Strafrechtelijk verleden verzwegen bij aanstelling

Deel deze pagina

Kern van de uitspraak

Bankmedewerker heeft Eigen Verklaring bij indiensttreding niet naar waarheid ingevuld. Hij verzweeg zijn strafrechtelijk verleden. Daarnaast heeft hij een aantal van zijn nevenactiviteiten niet vermeld. De bankmedewerker heeft niet integer en zorgvuldig gewerkt (gedragsregel 1) en niet  zich aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank (gedragsregel 4).

Lees hieronder de samenvatting of vind hier de volledige uitspraak: uitspraak Tuchtcommissie Banken, 23 oktober 2024, TRB-2024-4844-TC.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De bankmedewerker heeft verklaard dat hij de Eigen Verklaring heeft aangepast na overleg met juriste, van wie hij had begrepen dat de desbetreffende stelling in de ‘Eigen Verklaring’ zo geïnterpreteerd kan worden dat daarmee wordt gedoeld op de situatie dat je al strafrechtelijk bent veroordeeld. De niet gemelde nevenactiviteiten betroffen ‘slapende’ rechtspersonen waarvan hij niet wist dat hij deze ook had moeten opgeven.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker een onjuist beeld heeft gewekt bij de bank over zijn justitiële documentatie, hetgeen een schending is van gedragsregel 1 (niet integer en zorgvuldig gewerkt).

De Tuchtcommissie stelt dat het niet voldoen aan de registratieplicht van nevenactiviteiten naar zijn aard onzorgvuldig is en in strijd is met de regels van de bank. De bank is door het nalaten van de bankmedewerker niet in staat geweest zich een oordeel te vormen over de vraag of de niet-geregistreerde nevenactiviteiten de belangen van de bank zouden (hebben) kunnen schaden. Hierdoor heeft de bankmedewerker de belangen van de bank veronachtzaamd. Er mag van een bankmedewerker worden verwacht dat hij op de hoogte is van de regels die voor de uitoefening van zijn functie gelden en dat hij zich daaraan houdt. Waarmee de Tuchtcommissie vaststelt dat de bankmedewerker gedragsregel 4 (zich niet houden aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden) heeft geschonden.

Uitspraak

De Tuchtcommissie Banken legt aan de bankmedewerker een beroepsverbod van vier maanden op, dit betekent dat hij gedurende een periode van vier maanden niet werkzaam mag zijn bij de bank.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.