Communicatie door bankmedewerkster rond identificatieproces II – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2022-4786-AD
Algemeen Directeur, 3 augustus 2022
en
TRB-2022-4786-HV
Herzieningsuitspraak, 9 oktober 2022

De melding ziet op de communicatie door de bankmedewerkster rond het identificatieproces van de bank. De Algemeen directeur doet geen nader onderzoek naar de melding omdat hij van mening is dat niet is gebleken dat de bankmedewerkster bij de afhandeling van de klacht een onzorgvuldige afweging van belangen heeft gemaakt. Evenmin kan worden geconcludeerd dat de bankmedewerkster in haar e-mails aan de melder onzorgvuldig en onduidelijk heeft gecommuniceerd. Verder heeft de bankmedewerkster namens de bank excuses aangeboden voor het niet beantwoorden van vragen van de melder.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen directeur verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter is het eens met de Algemeen directeur dat niet is gebleken dat de bankmedewerker tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de uitspraak van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.

Communicatie door bankmedewerker rond identificatieproces I – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2022-4785-AD
Algemeen directeur, 3 augustus 2022
en
TRB-2022-4785-HV
Herzieningsbeslissing, 9 oktober 2022

De melding ziet op de communicatie door de bankmedewerkster rond het identificatieproces van de bank. De Algemeen directeur doet geen nader onderzoek naar de melding omdat het niet op zijn  weg ligt om een oordeel te geven over de vraag of de wijze waarop de bank haar identificatieprocedure heeft vormgegeven in overeenstemming is met wet- en regelgeving. Eveneens is uit de melding niet gebleken dat de bankmedewerkster heeft gedreigd en/of inconsistent en onredelijk is geweest in haar communicatie naar de melder.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen directeur verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De melder stelt dat de e-mails van de bankmedewerkster onduidelijk waren, dat zij niet klantvriendelijk is geweest door het uitblijven van een reactie op e-mails en dat zij toezeggingen niet is nagekomen. De voorzitter is het eens met de Algemeen directeur dat niet is gebleken dat beëdigde tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.

Juistheid uitgaan van stelselsaldo betreft civiele kwestie – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2022-4805-AD
Algemeen Directeur, 29 augustus 2022
en
TRB-2022-4805-HV
Herzieningsbeslissing, 18 oktober 2022

De melding houdt in dat de bankmedewerker onterecht zou hebben verklaard dat er onvoldoende saldo op de rekening van een Openbaar Lichaam ten laste van wie melder derdenbeslag had gelegd, stond.

De Algemeen Directeur begrijpt dat de bankmedewerker is afgegaan op een e-mail van een collega. Dat de bankmedewerker zich door deze informatie heeft laten leiden, acht de Algemeen Directeur niet onbegrijpelijk en niet onjuist. De bankmedewerker heeft vervolgens in haar correspondentie telkens op een behoorlijke wijze op e-mails en vragen van melder gereageerd en waar mogelijk uitleg gegeven. Of de bankmedewerker (of haar collega) terecht is uitgegaan van het stelselsaldo van de bankrekeningen van de schuldenaar en van verrekening, is niet aan de Algemeen Directeur om over te oordelen. Dat oordeel is aan de burgerlijke rechter.

Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter is met de Algemeen Directeur van oordeel dat de vraag of de bankmedewerker terecht is uitgegaan van het stelselsaldo thuishoort in de civiele procedure die melder tegen de bank heeft aangespannen. De kantonrechter heeft zich over die vraag niet uitgelaten omdat de vorderingen van melder op andere gronden niet toewijsbaar zijn. Dat brengt echter niet mee dat het aan de Algemeen Directeur zou zijn zich hierover een oordeel te vormen. Tegen de achtergrond van het vonnis van de kantonrechter mist melder bovendien een te respecteren belang bij de melding.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.

Melding onvoldoende onderbouwd

TRB-2022-4758-AD
Algemeen directeur, 5 juli 2022
en
TRB-2022-4758-HV
Herzieningsbeslissing, 29 augustus 2022

De melding houdt in dat de beëdigde niet integer zou hebben gehandeld en zich niet zou hebben ingespannen het vertrouwen in de financiële sector te behouden door compliance meldingen te negeren en door te dreigen met het opzeggen van de kredietrelatie. Daarnaast houdt de melding in dat sprake is van belangenverstrengeling omdat de beëdigde bevriend zou zijn met de statutair directeur.

De Algemeen directeur heeft de melding geseponeerd omdat melder onvoldoende heeft onderbouwd dat (concrete) compliance meldingen de beëdigde hebben bereikt. Verder is niet gebleken dat de beëdigde heeft gedreigd maar slechts de gevolgen van de ontstane conflictsituatie heeft geschetst, waaronder het intrekken van de financiering door de bank. Ook heeft melder onvoldoende onderbouwd dat de beëdigde partijdig is geweest of de schijn daarvan heeft gewekt. De conclusie is dat de beëdigde geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.
De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter kan zich vinden in de beslissing van de Algemeen directeur en de gronden die hij daarvoor aanvoert. De voorzitter ziet geen aanleiding de Algemeen directeur te vragen nader onderzoek te doen.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.

Onvoldoende aanleiding een tuchtrechtelijk onderzoek te starten – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2022-4646-AD t/m TRB-2022-4651-AD
Algemeen directeur, 21 april 2022
en
TRB-2022-4646-HV t/m TRB-2022-4651-HV
Herzieningsbeslissing, 20 juli 2022

Melders, handelend in hun hoedanigheid van curator, zijn van mening dat de bankmedewerkers bij de afwikkeling van een faillissement bewust en onterecht de bevindingen in een rapport tijdens de procedures die volgden op het faillissement verzwegen hebben.

De Algemeen directeur doet geen nader onderzoek naar de melding. De Algemeen directeur oordeelt dat het advies van de advocaat van de banken, als specialist en advocaat, het bewuste rapport niet in de procedures in te brengen leidend was en dat de bankmedewerkers erop mochten vertrouwen dat de geadviseerde handelwijze verdedigbaar was. Verder is onvoldoende aannemelijk geworden dat de bankmedewerkers een rol hadden bij het innemen van stellingen in de procedure en jegens schuldeisers. Ook is volgens de Algemeen directeur onvoldoende aannemelijk geworden dat de bankmedewerkers de belangen van de overige schuldeisers onvoldoende hebben meegewogen, waarbij de Algemeen directeur heeft gewezen op de bijzondere positie van de afdeling bijzonder beheer van de banken.

De melders zijn in herziening gegaan.

De voorzitter van de Tuchtcommissie kan zich vinden in de beslissing van de Algemeen directeur en ziet onvoldoende aanleiding een tuchtrechtelijk onderzoek te starten. Zij voegt daaraan toe dat de vraag of het rapport ingebracht had moeten thuishoort in de civiele procedures tussen partijen en inmiddels ook in die civiele procedures is beantwoord. De bancaire tuchtprocedure leent zich niet voor het beantwoorden van vragen die in hoofdzaak verweven zijn met een weging van factoren in een andere procedure.

Link naar de beslissingen van de Algemeen directeur:TRB-2022-4646-AD; TRB-2022-4647-AD; TRB-2022-4648-AD; TRB-2022-4649-AD; TRB-2022-4650-AD; TRB-2022-4651-AD.

Link naar de beslissingen van de Voorzitter van de Tuchtcommissie: TRB-2022-4646-HV t/m TRB-2022-4651-HV.

Ongeoorloofd bekijken rekeninggegevens, schikking wegens bijzondere omstandigheden

TRB-2022-4684-AD
Algemeen Directeur, 17 augustus 2022

Beëdigde heeft zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens van klanten van de bank (onder andere haar buren) geraadpleegd. Dat is een forse schending van de privacy van deze klanten. Beëdigde heeft hiermee niet integer, onzorgvuldig en in strijd met de regels van de bank gehandeld. Vanwege bijzondere omstandigheden (de psychische gesteldheid van beëdigde) ziet de Algemeen Directeur af van een gang naar de tuchtrechter. De aan beëdigde aangeboden schikking in de vorm van een geldboete heeft beëdigde geaccepteerd.

De naam van beëdigde is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier

Benodigde toestemming verhuur niet gevraagd

TRB-2022-4768-AD
Algemeen Directeur, 12 juli 2022

Volgens de hypotheekakte en de bijbehorende algemene voorwaarden had beëdigde voorafgaand aan de verhuur van zijn pand toestemming hiervoor aan de desbetreffende bank moeten vragen. Beëdigde heeft dat nagelaten, wat onzorgvuldig is geweest en daarmee tuchtrechtelijk verwijtbaar.
Het niet melden van de nevenactiviteit aan de bank en het niet registreren van de nevenactiviteit in de banksystemen is in strijd met de regels van de bank. Ook dit is tuchtrechtelijk verwijtbaar. De door de Algemeen Directeur voorgestelde schikking in de vorm van een geldboete van € 50,- heeft beëdigde geaccepteerd.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Middelen bank gebruiken voor privézaken

TRB-2022-4625-AD
Algemeen Directeur, 23 juni 2022

Beëdigde heeft middelen van de bank gebruikt voor personen die geen klant van de bank waren. Verder heeft hij op onjuiste wijze maaltijden gedeclareerd. De Algemeen Directeur concludeert dat beëdigde hiermee de bankierseed heeft geschonden. De Algemeen Directeur heeft beëdigde een schikking aangeboden van € 150,-. Die schikking heeft beëdigde geaccepteerd.

De naam van beëdigde is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De beslissing vind je hier.

Middelen bank gebruiken voor privézaken

TRB-2022-4624-AD
Algemeen Directeur, 16 juni 2022

Beëdigde heeft middelen van de bank gebruikt voor personen die geen klant van de bank waren. Verder heeft hij op onjuiste wijze maaltijden gedeclareerd. De Algemeen Directeur concludeert dat beëdigde hiermee de bankierseed heeft geschonden. De Algemeen Directeur heeft beëdigde een schikking aangeboden van € 250,-. Die schikking heeft beëdigde geaccepteerd.

De naam van beëdigde is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Melding onvoldoende onderbouwd

TRB-2022-4638-AD
Algemeen Directeur, 10 mei 2022

TRB-2022-4638-HV
Herzieningsbeslissing, 15 juli 2022

De melding houdt in dat de bankmedewerker onethisch zou hebben gehandeld. De bankmedewerker was leidinggevende van melder en had volgens melder gezien zijn functie een zakelijk contact van de bank erop moeten wijzen dat diens bedrijf geen opdracht van de bank had gekregen en voor eigen rekening en risico bezig was. Ook had de bankmedewerker volgens melder voor hem moeten opkomen in het door de bank naar melder ingesteld onderzoek.

De Algemeen Directeur heeft de melding afgewezen omdat melder onvoldoende heeft onderbouwd waarom de bankmedewerker had moeten ingrijpen. Verder was de bankmedewerker niet betrokken bij het onderzoek naar melder, zodat de Algemeen Directeur niet inziet dat de bankmedewerker van het uitblijven van hulp aan melder een tuchtrechtelijk verwijt zou kunnen worden gemaakt.

Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De plaatsvervangend voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De plaatsvervangend voorzitter ziet in wat melder schrijft onvoldoende onderbouwing dat de bankmedewerker verkeerde in een positie of bepaalde wetenschap had die maakt dat hij anders had moeten handelen dan hij kennelijk heeft gedaan.

Zie hier de beslissing van de Algemeen Directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie.