Vertrouwelijke gegevens buiten de bank gebracht en gedeeld met zoon

TRB-2022-4678-TC
Tuchtcommissie, 23 november 2022

Verweerder is onderworpen aan het bankentuchtrecht, zodat de Tuchtcommissie bevoegd is het gedrag van verweerder te toetsen. Het ongeoorloofd buiten de bank brengen van vertrouwelijke informatie van de bank (met bijkomend het met een derde delen van die informatie) is een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Anders dan verweerder heeft aangevoerd kwam hem geen recht(vaardiging) toe dat te doen. Gelet op de functie en ervaring van verweerder had hij moeten weten dat hij niet zo met vertrouwelijke informatie had mogen omgaan. Verweerder heeft niet laten blijken dat hij dat volledig inziet. De tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van 8 maanden op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Ongeoorloofd bekijken rekeninggegevens, in dit geval voorwaardelijk beroepsverbod

TRB-2022-4667-TC
Tuchtcommissie, 23 november 2022

Verweerder heeft bij herhaling rekeninggegevens van klanten van de bank geraadpleegd zonder dat die raadplegingen geoorloofd waren. Verweerder heeft hiermee gedragsregels 1 en 4 geschonden van de aan de bankierseed verbonden gedragscode. Veelal wordt in dergelijke gevallen van (bij herhaling) ongeoorloofd bekijken van rekeninggegevens een (onvoorwaardelijk) beroepsverbod opgelegd. In dit geval wordt echter, vanwege specifieke omstandigheden (die door de Tuchtcommissie in verweerders voordeel worden meegewogen), een voorwaardelijk beroepsverbod van drie maanden opgelegd.

De uitspraak vind je hier.

Onrechtmatige overboekingen, toe-eigening gelden en frauduleuze handelingen ter verdoezeling

TRB-2022-4581-TC
Tuchtcommissie, 2 november 2022

Verweerder heeft onrechtmatige overboekingen verricht van in totaal ongeveer € 195.000,- vanaf de bankrekening van erfgenamen van een (overleden) klant van de bank. Verweerder heeft zich geld toegeëigend waarop hij geen recht had.
Bovendien heeft verweerder diverse (frauduleuze) handelingen verricht om ervoor te zorgen dat de bewuste transacties voor die erfgenamen en de bank verborgen zouden blijven.
Tevens heeft verweerder aan een collega die betrokken was bij de onrechtmatige overboekingen, een bedrag van € 13.000,- overgemaakt (zie de uitspraak van 27 juli 2022 van de Tuchtcommissie , met kenmerk TRB-2022-4582-TC).
De conclusie van de Tuchtcommissie luidt dat het in deze zaak om zeer ernstige schendingen van de aan de bankierseed verbonden gedragsregels gaat (gedragsregels 1, 4 en 7). Verweerder heeft met zijn handelen er blijk van gegeven dat hij niet kan worden vertrouwd als hij in de uitoefening van zijn functie de beschikking krijgt over geld van klanten. De Tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 36 maanden passend.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Ongeoorloofd raadplegen van rekeninggegevens en delen klantgegevens

TRB-2022-4749-TC
Tuchtcommissie, 2 november 2022

Het was verweerder niet toegestaan bankzaken te behandelen voor cliënten met wie hij privé een (nauwe) relatie heeft en evenmin klantgegevens in te zien van iemand die hij kent, of dergelijke gegevens uit nieuwsgierigheid te bekijken. Verder is het onzorgvuldig geweest een WhatsApp-groep aan te maken met daarin klanten van de bank. Hierdoor zijn ongevraagd namen en/of telefoonnummers van klanten gedeeld, waardoor deze gegevens buiten de bank werden gebracht en de privacy van deze klanten is geschonden. Een en ander is niet integer en in strijd met de regels van de bank. Het handelen van verweerder is in strijd met gedragsregels 1 en 4 en rechtvaardigt een beroepsverbod van twee maanden.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht

TRB-2022-4673-TC
Tuchtcommissie, 2 november 2022

Het staat vast dat de gegevens die door verweerster buiten de beschermde omgeving van de bank zijn gebracht zeer privacygevoelig zijn. Het gaat om ongeveer 500 bijlagen met onder meer klantgegevens. Hiermee heeft verweerster niet integer gehandeld. Bovendien schaadt dit het vertrouwen dat de samenleving in de bank als professionele instelling moet kunnen stellen. Verweerster heeft gedragsregels 1, 4, 5 en 7 geschonden. De Tuchtcommissie beslist dat een beroepsverbod van zeven maanden passend is.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Brief bankmedewerker gebruikt door bank in civiele procedure – herzieningsverzoek aangehouden

TRB-2022-4803-AD
Algemeen Directeur, 11 augustus 2022
en
TRB-2022-4803-HV-1
Herzieningsbeslissing, 9 oktober 2022

De melding ziet op de inhoud van een brief die de oud-bankmedewerker heeft geschreven op verzoek van de bank. Die brief is gebruikt in een civiele procedure tussen de bank en de melders. De Algemeen directeur doet geen nader onderzoek naar de melding. De gedraging van de oud-bankmedewerker staat naar het oordeel van de Algemeen directeur in een te ver verwijderd verband met de functie die de oud-bankmedewerker voor zijn pensioen bij de bank had. Dit betekent dat de gedraging naar oordeel van de Algemeen directeur niet onder het bereik van het bancaire tuchtrecht valt.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen directeur verzocht.

De voorzitter van de tuchtcommissie heeft het herzieningsverzoek aangehouden. De voorzitter van de Tuchtcommissie is van oordeel dat er nog een aantal belangrijke vragen onbeantwoord blijven. De voorzitter van de tuchtcommissie geeft de Algemeen directeur de gelegenheid om nader onderzoek te doen en binnen twee maanden schriftelijk te reageren op het herzieningsverzoek.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.

bij beslissing van 18 januari 2023 heeft de voorzitter van de tuchtcommissie de herziening afgewezen

Communicatie door bankmedewerkster rond identificatieproces II – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2022-4786-AD
Algemeen Directeur, 3 augustus 2022
en
TRB-2022-4786-HV
Herzieningsuitspraak, 9 oktober 2022

De melding ziet op de communicatie door de bankmedewerkster rond het identificatieproces van de bank. De Algemeen directeur doet geen nader onderzoek naar de melding omdat hij van mening is dat niet is gebleken dat de bankmedewerkster bij de afhandeling van de klacht een onzorgvuldige afweging van belangen heeft gemaakt. Evenmin kan worden geconcludeerd dat de bankmedewerkster in haar e-mails aan de melder onzorgvuldig en onduidelijk heeft gecommuniceerd. Verder heeft de bankmedewerkster namens de bank excuses aangeboden voor het niet beantwoorden van vragen van de melder.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen directeur verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter is het eens met de Algemeen directeur dat niet is gebleken dat de bankmedewerker tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de uitspraak van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.

Communicatie door bankmedewerker rond identificatieproces I – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2022-4785-AD
Algemeen directeur, 3 augustus 2022
en
TRB-2022-4785-HV
Herzieningsbeslissing, 9 oktober 2022

De melding ziet op de communicatie door de bankmedewerkster rond het identificatieproces van de bank. De Algemeen directeur doet geen nader onderzoek naar de melding omdat het niet op zijn  weg ligt om een oordeel te geven over de vraag of de wijze waarop de bank haar identificatieprocedure heeft vormgegeven in overeenstemming is met wet- en regelgeving. Eveneens is uit de melding niet gebleken dat de bankmedewerkster heeft gedreigd en/of inconsistent en onredelijk is geweest in haar communicatie naar de melder.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen directeur verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De melder stelt dat de e-mails van de bankmedewerkster onduidelijk waren, dat zij niet klantvriendelijk is geweest door het uitblijven van een reactie op e-mails en dat zij toezeggingen niet is nagekomen. De voorzitter is het eens met de Algemeen directeur dat niet is gebleken dat beëdigde tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.

Juistheid uitgaan van stelselsaldo betreft civiele kwestie – herzieningsverzoek afgewezen

TRB-2022-4805-AD
Algemeen Directeur, 29 augustus 2022
en
TRB-2022-4805-HV
Herzieningsbeslissing, 18 oktober 2022

De melding houdt in dat de bankmedewerker onterecht zou hebben verklaard dat er onvoldoende saldo op de rekening van een Openbaar Lichaam ten laste van wie melder derdenbeslag had gelegd, stond.

De Algemeen Directeur begrijpt dat de bankmedewerker is afgegaan op een e-mail van een collega. Dat de bankmedewerker zich door deze informatie heeft laten leiden, acht de Algemeen Directeur niet onbegrijpelijk en niet onjuist. De bankmedewerker heeft vervolgens in haar correspondentie telkens op een behoorlijke wijze op e-mails en vragen van melder gereageerd en waar mogelijk uitleg gegeven. Of de bankmedewerker (of haar collega) terecht is uitgegaan van het stelselsaldo van de bankrekeningen van de schuldenaar en van verrekening, is niet aan de Algemeen Directeur om over te oordelen. Dat oordeel is aan de burgerlijke rechter.

Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter is met de Algemeen Directeur van oordeel dat de vraag of de bankmedewerker terecht is uitgegaan van het stelselsaldo thuishoort in de civiele procedure die melder tegen de bank heeft aangespannen. De kantonrechter heeft zich over die vraag niet uitgelaten omdat de vorderingen van melder op andere gronden niet toewijsbaar zijn. Dat brengt echter niet mee dat het aan de Algemeen Directeur zou zijn zich hierover een oordeel te vormen. Tegen de achtergrond van het vonnis van de kantonrechter mist melder bovendien een te respecteren belang bij de melding.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.

Melding onvoldoende onderbouwd

TRB-2022-4758-AD
Algemeen directeur, 5 juli 2022
en
TRB-2022-4758-HV
Herzieningsbeslissing, 29 augustus 2022

De melding houdt in dat de beëdigde niet integer zou hebben gehandeld en zich niet zou hebben ingespannen het vertrouwen in de financiële sector te behouden door compliance meldingen te negeren en door te dreigen met het opzeggen van de kredietrelatie. Daarnaast houdt de melding in dat sprake is van belangenverstrengeling omdat de beëdigde bevriend zou zijn met de statutair directeur.

De Algemeen directeur heeft de melding geseponeerd omdat melder onvoldoende heeft onderbouwd dat (concrete) compliance meldingen de beëdigde hebben bereikt. Verder is niet gebleken dat de beëdigde heeft gedreigd maar slechts de gevolgen van de ontstane conflictsituatie heeft geschetst, waaronder het intrekken van de financiering door de bank. Ook heeft melder onvoldoende onderbouwd dat de beëdigde partijdig is geweest of de schijn daarvan heeft gewekt. De conclusie is dat de beëdigde geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.
De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter kan zich vinden in de beslissing van de Algemeen directeur en de gronden die hij daarvoor aanvoert. De voorzitter ziet geen aanleiding de Algemeen directeur te vragen nader onderzoek te doen.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.