De Gedragscode

Aan de bankierseed is – net als bijvoorbeeld voor medici – een Gedragscode verbonden. Wie de wettelijk verplichte bankierseed aflegt, is automatisch gebonden deze regels op te volgen. Aan de hand van deze gedragsregels kun je toetsen of een bankmedewerker de gedragscode overtreden heeft. Kijk op onze uitsprakenpagina voor voorbeelden uit de praktijk.

1. De bankmedewerker werkt integer en zorgvuldig.

Dit betekent onder andere dat de bankmedewerker:

  • eerlijk en betrouwbaar is;
  • verstrengeling van eigen belangen met de belangen van anderen voorkomt;
  • de schijn van belangenverstrengeling voorkomt.

2. De bankmedewerker maakt een zorgvuldige afweging van belangen.

Dit betekent dat de bankmedewerker een zorgvuldige afweging maakt tussen de belangen van de klanten van de bank, de aandeelhouders, de leden, de obligatiehouders en de andere schuldeisers van de bank, de werknemers van de bank en de samenleving.

3. De bankmedewerker stelt de belangen van de klant centraal.

Dit betekent onder andere dat de bankmedewerker:

  • klanten zo goed mogelijk informeert over producten en diensten en de risico’s ervan;
  • klanten geen producten of diensten aanbiedt die niet bij hen passen;
  • eraan bijdraagt dat een product geen onverantwoorde risico’s heeft voor een klant;
  • eraan bijdraagt dat een product en de voorwaarden ervan begrijpelijk zijn voor een klant.

4. De bankmedewerker houdt zich aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden.

Dit betekent onder andere dat de bankmedewerker zich in zijn werk houdt aan de wet, reglementen, gedragsregels en instructies die voor het werk bij de bank gelden.

5. De bankmedewerker houdt vertrouwelijke informatie geheim.

Dit betekent onder andere dat de bankmedewerker geen vertrouwelijke informatie over klanten zonder hun toestemming aan een derde geeft.

De medewerker geeft informatie over klanten alleen aan anderen als dat moet van de wet, de rechter of de toezichthouder.

Ook mag de beëdigde geen misbruik maken van informatie die hij of zij heeft.

6. De bankmedewerker is open en eerlijk over zijn of haar gedrag en kent zijn of haar verantwoordelijkheid voor de samenleving.

Dit betekent dat de bankmedewerker zijn of haar gedrag in het werk laat toetsen aan deze gedragsregels.

7. De bankmedewerker draagt bij aan het vertrouwen van de samenleving in de bank.

Dit betekent onder andere dat de bankmedewerker in zijn of haar werk geen risico’s neemt die de bank en anderen in gevaar brengen.