Zonder toestemming klant geld opnemen voor eigen gebruik; beroepsverbod

TRB-2017-3562. 

Verweerder onderhoudt nauw contact met een kwetsbare klant van de bank. Na enige tijd vraagt hij haar om geld dat hij uitgeeft in het casino. In de hierop volgende maand neemt verweerder, zonder toestemming van de klant, in totaal € 4.750 op van de bankrekening van de klant en geeft dit uit in het casino. Nadat de geldopnames aan het licht komen, probeert verweerder zijn handelen zo lang mogelijk te verhullen. De Tuchtcommissie oordeelt dat verweerder met zijn handelen de gedragsregels heeft overtreden, doordat hij niet integer en zorgvuldig heeft gehandeld.

Verweerder heeft door zijn handelen het vertrouwen dat in bankmedewerkers moet kunnen worden gesteld, ernstig beschaamd en geschaad. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van een periode van achttien maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3562

Vervalsen accountantsverklaring; beroepsverbod

TRB-2017-3532. 

Verweerder was als zelfstandige via een tussenpersoon werkzaam voor de bank. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheden werd als voorwaarde gesteld dat verweerder ieder kwartaal een accountantsverklaring overlegt. Omdat verweerder niet over deze verklaring beschikte, overhandigt hij een valse verklaring. De Tuchtcommissie stelt vast dat verweerder met zijn handelen de gedragscode heeft geschonden, doordat hij niet integer en zorgvuldig heeft gehandeld en zich bovendien schuldig heeft gemaakt aan schending van de voor hem geldende regels. Daarnaast heeft verweerder geen enkel inzicht getoond in de laakbaarheid van zijn handelen. Aan verweerder wordt een beroepsverbod van één jaar opgelegd.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3532

Aanvragen creditcard op naam van klant en geld opnemen voor eigen gebruik; beroepsverbod

TRB-2017-3600. 

In plaats van een rekening op te heffen, heeft verweerder tot twee maal toe op naam van een klant een creditcard aangevraagd en deze naar zichzelf op het kantoor van de bank laten sturen. Vervolgens heeft verweerder van deze creditcard gebruikt gemaakt door een bedrag van € 3.200 op te nemen en dit bedrag voor zichzelf te houden. Verweerder heeft inmiddels een terugbetalingsregeling met de bank getroffen. De Tuchtcommissie heeft geoordeeld dat verweerder bij herhaling in strijd heeft gehandeld met de door hem afgelegde bankierseed. Ten voordele van verweerder weegt de Tuchtcommissie mee dat hij in de onderhavige procedure open is geweest over zijn handelen en ervan blijk heeft gegeven dat hij inziet dat zijn handelen ontoelaatbaar is geweest. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van zes maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3600

Bekijken klantgegevens schoonouders; beroepsverbod

TRB-2017-3574. 

Verweerder heeft zonder zakelijke aanleiding veelvuldig de rekeninggegevens van zijn schoonouders bekeken en naar aanleiding daarvan een anonieme ansichtkaart aan zijn schoonouders verstuurd. Hiermee heeft verweerder gehandeld in strijd met de door hem afgelegde bankierseed.

Daarnaast heeft verweerder rekeninggegevens van derden en zijn partner bekeken, terwijl dit hem op grond van de interne regels van de bank niet was toegestaan. Dat verweerder thuis bankzaken voor zijn partner regelde, maakt dit niet anders. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van zes maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3574

Privé-uitgaven met zakelijke creditcard

TRB-2017-3568. 

Verweerster heeft een zakelijke creditcard gebruikt voor privé-uitgaven. Verweerster heeft in de administratie aan deze uitgaven een zakelijk karakter toegekend en heeft haar leidinggevende, vanwege het feit dat zij niet beschikte over de benodigde bonnetjes, verzocht een verklaring op te stellen over de zakelijke aard van de uitgaven, terwijl die niet aanwezig was. De leidinggevende heeft hierop onbedoeld een verklaring opgesteld, met een daarin – naar later is gebleken – onjuiste inhoud. Met deze gedragingen heeft verweerster de Gedragscode voor bankmedewerkers overtreden. De Tuchtcommissie legt aan verweerster een berisping op.

Bij de oplegging van deze maatregel heeft de Tuchtcommissie rekening gehouden met de bijzondere persoonlijke situatie waarin verweerster verkeerde en de tijdspanne waarin de gedragingen hebben plaatsgevonden (een groot deel van de betalingen is verricht voor invoering van de bankierseed en zijn derhalve niet meegenomen in deze beslissing). Voorts heeft de Tuchtcommissie meegewogen dat verweerster haar medewerking heeft verleend aan het treffen en nakomen van een terugbetalingsregeling met de bank.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3568

Bekijken klantgegevens zonder zakelijke aanleiding II; beroepsverbod

TRB-2016-3540. 

Vervolg op tussenbeslissing van 19 september 2016.

Verweerster heeft frequent zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens bekeken van cliënten van de bank. Het ging daarbij om rekeninggegevens van personen in haar directe (privé-)omgeving. Hiermee heeft verweerster niet integer gehandeld. Zij heeft zich evenmin gehouden aan de regels die voor het werk bij de bank gelden. Doordat zij informatie over deze rekeninggegevens aan haar partner heeft verteld, heeft zij gehandeld in strijd met de gedragsregel dat zij vertrouwelijke informatie geheim moet houden. Voorts heeft verweerster bankzaken van klanten waarmee eveneens een privérelatie bestond, behandeld. Verweerster heeft de betreffende rekeninghouders te woord heeft gestaan, heeft gekeken in de rekeningen van de rekeninghouders en heeft geïnventariseerd of de betreffende rekeninghouders konden worden doorverwezen naar collega’s.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster deze klanten, zoals de interne gedragsregels van de bank voorschrijven, direct had moeten (en kunnen) doorverwijzen naar collega’s zonder eerst hun rekeninggegevens te bekijken. Aldus heeft verweerster gehandeld in strijd met de interne regels van de bank.  De Tuchtcommissie legt verweerster de aanwijzing op dat zij gedurende een periode van zes maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download de volledige uitspraak hier: Uitspraak dossier 3540.

Belangenverstrengeling en inleidende overwegingen aanlevering stukken; beroepsverbod

TRB-2016-3508-TC.
Tuchtcommissie, 1 maart 2017
Vervolg op tussenbeslissing van 19 september 2016

1. De Tuchtcommissie geeft inleidende overwegingen over de aanlevering van interne onderzoeksrapporten die ten grondslag worden gelegd aan de tuchtprocedure. De Tuchtcommissie stelt zich op het standpunt dat deze rapporten in niet-geanonimiseerde vorm moeten worden aangeleverd, om aan adequate waarborgen voor een behoorlijke procesgang te voldoen.

2. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de Tuchtcommissie schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Verweerder was, in zijn hoedanigheid als werknemer van de bank, financieel adviseur van de cliënte. Daarnaast is verweerder in de privésfeer een hypothecaire financiering met cliënte aangegaan. Verweerder had zich, gelet op zijn professionele relatie met cliënte, hiervan moeten onthouden en heeft verweerder de belangen van de klant niet centraal gesteld. Voor de overboeking van het geld van de cliënte dat nodig was om de koopprijs van de woning te voldoen, heeft verweerder voorts gebruik gemaakt van de interne systemen van de bank die daarvoor niet zijn bedoeld. Hiermee heeft verweerder in strijd gehandeld met de interne regels. Toen deze opdracht werd geweigerd heeft Verweerder getracht zijn eigen betrokkenheid bij de transactie te verbergen. De Tuchtcommissie legt verweerder de aanwijzing op dat hij gedurende een periode van een jaar niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download de volledige uitspraak hier: Uitspraak dossier 3508.

 

Bekijken klantgegevens zonder zakelijke aanleiding; beroepsverbod

TRB-2016-3542. Datum beslissing: 30 november 2016

Verweerster heeft zonder zakelijke aanleiding veelvuldig klantgegevens bekeken. Dergelijk handelen was haar op grond van de interne regels van de bank niet toegestaan. De stelling van verweerster dat mogelijk anderen op haar werkplek met haar account klantgegevens zouden hebben bekeken acht de Tuchtcommissie niet aannemelijk geworden. Verweerster heeft door haar handelen de door haar afgelegde bankierseed en de daaraan verbonden gedragscode (in het bijzonder de artikelen 1 en 4) geschonden.

De Tuchtcommissie legt verweerster de aanwijzing op dat zij gedurende een periode van zes maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector. De Tuchtcommissie acht hierbij relevant dat het dienstverband van verweerster in verband met de geconstateerde gedragingen door de bank is geëindigd en dat de bank de gegevens van verweerster reeds in een tweetal registers heeft opgenomen, als gevolg waarvan verweerster naar verwachting langdurig niet in de bancaire sector werkzaam kan zijn.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3542

Werkingsgebied bankierseed; privé-handelingen

TRB-2016-3536.

Tuchtcommissie, 30 november 2016

Verweerder ontvangt een geldbedrag op zijn privé-rekening, waarvan hij wist dat dit geld niet voor hem bedoeld was. In plaats van de fout te herstellen, boekt verweerder het geldbedrag over naar verschillende rekeningen, waaronder de bankrekening van zijn vriendin. Pas na lang aandringen herstelt verweerder de fout en stort hij het geld terug naar de klant van de bank, van wie het geld afkomstig was. De Tuchtcommissie is van oordeel dat het handelen van verweerder niet valt onder het bereik van de afgelegde bankierseed. Verweerder heeft immers geen handelingen verricht in de uitoefening van zijn functie en daarmee binnen de grenzen van zijn functie. Dat verweerder de handelingen heeft verricht tijdens werktijd en dat de overboeking afkomstig was van een klant van de bank waar verweerder werkzaam was, maakt dit niet anders. Volgt niet-ontvankelijkverklaring klager.

Update 2 januari 2017: tegen de beslissing is beroep aangetekend door de aanklager.
Update 24 maart 2017: de Commissie van Beroep heeft de uitspraak van de Tuchtcommissie vernietigd. Meer leest u hier.

Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3536

Ten onrechte blokkeren betaalrekening; gegronde klacht zonder oplegging maatregel

TRB-2016-3548-TC
Tuchtcommissie, 5 oktober 2016

Vervolg op herzieningsverzoek (TRB-2016-3548-HV). Verweerder heeft de bankrekening van melder geblokkeerd, nadat door de bank diverse pogingen waren gedaan om in contact te komen met de melder. Het blokkeren van de betaalrekening was onder de gegeven omstandigheden op grond van interne regels van de bank niet toegestaan. Verweerder heeft de blokkering niet besproken met zijn leidinggevende. Het is aannemelijk dat melder van de blokkering van zijn rekening hinder heeft ondervonden. Gelet hierop heeft verweerder geen zorgvuldige afweging van belangen gemaakt en de belangen van de klant onvoldoende centraal gesteld. De Tuchtcommissie verklaart de klacht gegrond, maar legt aan verweerder geen maatregel op.

Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3548