Onrechtmatige overboekingen, toe-eigening gelden en frauduleuze handelingen ter verdoezeling

TRB-2022-4581-TC
Tuchtcommissie, 2 november 2022

Verweerder heeft onrechtmatige overboekingen verricht van in totaal ongeveer € 195.000,- vanaf de bankrekening van erfgenamen van een (overleden) klant van de bank. Verweerder heeft zich geld toegeëigend waarop hij geen recht had.
Bovendien heeft verweerder diverse (frauduleuze) handelingen verricht om ervoor te zorgen dat de bewuste transacties voor die erfgenamen en de bank verborgen zouden blijven.
Tevens heeft verweerder aan een collega die betrokken was bij de onrechtmatige overboekingen, een bedrag van € 13.000,- overgemaakt (zie de uitspraak van 27 juli 2022 van de Tuchtcommissie , met kenmerk TRB-2022-4582-TC).
De conclusie van de Tuchtcommissie luidt dat het in deze zaak om zeer ernstige schendingen van de aan de bankierseed verbonden gedragsregels gaat (gedragsregels 1, 4 en 7). Verweerder heeft met zijn handelen er blijk van gegeven dat hij niet kan worden vertrouwd als hij in de uitoefening van zijn functie de beschikking krijgt over geld van klanten. De Tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 36 maanden passend.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Ongeoorloofd raadplegen van rekeninggegevens en delen klantgegevens

TRB-2022-4749-TC
Tuchtcommissie, 2 november 2022

Het was verweerder niet toegestaan bankzaken te behandelen voor cliënten met wie hij privé een (nauwe) relatie heeft en evenmin klantgegevens in te zien van iemand die hij kent, of dergelijke gegevens uit nieuwsgierigheid te bekijken. Verder is het onzorgvuldig geweest een WhatsApp-groep aan te maken met daarin klanten van de bank. Hierdoor zijn ongevraagd namen en/of telefoonnummers van klanten gedeeld, waardoor deze gegevens buiten de bank werden gebracht en de privacy van deze klanten is geschonden. Een en ander is niet integer en in strijd met de regels van de bank. Het handelen van verweerder is in strijd met gedragsregels 1 en 4 en rechtvaardigt een beroepsverbod van twee maanden.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht

TRB-2022-4673-TC
Tuchtcommissie, 2 november 2022

Het staat vast dat de gegevens die door verweerster buiten de beschermde omgeving van de bank zijn gebracht zeer privacygevoelig zijn. Het gaat om ongeveer 500 bijlagen met onder meer klantgegevens. Hiermee heeft verweerster niet integer gehandeld. Bovendien schaadt dit het vertrouwen dat de samenleving in de bank als professionele instelling moet kunnen stellen. Verweerster heeft gedragsregels 1, 4, 5 en 7 geschonden. De Tuchtcommissie beslist dat een beroepsverbod van zeven maanden passend is.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Medewerking aan onrechtmatige overboekingen en toe-eigening gelden

TRB-2022-4582-TC
Tuchtcommissie, 27 juli 2022

Verweerder heeft zijn medewerking verleend aan een voormalige collega bij vier onrechtmatige overboekingen vanaf de bankrekening van erfgenamen van een klant van de bank. Hiervoor was geen rechtmatige opdracht dan wel toestemming gegeven. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder hiermee de gedragsregels fors heeft overtreden. Via de bankrekening van een derde is vervolgens € 13.000,- overgemaakt naar de bankrekening van verweerder. Hiermee heeft verweerder zich geld toegeëigend van de erfgenamen waar hij geen recht op had. Van verweerder mocht worden verwacht dat hij had ingegrepen op het moment hij in de gaten had dat het vermoedelijk onrechtmatige overboekingen betrof. Verweerder heeft blijk ervan gegeven dat hij niet kan worden vertrouwd als hij in de uitoefening van zijn functie de beschikking krijgt over geld van klanten. De tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 18 maanden passend.

De naam van verweerder is ingesteld opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen dit register inzien.

De uitspraak van de Tuchtcommissie vind je hier.

Ongeoorloofd rekeningkijken

TRB-2022-4591-TC
Tuchtcommissie, 27 juli 2022

Verweerster heeft bij herhaling rekeninggegevens bekeken zonder dat daar een zakelijke aanleiding voor was. Zij heeft in strijd met de binnen de bank geldende regels gehandeld. De tuchtcommissie acht het handelen van verweerster niet integer. De tuchtcommissie is van oordeel dat dit handelen als een ernstige schending van de bankierseed moet worden opgevat, omdat het vertrouwen van de samenleving in de bank fors wordt geschaad.

De tuchtcommissie legt verweerster een beroepsverbod voor de duur van twee maanden op.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken hebben inzage in het register.

De uitspraak van de Tuchtcommissie vind je hier.

Ongeoorloofd raadplegen rekeninggegevens klanten

TRB-2022-4652-TC
Tuchtcommissie, 27 juli 2022

Verweerster heeft zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond en in strijd met de binnen de bank geldende regels bij herhaling rekeninggegevens van klanten van de bank geraadpleegd. Verweerster heeft hiermee niet integer gehandeld. Bovendien schaadt dit handelen het vertrouwen dat de samenleving in de bank als professionele instelling moet kunnen stellen. Aan verweerster is een beroepsverbod voor de duur van één maand opgelegd.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken hebben inzage in dit register.

De uitspraak van de Tuchtcommissie vind je hier.

Zorgvuldig besluitvormingsproces beloningsvoorstel (1) – klacht ongegrond

TRB-2022-3935-TC
Tuchtcommissie, 3 augustus 2022

Verweerder is gevraagd om zijn visie te geven op de hoogte en structuur van een voorstel voor de beloning van de bestuursvoorzitter. In het kader daarvan heeft hij twee gesprekken gevoerd met betrokkenen. De Tuchtcommissie oordeelt allereerst dat de gedragingen van verweerder bij de totstandkoming van het beloningsvoorstel kunnen worden getoetst aan de gedragsregels. De omstandigheid dat beleid of andere beslissingen in een collectief besluitvormingsproces tot stand zijn gekomen sluit niet uit dat binnen dat proces handelen of nalaten door een individuele beëdigde kan worden vastgesteld dat in strijd is geweest met de gedragsregels.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat bij de totstandkoming van het beloningsvoorstel door de remuneratiecommissie en de raad van commissarissen een afweging heeft plaatsgevonden van alle aan de orde zijnde belangen. De maatschappelijke gevolgen van, en mogelijke weerstand tegen de aanzienlijke verhoging van de beloning van de bestuursvoorzitter zijn in aanmerking genomen en afgezet tegen het langetermijnbelang van de bank en de reden om juist in 2018 uitvoering te gaan geven aan het in 2010 vastgestelde beloningsbeleid. Dit geeft blijkt van een zorgvuldige uitoefening van de taak van de raad van commissarissen. De publiekelijke weerstand tegen het beloningsvoorstel is door verweerder onderschat. Dat hierbij sprake is geweest van meer dan een inschattingsfout heeft de tuchtcommissie echter niet kunnen vaststellen.

De Tuchtcommissie komt tot de slotsom dat niet is gebleken dat het besluitvormingsproces over het beloningsvoorstel onzorgvuldig is geweest. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich niet in te spannen te voorkomen dat het beloningsvoorstel de gekozen vorm kreeg. De tuchtcommissie verklaart de klacht ongegrond.

Zorgvuldig besluitvormingsproces beloningsvoorstel (2) – klacht ongegrond

TRB-2022-3943-TC
Tuchtcommissie, 3 augustus 2022

Verweerder was betrokken bij het voorstel voor de beloning van de bestuursvoorzitter van de bank. De Tuchtcommissie oordeelt allereerst dat de gedragingen van verweerder bij de totstandkoming van het beloningsvoorstel kunnen worden getoetst aan de gedragsregels. De omstandigheid dat beleid of andere beslissingen in een collectief besluitvormingsproces tot stand zijn gekomen sluit niet uit dat binnen dat proces handelen of nalaten door een individuele beëdigde kan worden vastgesteld dat in strijd is geweest met de gedragsregels.

De Tuchtcommissie is verder van oordeel dat bij de totstandkoming van het beloningsvoorstel door de remuneratiecommissie en de raad van commissarissen een afweging heeft plaatsgevonden van alle aan de orde zijnde belangen. De maatschappelijke gevolgen van, en mogelijke weerstand tegen de aanzienlijke verhoging van de beloning van de bestuursvoorzitter zijn in aanmerking genomen en afgezet tegen het langetermijnbelang van de bank en de reden om juist in 2018 uitvoering te gaan geven aan het in 2010 vastgestelde beloningsbeleid. Dit geeft blijkt van een zorgvuldige uitoefening van de taak van de raad van commissarissen. De publiekelijke weerstand tegen het beloningsvoorstel is door verweerder onderschat. Dat hierbij sprake is geweest van meer dan een inschattingsfout heeft de tuchtcommissie echter niet kunnen vaststellen.

De Tuchtcommissie komt tot de slotsom dat niet is gebleken dat het besluitvormingsproces over het beloningsvoorstel onzorgvuldig is geweest. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich niet in te spannen te voorkomen dat het beloningsvoorstel de gekozen vorm kreeg. De tuchtcommissie verklaart de klacht ongegrond.

Zorgvuldig besluitvormingsproces beloningsvoorstel (3)– klacht ongegrond

TRB-2022-4006-TC
Tuchtcommissie, 3 augustus 2022

Verweerder was betrokken bij het voorstel voor de beloning van de bestuursvoorzitter van de bank. De Tuchtcommissie oordeelt allereerst dat de gedragingen van verweerder bij de totstandkoming van het beloningsvoorstel kunnen worden getoetst aan de gedragsregels. De omstandigheid dat beleid of andere beslissingen in een collectief besluitvormingsproces tot stand zijn gekomen sluit niet uit dat binnen dat proces handelen of nalaten door een individuele beëdigde kan worden vastgesteld dat in strijd is geweest met de gedragsregels.

De Tuchtcommissie is verder van oordeel dat bij de totstandkoming van het beloningsvoorstel door de remuneratiecommissie en de raad van commissarissen een afweging heeft plaatsgevonden van alle aan de orde zijnde belangen. De maatschappelijke gevolgen van, en mogelijke weerstand tegen de aanzienlijke verhoging van de beloning van de bestuursvoorzitter zijn in aanmerking genomen en afgezet tegen het langetermijnbelang van de bank en de reden om juist in 2018 uitvoering te gaan geven aan het in 2010 vastgestelde beloningsbeleid. Dit geeft blijkt van een zorgvuldige uitoefening van de taak van de raad van commissarissen. De publiekelijke weerstand tegen het beloningsvoorstel is door verweerder onderschat. Dat hierbij sprake is geweest van meer dan een inschattingsfout heeft de tuchtcommissie echter niet kunnen vaststellen.

De Tuchtcommissie komt tot de slotsom dat niet is gebleken dat het besluitvormingsproces over het beloningsvoorstel onzorgvuldig is geweest. Verweerder heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich niet in te spannen te voorkomen dat het beloningsvoorstel de gekozen vorm kreeg. De tuchtcommissie verklaart de klacht ongegrond.

Omzeiling regels bank inzake wisselbeleid eurobiljetten

TRB-2022-4633-TC
Tuchtcommissie, 25 mei 2022

De bankmedewerkster was ervan op de hoogte dat het conform de regels van de bank niet was toegestaan een groot eurobiljet te wisselen in kleinere eurobiljetten. Met het voorstellen aan de klant een valutatransactie te doen om hetzelfde resultaat te bewerkstelligen, heeft verweerster bewust de regels van de bank omzeild.
De tuchtcommissie vindt dat verweerster de gedragsregels 1 en 4 heeft geschonden, maar legt geen maatregel op omdat er niet meer dan twee incidenten aan de klacht ten grondslag liggen. Ook vanwege het ontslag van verweerster ziet de Tuchtcommissie af van het opleggen van een maatregel.