Leidinggevende handtekeningendossier – Sepot

Deel deze pagina

TRB-2019-3987.

De Algemeen Directeur is ambtshalve een onderzoek gestart naar beëdigde in verband met mogelijke betrokkenheid bij het kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerkers. Beëdigde droeg vanaf februari 2015 kennis van het kopiëren van handtekeningen van de klant door een hypotheekadviseur. Beëdigde had dit moeten melden bij haar leidinggevende, maar heeft dit nagelaten. Door kennis van het kopiëren van handtekeningen voor zich te houden, in plaats van te delen heeft beëdigde de door haar afgelegde bankierseed geschonden. In dit geval zijn de gedragingen van beëdigde echter onvoldoende ernstig om daarover een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken. Hierbij weegt mee dat beëdigde in de relevante periode slechts formeel de rol van bankdirecteur vervulde, maar praktisch gezien werkzaam was als assistent van een hypotheekadviseur. Verder wegen de door de bank opgelegde berisping en het tijdsverloop mee. De Algemeen Directeur seponeert de zaak. Omdat het een ambtshalve onderzoek van de Algemeen Directeur betreft, staat tegen deze beslissing geen mogelijkheid van herziening open. De beslissing is daarom definitief.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 3987 beslissing AD

Download volledige uitspraak .PDF