Commissie van Beroep berispt bestuursvoorzitter en twee commissarissen om beloningsvoorstel Gepost op 13 april 2023 te 12:10.Geschreven door olavwagenaar De Commissie van Beroep van Tuchtrecht Banken heeft een (voormalig) bestuursvoorzitter en twee commissarissen berispt vanwege een beloningsvoorstel dat in 2018 veel stof deed opwaaien. Eerder verklaarde de Tuchtcommissie Banken de klachten ongegrond. Volgens de Commissie van Beroep is de Gedragscode Bancaire Sector wel overtreden: door onzorgvuldig handelen van deze bankmedewerkers is het vertrouwen van de samenleving in de bank geschaad. De klachten gingen over het voorstel om de beloning van de bestuursvoorzitter (inclusief bonus) met ongeveer 50% ineens te verhogen, tot iets meer dan 3 miljoen euro per jaar. Het persbericht waarin het beloningsvoorstel werd aangekondigd, veroorzaakte destijds in Nederland veel ophef en afkeuring. De raad van commissarissen trok het voorstel binnen een paar dagen weer in. De Commissie van Beroep constateert dat de voorgenomen beloningsconstructie binnen de geldende regels paste en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de integriteit van de drie personen, maar zij constateert ook dat gedragsregels uit de gedragscode zijn overtreden. De bestuursvoorzitter en commissarissen hebben onvoldoende zorgvuldig gehandeld, maakten een onvoldoende zorgvuldige belangenafweging en hebben daardoor het vertrouwen van de samenleving in de bank geschaad. Volgens de Commissie van Beroep hadden de commissarissen en bestuursvoorzitter een voorbeeldfunctie bij het uitdragen van de gedragsregels en zijn ze daarin tekortgeschoten. Zij wijst hierbij op de bijzondere verantwoordelijkheid van beleidsbepalende personen. Bankmedewerkers zullen niet snel tuchtrechtelijk worden veroordeeld zolang zij binnen de interne beleidsregels blijven, maar dat ligt anders voor de bankmedewerkers die zelf verantwoordelijk zijn voor dat beleid. Hun eigen rol daarbij kan wel tuchtrechtelijk worden getoetst. De commissarissen en de bestuursvoorzitter hebben bij de voorbereiding van het beloningsvoorstel onvoldoende zorgvuldig gehandeld. De combinatie van vier samenhangende aspecten van hun handelen maakt dat de Commissie van Beroep tot dit oordeel komt. 1. Het voorstel hield in dat de beloning in één keer zou worden verhoogd naar het maximum terwijl ook gekozen had kunnen worden voor een verhoging in stappen. 2. Binnen de bank werd intern gewaarschuwd voor publieke en politieke beroering, maar ook voor ophef binnen de bank bij een verhoging van 40%. Naar deze waarschuwing is onvoldoende geluisterd en vervolgens is een beloningsvoorstel met een verhoging van 50% voorbereid. 3. Het voorstel werd bovendien voorgelegd aan de aandeelhouders terwijl tegen de bank een strafrechtelijk onderzoek liep vanwege het niet naleven van de wetgeving tegen witwassen. In de raad van commissarissen was afgesproken dat het beloningsvoorstel niet zou doorgaan als de uitkomst van dat onderzoek negatief zou zijn. De commissarissen hadden het voorstel niet door moeten zetten, de bestuursvoorzitter had hen moeten wijzen op de status van het onderzoek en op het risico dat het onderzoek tot reputatieschade voor de bank en de bestuursvoorzitter zelf zou kunnen leiden. 4. Er is ook geen goede analyse gemaakt van het maatschappelijk draagvlak. Mensen binnen en buiten de bank werden – soms laat en onvolledig – geïnformeerd, en met hun reacties is te weinig gedaan. Toen de toenmalige minister van Financiën summier werd ingelicht, antwoordde hij dat een salarisverhoging “erg gevoelig” lag. Dit antwoord blijkt geen rol te hebben gespeeld in de besluitvorming. Hieruit blijkt dat de belangenafweging niet zorgvuldig was. Ook de (nieuwe) raad van commissarissen van de bank zelf heeft zich later kritisch over het verweten gedrag uitgelaten. De Commissie van Beroep vernietigt in beroep het oordeel van de Tuchtcommissie Banken. Die constateerde in 2022 dat de salarisverhoging niet had bijgedragen aan het maatschappelijk vertrouwen in de bancaire sector, maar zag geen individuele gedragingen die in strijd waren met de gedragsregels. De aanklager van Tuchtrecht Banken ging tegen deze uitspraak in beroep en vroeg een beroepsverbod van twee jaar voor de commissarissen en een voorwaardelijk beroepsverbod van één jaar voor de bestuursvoorzitter. De commissarissen en bestuursvoorzitter krijgen alle drie dezelfde maatregel opgelegd omdat onderling niet te achterhalen is wie welke rol heeft gespeeld en zij hierin geen inzicht hebben willen geven. Zij wilden in de tuchtprocedure geen informatie geven over de inhoud van de gesprekken die zij onderling hebben gevoerd. De Commissie van Beroep vindt dat zij zich niet toetsbaar hebben opgesteld tegenover de Commissie van Beroep door zich op oneigenlijke gronden op het vertrouwelijke karakter van deze gesprekken te beroepen. De opgelegde maatregel, de berisping, is een strenge afkeuring van het gedrag. De Commissie van Beroep kiest niet voor een (voorwaardelijk) beroepsverbod. Reden voor het opleggen van een lichtere maatregel dan een (voorwaardelijk) beroepsverbod is onder meer dat de Commissie van Beroep nog niet eerder de betekenis en reikwijdte van de gedragsregels heeft uitgelegd, zoals dit in deze zaak is gedaan. Ook is van belang dat inmiddels vijf jaar zijn verstreken en dat de drie sindsdien in de publiciteit met de gevolgen van het handelen zijn geconfronteerd. De uitspraak van de Commissie van Beroep is definitief, er is geen beroep mogelijk. De maatregelen worden opgenomen in een besloten register, dat inzichtelijk is voor alle aangesloten banken. Link naar de uitspraak. De pdf-versie van het persbericht vind je hier.
Beroepsverbod voor delen klantinformatie Gepost op 4 april 2023 te 07:29.Geschreven door olavwagenaar Een voormalige bankmedewerkster die vertrouwelijke informatie deelde met de werkgever van een klant, mag vier weken niet in de bancaire sector werken. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de vrouw de bankierseed overtrad, maar neemt in aanmerking dat zij in een opwelling de verkeerde beslissing nam om uit een dilemma te komen. De bankmedewerkster behandelde een aanvraag om een startende onderneming te financieren. In het bedrijfsplan dat de aanvraagster indiende trof zij informatie aan die ze herkende van het bedrijf van de werkgever van de aanvraagster. Zij vond dat het ging om bedrijfsgevoelige informatie. Daarop nam zij contact op met die werkgever, met wie zij een lange zakelijke relatie had. Zij informeerde hem over de financieringsaanvraag en het bedrijfsplan van de aanvraagster die bij hem werkte. Nadat de medewerkster aan de aanvraagster vertelde dat zij haar werkgever had geïnformeerd over de financieringsaanvraag, diende die een klacht in. De bank heeft haar een schadevergoeding gegeven. De Tuchtcommissie oordeelt dat het delen van de vertrouwelijke informatie in strijd was met de Bankierseed. De aanklager van Tuchtrecht Banken vroeg om een beroepsverbod van negen maanden, maar volgens de Tuchtcommissie waren er verzachtende omstandigheden. Het lukte de medewerkster niet om met collega’s te bespreken wat zij moest doen. Bij gebrek aan ondersteuning en overleg besloot ze zelf in actie te komen. Toen zij haar fout inzag, informeerde ze haar leidinggevende en de afdeling compliance. De Tuchtcommissie weegt mee dat een langdurig beroepsverbod een te grote belasting zou zijn, aangezien de vrouw nog steeds in de financiële sector werkt. Verduistering De Tuchtcommissie legt een beroepsverbod van een maand op aan een ex-medewerker die de bank niet vertelde dat er een strafrechtelijk onderzoek tegen hem liep. Hij informeerde zijn leidinggevende pas nadat de termijn voor het verstrekken van een Verklaring Omtrent Gedrag was verstreken. De bankmedewerker werd verdacht van het verduisteren van een geldbedrag van een stichting waarvan hij penningmeester was. Het Openbaar Ministerie legde hiervoor eerder een taakstraf op van tachtig uur. De bankmedewerker had zijn leidinggevende en de compliance officer moeten informeren over het politieonderzoek dat tegen hem liep. De aanklager van Tuchtrecht Banken vroeg om een berisping, maar de Tuchtcommissie vindt een beroepsverbod van een maand een passende maatregel. Televisieabonnementen Een voormalige bankmedewerker die handelde in illegale televisieabonnementen krijgt een boete van 300 euro. Hij meldde deze nevenactiviteit niet aan zijn werkgever en ook dat levert een overtreding van de bankierseed op. De Tuchtcommissie oordeelt dat hij hiermee niet integer handelde. Het persbericht vind je hier. De uitspraken vind je hier: delen klantinformatie verduistering televisieabonnementen
Bas de Groot benoemd in bestuur Gepost op 9 februari 2023 te 13:18.Geschreven door olavwagenaar Bas de Groot is op 1 februari 2023 toegetreden tot het bestuur van de Stichting Tuchtrecht Banken. Bas de Groot -directeur van de landelijke inloopkamer bij de Rechtspraak- is vanaf 1 februari 2023 lid van het bestuur van de Stichting Tuchtrecht Banken. Vanaf 1 maart 2023 zal hij Dominique Dijkhuis opvolgen als secretaris. Vanwege haar drukke werkzaamheden neemt Dominique Dijkhuis afscheid van het bestuur. “Met Bas de Groot hebben we weer een zeer deskundig en betrokken persoon aan ons bestuur kunnen toevoegen”, aldus Rick Verschoof, voorzitter van het bestuur. “Bas kent de juridische wereld van diverse kanten. Zo heeft hij verschillende leidinggevende functies binnen de rechtspraak vervuld. Ook is hij jarenlang algemeen directeur geweest van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening”. Naast zijn werk als directeur van de landelijke inloopkamer is Bas de Groot vicevoorzitter van de Belangenvereniging Scheidsrechters Betaald Voetbal (BSBV) en lid van de adviescommissie Tuchtrecht Betaald Voetbal. Het persbericht vind je hier.
Forse boete voor overtreding bankierseed Gepost op 7 februari 2023 te 08:04.Geschreven door olavwagenaar De Tuchtcommissie Banken heeft de hoogste boete in haar bestaan opgelegd. Een bankmedewerker moet 12.500 euro betalen omdat hij de bankierseed overtrad. In het bancaire tuchtrecht zijn boetes tot 25.000 euro mogelijk, maar tot nu toe werd nooit meer dan 600 euro opgelegd. De Tuchtcommissie kiest bewust niet voor een onvoorwaardelijk beroepsverbod, hoewel de aanklager van Tuchtrecht Banken hier wel om vroeg. Belangrijk daarbij is dat de man inmiddels een andere baan als private banker heeft gevonden en die zou verliezen als hij voor een langere periode niet in de bancaire sector zou mogen werken. De Tuchtcommissie weegt ook mee dat de overtreding dateert van 2017 en dat de zaak al geruime tijd speelt en grote impact op zijn leven heeft gehad. De man functioneerde 28 jaar goed tot zeer goed en heeft zijn fouten erkend. De Tuchtcommissie legt naast de boete wel een voorwaardelijk beroepsverbod van twee jaar op. De medewerker overtrad de interne bankregels voor de behandeling van kredietaanvragen. Onder zijn verantwoordelijkheid werden aanvragen verkeerd in het banksysteem ingevoerd en werden kredieten verstrekt zonder de vereiste controles. In sommige gevallen vulde hij niet alleen de aanvraag in, maar controleerde hij die ook terwijl dit door anderen moest worden gedaan. Klanten liepen hierdoor aanzienlijke risico’s. De Tuchtcommissie kiest bewust niet voor een onvoorwaardelijk beroepsverbod, hoewel de aanklager van Tuchtrecht Banken hier wel om vroeg. Belangrijk daarbij is dat de man inmiddels een andere baan als private banker heeft gevonden en die zou verliezen als hij voor een langere periode niet in de bancaire sector zou mogen werken. De Tuchtcommissie weegt ook mee dat de overtreding dateert van 2017 en dat de zaak al geruime tijd speelt en grote impact op zijn leven heeft gehad. De man functioneerde 28 jaar goed tot zeer goed en heeft zijn fouten erkend. De Tuchtcommissie legt naast de boete wel een voorwaardelijk beroepsverbod van twee jaar op. Het persbericht vind je hier. De uitspraak vind je hier.
Beroepsverbod voor stelende bankmedewerker Gepost op 17 januari 2023 te 08:08.Geschreven door olavwagenaar Een voormalige bankmedewerker mag twee jaar niet in de bancaire sector werken omdat hij 45 duizend euro van een klant overmaakte naar zijn eigen rekening. De Tuchtcommissie Banken legt het beroepsverbod op omdat hij hiermee de bankierseed overtrad. De man had onder valse voorwendselen een laptop van zijn collega in gebruik gekregen om het geld van de klant over te maken naar zijn eigen rekening. Hij gebruikte deze laptop ook om de limieten van zijn creditcard en die van zijn vriendin te verhogen om contant geld op te kunnen nemen. De bankmedewerker verklaarde dat hij leed aan een gokverslaving. Hij heeft een betalingsregeling getroffen om het geld terug te betalen. Beroepsverbod voor doorsturen vertrouwelijke informatie De Tuchtcommissie Banken legt aan een bankmedewerker een beroepsverbod van acht maanden op. Hij was bijna vier maanden gedetacheerd bij een bank en stuurde in die periode vertrouwelijke informatie naar zijn eigen mailadres en dat van zijn zoon. Het ging om vertrouwelijke informatie die onder meer betrekking had op dreiging vanuit een activistische beweging, op procesmodellen en op bedrijfscontinuïteit van de bank. Deze informatie moest binnen de beveiligde digitale omgeving van de bank blijven. Omdat de bankmedewerker de werkdruk te hoog vond, vroeg hij zijn zoon hem te helpen bij werkzaamheden voor de bank. Gelet op zijn functie en ervaring moest de bankmedewerker weten dat hij niet zo met vertrouwelijke informatie mocht omgaan. De Tuchtcommissie spreekt van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Voorwaardelijk beroepsverbod voor onbevoegd rekeningen bekijken Een voorwaardelijk beroepsverbod van drie maanden is opgelegd aan iemand die nog steeds bij een bank werkt. Hij maakte zich schuldig aan “rekeninggluren” door rekeningen van bekenden en oud-collega’s te raadplegen. De bank gaf hiervoor al een berisping en ontzegde hem een loonsverhoging, maar beëindigde niet het dienstverband. De Tuchtcommissie legt een voorwaardelijk beroepsverbod op. De Tuchtcommissie weegt hierbij mee dat de man spijt heeft betuigd en de informatie bekeek op verzoek van de rekeninghouders zelf. Het persbericht vind je hier. De uitspraken vind je hier: TRB-4580-2022-TC stelende bankmedewerker TRB-2022-4678-TC doorsturen vertrouwelijke informatie TRB-2022-4667-TC voorwaardelijk beroepsverbod
Maximaal beroepsverbod voor verduistering erfenis Gepost op 20 december 2022 te 09:55.Geschreven door olavwagenaar De Tuchtcommissie Banken heeft voor het eerst in haar bestaan een beroepsverbod van 3 jaar opgelegd. Dit is de zwaarste tuchtmaatregel voor een overtreding van de bankierseed. De maatregel is opgelegd aan een bankmedewerker die bijna twee ton onttrok aan de rekening van erfgenamen van een overleden klant. De bankmedewerker boekte grote bedragen van de ervenrekening naar rekeningen van zichzelf en van anderen. Ook nam hij geld op bij geldautomaten. Giften die de erfgenamen op basis van het testament overmaakten aan goede doelen zijn daar niet ontvangen. De Tuchtcommissie verwijt de man dat hij de verduistering verdoezelde met “diverse manipulatieve en bedrieglijke handelingen”. Hij betaalde een collega die de onrechtmatige overboekingen opmerkte en daarvoor zelf geld wilde hebben. Deze collega kreeg daarvoor zelf een beroepsverbod van anderhalf jaar. Het is voor het eerst sinds de start van het bancaire tuchtrecht in 2015 dat een bankmedewerker drie jaar niet in de bancaire sector mag werken. De bank waarvoor de man werkte beëindigde eerder al het dienstverband en deed aangifte van verduistering bij de politie. Ook wordt de geleden schade op hem verhaald. Onbevoegd rekeningen bekijken en informatie buiten de bank brengen Een bankmedewerker, die al 34 jaar bij een bank werkte, krijgt een beroepsverbod van 2 maanden voor “rekeninggluren”. Hij bekeek zonder goede reden de persoonlijke gegevens van familie, buren en andere bekenden. Toen hij vervolgens bij de bank moest vertrekken, maakte hij een Whatsapp-groep aan om klanten hierover te informeren. Klanten kregen hierdoor informatie over andere klanten van de bank. Ook hierdoor overtrad hij volgens de Tuchtcommissie de bankierseed. Een vrouw die nog geen twee maanden bij een bank werkte, stuurde klantgegevens naar haar persoonlijke e-mailadres. Zij deed dit naar eigen zeggen in shock en uit emotie, omdat zij te horen had gekregen dat haar dienstverband bij de bank zou eindigen. De Tuchtcommissie legt haar een beroepsverbod op van 7 maanden. Het persbericht vind je hier. De uitspraken: TRB-2022-4581-TC, TRB-2022-4749-TC en TRB-2022-4673-TC.
Sanna Jordens toegetreden tot het bestuur Gepost op 8 november 2022 te 16:32.Geschreven door olavwagenaar Op 1 november j.l. is Sanna Jordens toegetreden tot het bestuur van de Stichting Tuchtrecht Banken. Sanna Jordens volgt Nicolet Jager op als penningmeester. Nicolet Jager was, vanaf de oprichting in april 2015, lid van het bestuur. Sanna Jordens is Group Manager Integrity & Compliance bij Royal De Heus. Sanna Jordens heeft gestudeerd aan de Haagse Hogeschool (Hogere Europese Beroepen Opleiding), met een specialisatie op het Europees politiek bestuurlijk vlak. Na afronding van de studie rechten aan de Universiteit van Leiden heeft Sanna haar focus gericht op het gedrag en de gedragsverandering binnen haar functies op het gebied van Integriteit en Compliance.
Jaarverslag 2021, koudwatervrees bij banken voor tuchtrecht Gepost op 5 oktober 2022 te 10:44.Geschreven door olavwagenaar Bankiers vrezen het bankentuchtrecht. Dit stelt Jerry Brouwer, Algemeen directeur bij Tuchtrecht Banken in het jaarverslag 2021 van Tuchtrecht Banken. Het bankentuchtrecht is onlosmakelijk verbonden aan de bankierseed. De bankierseed werd in 2015 op initiatief van de banken ingevoerd. De doelstelling was en is het vertrouwen in de banksector te verbeteren. Het bankentuchtrecht onderscheidt zich van andere tuchtstelsels, door het zelfreguleringsmechanisme. De bankinstellingen en de medewerkers staan open voor een beoordeling van de eigen gedragingen. Waarom dan toch koud watervrees? “Men lijkt te vrezen voor een vinkje achter de naam”, zegt Brouwer. “Dat vinkje bestempelt je dan als je niet-integer persoon. Kijken we naar de meldingen die bij Tuchtrecht Banken binnenkomen dan gaat het vrijwel altijd om schendingen van de Gedragscode. Denk daarbij aan rekeninggluren, fraude en of diefstal. Dit zijn evidente uitingen van niet-integer handelen. Bewuste handelingen waar terecht een tuchtmaatregel past. Het zijn handelingen waar ieder redelijk denkend mens van weet dat hij of zij die niet moet begaan”. “Anders wordt het’, zo vervolgt Brouwer,”als het gaat om gedragingen die niet evident duidelijk als niet-integer gezien moeten worden. Denk aan het niet professioneel handelen of een verkeerde gedraging maar die deels door omstandigheden gerechtvaardigd wordt. Het tuchtrecht ziet dus ook op ‘hoe hoort het eigenlijk’ en gaat niet louter over het keihard niet integer verklaren van personen; de zogenaamde zwarte gevallen. Dat we nog veel meer grijze gevallen willen en kunnen doen, erken ik direct”, zegt Brouwer. “Daar ligt ook de winst in termen van leereffect voor de sector én daarmee hopelijk ook het verminderen van de koud watervrees.” Het jaarverslag 2021 vind je hier.
Beroepsverbod voor bankier die deel van erfenis verduisterde Gepost op 6 september 2022 te 09:35.Geschreven door olavwagenaar Een voormalige bankmedewerker die, samen met een collega, onrechtmatig overboekingen heeft goedgekeurd van een bankrekening op naam van erfgenamen, mag anderhalf jaar niet werkzaam zijn in de bancaire sector. De bankmedewerker heeft onterecht een bedrag van € 13.000 ontvangen. Dit blijkt uit een uitspraak van de Tuchtcommissie Banken. Van een collega ontving de bankmedewerker het verzoek om overboekingen goed te keuren dan wel in te voeren vanaf een rekening op naam van erfgenamen. Het ging om grote bedragen en de erfgenamen hadden hiervoor geen toestemming gegeven. Door de overboekingen van de ervenrekening kwam het geld op een rekening van een derde, die een bekende was van de bankmedewerker en zijn collega. Vanaf de rekening van deze derde ontving de bankmedewerker € 13.000. De bankmedewerker heeft erkend dat hij verkeerd heeft gehandeld door de onrechtmatige overboekingen niet te melden bij de bank. Ook heeft hij er spijt van dat hij is meegegaan met het plan van zijn collega om geld te verduisteren. De Tuchtcommissie beschouwt de verduistering van de forse bedragen als een ernstige schending van de gedragsregels van de Bankierseed. Twee andere voormalige bankmedewerksters krijgen een beroepsverbod voor “rekeninggluren”. Zij keken zonder goede reden naar vertrouwelijke rekeninginformatie van familie, vrienden en collega’s. Toen de bank dit ontdekte, verloren zij hun baan. De Tuchtcommissie heeft bepaald dat zij een maand respectievelijk twee maanden niet in de bancaire sector mogen werken. Het persbericht vind je hier. De uitspraken: TRB-2022-4582-TC, TRB-2022-4652-TC en TRB-2022-4591-TC.
Tuchtcommissie: beloningsvoorstel bank droeg niet bij aan vertrouwen, maar was niet in strijd met Bankierseed Gepost op 8 augustus 2022 te 11:00.Geschreven door olavwagenaar De Tuchtcommissie Banken heeft de tuchtklachten tegen drie personen die de bankierseed hebben afgelegd ongegrond verklaard. De klachten gingen over het voorstel om in 2018 de beloning van de bestuursvoorzitter (inclusief bonus) met ongeveer 50% te verhogen, tot iets meer dan 3 miljoen euro per jaar. De Tuchtcommissie oordeelt dat de beëdigden niet in strijd hebben gehandeld met de gedragsregels van de Bankierseed. Wel is de Tuchtcommissie het met de aanklager van de Stichting Tuchtrecht Banken eens dat het beloningsvoorstel niet heeft bijgedragen aan het maatschappelijke vertrouwen in de bankensector. Het persbericht waarin het beloningsvoorstel werd aangekondigd, veroorzaakte destijds in Nederland veel ophef en afkeuring. De raad van commissarissen trok het voorstel daarna binnen een paar dagen weer in. Volgens de aanklager hebben de beëdigden bij het voorstel om het salaris van de bestuursvoorzitter substantieel te verhogen, niet de moreel-ethische afweging gemaakt die de Bankierseed van hen vraagt. De aanklager vroeg om een beroepsverbod van twee jaar voor twee van de beëdigden en een voorwaardelijk beroepsverbod van één jaar voor de derde beëdigde. De Tuchtcommissie oordeelt anders. Zij signaleert dat er een spanningsveld is tussen enerzijds de kritische houding in de samenleving tegenover hoge beloningen voor bankiers, en anderzijds de internationale praktijk, waarin aan bankiers op topposities soms hoge beloningen worden betaald. Volgens de Tuchtcommissie is het eerst en vooral aan de bank om in dit spanningsveld een passende beloning vast te stellen. De Tuchtcommissie kan slechts beoordelen of de beëdigden bij de totstandkoming van het beloningsvoorstel de gedragsregels voor bankiers hebben nageleefd, waaronder de vraag of zij hun taak integer en zorgvuldig hebben uitgevoerd. Volgens de Tuchtcommissie is dat het geval geweest. Het was de taak en verantwoordelijkheid van de raad van commissarissen om het salaris van de bestuursvoorzitter vast te stellen. Al in 2010 was binnen de bank beleid gemaakt voor de manier waarop dat salaris moest worden vastgesteld. Op basis van dit beleid gold dat voor het salaris werd gekeken naar beloningen voor vergelijkbare functies binnen ondernemingen in de Euro Stoxx 50. Dat beleid was echter voor de bestuursvoorzitter nooit uitgevoerd. De raad van commissarissen wilde met de salarisverhoging bereiken dat het salaris van de bestuursvoorzitter naar internationale maatstaven meer marktconform zou worden. Dit moest ervoor zorgen dat de bank ook in de toekomst internationaal, geschikte bestuursvoorzitters zou kunnen aantrekken om de continuïteit van het bestuur van de bank te waarborgen. In 2018 vonden de commissarissen de tijd rijp om het beloningsbeleid uit te gaan voeren. Onder andere door de staatssteun die de bank tijdens de financiële crisis had gekregen en die inmiddels al een paar jaar geheel was terugbetaald, was dat in jaren daarvoor nog niet gedaan. De Tuchtcommissie ziet in de notulen van de vergaderingen van de commissarissen terug dat de commissarissen bij het salarisvoorstel niet alleen hebben gekeken naar het belang van de bank om in de toekomst een geschikte bestuursvoorzitter te kunnen aantrekken. De commissarissen hebben ook onderkend en meegewogen dat het voorstel publiekelijke ophef zou veroorzaken. Zij hebben besloten dat in 2018 het belang van de bank zwaarder woog en hebben daaraan voorrang gegeven. Die keuze kan volgens de Tuchtcommissie niet als onzorgvuldig of niet integer worden gezien. Uit de ophef die is ontstaan, en het feit dat het voorstel een paar dagen later weer is ingetrokken, blijkt dat de commissarissen de maatschappelijke weerstand tegen hun voorstel hebben onderschat. Dat sprake is geweest van meer dan een inschattingsfout van de omvang van de maatschappelijk verontwaardiging, heeft de Tuchtcommissie niet kunnen vaststellen. Het is niet gebleken dat tuchtrechtelijk verwijtbaar is gehandeld. Eén van de drie beëdigden was niet zelf verantwoordelijk voor het beloningsvoorstel. De procedure schreef wel voor dat de commissarissen hem zijn visie over het voorstel vroegen. De beëdigde heeft verklaard dat hij zich in die gesprekken terughoudend heeft opgesteld omdat het om zijn eigen beloning ging en hij (de schijn van) belangenverstrengeling wilde voorkomen. Die keuze getuigt volgens de Tuchtcommissie op zichzelf van een zorgvuldige afweging van belangen. Volgens de Tuchtcommissie was er, gelet op het beleid van de bank, geen reden voor de beëdigde om zich in dit geval tegen het voorstel te keren. De Tuchtcommissie is het wel met de aanklager eens dat het voorstel voor de salarisverhoging niet heeft bijgedragen aan het vertrouwen van de samenleving in de bancaire sector. De forse verhoging van de beloning van de bestuursvoorzitter heeft bijgedragen aan het beeld dat de eigen beloning de boventoon voert bij het handelen van bankiers. De ontstane ophef valt volgens de Tuchtcommissie dan ook zeer te betreuren. Van de individuele gedragingen van de drie beëdigden kan niet worden geoordeeld dat deze in strijd zijn met de gedragsregels. De Tuchtcommissie vindt daarom dat ook de gedragsregel die voorschrijft dat beëdigden bijdragen aan het vertrouwen van de samenleving in de bancaire sector niet is geschonden. De Tuchtcommissie komt tot de slotsom dat de tuchtklachten ongegrond zijn. De aanklager kan binnen één maand beroep aantekenen. Als beroep wordt ingesteld, worden de tuchtklachten beoordeeld door de Commissie van Beroep. Het persbericht vind je hier. De uitspraken vind je hier: TRB-2022-3935-TC TRB-2022-3943-TC TRB-2022-4006-TC