Niet opgeven nevenactiviteiten, diverse uiteenlopende malversaties

Niet opgeven nevenactiviteiten en diverse uiteenlopende malversaties, waaronder die met verzekeringen

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4796-TC, 27 03-2024

Kern van de uitspraak

Over de bankmedewerker is door de bank een melding ingediend over diverse gedragingen die naar het oordeel van de bank in strijd zijn met de gedragsregels behorende bij de bankierseed. De Algemeen directeur heeft deze als volgt verwoord.

  • verweerder niet al zijn (betaalde) nevenactiviteiten bij de bank heeft geregistreerd;
  • verweerder voor een onderneming die niet van hem is, een (aanzienlijk) aantal verzekeringen voor auto’s heeft aangevraagd, waarbij verweerder de indruk heeft gewekt een autobedrijf te bezitten. Verweerder informeerde tevens naar de verzekering voor luxe horloges;
  • verweerder in strijd met de algemene voorwaarden voor hypotheken zijn – door de bank gefinancierde – woning zonder schriftelijke toestemming van de bank aan een onbekende heeft verhuurd. Tijdens deze verhuur is een hennepkwekerij in het huis aangetroffen;
  • de bank naar aanleiding van de constatering onder (ii) een klantonderzoek is gestart waarbij is gevraagd naar een verklaring voor en documentatie van ongeveer 72 transacties. Verweerder heeft geen toereikende informatie overgelegd;
  • verweerder door een verzekeringsmaatschappij over een vermoeden van verzekeringsfraude is gehoord;
  • verweerder bij bovengenoemde zaken intensief gebruik heeft gemaakt van het zakelijk e-mailadres van de bank en dat hij een aantal e-mails voorzien heeft van zijn zakelijke handtekening van de bank.

De bankmedewerker heeft zowel in de gesprekken met de bank, met het bureau van de Algemeen directeur als ter zitting bij de tuchtcommissie verklaard dat de werkzaamheden van korte duur niet als nevenactiviteiten zijn aan te merken. De woning was niet verhuurd maar voor een overbruggingsperiode ter beschikking gestel daarnaast geeft hij aan dat hij de bank alle informatie heeft gegeven over de financiële transacties en dat hij niet wis dat hij zijn zakelijk e-mailadres niet mocht gebruiken voor privédoeleinden. Voor deze laatste gedraging heeft hij spijt betuigd.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker de gedragsregels 1, 4, 6 en 7 heeft geschonden. Bij het bepalen van de maatregel overweegt de tuchtcommissie dat de bankmedewerker de verwijten van klager grotendeels heeft erkend, zij het dat hij daar een aantal kanttekeningen bij heeft geplaatst. Wat daar ook van zij, de bankmedewerker heeft met – de optelsom van – zijn gedragingen, stelselmatig het risico genomen en/of het risico laten ontstaan dat activiteiten plaatsvonden waarmee de bank in diskrediet is gebracht.

Bij het bepalen van de duur van het beroepsverbod heeft de tuchtcommissie in het nadeel van de bankmedewerker meegewogen dat op zitting niet is gebleken dat de bankmedewerker het kwalijke van zijn handelen inziet en daarvoor zijn verantwoordelijkheid neemt. De tuchtcommissie acht de veelheid en de diverse aard van de ongewenste gedragingen, als een uiting waarbij het geheel meer is dan de som der delen. Oftewel, het betreft herhaaldelijk op diverse gebieden verwijtbaar gedrag, waarbij ook ter zitting niet of onvoldoende inzicht in de verwijtbaarheid is getoond door de bankmedewerker. Met dit handelen is een risico ontstaan voor het schaden van het vertrouwen in de bank en de bancaire sector als geheel. De tuchtcommissie legt aan de bankmedewerker een beroepsverbod op voor de duur van twaalf maanden.

Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Klik op deze link voor de uitspraak.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Verwijzing naar eerdere vergelijkbare uitspraken

De Tuchtcommissie Banken heeft eerder geoordeeld over bankmedewerkers die hun nevenactiviteiten niet hadden opgegeven. Waarom moeten nevenactiviteiten worden opgegeven en wat zijn de risico’s? Lees hiervoor ons blog “Nevenactiviteiten en belangenverstrengeling: een casuïstisch duo”.

Uit nieuwsgierigheid rekeningen raadplegen

Uit nieuwsgierigheid rekeningen raadplegen

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4774-TC, 27 maart 2024

Kern van de uitspraak

Uit nieuwsgierigheid heeft de bankmedewerker rekeningen bekeken van zijn ex-partner, haar nieuwe echtgenoot, zijn minderjarig kind en zakelijke rekeningen van zijn ex-partner en haar echtgenoot.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de regels 1, 4, 6 en 7 van de Gedragscode zijn geschonden. De klacht is gegrond. Naar het oordeel van de tuchtcommissie vormt de oplegging van een aanwijzing dat de bankmedewerker een periode niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector de enige passende maatregel. Daarbij speelt een rol dat de financiën van klanten (waaronder hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) veel informatie prijsgeven over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens is een schending van de bankierseed.

De tuchtcommissie weegt in het nadeel van de bankmedewerker dat hij zich niet toetsbaar heeft opgesteld. Hij heeft niet gereageerd op de uitnodiging van de algemeen directeur van Tuchtrecht Banken voor een gesprek en hij is uit Nederland vertrokken zonder een post- en/of verblijfadres in het buitenland kenbaar te maken. Daar tegenover staat dat uit de melding van de bank noch uit het onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerker de informatie uit de rekeninggegevens met derden heeft gedeeld of anderszins heeft gebruikt.

De Tuchtcommissie Banken legt als maatregel een beroepsverbod van drie maanden op. Wil je de hele uitspraak lezen? Klik dan op deze link.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken

Het zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens bekijken, ook wel rekeninggluren genoemd, is een veel voorkomende schending van de bankierseed. Bankmedewerkers geven diverse uiteenlopende rekeningen aan waarom zij besloten de rekeningen van anderen te bekijken. Bekijk deze uitspraak waarin een bankmedewerkster gedurende lange tijd ongeoorloofd rekeningen bekeek. Meer vergelijkbare gevallen kan je via de zoekfunctie op deze website vinden.

Fraudeleus handelen bij aanvraag van een persoonlijke lening

Frauduleus handelen bij aanvraag van een persoonlijke lening

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4764-TC, 21 februari 2024

Kan een bankmedewerker worden aangesproken op het frauduleus handelen bij het aanvragen van een lening bij een bank waar hij niet werkzaam is?

De bankmedewerker wil een persoonlijke lening afsluiten. Hiervoor gaat hij niet naar de bank waarvoor hij werkt, maar een andere bank. Om een lening te krijgen moet inzage gegeven worden in financiële draagkracht. Bij de aanvraag van de lening worden door de bankmedewerker rekeningafschriften meegezonden. Deze afschriften zijn door de bankmedewerker vervalst, waardoor een beter beeld van zijn financiële draagkracht blijkt dan er in werkelijkheid is. De bank waar de aanvraag is ingediend, zag al snel dat er wijzigingen in het rekeningafschrift waren aangebracht. Om hierover meer duidelijkheid te verkrijgen, vraagt de fraudeafdeling van de bank informatie op bij de bank van de aanvrager (die dus tevens zijn werkgever is). Uit de navraag blijkt dat de bankmedewerker het rekeningafschrift heeft vervalst.

Dit gegeven leidt ertoe dat ook de eigen bank een onderzoek opstart. Uit dit onderzoek blijkt dat het originele afschrift van de betaalrekening van de bankmedewerker vanaf zijn privé e-mailadres naar zijn zakelijke e-mailadres is gezonden, waarna dit afschrift door hem middels het door de bank beschikbaar gestelde programma Adobe Acrobat is gewijzigd. Vervolgens heeft hij het vervalste afschrift naar zijn privé e-mailadres gezonden. Daarna heeft hij de aanvraag voor de lening ingediend.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker bankafschriften heeft vervalst om zodoende het aanvraagproces voor een privé-krediet te versnellen. Hierbij heeft hij het systeem van de bank gebruikt. Het (privé-)handelen van de bankmedewerker heeft voldoende raakvlakken met het werken bij de bank om te kunnen worden getoetst aan de bankierseed. De gedragsregels 1, 4 en 7 behorende bij de bankierseed geschonden.

Het handelen van verweerder is een ernstige schending van de bankierseed omdat de bankmedewerker door frauduleus handelen, het vervalsen van een bankafschrift, heeft geprobeerd sneller een krediet te verkrijgen. Hij heeft daarbij het systeem van de bank gebruikt. Dit handelen past in het geheel niet bij hetgeen van een bankmedewerker wordt verwacht. Daarom kan niet met een voorwaardelijk beroepsverbod worden volstaan. De persoonlijke omstandigheden van verweerder ten tijde van de verweten gedragingen en de gevolgen die het handelen voor verweerder heeft gehad wegen niet voldoende zwaar om anders te oordelen.

De Tuchtcommissie Banken legt als maatregel een onvoorwaardelijk beroepsverbod van 3 maanden op. De gehele uitspraak kan je hier lezen.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

 

Vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) verzonden naar privé e-mailadres

Vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) verzonden naar privé e-mailadres

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4857-TC, 24 januari 2024

Kern van de uitspraak

De bankmedewerker heeft in de periode van 30 juni 2022 tot en met 11 juli 2022 in totaal 873 bestanden via zijn zakelijke e-mailadres verzonden naar zijn privé-emailadres. Van deze bestanden hebben 705 documenten een zakelijk karakter en de inhoud daarvan is daarom van vertrouwelijke aard.

In de procedure heeft de bankmedewerker verklaard geen bewuste selectie te hebben gemaakt van de bestanden. Hij heeft een hele map met daarin alle bestanden naar zijn privé e‑mailadres verstuurd. Er speelde op dat moment veel in zijn leven, waaronder de aankondiging van zijn boventalligheid en ingrijpende privéomstandigheden. Naar zijn zeggen heeft hij toen in een opwelling gehandeld.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster met haar handelen de gedragsregels 1, en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder de bankierseed heeft geschonden door vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) te verzenden naar zijn privé e-mailadres. Dit handelen is niet alleen niet integer en niet zorgvuldig, maar ook in strijd met de regels waaraan verweerder zich diende te houden. Het verweer dat hij de gegevens niet heeft gebruikt en weer heeft verwijderd, doet hier niet aan af. Ook het verweer van verweerder dat hij de informatie na zijn uitdiensttreding bij de bank als naslagwerk wenste te gebruiken en over de informatie wilde beschikken om aan zijn certificeringsverplichting als [functie] te blijven voldoen, kunnen zijn handelen niet rechtvaardigen.

Naar het oordeel van de tuchtcommissie is de oplegging van een aanwijzing dat verweerder een periode niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector in beginsel geboden. Echter, gelet op de specifieke feiten en omstandigheden van dit geval acht de tuchtcommissie een beroepsverbod niet passend.

De tuchtcommissie neemt van verweerder aan dat het versturen van de vertrouwelijke informatie van de bank naar zijn privé e‑mailadres in een opwelling is gebeurd, nadat hij te horen had gekregen dat hij boventallig verklaard zou worden. Zijn handelen was bovendien mede ingegeven door het in de toekomst kunnen blijven voldoen aan zijn verplichtingen. De tuchtcommissie legt een geldboete op van € 500,-

Lees voor de volledige motivering van de tuchtcommissie de uitspraak.

In de oorspronkelijke uitspraak staat een foutieve datum. De tuchtcommissie heeft in haar hersteluitspraak van 13 mei 2024 dit onderkend en verbeterd.

De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

 

Niet opzettelijk vertrouwelijke informatie over justitieel onderzoek delen met klant

Niet opzettelijk vertrouwelijke informatie over justitieel onderzoek delen met klant

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2023-4847-TC, 25 oktober 2023

Kern van de uitspraak

De bankmedewerker heeft aan een klant, van wie hij accountmanager was, medegedeeld dat het ingestelde klantonderzoek van de bank voortgekomen is uit een justitieel (strafrechtelijk) onderzoek. Omdat het vertrouwelijke informatie betrof, had de bankmedewerker deze informatie niet mogen delen met de klant of anderen. Is er sprake van schending van de bankierseed? En zo ja, welke maatregel moet er dan worden opgelegd?

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie?

De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker handelde in strijd met regelgeving. Dit handelen van verweerder levert derhalve een schending van de aan de bankierseed verbonden gedragsregels 1, 4 en 5 op en dus is de tuchtklacht (op zich) gegrond.

Bij het bepalen van de eventueel op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat uit de context van de feiten is gebleken dat het hier een ‘slip of the tongue’ betreft en dat dit (onbedoelde, onhandige) handelen van verweerder in strijd is met de regelgeving en niet zorgvuldig en integer is geweest. Echter gezien de omstandigheden van het geval – waaronder dat verweerder geleidelijk in een (communicatief lastige) situatie is gekomen die uiteindelijk tot de eenmalige ‘slip of the tongue’ heeft geleid – ziet de tuchtcommissie in dit geval geen aanleiding om daarvoor aan verweerder een tuchtrechtelijke maatregel op te leggen.

Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Lees de uitspraak als je alle achtergronden wilt weten.

Komt het vaker voor dat een Klacht wel gegrond wordt verklaard en er geen maatregel wordt opgelegd?

Als een Klacht gegrond is dan leidt dat meestal tot oplegging van een maatregel, maar dat is niet altijd het geval. Bijvoorbeeld als de tuchtcommissie vindt dat er verzachtende omstandigheden aanwezig zijn. Zoals ook in de uitspraak over de bankmedewerker die enkele malen de banksystemen gebruikte om klachten aan te maken voor kwesties waarbij zijn echtgenote partij was.

Belangenverstrengeling en zelfverrijking

Belangenverstrengeling en zelfverrijking

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4843-TC, 24 januari 2024

Verweerder heeft in de periode dat hij werkzaam was voor de bank zijn eigen zakelijke belangen behartigd en zijn nevenactiviteiten niet volledig opgegeven bij de bank.

Kern van de uitspraak: de bankierseed is in ernstige mate geschonden

Verweerder gebruikte niet alleen de systemen van de bank voor zijn nevenactiviteiten maar benaderde ook klanten van de bank en haalde hen op een listige manier over om grote geldbedragen naar zijn privérekening over te maken. Verweerder is daarbij doelbewust en manipulatief te werk gegaan en heeft twee klanten van de bank grote geldbedragen afhandig gemaakt door hen te vertellen dat hij deze geldbedragen voor hen zou investeren en zij daaraan zouden verdienen.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

Verweerder heeft voor zijn eigen zakelijke belangen gebruik gemaakt van de systemen van de bank en daarnaast ook door de gedragsregels 1, 2, 3, 4, 6 en 7 niet in acht te nemen. Verweerder heeft in onderhavige zaak calculerend gedrag vertoont. Van berouw, zelfinzicht of enig bewustzijn is niets gebleken. Alles overwegende heeft de Tuchtcommissie Banken  een beroepsverbod van de maximaal mogelijke duur, te weten van 3 jaar, opgelegd.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken

De Tuchtcommissie Banken heeft al eerder een beroepsverbod van 36 maanden (drie jaar) opgelegd, die uitspraak vind je hier.

Vertrouwelijke gegevens buiten de bank gebracht

Vertrouwelijke gegevens buiten de bank gebracht

Uitspraak Tuchtcommissie Banken: TRB-2023-4682-TC,  22 november 2023

Verweerder heeft de bankierseed geschonden door vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) naar zijn privé emailadres te verzenden.

Kern van de uitspraak: vertrouwelijk informatie naar privé mailadres is niet te rechtvaardigen

Verweerder heeft vertrouwelijke informatie van de bank naar zijn privé mailadres gestuurd. Dit handelen is niet integer en niet zorgvuldig en bovendien in strijd met de bankregels. Het verweer dat hij de gegevens niet heeft gebruikt doet hier niet aan af. Ook de onzekerheid waarin verweerder zegt te hebben verkeerd na boventallig te zijn verklaard, kan zijn handelingen niet rechtvaardigen.

Uitspraak en opgelegde maatregel: gedragsregel 1, 4 en 5 geschonden, beroepsverbod

De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat verweerder de aan de bankierseed verbonden gedragsregels 1, 4 en 5 heeft geschonden. De tuchtcommissie legt, alles overwegende, verweerder een beroepsverbod van drie maanden op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Onjuiste urendeclaraties

Onjuiste urendeclaraties

Tuchtcommissie, TRB-2023-4859-TC, 22 november 2023

Verweerster heeft langdurig onjuiste declaraties ingediend een heeft hiermee € 7.426,60 aan extra inkomen gegenereerd.

Kern van de uitspraak: weloverwogen onjuiste declaraties ingediend, zelfverrijking

Verweerster heeft twintig weken lang bij het uitzendbureau foutieve declaraties ingediend, waardoor de bank voor € 13.024,84 is benadeeld en verweerster onterecht € 7,426,60 (bruto) heeft ontvangen.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De tuchtcommissie oordeelt dat verweerster bij het verrichten van haar handelingen weloverwogen en slinks te werk is gegaan. Bij het bepalen van de aard en de eventuele duur van de maatregel heeft de tuchtcommissie in het nadeel van verweerster meegewogen: de relatief lange duur van de tuchtrechtelijk verwijtbare handelingen, de hoogte van het onterecht ontvangen (bruto) bedragen de mate van bewustheid en slinksheid waarmee verweerster de handelingen heeft verricht.
Verweerster heeft namelijk weloverwogen gehandeld. Ze heeft haar werkwijze uitgeprobeerd en nadat deze bleek te lukken de ploegentoeslag alleen gedeclareerd in het systeem van het uitzendbureau en niet tevens in het systeem van de bank.

Verweerster heeft zich door op deze wijze te handelen niet integer gehandeld en zich niet gehouden aan de wet en regels die gelden voor het werken bij de bank. De tuchtcommissie stelt vast dat de gedragsregels 1 en 4 zijn geschonden en legt aan verweerster een beroepsverbod op van 15 maanden.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Klik op de link voor de uitspraak van de tuchtcommissie.

Onjuiste urendeclaraties

Onjuiste urendeclaraties

Tuchtcommissie, TRB-2023-4858-TC, 22 november 2023

Verweerder heeft langdurig onjuiste declaraties ingediend een heeft hiermee € 18.064,00 aan extra inkomen gegenereerd.

Kern van de uitspraak: bewust onjuiste declaraties ingediend

Verweerder heeft als uitzendkracht werkzaam voor de bank gedurende langere tijd bewust onjuiste declaraties ingediend. Nadat dit is ontdekt, heeft de verweerder in een gesprek bij de bank eerst verklaard dat hij zich er niet van bewust was dat hij extra toeslagen had gedeclareerd. Later in dat gesprek komt hij op deze verklaring terug en geeft hij aan de toeslag in het systeem van het uitzendbureau te hebben geregistreerd om extra inkomsten te kunnen genereren, terwijl hij
wist dat hij daar geen recht op had.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De tuchtcommissie stelt vast dat hij bij het verrichten van zijn handelingen weloverwogen en slinks te werk is gegaan. Verweerder heeft zich door op deze wijze te handelen niet integer gehandeld en zich niet gehouden aan de wet en regels die gelden voor het werken bij de bank. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de gedragsregels 1 en 4 zijn geschonden

Bij het bepalen van de aard en de eventuele duur van de maatregel heeft de tuchtcommissie in het nadeel van verweerder meegewogen: de relatief lange duur van de tuchtrechtelijk verwijtbare handelingen, de hoogte van het onterecht ontvangen bedrag en de mate van bewustheid en slinksheid waarmee verweerder de handelingen heeft verricht. Verweerder heeft namelijk weloverwogen gehandeld. Hij heeft zijn werkwijze uitgeprobeerd en nadat deze bleek te lukken de ploegentoeslag alleen gedeclareerd in het systeem van het uitzendbureau en niet tevens in het systeem van de bank. De tuchtcommissie legt een beroepsverbod op van 18 maanden.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Klik op de link voor de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken.

Niet melden van nevenactiviteiten

Niet melden nevenactiviteiten bij andere bank

Tuchtcommissie, TRB-2023-4845-TC, 22 november 2023

Verweerster heeft haar werkzaamheden bij een andere bank niet op de voorgeschreven wijze geregistreerd

Kern van de uitspraak: nevenactiviteiten verzwegen en niet open en eerlijk geweest

Verweerster heeft haar nevenactiviteiten bij een andere bank niet op de voorgeschreven wijze te registreren, door niet eerlijk te zijn tegenover de bank over deze nevenactiviteiten nadat zij hiermee werd geconfronteerd en door haar medewerking aan het onderzoek te staken nadat zij daarin met (voor haar nadelige) informatie van de bank werd geconfronteerd. De bank schrijft in haar regels uitdrukkelijk voor dat nevenactiviteiten geregistreerd dienen te worden.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De tuchtcommissie oordeelt dat het niet voldoen aan de registratieplicht van nevenactiviteiten naar zijn aard onzorgvuldig is en in strijd is met de regels van de bank.  De bank is door het nalaten van verweerster om haar nevenactiviteit – nota bene bij een andere bank – te registreren, niet in staat geweest zich een oordeel te vormen over de vraag of deze activiteiten de belangen van de bank kunnen schaden. Hierdoor heeft verweerster de belangen van de bank veronachtzaamd.

Bij het vaststellen van de maatregel weegt in het nadeel van verweerster dat zij op meerdere momenten niet eerlijk is geweest tegenover de bank over haar nevenactiviteiten, alsmede dat zij haar medewerking aan het onderzoek bewust heeft gestaakt. Dit neemt de tuchtcommissie verweerster kwalijk. Daar tegenover staat dat verweerster op zitting spijt heeft betuigd en dat die spijtbetuiging op de tuchtcommissie oprecht is overgekomen. Alles overwegende, legt de Tuchtcommissie Banken haar een beroepsverbod op van 3 maanden.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Klik op de link voor de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken.