Geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt leidinggevende – sepot

TRB-2020-4473-AD-2
Algemeen Directeur, 25 september 2020

Vervolg op herzieningsbeslissing 14 mei 2020

De Algemeen Directeur is van oordeel dat melder (curator van een failliete onderneming) over een voorgenomen schikking tussen de bank en een debiteur van de failliet had moeten worden geïnformeerd, omdat melder daarbij een zwaarwegend (klant)belang had. Dit kan echter niet beëdigde worden aangerekend. Hij wist niet dat melder niet zou worden geïnformeerd. Van hem als leidinggevende kan verder niet worden verwacht dat hij specifiek erop had moeten toezien dat zijn ondergeschikte melder op voorhand zou informeren. Beëdigde kan dan ook geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. De Algemeen Directeur seponeert de zaak.

 

Raadplegen rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding

TRB-2020-4443-AD
Algemeen Directeur, 26 juni 2020

Beëdigde heeft eind 2016 vier keer rekeninggegevens geraadpleegd zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Beëdigde heeft daarmee de bankierseed geschonden. Gelet op het geringe aantal raadplegingen, het tijdsverloop en met name het inzicht van beëdigde in het kwalijke van haar handelen, is de Algemeen Directeur van oordeel dat er geen aanleiding meer bestaat voor verder tuchtrechtelijk ingrijpen. De Algemeen Directeur seponeert daarom de zaak.

De beslissing van de Algemeen Directeur vind je hier.

Raadplegen vertrouwelijke gegevens niet gebleken

TRB-2020-4460

Volgens de melders zou beëdigde zonder zakelijke aanleiding hun rekeninggegevens hebben bekeken. De door beëdigde geraadpleegde informatie zou voorts door hem voor privédoeleinden zijn gebruikt in brieven en procedures. De Algemeen Directeur heeft naar aanleiding van deze melding een onderzoek ingesteld. Uit dit onderzoek is gebleken dat de bank heeft geconstateerd dat beëdigde de gegevens van de melders niet heeft geraadpleegd. Beëdigde betwist ook dat hij de rekeninggegevens van de melders heeft geraadpleegd. De Algemeen Directeur concludeert dat uit het onderzoek niet is gebleken dat beëdigde de bankierseed heeft geschonden en seponeert de zaak.

Download hier de beslissing: Beslissing AD 4460

Weigeren toegang bankkantoren en opzegging bankrelatie geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen

TRB-2020-4436.

Een melder heeft een melding ingediend omdat – toen hij weigerde een offerte te tekenen – de beëdigde kwaad zou zijn geworden. De beëdigde zou vervolgens (volgens de melder: ten onrechte) hem de toegang tot de bankkantoren  hebben ontzegd. De beëdigde heeft een toelichting gegeven op zijn handelen. 

De Algemeen Directeur legt geen klacht voor aan de Tuchtcommissie en seponeert de zaak. Op grond van de door de melder verstrekte informatie is onvoldoende aannemelijk dat de beëdigde de bankierseed heeft geschonden. Het weigeren van de toegang tot de bankkantoren en het opzeggen van de bankrelatie is een beslissing van de bank en betreft geen gedraging die de beëdigde persoonlijk tuchtrechtelijk kan worden aangerekend. Dat de beëdigde op een tuchtrechtelijk verwijtbare wijze boos zou zijn geworden, volgt niet uit de melding. De melding is op dit punt onvoldoende onderbouwd. 

De melder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid herziening te vragen van de beslissing bij de voorzitter van de Tuchtcommissie.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur van 7 april 2020: 4436 Beslissing AD

Leidinggevenden handtekeningendossier – 5 sepots

TRB-2020-3983/3986/3988/3993/4317.

De Algemeen Directeur is ambtshalve een onderzoek gestart naar meerdere leidinggevenden in  verband met mogelijke betrokkenheid bij het kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerkers. In de vijf hieronder gepubliceerde beslissingen seponeert de Algemeen Directeur deze zaken.

De leidinggevenden vervulden functies waarbij zij verantwoordelijkheden droegen voor de bankmedewerkers die hypotheekadviezen gaven. Een groot aantal bankmedewerkers die (indirect) werkzaam waren onder leiding van deze leidinggevenden heeft handtekeningen van klanten gekopieerd. De Algemeen Directeur oordeelt in deze zaken dat niet aannemelijk is geworden dat deze leidinggevenden kennis droegen van het kopiëren van handtekeningen door bankmedewerkers en/of hun werkwijze klanten tweemaal te laten tekenen voor een hypotheekadvies. Daarom valt deze leidinggevenden daaromtrent geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. De leidinggevenden waren wel bekend met de problemen in het hypotheekadvies-proces en hadden ook een (formele) rol de door hen gesignaleerde problemen aan te pakken. Hoewel de leidinggevenden het kopiëren van handtekeningen niet hebben kunnen voorkomen en vragen kunnen worden gesteld of zij wel voldoende doortastend hebben gehandeld bij de aanpak van de bestaande problemen, is echter niet voldoende aannemelijk geworden dat zij op tuchtrechtelijk verwijtbare wijze in deze rol zijn tekortgeschoten.

Omdat het ambtshalve onderzoeken van de Algemeen Directeur betreft, staat tegen deze beslissingen geen mogelijkheid van herziening open. De beslissingen zijn daarom definitief.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur:

Dossier 3983 beslissing AD
Dossier 3986 beslissing AD
Dossier 3988 beslissing AD
Dossier 3993 beslissing AD
Dossier 4317 beslissing AD

In drie soort gelijke zaken, kwam de Algemeen Directeur al eerder tot een sepot. Deze beslissingen zijn afzonderlijk gepubliceerd (dossiers: 3987 / 3989 / 3990).

Sepot – Verstrekken laptop

TRB-2020-4424-AD
Algemeen Directeur, 25 februari 2020

De melding houdt in dat beëdigde verantwoordelijk zou zijn voor het verstrekken van een laptop met vertrouwelijke gegevens aan een derde. Ook zou beëdigde volgens de melder een onderzoek hiernaar hebben geweigerd.

De Algemeen Directeur ziet onvoldoende aanleiding te veronderstellen dat beëdigde bij het verstrekken van de laptop en de afweging daaromtrent persoonlijk betrokken is geweest. Gelet hierop kan beëdigde in dit kader geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Verder is de stelling van melder dat beëdigde zou hebben geweigerd onderzoek in te stellen, niet juist. De Algemeen Directeur ziet geen aanleiding een klacht aan de Tuchtcommissie voor te leggen en seponeert de zaak.

Download hier de beslissing: Beslissing AD 4424

Het doen van eigen bankzaken met behulp van de systemen van de bank

TRB-2020-4327

Beëdigde heeft de systemen van de bank gebruikt om de problemen die zijn vrouw met de bank had, te kunnen oplossen. Hij heeft onder meer voor haar nieuwe bankpassen aangevraagd en haar een kleine klantvergoeding toegekend. Hierdoor heeft beëdigde zichzelf en zijn vrouw in een bevoordeelde positie geplaatst of op zijn minst de schijn hiervan gewekt. Verder heeft beëdigde via de systemen van de bank rekeninggegevens van zichzelf en van familieleden geraadpleegd. Door op deze wijze te handelen heeft beëdigde zich onzorgvuldig en niet integer gedragen en gehandeld in strijd met de regels van de bank. De Algemeen Directeur houdt rekening met de omstandigheden waaronder beëdigde heeft gehandeld, dat hij oprecht inzicht heeft getoond in het kwalijke van zijn handelen en reeds zeer nadelige gevolgen van zijn handelen heeft ondervonden. De Algemeen Directeur seponeert de zaak.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4327

Sepot – Geen belangenverstrengeling bij beoordeling hypotheekaanvraag

TRB-2019-4375-AD
Algemeen Directeur, 23 december 2019

Beëdigde heeft vanuit zijn functie als manager bij de bank een afwijzing van een hypotheekaanvraag van een hem bekende klant geëscaleerd. Hij heeft daartoe een e-mail gestuurd waarin hij een verzoek tot herbeoordeling doet. In deze e-mail heeft beëdigde niet gemeld dat hij met een bankmedewerker had gesproken die van de NHG had gehoord dat de aanvraag niet zou worden geaccepteerd.

De bank heeft hierover een melding ingediend. Volgens de bank zou beëdigde in strijd met de regels van de bank persoonlijk betrokken zijn geweest bij dit hypotheekdossier. Volgens de bank had beëdigde het dossier moeten overdragen en in ieder geval zijn werkzaamheden moeten laten controleren en vastleggen. Ook zou beëdigde in de e-mail collega’s een onjuiste voorstelling van zaken hebben gegeven.

De Algemeen Directeur legt geen klacht voor aan de Tuchtcommissie en seponeert de zaak. Naar het oordeel van de Algemeen Directeur bestaan er geen indicaties dat beëdigde een persoonlijk belang had bij de behandeling van dit hypotheekdossier. Er is niet gebleken dat sprake is van een persoonlijke connectie tussen beëdigde en de klant. Verder kan uit de e-mail niet worden geconcludeerd dat beëdigde met de e-mail de tweede acceptant opzettelijk onjuist heeft willen informeren en hem heeft willen misleiden. Daarbij weegt hoofdzakelijk mee dat de tweede acceptant de hypotheekaanvraag zelfstandig dient te (her)beoordelen. De omstandigheid dat de tweede acceptant hierbij niet het gehele hypotheekdossier heeft betrokken, kan beëdigde niet worden aangerekend. Dit geldt eveneens voor de omstandigheid dat een andere bankmedewerker zijn notitie over zijn gesprek met beëdigde en NHG niet in het hypotheeksysteem van de bank heeft opgenomen. Verder bestond tussen beëdigde en de tweede acceptant geen enkele hiërarchische verhouding.

De melder heeft de mogelijkheid van de beslissing herziening te vragen bij de voorzitter van de Tuchtcommissie.

Download hier de beslissing: Beslissing AD 4375

Onzorgvuldig geformuleerde e-mail

TRB-2019-4372.

De ingediende melding houdt in dat verweerster in een e-mail onwaarheden over meldster heeft vermeld. De Algemeen Directeur is van oordeel dat verweerster een onzorgvuldig geformuleerde e-mail heeft verstuurd. Uit de door verweerster verzonden e-mail volgt niet dat de daarin opgenomen standpunten geen standpunten van verweerster betreffen, maar standpunten van de klant en haar zus. Verweerster had de e-mail zorgvuldiger moeten formuleren. De gedraging van verweerster is echter niet dusdanig onzorgvuldig dat daarvan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De Algemeen Directeur legt geen klacht voor aan de Tuchtcommissie Banken en seponeert de zaak.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 4372 beslissing AD

Leidinggevende handtekeningendossier – Sepot

TRB-2019-3987.

De Algemeen Directeur is ambtshalve een onderzoek gestart naar beëdigde in verband met mogelijke betrokkenheid bij het kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerkers. Beëdigde droeg vanaf februari 2015 kennis van het kopiëren van handtekeningen van de klant door een hypotheekadviseur. Beëdigde had dit moeten melden bij haar leidinggevende, maar heeft dit nagelaten. Door kennis van het kopiëren van handtekeningen voor zich te houden, in plaats van te delen heeft beëdigde de door haar afgelegde bankierseed geschonden. In dit geval zijn de gedragingen van beëdigde echter onvoldoende ernstig om daarover een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken. Hierbij weegt mee dat beëdigde in de relevante periode slechts formeel de rol van bankdirecteur vervulde, maar praktisch gezien werkzaam was als assistent van een hypotheekadviseur. Verder wegen de door de bank opgelegde berisping en het tijdsverloop mee. De Algemeen Directeur seponeert de zaak. Omdat het een ambtshalve onderzoek van de Algemeen Directeur betreft, staat tegen deze beslissing geen mogelijkheid van herziening open. De beslissing is daarom definitief.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3987 beslissing AD