In onderstaand schema laten we zien hoe we een melding in behandeling nemen en welke stappen er worden gezet in de zaaksbehandeling. Klik op het blok voor een toelichting. Heb je nog vragen? Neem dan contact met ons op.
Vooronderzoek
Een melding kan door iedereen worden ingediend. Gebruik hiervoor het digitale meldingsformulier op onze website. Als hulpmiddel voor het indienen van een melding hebben we een Checklist opgesteld. Loop eerst deze Checklist door voordat je het digitale meldingsformulier invult, zodat je melding voldoet aan de minimale voorwaarden. Na ontvangst van de melding verstuurt de Algemeen directeur een ontvangstbevestiging.
Als je melding niet voldoende is onderbouwd of het gemelde valt niet onder het tuchtrecht dan kan de Algemeen directeur de melding afwijzen. De Algemeen directeur schrijft dan een brief waarin hij uitlegt waarom hij de melding afwijst. In de brief wordt ook uitgelegd hoe je herziening van deze beslissing kan vragen, voor het geval je het niet met de beslissing eens bent.
Als je relevante brieven, e-mails of andere stukken hebt, kunnen die direct worden meegestuurd. Als de melding onvoldoende duidelijk is, vraagt de Algemeen directeur extra informatie bij je op. De Algemeen directeur weegt de bewijsstukken en beoordeelt of de melding aanleiding geeft een onderzoek te beginnen. Daaruit kan ook een afwijzing volgen.
Alleen gedrag dat in strijd is met de Gedragscode valt onder het tuchtrecht. Het moet gaan om gedrag dat zo onfatsoenlijk is geweest dat de bankmedewerker daarvan een persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. De Algemeen directeur beoordeelt of daarvan sprake kan zijn geweest. Het tuchtrecht is verder niet bedoeld om zakelijke conflicten met de bank op te lossen.
Als de melding aan de eisen voldoet en de gedraging onder het tuchtrecht valt, onderzoekt de Algemeen directeur de melding. De bankmedewerker en de bank worden op de hoogte gebracht van dit onderzoek. De Algemeen directeur vraagt informatie op bij de bank en bij de bankmedewerker. Zowel de bankmedewerker als de bank zijn verplicht mee te werken aan het onderzoek. De bankmedewerker krijgt de gelegenheid zijn kant van het verhaal te vertellen. Hij kan zich daarbij laten bijstaan.
Als de Algemeen directeur na het onderzoek vindt dat de bankmedewerker de bankierseed en de Gedragscode niet heeft overtreden, kan hij beslissen de zaak tegen de bankmedewerker te seponeren. Dit betekent dat hij de zaak tegen de bankmedewerker niet doorzet. De Algemeen directeur kan dit ook beslissen als hij geen aanleiding ziet om in te grijpen. Als je het niet eens bent met deze beslissing, kun je om herziening vragen bij de voorzitter van de onafhankelijke Tuchtcommissie Banken.
Als uit het onderzoek blijkt dat de bankmedewerker de bankierseed en de Gedragscode heeft overtreden, kan de Algemeen directeur de bankmedewerker een schikking aanbieden. Dit houdt in dat de Algemeen directeur de bankmedewerker een maatregel voorstelt, waarmee de zaak eindigt. De bankmedewerker heeft de keuze dit voorstel te accepteren of niet. Als hij het voorstel niet accepteert, wordt een klacht aan de Tuchtcommissie Banken voorgelegd.
De Tuchtcommissie Banken is een onafhankelijke instantie die over de zaak beslist. Als uit onderzoek blijkt dat de bankmedewerker de bankierseed en de Gedragscode heeft geschonden, kan de Algemeen directeur een klacht voorleggen aan de tuchtcommissie. De Algemeen directeur schrijft dan een klachtrapport op dat hij aan de Tuchtcommissie Banken stuurt. De bankmedewerker mag hierop reageren. De tuchtcommissie behandelt de zaak vervolgens een zitting. Op de zitting mogen de Algemeen directeur en de bankmedewerker hun standpunt naar voren brengen. De Tuchtcommissie Banken doet schriftelijk uitspraak.
De Commissie van Beroep Banken is een onafhankelijke instantie die in hoger beroep over de zaak beslist. Als de Algemeen directeur en/of de bankmedewerker het niet eens is met de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken, kunnen zij beroep instellen bij de Commissie van Beroep Banken. De commissie van beroep plant vervolgens een zitting. Op de zitting mogen de Algemeen directeur en de bankmedewerker hun standpunt naar voren brengen. De Commissie van Beroep Banken doet schriftelijk uitspraak. Deze uitspraak is definitief.
Onderzoek