banken benadert zelf pro-actief geen werkgevers. Wel wordt de naam van de beëdigde, in het geval van een sanctie of een schikking, opgenomen in het tuchtrechtelijk register van de stichting, dat alleen toegankelijk is voor bij Tuchtrecht Banken aangesloten instellingen.
De werkgever van de beëdigde (bankmedewerker) wordt in kennis gesteld van de beslissing van de Algemeen directeur of, indien er een uitspraak ligt van de tuchtcommissie of de commissie van beroep, van de uitspraak.