Onjuiste urendeclaraties Gepost op 7 maart 2024 te 10:08.Geschreven door olavwagenaar Onjuiste urendeclaraties Tuchtcommissie, TRB-2023-4858-TC, 22 november 2023 Verweerder heeft langdurig onjuiste declaraties ingediend een heeft hiermee € 18.064,00 aan extra inkomen gegenereerd. Kern van de uitspraak: bewust onjuiste declaraties ingediend Verweerder heeft als uitzendkracht werkzaam voor de bank gedurende langere tijd bewust onjuiste declaraties ingediend. Nadat dit is ontdekt, heeft de verweerder in een gesprek bij de bank eerst verklaard dat hij zich er niet van bewust was dat hij extra toeslagen had gedeclareerd. Later in dat gesprek komt hij op deze verklaring terug en geeft hij aan de toeslag in het systeem van het uitzendbureau te hebben geregistreerd om extra inkomsten te kunnen genereren, terwijl hij wist dat hij daar geen recht op had. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De tuchtcommissie stelt vast dat hij bij het verrichten van zijn handelingen weloverwogen en slinks te werk is gegaan. Verweerder heeft zich door op deze wijze te handelen niet integer gehandeld en zich niet gehouden aan de wet en regels die gelden voor het werken bij de bank. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de gedragsregels 1 en 4 zijn geschonden Bij het bepalen van de aard en de eventuele duur van de maatregel heeft de tuchtcommissie in het nadeel van verweerder meegewogen: de relatief lange duur van de tuchtrechtelijk verwijtbare handelingen, de hoogte van het onterecht ontvangen bedrag en de mate van bewustheid en slinksheid waarmee verweerder de handelingen heeft verricht. Verweerder heeft namelijk weloverwogen gehandeld. Hij heeft zijn werkwijze uitgeprobeerd en nadat deze bleek te lukken de ploegentoeslag alleen gedeclareerd in het systeem van het uitzendbureau en niet tevens in het systeem van de bank. De tuchtcommissie legt een beroepsverbod op van 18 maanden. De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Klik op de link voor de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken.
Niet melden van nevenactiviteiten Gepost op 7 maart 2024 te 10:08.Geschreven door olavwagenaar Niet melden nevenactiviteiten bij andere bank Tuchtcommissie, TRB-2023-4845-TC, 22 november 2023 Verweerster heeft haar werkzaamheden bij een andere bank niet op de voorgeschreven wijze geregistreerd Kern van de uitspraak: nevenactiviteiten verzwegen en niet open en eerlijk geweest Verweerster heeft haar nevenactiviteiten bij een andere bank niet op de voorgeschreven wijze te registreren, door niet eerlijk te zijn tegenover de bank over deze nevenactiviteiten nadat zij hiermee werd geconfronteerd en door haar medewerking aan het onderzoek te staken nadat zij daarin met (voor haar nadelige) informatie van de bank werd geconfronteerd. De bank schrijft in haar regels uitdrukkelijk voor dat nevenactiviteiten geregistreerd dienen te worden. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De tuchtcommissie oordeelt dat het niet voldoen aan de registratieplicht van nevenactiviteiten naar zijn aard onzorgvuldig is en in strijd is met de regels van de bank. De bank is door het nalaten van verweerster om haar nevenactiviteit – nota bene bij een andere bank – te registreren, niet in staat geweest zich een oordeel te vormen over de vraag of deze activiteiten de belangen van de bank kunnen schaden. Hierdoor heeft verweerster de belangen van de bank veronachtzaamd. Bij het vaststellen van de maatregel weegt in het nadeel van verweerster dat zij op meerdere momenten niet eerlijk is geweest tegenover de bank over haar nevenactiviteiten, alsmede dat zij haar medewerking aan het onderzoek bewust heeft gestaakt. Dit neemt de tuchtcommissie verweerster kwalijk. Daar tegenover staat dat verweerster op zitting spijt heeft betuigd en dat die spijtbetuiging op de tuchtcommissie oprecht is overgekomen. Alles overwegende, legt de Tuchtcommissie Banken haar een beroepsverbod op van 3 maanden. De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Klik op de link voor de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken.
Raadplegen van rekeninggegevens zonder zakelijke grondslag Gepost op 25 januari 2024 te 15:41.Geschreven door olavwagenaar TRB-2023-4784-TC Tuchtcommissie, 25 oktober 2023 Verweerster heeft rekeninggegevens geraadpleegd zonder dat hier een zakelijke grondslag voor was. Hiermee heeft zij de gedragscode overtreden. De tuchtcommissie oordeelt dat verweerster de gedragsregels 1, 4 en 5 heeft geschonden en berispt verweerster voor haar handelen. Bij de oplegging van de maatregel worden de persoonlijke omstandigheden van verweerster meegewogen alsmede de zeer nadelige gevolgen van haar handelen welke zij reeds heeft ondervonden. De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. De uitspraak vind je hier.
Raadplegen rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding Gepost op 25 januari 2024 te 15:41.Geschreven door olavwagenaar TRB-2023-4760-TC Tuchtcommissie, 25 oktober 2023 Verweerster heeft rekeninggegevens geraadpleegd zonder dat hier een zakelijke reden aan ten grondslag lag. Ook heeft zij haar nevenactiviteiten niet correct geregistreerd. De tuchtcommissie oordeelt dat verweerster de gedragregels 1 en 4 heeft geschonden en legt als maatregel een voorwaardelijk beroepsverbod van drie maanden op. Bij de op te leggen maatregel overweegt de commissie in het voordeel van verweerster mee dat zij de gedragingen heeft erkend en zelfinzicht heeft getoond. Het feit dat zij thans werkzaam is als hypotheekadviseur en ten tijde van de gedragingen met een zware privé-situatie te kampen had wegen eveneens mee. De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. De uitspraak vind je hier.
Overtreding van de bankregels voor privé-aandelentransacties Gepost op 25 januari 2024 te 15:41.Geschreven door olavwagenaar TRB-2023-4772-TC Tuchtcommissie, 22 november 2023 Beëdigde heeft in strijd gehandeld met de bankregels voor privé-aandelentransacties, die (kort gezegd) strekken tot het tegengaan van (de schijn van) misbruik van voorkennis en daarmee tot bescherming van de integriteit van de financiële markt. Met dat handelen heeft beëdigde gedragsregels 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode geschonden. Bij het bepalen van de daaraan te verbinden tuchtrechtelijke maatregel heeft de Tuchtcommissie alle omstandigheden van het geval meegewogen. Onder meer is in aanmerking genomen (i) dat het – uit het procesdossier naar voren komende – uiteindelijke beeld is dat beëdigde onvoldoende scherp op de regels is geweest, (ii) dat beëdigde een leidinggevende functie bij de bank had en een ‘insider’ status als bedoeld in de bankregels voor privé-aandelentransacties aangemerkt had gekregen, (iii) dat de aandelen een groot bedrag vertegenwoordigden en de periode waarin de gedragingen zich voltrokken een aantal maanden besloeg, (iv) dat beëdigde nog extra alert op de regels had moeten zijn aangezien het ging om aandelen van een bedrijf waar een familielid van beëdigde werkzaam was en (v) dat in dit geval ten slotte nog sprake is van enkele in matigende zin mee te wegen (persoonlijke) omstandigheden. Alles overwegende acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan beëdigde als tuchtrechtelijke maatregel een geldboete van € 2.000,- wordt opgelegd. De uitspraak vind je hier. De naam van beëdigde is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Onrechtmatige overboekingen en toe-eigening gelden Gepost op 25 januari 2024 te 15:40.Geschreven door olavwagenaar TRB-2023-4759-TC Tuchtcommissie Banken, 26 april 2023 Verweerder, werkzaam bij de klantenservice van de bank, heeft zich van een klant van de bank in totaal € 3.650,- onrechtmatig toegeëigend. Dat heeft hij gedaan middels twee onrechtmatige overboekingen van de klantrekening naar zijn eigen rekeningnummer. Daarnaast had hij nog twee pogingen gedaan tot onrechtmatige overboekingen naar zijn eigen rekening, die niet zijn geslaagd. Verweerder heeft met zijn handelen gedragsregels 1, 4 en 7 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode geschonden. De Algemeen directeur heeft tegen de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken beroep ingesteld. De Commissie van Beroep Banken heeft op 4 september 2023 uitspraak gedaan. De uitspraak van de Tuchtcommissie Banken vind je hier.
Niet opgeven nevenwerkzaamheden: belangenverstrengeling Gepost op 22 november 2023 te 17:49.Geschreven door olavwagenaar TRB-2023-4381-TC Tuchtcommissie, 25 januari 2023 Verweerder heeft niet al zijn nevenwerkzaamheden op de juiste wijze en conform het beleid van de bank gemeld. Ook heeft hij niet integer gehandeld door zijn ondergeschikten hierbij te betrekken. Hiermee heeft hij (de schijn van) belangenverstrengeling gecreëerd. De tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van zes weken op. Verweerder en Aanklager hebben beroep bij de Commissie van Beroep Banken aangetekend tegen de uitspraak. De commissie van beroep vernietigde de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken en legde aan verweerder de maatregel van berisping op. De uitspraak van de Tuchtcommissie Banken vind je hier. De uitspraak van de Commissie van Beroep Banken vind je hier.
Geen openheid (door leidinggevend bankmedewerker) over nevenactiviteiten en financiële belangen; (schijn van) belangenverstrengeling Gepost op 22 november 2023 te 17:47.Geschreven door olavwagenaar TRB-2023-4747-TC Tuchtcommissie, 28 juni 2023 Verweerder was als (inhuur)manager werkzaam op een KYC-afdeling van de bank. Hij is tegenover de bank niet open geweest over zijn belangen in een aantal zakelijke entiteiten, terwijl hij op grond van de regels van de bank de verplichting had om die nevenactiviteiten te registreren in het daarvoor bestemde registratieprogramma van de bank. Door dit niet te doen, heeft verweerder dus (reeds) in strijd met die binnen de bank geldende regels gehandeld. En door voorts die zakelijke entiteiten te laten contracteren met de bank ter zake van werkzaamheden uit te voeren voor dezelfde KYC-afdeling heeft verweerder, mede gelet op de (grote) financiële belangen die daarmee gemoeid waren, (tevens) op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling teweeggebracht. Dit handelen van verweerder is niet integer en dient als ernstige schending van de bankierseed te worden opgevat, aldus de Tuchtcommissie. Verder is de Tuchtcommissie van oordeel dat verweerder, zowel in het onderzoek uitgevoerd door de bank als in het onderzoek uitgevoerd door de Algemeen directeur, onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven en zich aldus onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld. De Tuchtcommissie concludeert dan ook dat verweerder zowel gedragsregels 1 en 4 alsook gedragsregel 6 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. Bij het bepalen van de op te leggen maatregel weegt de Tuchtcommissie onder meer mee dat verweerder, tezamen met een (inhuur)medewerker op dezelfde afdeling, op listige en geraffineerde wijze te werk is gegaan en dat verweerder een leidinggevende functie bij de bank vervulde op (nota bene) een integriteitsgevoelige afdeling. Alles overwegende, acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van negen maanden wordt opgelegd. De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. De uitspraak vind je hier.
Samenwerking met leidinggevende bij nevenactiviteiten zonder transparantie daarover; (schijn van) belangenverstrengeling Gepost op 22 november 2023 te 17:46.Geschreven door olavwagenaar TRB-2023-4748-TC Tuchtcommissie, 28 juni 2023 Verweerder was als (inhuur)medewerker werkzaam op een KYC-afdeling van de bank. Hij en een (inhuur)manager op diezelfde afdeling hadden belangen in een aantal zakelijke entiteiten en hebben die zakelijke entiteiten laten contracteren met de bank ter zake van werkzaamheden uit te voeren voor dezelfde KYC-afdeling. Dit zonder over de betrokkenheid van die (inhuur)manager, als enerzijds leidinggevende bij de bank en anderzijds aandeelhouder bij de betrokken vennootschappen, transparant te zijn. Door op deze wijze met die leidinggevende samen te werken ter nastreving van eigen financieel gewin, waarbij het (bovendien) om (potentieel) grote financiële belangen ging, heeft verweerder op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling althans een belangenconflict teweeggebracht. Dit handelen van verweerder is – in ieder geval naar aard en strekking – in strijd met (gedrags)regels van de bank en niet integer en dient als ernstige schending van de bankierseed te worden opgevat, aldus de Tuchtcommissie. Verder is de Tuchtcommissie van oordeel dat verweerder in het onderzoek onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven en zich aldus onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld. De Tuchtcommissie concludeert dan ook dat verweerder zowel gedragsregels 1 en 4 alsook gedragsregel 6 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. Bij het bepalen van de op te leggen maatregel weegt de Tuchtcommissie onder meer mee dat verweerder, tezamen met vorenbedoelde leidinggevende, op listige en geraffineerde wijze te werk is gegaan. Alles overwegende, acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van zes maanden wordt opgelegd. De uitspraak vind je hier.
Nevenactiviteiten en (schijn van) belangenverstrengeling Gepost op 22 november 2023 te 17:45.Geschreven door olavwagenaar TRB-2023-4522-TC Tuchtcommissie, 26 juli 2023 Verweerder heeft op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling gewekt door (als zzp’er) voor de bank werkzaam te zijn en tegelijkertijd (via zijn vennootschap onder firma) betalingen te ontvangen van door hem aangedragen kandidaten bij de bank. Deze informatie is niet met de bank gedeeld, terwijl verweerder een direct financieel belang had bij (het laten voortduren van de dienstbetrekking van) die door hem aangedragen kandidaten die vervolgens bij de bank ook nog eens werkzaam waren in hetzelfde functiegebied als verweerder. Verweerder heeft de informatie bewust niet met de bank gedeeld, getuige het feit dat hij de betreffende kandidaten geheimhoudingsverklaringen heeft laten ondertekenen. Verweerder heeft aldus in strijd met de binnen de bank geldende regels, en niet integer, en derhalve in strijd met gedragsregels 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode gehandeld. Alle relevante omstandigheden van het geval in aanmerking nemende, legt de Tuchtcommissie aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van drie maanden op. De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. De uitspraak vind je hier.