Niet (voortvarend) reageren op e-mails – herzieningsverzoek na opdracht nader onderzoek afgewezen

Deel deze pagina

TRB-2022-4793-AD
Algemeen directeur, 30 juni 2022

TRB-2022-4793-HV-1
Herzieningsbeslissing, 19 augustus 2022
TRB-2022-4793-HV-2
Herzieningsbeslissing, 1 februari 2023

De melding houdt in 1) dat de bankmedewerker niet (tijdig) zou hebben gereageerd op e-mails waarin de melder verzocht om inzage in de gegevens die de bank over hem als voormalig klant heeft opgeslagen en 2) dat de bankmedewerker zou hebben geweigerd die gegevens te verwijderen.

De Algemeen directeur heeft de melding afgewezen omdat uit overgelegde stukken van de melder blijkt dat de bankmedewerker heeft gereageerd op zijn e-mails. Het tijdsverloop is onzorgvuldig te noemen, maar onvoldoende om een tuchtrechtelijk verwijt te maken aan de bankmedewerker. Daarnaast heeft de bankmedewerker de procedure van de bank omtrent het verwijderen van klantgegevens uitgelegd aan melder.

Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft bij de voorafgaande beslissing van 19 augustus 2022 de eindbeslissing op het herzieningsverzoek aangehouden en de Algemeen directeur gelegenheid gegeven om (a) nader onderzoek te doen naar in die beslissing van 19 augustus 2022 omschreven onduidelijkheden in het dossier en (b) binnen zes weken schriftelijk te reageren op het herzieningsverzoek.

Na onderzoek van de Algemeen directeur concludeert de voorzitter bij (eind)beslissing van 1 februari 2023 – in lijn met hetgeen door de Algemeen directeur was vastgesteld – dat de bankmedewerker heeft gehandeld in overeenstemming met beleid van de bank dat voor verwijdering van gegevens een motivering nodig is. Aannemelijk is dat de bankmedewerker een aantal van de door melder gezonden e-mails niet heeft ontvangen. De onjuiste informatie die de bankmelder melder (aanvankelijk) heeft gegeven over het moment waarop zijn gegevens zouden worden verwijderd, is nadien gecorrigeerd en niet is gebleken dat die verkeerde mededeling voor melder nadelige gevolgen heeft gehad. De voorzitter van de Tuchtcommissie ziet gelet daarop en aangezien ook overigens niet van een voldoende ernstige kwestie is gebleken geen reden een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie en wijst het herzieningsverzoek af.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de beslissing van de voorzitter van de Tuchtcommissie van 19 augustus 2022.
Zie hier de beslissing van de voorzitter van de Tuchtcommissie van 1 februari 2023.