Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4754-TC, 24 april 2024
De bankmedewerker was per 1 februari 2021 werkzaam bij de bank op basis van inhuur. Op 4 februari 2021 heeft de bank hem, vanwege de functie die hij heeft, als ‘Dual Insider’ aangewezen. Dit houdt in dat voor hem vanaf 4 februari 2021 de regels uit de [regeling privé-aandelentransacties] van de bank aangaande ‘Dual Insiders’ van toepassing waren. De [regeling privé-aandelentransacties] van de bank is in wezen een uitvloeisel van de marktmisbruikverordening en vormt daarmee een key-policy van de bank.
Op 14 oktober 2021 is de bankmedewerker door een medewerker van de [afdeling 2] van de bank per e-mail geïnformeerd dat uit transactie-monitoring een mogelijke overtreding door de bankmedewerker van de [regeling privé-aandelentransacties naar voren is gekomen. Naar aanleiding daarvan heeft nader onderzoek plaatsgevonden
Uit de transactieoverzichten van de bank blijkt dat de bankmedewerker in de periode van 3 februari 2021 tot en met 21 juni 2021 in totaal 36 aandelentransacties verricht, waarvan 33 transacties na 4 februari 2021, zijnde de datum waarop de bankmedewerker werd aangewezen als ‘Dual Insider’. Daarbij heeft de bankmedeweker in ieder geval de volgende aspecten van de [regeling privé-aandelentransacties] geschonden:
De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat gedragsregels 1 en 4 zijn geschonden.
De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker, door het handelen zoals hierboven is beschreven, in strijd met de [regeling privé-aandelentransacties] en gedragscode van de bank heeft gehandeld. Daarmee heeft de bankmedewerker zich niet gehouden aan de regels die voor het werk bij de bank gelden.
Hoewel de tuchtcommissie het niet onaannemelijk acht dat in de beginperiode bij de bankmedewerker enige onduidelijkheid heeft bestaan over de voor hem geldende regels, neemt dat niet weg dat de bankmedewerker een eigenstandige verantwoordelijkheid heeft zich van de concrete inhoud van deze voor hem en de bank belangrijke regels te vergewissen. Dat geldt des temeer nu hij in ieder geval begin maart 2021 een gesprek heeft gehad waarin hem expliciet op het bestaan van de [regeling privé-aandelentransacties] is gewezen. Door dit niet (afdoende) te doen heeft klager evenmin voldoende zorgvuldig en integer gehandeld.
Bij het vaststellen van de maatregel rekent de tuchtcommissie de bankmedewerker aan dat hij gedurende de tijd dat hij werkzaam was voor de bank zich in te beperkte mate heeft verdiept in de voor hem geldende regelgeving en hij nadien weinig inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn handelen. De Tuchtcommissie Banken legt een beroepsverbod van vier maanden op.
De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Lees hier de uitspraak als je alle achtergronden wilt weten.
Voor een vergelijkbare uitspraak wordt verwezen naar uitspraak TRB-2023-4772-TC van 22 november 2023, waarbij de tuchtcommissie na afweging van alle omstandigheden de bankmedewerker een boete opgelegd van € 2000,- .