Overkreditering door onzorgvuldig handelen? Gepost op 9 januari 2025 te 12:47.Geschreven door olavwagenaar Overkreditering door onzorgvuldig handelen? Beslissing Algemeen directeur, 16 augustus 2024, TRB-2024-4901-AD Kern van de uitspraak De klant van een bank in 2017 een bedrijf aangekocht en vraagt hiervoor een hypotheeklening aan bij de bank. De bank verstrekt de hypothecaire lening. Gedurende de uitoefening van het bedrijf worden er enkele Kort Lopende Kredieten aangevraagd en toegekend. Ook een aanvraag voor de financiering van een verbouwing van het pand wordt door de bank toegekend. De onderneemster heeft het bedrijf noodgedwongen moeten beëindigen omdat zij niet meer aan haar financiële verplichtingen kon voldoen. Zij kwam in de schuldsanering terecht. De onderneemster heeft in een consumenten programma haar verhaal gedaan. Zij verwijt de bank onzorgvuldig met haar belangen te zijn omgegaan door een te hoge financiering te verstrekken. Naar aanleiding van de uitzending heeft de Algemeen directeur besloten een ambtshalve onderzoek te starten. Wat is het oordeel van de Algemeen directeur Allereerst stelt de Algemeen directeur vast dat de klant een zakelijke klant van de bank is, en dat daarom de specifieke consument-beschermende bepalingen aangaande overkreditering zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht (Wft) niet van toepassing zijn. Uit het onderzoek van de Algemeen directeur blijkt dat in 2017 geen sprake was van een landelijk geldende normering binnen de bank ten aanzien van de fiattering van zakelijke financieringsaanvragen. In de betreffende periode bestond de bank uit [kantoren] die ieder hun eigen processen, gebruiken en normen hadden. Later zijn deze zaken uniform vastgesteld en centraal geregeld. Niet gebleken is dat door u regionaal toepasselijke normen zijn geschonden. De Algemeen directeur concludeert dat achteraf gezien de medewerker van de bank de klant wellicht eerder aan Bijzonder Beheer had moeten overdragen en wellicht minder lang had moeten persisteren in zijn vertrouwen in de ondernemer, haar verhaal en onderbouwingen. Dit is echter te weinig om te stellen dat aanleiding bestaat om tuchtrechtelijke sanctionering na te streven. De Algemeen directeur ziet geen aanleiding om een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken (of anderszins tuchtrechtelijke sanctionering na te streven) en seponeert de zaak.
ongepast advies en handelen door bankmedewerker Gepost op 8 oktober 2024 te 15:00.Geschreven door olavwagenaar Ongepast advies en ongepast handelen door bankmedewerker Beslissing Algemeen Directeur, TRB-2024-4931-AD, 8 april 2024 Kern van de zaak Bankmedewerker geeft advies om de herkomst van gelden bij een contante storting niet als zakelijke inkomsten te benoemen, zodat de contante storting op privérekening kan plaatsvinden. Wat is het oordeel van de Algemeen directeur Een klant van de bank heeft een klacht tegen een bankmedewerker ingediend, inhoudende dat hem telefonisch is geadviseerd de herkomst van de gelden van contante storting te verhullen. De klant vond dit een zeer ongepast advies dat hem zeer tegen de borst stuitte, temeer omdat de klant zelf werkzaam is bij de Belastingdienst. Het telefoongesprek waaraan de klant refereert verliep stroef, en sprekers reageerden geagiteerd op elkaar. In het toelichtende gesprek bij Tuchtrecht Banken erkende de bankmedewerker dat zijn opmerking naar de klant – tijdens het bewuste gesprek – niet gepast was. De klant was echter al boos en wat er ook nog gezegd zou worden, zou in verkeerde aarde zijn gevallen. Daarmee verkeerde de bankmedewerker zogezegd in een spagaat. De bankmedewerker verklaarde dat hij onvoldoende is opgeleid om zijn werk goed te doen. Dat hij nimmer persoonlijk contact heeft gehad met collega’s of zijn leidinggevende en dat hij werd ingewerkt door het volgen van enkele online modules. Ook had de bankmedewerker kenbaar gemaakt zich niet zeker genoeg te voelen en dat hij onvoldoende kennis had om zijn werk te kunnen uitvoeren. Waarbij zowel het bedrijf, dat hem bij de bank heeft geplaatst, en de bank aangaven dat hij gewoon maar moest instappen en al doende zou leren. De bankmedewerker voelde zich onvoldoende begeleid door zijn werkgever. Naar de mening van de Algemeen directeur staat op zich vast dat de bankmedewerker door te suggereren dat de klant het bij een andere vestiging opnieuw moest proberen en een andere herkomst van de gelden op zou kunnen geven, niet integer en in strijd met de intern geldende code heeft gehandeld. Hij heeft hiermee de 1e en de 4e gedragsregel van de aan de bankierseed gedragscode verbonden geschonden. De Algemeen directeur stelt vast dat het gaat om een eerste misstap betreft die de bankmedewerker heeft begaan na slechts enkele maanden werkzaam te zijn in een functie waarvoor hij nog te onervaren was (althans voor zover het de omgang met een situatie als de onderhavige betreft) en dat hij reeds de nadelige gevolgen hiervan heeft moeten ondervinden, te weten de opname in het IVR register van de bank voor een periode van acht jaar en dat er geen significante gevolgen zijn verbonden aan zijn handelen. Om deze redenen oordeelt de Algemeen directeur dat op zich sprake is van een tuchtrechtelijk verwijtbare handeling maar dat deze gewogen dient te worden in voornoemde verzachtende context. De Algemeen directeur besluit tot seponering van de klacht. Beslissingen van de Algemeen directeur De bevoegdheid van de Algemeen directeur om de klacht te seponeren, staat in artikel 2.2.3 van het Tuchtreglement Bancaire Sector (2024). Bij zijn beoordeling van de ernst houdt de Algemeen directeur mede rekening met factoren zoals de aard en frequentie van de schending van die gedragsregels, de op de bankmedewerker (beëdigde) rustende verantwoordelijkheden en de mate van verwijtbaarheid.
suggestie gedaan om DUO-schuld te verzwijgen Gepost op 29 augustus 2024 te 13:51.Geschreven door olavwagenaar In hypotheekadviesgesprek suggestie gedaan om DUO-schuld onvermeld te laten Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2023-4824-TC, 26 juli 2023 Kern van de uitspraak De bankmedewerkster heeft tijdens een adviesgesprek omtrent een hypothecaire financiering van de aankoop van een (tweede) woning de klant de suggestie gedaan om een DUO-schuld van de klant onvermeld te laten bij de hypotheekaanvraag. Dit kort gezegd ter versnelling van het proces. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster met haar handelen de gedragsregels 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. De tuchtcommissie overweegt dat oplegging van een onvoorwaardelijk beroepsverbod in beginsel passend zou zijn. In (met name) de navolgende omstandigheden van het geval ziet de tuchtcommissie evenwel aanleiding voor matiging: het gaat hier om een eenmalig incident, verweerster heeft oprecht spijt betuigd en inzicht in het kwalijke van haar handelen getoond, zij is reeds ruim dertig jaar in dienst van de bank, zij heeft van de bank een officiële waarschuwing gekregen en zij is inmiddels op een andere afdeling van de bank werkzaam. Alles overwegende, acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan verweerster een voorwaardelijk beroepsverbod voor de duur van één maand wordt opgelegd. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Lees hier de uitspraak als je alle achtergronden wilt weten. Meer weten over de Gedragscode? Op deze pagina lees aan welke regels uit de Gedragscode moet houden. Heb je nog vragen neem dan contact met ons op. Dan kan via het contactformulier op onze homepage
Overtreding van de bankregels voor privé-aandelentransacties Gepost op 29 augustus 2024 te 13:10.Geschreven door olavwagenaar Overtreding van de bankregels voor privé-aandelentransacties Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4754-TC, 24 april 2024 Kern van de uitspraak De bankmedewerker was per 1 februari 2021 werkzaam bij de bank op basis van inhuur. Op 4 februari 2021 heeft de bank hem, vanwege de functie die hij heeft, als ‘Dual Insider’ aangewezen. Dit houdt in dat voor hem vanaf 4 februari 2021 de regels uit de [regeling privé-aandelentransacties] van de bank aangaande ‘Dual Insiders’ van toepassing waren. De [regeling privé-aandelentransacties] van de bank is in wezen een uitvloeisel van de marktmisbruikverordening en vormt daarmee een key-policy van de bank. Op 14 oktober 2021 is de bankmedewerker door een medewerker van de [afdeling 2] van de bank per e-mail geïnformeerd dat uit transactie-monitoring een mogelijke overtreding door de bankmedewerker van de [regeling privé-aandelentransacties naar voren is gekomen. Naar aanleiding daarvan heeft nader onderzoek plaatsgevonden Uit de transactieoverzichten van de bank blijkt dat de bankmedewerker in de periode van 3 februari 2021 tot en met 21 juni 2021 in totaal 36 aandelentransacties verricht, waarvan 33 transacties na 4 februari 2021, zijnde de datum waarop de bankmedewerker werd aangewezen als ‘Dual Insider’. Daarbij heeft de bankmedeweker in ieder geval de volgende aspecten van de [regeling privé-aandelentransacties] geschonden: Handelen in certificaten [bank] in de ‘gesloten periode’; Tegengestelde transacties binnen 28 dagen in hetzelfde financiële instrument; Geen goedkeuring gevraagd aan de [afdeling 2] voor zijn transacties. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat gedragsregels 1 en 4 zijn geschonden. De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker, door het handelen zoals hierboven is beschreven, in strijd met de [regeling privé-aandelentransacties] en gedragscode van de bank heeft gehandeld. Daarmee heeft de bankmedewerker zich niet gehouden aan de regels die voor het werk bij de bank gelden. Hoewel de tuchtcommissie het niet onaannemelijk acht dat in de beginperiode bij de bankmedewerker enige onduidelijkheid heeft bestaan over de voor hem geldende regels, neemt dat niet weg dat de bankmedewerker een eigenstandige verantwoordelijkheid heeft zich van de concrete inhoud van deze voor hem en de bank belangrijke regels te vergewissen. Dat geldt des temeer nu hij in ieder geval begin maart 2021 een gesprek heeft gehad waarin hem expliciet op het bestaan van de [regeling privé-aandelentransacties] is gewezen. Door dit niet (afdoende) te doen heeft klager evenmin voldoende zorgvuldig en integer gehandeld. Bij het vaststellen van de maatregel rekent de tuchtcommissie de bankmedewerker aan dat hij gedurende de tijd dat hij werkzaam was voor de bank zich in te beperkte mate heeft verdiept in de voor hem geldende regelgeving en hij nadien weinig inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn handelen. De Tuchtcommissie Banken legt een beroepsverbod van vier maanden op. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Lees hier de uitspraak als je alle achtergronden wilt weten. Eerdere artikelen of recente uitspraken Voor een vergelijkbare uitspraak wordt verwezen naar uitspraak TRB-2023-4772-TC van 22 november 2023, waarbij de tuchtcommissie na afweging van alle omstandigheden de bankmedewerker een boete opgelegd van € 2000,- .
Ongeoorloofd rekeninggegevens bekijken, tuchtrecht van toepassing? Gepost op 29 augustus 2024 te 11:43.Geschreven door olavwagenaar Ongeoorloofd en zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens bekijken. Is het bankentuchtrecht van toepassing? Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4681-TC, 24 april 2024 Kern van de uitspraak De bankmedewerker die tussen 1 oktober 2018 en 5 februari 2019, en tussen 17 mei 2021 en 15 oktober 2021, op uitzendbasis werkzaam was bij de bank, heeft meerdere malen de rekeninggegevens van zijn ex-partner bekeken. Voor wat betreft de raadplegingen geeft hij aan dat deze moeten worden gezien als een wanhoopsdaad ten gevolge van bijzondere omstandigheden in de relationele sfeer tussen hem en zijn ex-partner. Meer specifiek was een geschil tussen hen gerezen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag over hun kinderen. Verder geeft de bankmedewerker aan dat hij bij aanvang van zijn tweede dienstverband de bankierseed niet heeft afgelegd. Daarom, zo meent hij, kunnen de raadplegingen in de tweede periode dat hij werkzaam was voor de bank hem niet onder het bankentuchtrecht worden aangerekend. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De Tuchtcommissie beantwoordt eerst de vraag of het bankentuchtrecht van toepassing is. Uit het kader dat uit artikel 1, vierde lid van de Regeling eed of belofte financiële sector 2015 volgt dat een bankmedeweker niet opnieuw de eed of belofte behoeft af te leggen als hij binnen vijf jaren sinds het beëindigen van zijn werkzaamheden voor dezelfde bank gaat werken. In onderhavige kwestie is daarvan sprake, aldus de tuchtcommissie, als gevolg waarvan het bancaire tuchtrecht ook gedurende het dienstverband tussen 17 mei 2021 en 15 oktober 2021 op de bankmedewerker van toepassing is. Vervolgens komt de tuchtcommissie toe aan de beoordeling van de Klacht. De tuchtcommissie stelt vast dat uit de Code of Conduct en het intranet van de bank onder andere volgt dat persoonlijke informatie niet bekeken mag worden, tenzij dat voor het werk noodzakelijk is, alsmede dat het verboden is om klantgegevens in te zien van klanten van de bank waarmee de bankmedewerker privé een (nauwe) relatie heeft. De bankmedewerker heeft met zijn gedragingen in strijd met deze binnen de bank geldende regels gehandeld. De tuchtcommissie legt ook in deze uitspraak weer uit waarom rekeninggluren als ernstige schending van de bankierseed moet worden opgevat. ‘De bij de bank beschikbare informatie over klanten (zoals hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) geven veel informatie prijs over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Deze privacygevoeligheid geldt te meer nu het de ex-partner van de bankmedewerker betreft. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van deze gegevens moet dan ook als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat.’ De bankmedewerker heeft naar het oordeel van de tuchtcommissie met zijn handelen dan ook de gedragsregels 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden Gedragsregels Bancaire Sector geschonden. De bijzondere relationele omstandigheden zoals door de bankmedewerker gesteld doen daaraan niet af. In het voordeel van de bankmedewerker wordt echter meegewogen dat hij in het gesprek met klager oprecht berouw en inzicht heeft getoond in het laakbare van zijn handelen en dat onderhavige procedure geruime tijd in beslag heeft genomen. Alles overwegende acht de tuchtcommissie het dan ook passend en geboden dat aan de bankmedewerker een beroepsverbod voor de duur van twee (2) maanden wordt opgelegd De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Lees hier de uitspraak als je alle achtergronden wilt weten.
Zelfverrijking; geld van de bank naar privé overgeboekt Gepost op 29 augustus 2024 te 10:44.Geschreven door olavwagenaar Zelfverrijking; geld van de bank naar privé overgeboekt Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4869-TC, 27 maart 2024 Kern van de uitspraak Na een melding vanuit de bank inzake uitgekeerde coulancevergoedingen is de bank een onderzoek gestart. Uit onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerkster drie maal een coulancevergoeding van € 200,- via een tussenrekening aan zichzelf heeft overgemaakt. De overboekingen vonden plaats op 8, 12 en 16 december 2022. De op de rekening van de bankmedewerkster ontvangen geldbedragen zijn besteed aan diverse betalingen middels betaalautomaten. De bankmedewerkster was van 26 juli 2022 tot 21 december 2022 in dienst van de bank. De bankierseed werd op 10 oktober 2022 afgelegd. Op 20 december 2022 heeft de bankmedewerkster in een gesprek met de bank een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard dat zij een coulance betaling moest doen voor een klant buiten de bank. Omdat zij nog niet eerder coulancevergoedingen had uitgekeerd, heeft ze een collega om uitleg gevraagd. Daarop, zo geeft ze aan- heeft ze nog een proefbetaling klaargezet naar een eigen (slapende) rekening. Per abuis is het geld ook daadwerkelijk overgemaakt. Het was nimmer haar bedoeling daadwerkelijk een overboeking te doen naar haar eigen rekeningnummer. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De tuchtcommissie oordeelt dat de gedragsregels 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode zijn geschonden. De tuchtcommissie rekent het de bankmedewerkster zwaar aan dat zij haar bevoegdheden heeft misbruikt om zichzelf te verrijken. Dergelijk handelen is niet integer en zowel in strijd met de wet als met de regels die voor het werken bij de bank gelden. Verder schaadt deze handelswijze het vertrouwen dat de samenleving moet kunnen hebben in de bank en haar medewerkers., aldus de tuchtcommissie. Alles overwegende acht de tuchtcommissie het dan ook passend en geboden dat aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van een jaar wordt opgelegd. Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak, klik op deze link voor de volledige uitspraak. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Eerdere artikelen en vergelijkbare uitspraken De afgelopen jaren zijn er een aantal Klachten voorgelegd aan de tuchtcommissie die betrekking hadden op het verduisteren van gelden door bankmedewerkers. In het oog springende voorvallen waren bijvoorbeeld TRB-2022-4580-TC en TRB-2022-4581-TC.
Kopiëren handtekening klant onder hypotheekofferte Gepost op 28 augustus 2024 te 16:20.Geschreven door olavwagenaar Kopiëren handtekening klant onder hypotheekofferte Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4802-TC, 27 maart 2024 Kern van de uitspraak De bankmedewerkster stelt op verzoek van een klant van de bank twee hypotheekoffertes op. De eerste is gedateerd op 27 januari 2022, de tweede op 15 februari 2022. De klant laat weten dat hij de offerte met datum 15 februari 2022 accepteert. Hierna verneemt de klant niets meer, waarop hij contact opneemt met de bankmedewerkster. Deze stuurt de offerte alsnog intern door voor verdere afhandeling. Echter dan blijkt dat het handtekeningblad van de offerte van 27 januari 2022 is bijgevoegd. De bankmedewerkster verbetert de aanvraag op 22 april 2022 en kopieert de handtekening van de klant in de aanvraag, in plaats van de klant opnieuw te laten tekenen. De bankmedewerkster heeft erkend dat zij de handtekening van de klant digitaal heeft geknipt en op het andere handtekeningenblad heeft geplakt. Dit deed zij in het kader van een experiment om te kijken hoe dat eruit komt te zien en hoe snel dat door haar zelf gesignaleerd zou kunnen worden. Het was niet de bedoeling de aangepaste offerte (met gekopieerde handtekening in te dienen. Zij geeft aan niet bewust zo te hebben gehandeld, laat staan dat het was om een fout te verhullen. Het was puur pech. Verder stelt de bankmedewerkster dat zij destijds onder hoge werkdruk stond. Ze was met veel dossiers van klanten tegelijk bezig en was ook verantwoordelijk voor dossiers van een collega die uitgevallen was. De dossiers moesten ook tijdig afgehandeld worden. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster de gedragsregels 1, 4 en 7 heeft overtreden, door buiten medeweten van de klant van de bank handtekeningen uit een oude – reeds vervallen – offerte te kopiëren en te plakken in de nieuwe offerte. Daardoor leek het alsof de klant van de bank zelf deze nieuwe offerte heeft ondertekend, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval was. De verklaring van de bankmedewerkster dat zij handtekeningen van klanten van de bank kopieerde en in andere offertes plakte om sneller gekopieerde en geplakte handtekeningen te kunnen signaleren en dat het niet de bedoeling was om deze aangepaste offerte op te slaan en in te dienen, komt de tuchtcommissie ongeloofwaardig voor. De tuchtcommissie legt (nogmaals) uit waarom het kopiëren van handtekeningen in strijd is met de bankierseed en de daaraan verbonden gedragsregels. ‘Klanten van een bank moeten er te allen tijde op kunnen vertrouwen dat op een integere manier wordt omgegaan met informatie en documenten die zij aan de bank verstrekken. Door ondertekening van een stuk staan klanten in voor de juistheid van de door hen verstrekte informatie. De handelwijze van de bankmedewerkster raakt daarmee de kern van het vertrouwen dat door klanten in de bank mag worden gesteld. De bankmedewerkster is immers voorbijgegaan aan het feit dat de bank en overige betrokkenen moeten kunnen uitgaan van de authenticiteit van stukken’. Als maatregel legt de tuchtcommissie een beroepsverbod van twee maanden op waarvan een maand voorwaardelijk. Dit is een samenvatting van de uitspraak, klik op deze link voor de uitspraak en om de volledige overwegingen van de tuchtcommissie na te lezen. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Eerdere artikelen en vergelijkbare uitspraken In 2019 heeft de Tuchtcommissie Banken in meer dan zestig zaken waarin sprake was van het kopiëren van handtekening in hypotheekdossiers. Lees hier het persbericht waarin uitleg wordt gegeven over het ongeoorloofd kopiëren van handtekeningen onder (hypotheek)offertes.
Uit nieuwsgierigheid rekeningen raadplegen Gepost op 28 augustus 2024 te 10:38.Geschreven door olavwagenaar Uit nieuwsgierigheid rekeningen raadplegen Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4774-TC, 27 maart 2024 Kern van de uitspraak Uit nieuwsgierigheid heeft de bankmedewerker rekeningen bekeken van zijn ex-partner, haar nieuwe echtgenoot, zijn minderjarig kind en zakelijke rekeningen van zijn ex-partner en haar echtgenoot. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de regels 1, 4, 6 en 7 van de Gedragscode zijn geschonden. De klacht is gegrond. Naar het oordeel van de tuchtcommissie vormt de oplegging van een aanwijzing dat de bankmedewerker een periode niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector de enige passende maatregel. Daarbij speelt een rol dat de financiën van klanten (waaronder hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) veel informatie prijsgeven over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens is een schending van de bankierseed. De tuchtcommissie weegt in het nadeel van de bankmedewerker dat hij zich niet toetsbaar heeft opgesteld. Hij heeft niet gereageerd op de uitnodiging van de algemeen directeur van Tuchtrecht Banken voor een gesprek en hij is uit Nederland vertrokken zonder een post- en/of verblijfadres in het buitenland kenbaar te maken. Daar tegenover staat dat uit de melding van de bank noch uit het onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerker de informatie uit de rekeninggegevens met derden heeft gedeeld of anderszins heeft gebruikt. De Tuchtcommissie Banken legt als maatregel een beroepsverbod van drie maanden op. Wil je de hele uitspraak lezen? Klik dan op deze link. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken Het zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens bekijken, ook wel rekeninggluren genoemd, is een veel voorkomende schending van de bankierseed. Bankmedewerkers geven diverse uiteenlopende rekeningen aan waarom zij besloten de rekeningen van anderen te bekijken. Bekijk deze uitspraak waarin een bankmedewerkster gedurende lange tijd ongeoorloofd rekeningen bekeek. Meer vergelijkbare gevallen kan je via de zoekfunctie op deze website vinden.
Fraudeleus handelen bij aanvraag van een persoonlijke lening Gepost op 27 augustus 2024 te 16:10.Geschreven door olavwagenaar Fraudeleus handelen bij aanvraag van een persoonlijke lening Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4764-TC, 21 februari 2024 Kan een bankmedewerker worden aangesproken op het fraudeleus handelen bij het aanvragen van een lening bij een bank waar hij niet werkzaam is? De bankmedewerker wil een persoonlijke lening afsluiten. Hiervoor gaat hij niet naar de bank waarvoor hij werkt, maar een andere bank. Om een lening te krijgen moet inzage gegeven worden in financiële draagkracht. Bij de aanvraag van de lening worden door de bankmedewerker rekeningafschriften meegezonden. Deze afschriften zijn door de bankmedewerker vervalst, waardoor een beter beeld van zijn financiële draagkracht blijkt dan er in werkelijkheid is. De bank waar de aanvraag is ingediend, zag al snel dat er wijzigingen in het rekeningafschrift waren aangebracht. Om hierover meer duidelijkheid te verkrijgen, vraagt de fraudeafdeling van de bank informatie op bij de bank van de aanvrager (die dus tevens zijn werkgever is). Uit de navraag blijkt dat de bankmedewerker het rekeningafschrift heeft vervalst. Dit gegeven leidt ertoe dat ook de eigen bank een onderzoek opstart. Uit dit onderzoek blijkt dat het originele afschrift van de betaalrekening van de bankmedewerker vanaf zijn privé e-mailadres naar zijn zakelijke e-mailadres is gezonden, waarna dit afschrift door hem middels het door de bank beschikbaar gestelde programma Adobe Acrobat is gewijzigd. Vervolgens heeft hij het vervalste afschrift naar zijn privé e-mailadres gezonden. Daarna heeft hij de aanvraag voor de lening ingediend. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker bankafschriften heeft vervalst om zodoende het aanvraagproces voor een privé-krediet te versnellen. Hierbij heeft hij het systeem van de bank gebruikt. Het (privé-)handelen van de bankmedewerker heeft voldoende raakvlakken met het werken bij de bank om te kunnen worden getoetst aan de bankierseed. De gedragsregels 1, 4 en 7 behorende bij de bankierseed geschonden. Het handelen van verweerder is een ernstige schending van de bankierseed omdat de bankmedewerker door frauduleus handelen, het vervalsen van een bankafschrift, heeft geprobeerd sneller een krediet te verkrijgen. Hij heeft daarbij het systeem van de bank gebruikt. Dit handelen past in het geheel niet bij hetgeen van een bankmedewerker wordt verwacht. Daarom kan niet met een voorwaardelijk beroepsverbod worden volstaan. De persoonlijke omstandigheden van verweerder ten tijde van de verweten gedragingen en de gevolgen die het handelen voor verweerder heeft gehad wegen niet voldoende zwaar om anders te oordelen. De Tuchtcommissie Banken legt als maatregel een onvoorwaardelijk beroepsverbod van 3 maanden op. De gehele uitspraak kan je hier lezen. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) verzonden naar privé e-mailadres Gepost op 27 augustus 2024 te 15:09.Geschreven door olavwagenaar Vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) verzonden naar privé e-mailadres Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4857-TC, 24 januari 2024 Kern van de uitspraak De bankmedewerker heeft in de periode van 30 juni 2022 tot en met 11 juli 2022 in totaal 873 bestanden via zijn zakelijke e-mailadres verzonden naar zijn privé-emailadres. Van deze bestanden hebben 705 documenten een zakelijk karakter en de inhoud daarvan is daarom van vertrouwelijke aard. In de procedure heeft de bankmedewerker verklaard geen bewuste selectie te hebben gemaakt van de bestanden. Hij heeft een hele map met daarin alle bestanden naar zijn privé e‑mailadres verstuurd. Er speelde op dat moment veel in zijn leven, waaronder de aankondiging van zijn boventalligheid en ingrijpende privéomstandigheden. Naar zijn zeggen heeft hij toen in een opwelling gehandeld. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster met haar handelen de gedragsregels 1, en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder de bankierseed heeft geschonden door vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) te verzenden naar zijn privé e-mailadres. Dit handelen is niet alleen niet integer en niet zorgvuldig, maar ook in strijd met de regels waaraan verweerder zich diende te houden. Het verweer dat hij de gegevens niet heeft gebruikt en weer heeft verwijderd, doet hier niet aan af. Ook het verweer van verweerder dat hij de informatie na zijn uitdiensttreding bij de bank als naslagwerk wenste te gebruiken en over de informatie wilde beschikken om aan zijn certificeringsverplichting als [functie] te blijven voldoen, kunnen zijn handelen niet rechtvaardigen. Naar het oordeel van de tuchtcommissie is de oplegging van een aanwijzing dat verweerder een periode niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector in beginsel geboden. Echter, gelet op de specifieke feiten en omstandigheden van dit geval acht de tuchtcommissie een beroepsverbod niet passend. De tuchtcommissie neemt van verweerder aan dat het versturen van de vertrouwelijke informatie van de bank naar zijn privé e‑mailadres in een opwelling is gebeurd, nadat hij te horen had gekregen dat hij boventallig verklaard zou worden. Zijn handelen was bovendien mede ingegeven door het in de toekomst kunnen blijven voldoen aan zijn verplichtingen. De tuchtcommissie legt een geldboete op van € 500,- Lees voor de volledige motivering van de tuchtcommissie de uitspraak. In de oorspronkelijke uitspraak staat een foutieve datum. De tuchtcommissie heeft in haar hersteluitspraak van 13 mei 2024 dit onderkend en verbeterd. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.