Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4857-TC, 24 januari 2024
De bankmedewerker heeft in de periode van 30 juni 2022 tot en met 11 juli 2022 in totaal 873 bestanden via zijn zakelijke e-mailadres verzonden naar zijn privé-emailadres. Van deze bestanden hebben 705 documenten een zakelijk karakter en de inhoud daarvan is daarom van vertrouwelijke aard.
In de procedure heeft de bankmedewerker verklaard geen bewuste selectie te hebben gemaakt van de bestanden. Hij heeft een hele map met daarin alle bestanden naar zijn privé e‑mailadres verstuurd. Er speelde op dat moment veel in zijn leven, waaronder de aankondiging van zijn boventalligheid en ingrijpende privéomstandigheden. Naar zijn zeggen heeft hij toen in een opwelling gehandeld.
De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster met haar handelen de gedragsregels 1, en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden.
De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder de bankierseed heeft geschonden door vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) te verzenden naar zijn privé e-mailadres. Dit handelen is niet alleen niet integer en niet zorgvuldig, maar ook in strijd met de regels waaraan verweerder zich diende te houden. Het verweer dat hij de gegevens niet heeft gebruikt en weer heeft verwijderd, doet hier niet aan af. Ook het verweer van verweerder dat hij de informatie na zijn uitdiensttreding bij de bank als naslagwerk wenste te gebruiken en over de informatie wilde beschikken om aan zijn certificeringsverplichting als [functie] te blijven voldoen, kunnen zijn handelen niet rechtvaardigen.
Naar het oordeel van de tuchtcommissie is de oplegging van een aanwijzing dat verweerder een periode niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector in beginsel geboden. Echter, gelet op de specifieke feiten en omstandigheden van dit geval acht de tuchtcommissie een beroepsverbod niet passend.
De tuchtcommissie neemt van verweerder aan dat het versturen van de vertrouwelijke informatie van de bank naar zijn privé e‑mailadres in een opwelling is gebeurd, nadat hij te horen had gekregen dat hij boventallig verklaard zou worden. Zijn handelen was bovendien mede ingegeven door het in de toekomst kunnen blijven voldoen aan zijn verplichtingen. De tuchtcommissie legt een geldboete op van € 500,-
Lees voor de volledige motivering van de tuchtcommissie de uitspraak.
In de oorspronkelijke uitspraak staat een foutieve datum. De tuchtcommissie heeft in haar hersteluitspraak van 13 mei 2024 dit onderkend en verbeterd.
De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.