Bekijken rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding; beroepsverbod

TRB-2018-3880. 

Verweerder heeft in de periode van 1 juli 2015 tot en met 20 juli 2017 bij herhaling rekeninggegevens van klanten bekeken zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Verweerder bekeek de rekeninggegevens van familieleden, collega’s  en buurtgenoten. De Algemeen Directeur stelde een beroepsverbod voor de duur van 3 maanden voor. De Tuchtcommissie wijkt in het nadeel van verweerder af van dit voorstel, vanwege het grote aantal personen van wie de rekeningen zijn bekeken, de lange periode waarbinnen de gedragingen hebben plaatsgevonden en de maatregelen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van 4 maanden op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: dossier 3880 uitspraak Tuchtcommissie

Vertrouwelijke gegevens uploaden; beroepsverbod

TRB-2018-3868-TC
Tuchtcommissie, 19 december 2018

Verweerder  heeft (met behulp van WeTransfer en GoogleDocs) circa twee gigabyte aan bankgegevens, zonder toestemming van de bank, buiten de bank gebracht.

Namens de Algemeen Directeur is gesteld dat verweerder gevoelige en vertrouwelijk informatie buiten de bank heeft gebracht. Het betrof onder meer specifieke, concrete en belangrijke gegevens over de zakelijke risico’s van de bank.                                                                                                
Verweerder heeft aangevoerd dat hij geen kwade bedoelingen had en dat zijn handelen niet binnen de uitoefening van zijn functie als Risk Manager valt, zodat het niet onder het tuchtrecht valt.  
De Tuchtcommissie volgt dit standpunt van verweerder niet. Voor overtreding van de gedragscode is niet vereist dat het handelen heeft plaatsgevonden in de uitoefening van de functie. De gedragscode ziet op ‘de bankmedewerker’ en het handelen in die hoedanigheid. Verweerder beschikte uit hoofde van die hoedanigheid over de betreffende data waardoor zijn handelen met betrekking tot die data binnen het bereik van het tuchtrecht valt. De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder misbruik heeft gemaakt van informatie van de bank waarover hij de beschikking had, door (een deel van) de gegevens te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze waren bestemd. Hierdoor heeft hij zijn eigen belang voor laten gaan boven het belang van de bank. De samenleving mag verwachten dat elke bankmedewerker integer met de informatie van de bank omgaat. Indien het deel van deze gegevens dat zag op de zakelijke risico’s van de bank in de openbaarheid zou zijn gekomen, dan zouden de gevolgen voor de bank en haar klanten zeer ernstig kunnen zijn geweest en zou aldus onrust in de samenleving omtrent de bank en de bancaire sector teweeg zijn gebracht. De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankierseed en de gedragscode door verweerder met voeten is getreden. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van 12 maanden op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de beslissing van de Tuchtcommissie: dossier 3868 beslissing Tuchtcommissie

Tegen de beslissing werd beroep ingesteld, lees hier de beslissing in de beroepszaak.

Klantgegevens kopiëren en meenemen; beroepsverbod

TRB-2018-3866-TC
Tuchtcommissie, 19 december 2018 

Verweerder  heeft pensioengegevens van klanten van de bank gekopieerd op twee USB-sticks en meegenomen. Eén van deze USB-sticks is verweerder later binnen de bank kwijtgeraakt, waarna deze werd gevonden. Op deze USB-stick heeft verweerder ook een PowerPoint presentatie van de bank over pensioenen opgeslagen.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder vertrouwelijke klantgegevens zonder toestemming buiten de bank heeft gebracht. Verweerder had daarbij als doel om de gegevens eventueel te gebruiken ten behoeve van zichzelf en zijn bedrijf. Verweerder heeft hierdoor misbruik gemaakt van informatie van de bank waarover hij beschikking had. De klacht hierover is gegrond. De Tuchtcommissie kan niet vaststellen dat het kopiëren en het delen van de PowerPoint presentatie in strijd is geweest met de gedragscode en verklaart de klacht hierover ongegrond. Ten aanzien van de vraag welke maatregel passend is overweegt de Tuchtcommissie onder meer dat verweerder het klantbelang ernstig tekort heeft gedaan en dat het een geluk te noemen is dat de USB-stick binnen de bank is verloren en niet op een plaats buiten de bank. Het ongeoorloofd buiten de bank brengen van klantgegevens acht de Tuchtcommissie een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van 9 maanden op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: dossier 3866 uitspraak Tuchtcommissie

Internetgebruik voor privé-doeleinden door bankmedewerker; berisping

TRB-2018-3862-TC
Tuchtcommissie, 19 december 2018

Verweerder heeft vanaf zijn werkplek en met gebruikmaking van zijn werkcomputer veelvuldig gebruik gemaakt van het internet voor privédoeleinden. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van zoektermen die leiden naar pornografisch materiaal gezocht. Verweerder heeft verder onder meer veelvuldig aan voetbal gerelateerde websites bezocht.

Namens de Algemeen Directeur is gesteld dat verweerder zijn werkgever door zijn handelen heeft benadeeld. Namens verweerder is in dit verband naar voren gebracht dat dit aspect geen onderdeel uitmaakte van de melding die de bank bij de Algemeen Directeur heeft ingediend. De Tuchtcommissie overweegt hierover, onder verwijzing naar het Tuchtreglement Bancaire Sector, dat de Algemeen Directeur naar aanleiding van een melding beslist of hij een klacht voorlegt aan de Tuchtcommissie. Hij is niet gebonden aan de inhoud van de voorgelegde melding. De Algemeen Directeur is daarnaast ook zelfstandig bevoegd een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie. Dit verweer slaagt daarom niet. Namens verweerder is verder aangevoerd dat de gedragingen niet onder het bancaire tuchtrecht vallen, omdat het in de kern om privégedragingen gaat, althans om een conflict in de arbeidsrechtelijke sfeer. De Tuchtcommissie verwerpt dit standpunt en wijst erop dat de computerfaciliteiten van de bank veelvuldig zijn gebruikt voor het zoeken naar ontoelaatbaar en mogelijk strafbaar materiaal. Dit kan zozeer negatief afstralen op de bank  dat het afbreuk doet aan het vertrouwen dat klanten in de bank moeten kunnen stellen.  Verweerder heeft de interne regels van de bank omtrent internetgebruik geschonden en niet integer gehandeld. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een berisping op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3862 Tuchtcommissie

Beroepsverbod van 18 maanden voor voormalig directievoorzitter

TRB-2018-3618-TC.
Tuchtcommissie, 31 oktober 2018

Verweerder was in dienst van de bank als directievoorzitter. Met verweerder is op 3 december 2005 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Deze vaststellingsovereenkomst hield een vertrekregeling in. Aan deze vaststellingsovereenkomst mocht verweerder geen uitvoering geven. Verweerder heeft voorzien in een alternatieve regeling voor zijn vertrek bij de bank. Ter uitvoering hiervan heeft verweerder onder meer een bedrag van € 1,5 miljoen doen overboeken naar een Stichting, waarvan hij enig bestuurder was. Verweerder zou zijn werkzaamheden voor de bank beëindigen door middel van een beëindigingsovereenkomst en zou een dienstverband krijgen bij de Stichting. Deze overeenkomsten zijn niet tot stand gekomen. Het bedrag van € 1,5 miljoen is door de Stichting teruggeboekt naar de bank.

De tuchtcommissie stelt vast dat verweerder in samenspraak met de voorzitter van de Raad van Commissarissen stappen heeft gezet om een alternatieve invulling te geven aan de vaststellingsovereenkomst betreffende zijn vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie is van oordeel dat de wijze waarop verweerder uitvoering heeft gegeven aan de alternatieve regeling voor zijn vertrek materieel relevante gelijkenis vertoont met de niet goedgekeurde vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie concludeert dat verweerder niet zorgvuldig heeft gehandeld en onzorgvuldig is omgegaan met betrokken belangen, in die zin dat hij overwegend voorrang heeft gegeven aan zijn eigen belang boven het belang van de bank. Het handelen van verweerder draagt niet bij aan het vertrouwen van de samenleving in het bankwezen. Verweerder heeft het beeld gecreëerd van een bankmedewerker die – zonder daarover open te zijn – tracht zichzelf via een omweg alsnog de oorspronkelijke (riante) vertrekregeling te doen toekomen. De tuchtcommissie overweegt dat, anders dan de Algemeen Directeur heeft gesteld, niet is komen vast te staan dat verweerder wet- en regelgeving heeft geschonden. In de persoonlijke omstandigheden van verweerder ziet de tuchtcommissie aanleiding om de duur van het door de Algemeen Directeur voorgestelde beroepsverbod (24 maanden) enigszins te matigen. De tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 18 maanden passend.

De naam van verweerder wordt bij onherroepelijk worden van de beslissing opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak dossier 3618

Kopiëren handtekening klant: beroepsverbod

TRB-2018-3754-TC
Tuchtcommissie, 17 oktober 2018

Verweerder heeft een formulier ‘Opdracht tot waardeoverdracht’ ondertekend met een handtekening, die de handtekening van een klant voorstelt. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werken bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De klacht van de Algemeen Directeur acht de Tuchtcommissie dan ook gegrond.

Het kopiëren van een handtekening van een klant is naar het oordeel van de Tuchtcommissie in alle gevallen een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. De Tuchtcommissie acht in beginsel een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend. Vanwege verzachtende omstandigheden (het niet goed functionerende werkproces, het gebrek aan collegialiteit van de andere afdeling bij het oplossen van fouten en het gevoel van verweerster dat zij regelmatig gemaakte fouten binnen de organisatie niet kon aankaarten bij haar leidinggevende) ziet de Tuchtcommissie aanleiding om aan verweerster een beroepsverbod voor de duur van twee weken op te leggen.

De naam van de verweerder wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier 3754 uitspraak Tuchtcommissie

 

Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker VI

TRB-2018-3807-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerder  heeft twee hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaringen gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij de hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 4 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier 3807 uitspraak Tuchtcommissie

Nabootsen van handtekeningen van klanten door bankmedewerker

TRB-2018-3806-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerder  heeft twee hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten nagebootst op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten na te bootsen onder de slotverklaringen bij hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 4 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier 3806 uitspraak Tuchtcommissie

Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker V

TRB-2018-3801-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerster  heeft drie hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerster heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerster heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaringen gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij de hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerster niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerster een beroepsverbod van 4 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3801 uitspraak Tuchtcommissie

Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker IV

TRB-2018-3798-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerder  heeft acht hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaringen gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij de hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 6 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3798 uitspraak Tuchtcommissie