Opeisen niet bestaande leningsdelen en vervalsen volmachten

TRB-2017-3608H, TRB-2017-3609H en TRB-2017-3610H. 

Door de melder is tegen een bankmedewerker de melding (3610) ingediend dat hij leningsdelen bij melder zou vorderen, terwijl deze niet zouden bestaan, althans niet bij de melder opeisbaar zouden zijn. Voorts zou de bankmedewerker met volmachten hebben gesjoemeld en – om zijn handelen te verhullen – door twee andere bankmedewerkers hebben laten ondertekenen. Tegen deze twee bankmedewerkers heeft de melder eveneens meldingen ingediend (meldingen 3608 en 3609). In deze meldingen wordt geklaagd dat de twee bankmedewerkers met de volmachten hebben gesjoemeld, zodat het handelen van de eerste bankmedewerker (3610) zou worden verhuld.

De Algemeen Directeur heeft besloten dat de meldingen zich er niet voor lenen te worden voorgelegd aan de Tuchtcommissie, omdat niet is gebleken dat de volmachten vals zijn, noch dat door het gebruik van de door melder aangehaalde bewoordingen met de volmachten of met de ondertekening daarvan zou zijn gesjoemeld. Daarnaast is de vraag of de leningsdelen al dan niet bij melder opeisbaar zijn een civielrechtelijke kwestie.

De Voorzitter van de Tuchtcommissie ziet in hetgeen door de melder in zijn herzieningsverzoeken naar voren is gebracht geen aanleiding om van het oordeel van de Algemeen Directeur af te wijken. Het verzoek om ‘aanhouding van de zaak’ wordt door de Voorzitter van de Tuchtcommissie afgewezen.

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3608 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3608 Herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3609 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3609 Herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Download hier de beslissing van de algemeen directeur: 3610 Beslissing AD
Download hier de herzieningsuitspraak: 3610 Herzieningsuitspraak Voorzitter Tuchtcommissie

Melding tegen incassomedewerker is niet ontvankelijk: valt niet onder de bankierseed

TRB-2017-3681H. 

Melder heeft een melding ingediend tegen een medewerker van een incassobureau. De Algemeen Directeur heeft de melding niet in behandeling genomen omdat door de medewerkers van een incassobureau niet de bankierseed wordt afgelegd en derhalve niet valt onder het bancaire tuchtrecht.  Onder verwijzing naar de ‘Regeling eed en belofte financiële sector 2015’ bevestigt de Voorzitter van de Tuchtcommissie dit oordeel.

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak dossier 3681
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3681

Een civielrechtelijk conflict: klacht handelen beëdigde en beslaglegging rekening

TRB-2017-3673H. 

De melder heeft bij Stichting Tuchtrecht Banken klachten ingediend over de wijze waarop de beëdigde overgeboekte geldbedragen van een stichting, waarvan hij bestuurder was, heeft geblokkeerd. Voorts wordt geklaagd over de manier waarop melder door beëdigde te woord is gestaan en over de wijze waarop beslagen op rekeningen van de stichting waren gelegd. De Algemeen Directeur verricht geen nader onderzoek naar de melding. De melding betreft een civielrechtelijk conflict. Tevens is niet gebleken dat de beëdigde een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De Voorzitter van de Tuchtcommissie bevestigt het oordeel van de Algemeen Directeur, waarbij hij benadrukt dat het tuchtrecht niet is bedoeld voor het oplossen van civielrechtelijke conflicten.

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak dossier 3673
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3673

Geen tuchtrechtelijk verwijt handelen beëdigden

TRB-2017-3664H en TRB-2017-3665. 

De melder heeft bij Stichting Tuchtrecht Banken de melding ingediend waarin hij klaagt over de afhandeling van de levensverzekering van zijn zus door de bank, in het bijzonder beëdigde I en II. De Algemeen Directeur verricht geen nader onderzoek naar de melding omdat het handelen hier handelen van de bank als instelling betreft. Dit valt niet onder het bancaire tuchtrecht. Er is niet gebleken dat aan de beëdigden daarbij een persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Daarnaast betreft de melding een civielrechtelijke kwestie. Het herzieningsverzoek is niet binnen de in art. 2.2.7 Tuchtreglement Bancaire Sector genoemde termijn van 14 dagen na dagtekening van de beslissing van de Algemeen Directeur ingediend. Verder wijst de Voorzitter van de Tuchtcommissie het verzoek van de melder om in het kader van het herzieningsverzoek te worden gehoord af, waarbij hij opmerkt dat het Tuchtreglement Bancaire Sector niet in die mogelijkheid voorziet.

Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur: 
Beslissing Algemeen Directeur dossier 3664
Beslissing Algemeen Directeur dossier 3665

Download hier de herzieningsuitspraken:
Uitspraak dossier 3664
Uitspraak dossier 3665

Civielrechtelijk geding: handelen geen tuchtrechtelijk verwijt

TRB-2017-3663H. 

De melder heeft bij Stichting Tuchtrecht Banken de melding ingediend dat beëdigde zich grievend heeft uitgelaten over melder door onder meer te stellen dat melder het onderhoud aan zijn woning niet adequaat uitvoert. Daarnaast klaagt de melder over de afhandeling van de klacht die hij hierover bij de bank had ingediend. De Algemeen Directeur verricht geen nader onderzoek naar de melding omdat niet is gebleken dat de beëdigde wegens zijn handelen een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De Voorzitter van de Tuchtcommissie ziet geen aanleiding om de beslissing van de Algemeen Directeur te herzien. De stukken die bij de melding zijn ingediend betreffen een civielrechtelijk geding.  Daarnaast is de stelling dat de beëdigde zou hebben gelogen onvoldoende onderbouwd.

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak dossier 3663
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3663

Civielrechtelijke kwestie: weigeren openen bankrekening

TRB-2017-3652H. 

Melder heeft bij Stichting Tuchtrecht Banken de melding ingediend dat hem geweigerd is een bankrekening te openen en dat beëdigde daarbij achterbaks zou hebben gehandeld. Voorts heeft de melder aan Stichting Tuchtrecht Banken meermalen verzocht de afwijzingsreden van de bank op te vragen en per brief aan melder te zenden. De Algemeen Directeur heeft de melding niet in behandeling genomen, omdat het al dan niet aangaan van een klantrelatie door de bank met melder onder contractvrijheid en daarmee het civiele recht valt. Niet is gebleken dat een individuele bankmedewerker daarbij een tuchtrechtelijke norm zou hebben geschonden.  Verder wijst de Algemeen Directeur erop dat hij de door melder verzochte brief niet heeft opgevraagd, omdat naar de melding geen onderzoek is verricht, nu nadere onderbouwing van de melding – na herhaald verzoek – is uitgebleven. De Voorzitter van de Tuchtcommissie ziet geen aanleiding om af te wijken van de beslissing van de Algemeen Directeur.

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak dossier 3652
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3652

Arbeidsrechtelijke kwestie: verstrekken vertrouwelijke informatie

TRB-2017-3642H. 

Melder heeft bij Stichting Tuchtrecht Banken de melding ingediend dat de beëdigde bankmedewerker vertrouwelijke informatie over zijn ziekte zou hebben gedeeld met een andere vestiging van de bank en een uitzendbureau. Verder zou de beëdigde zich negatief over de melder hebben uitgelaten. De Algemeen Directeur heeft onderzoek gedaan naar de melding en besloten de kwestie niet voor te leggen aan de Tuchtcommissie, omdat het een arbeidsrechtelijke kwestie bevat.  Naar aanleiding van een sollicitatie is aan beëdigde gevraagd een referentie te geven over de werkzaamheden en het functioneren van de melder en in dat kader heeft beëdigde geen ontoelaatbare uitlatingen gedaan. 

De Voorzitter van de Tuchtcommissie ziet geen aanleiding om af te wijken van de beslissing van de Algemeen Directeur. Verder wijst de Voorzitter van de Tuchtcommissie het verzoek van de melder om in het kader van het herzieningsverzoek te worden gehoord af, waarbij hij opmerkt dat het Tuchtreglement Bancaire Sector niet in die mogelijkheid voorziet.

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak 3642
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3642

Herhaling eerder ingediende melding – civielrechtelijk geschil

TRB-2016-3643H. 

Vervolg op TRB-2016-3587H. De Algemeen Directeur wijst de melding af, aangezien die een civielrechtelijke kwestie betreft. Verder heeft melder de stelling dat beëdigde de gedragsregels heeft geschonden, onvoldoende onderbouwd. Melder heeft geen nieuwe feiten en omstandigheden naar voren gebracht die zijn eerdere melding met nummer 3587 nader onderbouwen. De Voorzitter van de Tuchtcommissie volgt de Algemeen Directeur hierin. De hernieuwde melding betreft in de kern een nadere onderbouwing van de eerdere melding, maar hierin zijn geen feiten en omstandigheden naar voren gebracht die een tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen nader onderbouwen. De melding betreft de weigering van de bank om de cliënt niet langer als debiteur aansprakelijk te stellen voor twee hypothecaire geldleningen. Dit betreft een civielrechtelijk conflict en het tuchtrecht is niet bedoeld om civielrechtelijke geschillen te beslechten. Daarnaast is de stelling dat vragen niet door de beëdigde zouden zijn beantwoord onvoldoende onderbouwd. Dat deze brieven deels summier van inhoud zijn en dat melder het niet eens is met de gegeven antwoorden, kan daaraan niet afdoen.

Download hier de herzieningsuitspraak: Uitspraak dossier 3643
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3643

Inzage in dossier II – Toewijzing herzieningsverzoek

TRB-2016-3593H. 

De melding heeft betrekking op het weigeren van het verstrekken van stukken uit het (financierings-)dossier bij de bank nadat de melder daarom had verzocht. De Algemeen Directeur heeft de melding afgewezen, aangezien die in de kern een civielrechtelijke kwestie tussen de melder en de bank betreft. In een e-mail aan de Algemeen Directeur heeft de melder haar bezwaren tegen deze beslissing kenbaar gemaakt. De Algemeen Directeur heeft deze e-mail opgevat als een herzieningsverzoek en aan de Voorzitter van de Tuchtcommissie gezonden. De Voorzitter van de Tuchtcommissie heeft het herzieningsverzoek toegewezen, omdat uit de “Handreiking Bijzonder Beheer” van de Nederlandse Vereniging van Banken volgt dat klanten toegang hebben tot alle relevante informatie over hun financiering. Nu de beëdigde niet is ingegaan op het verzoek om (additionele) stukken uit het (financierings)dossier ter beschikking te stellen, is mogelijk sprake van een schending van de gedragsregels. De Voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het verzoek om herziening toe.

Download hier de herzieningbeslissing: Uitspraak dossier 3593
Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3593

Civielrechtelijk geding en niet aannemelijk dat doelbewust in dossier is gewist

TRB-2016-3565H. 

De melding betreft de handelwijze van de bank met betrekking tot de afwikkeling van de verstrekte financiering en de executie van het pandrecht. Dit betreft in een kern een civielrechtelijk geding. De Voorzitter van de Tuchtcommissie oordeelt dat de Algemeen Directeur op die grond terecht heeft geoordeeld de klacht niet voor te leggen aan de Tuchtcommissie. Voor zover in de melding wordt geklaagd over het wissen uit het dossier en over het feit dat de beëdigde zich tegenover de curator denigrerend heeft uitgelaten over melder, is niet aannemelijk geworden dat de beëdigde een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Deze beslissing hangt samen met de beslissingen inzake TRB-2016-3566H en TRB-2016-3567H.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing 3565
Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3565