Belangenverstrengeling en zelfverrijking

Belangenverstrengeling en zelfverrijking

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4843-TC, 24 januari 2024

Verweerder heeft in de periode dat hij werkzaam was voor de bank zijn eigen zakelijke belangen behartigd en zijn nevenactiviteiten niet volledig opgegeven bij de bank.

Kern van de uitspraak: de bankierseed is in ernstige mate geschonden

Verweerder gebruikte niet alleen de systemen van de bank voor zijn nevenactiviteiten maar benaderde ook klanten van de bank en haalde hen op een listige manier over om grote geldbedragen naar zijn privérekening over te maken. Verweerder is daarbij doelbewust en manipulatief te werk gegaan en heeft twee klanten van de bank grote geldbedragen afhandig gemaakt door hen te vertellen dat hij deze geldbedragen voor hen zou investeren en zij daaraan zouden verdienen.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

Verweerder heeft voor zijn eigen zakelijke belangen gebruik gemaakt van de systemen van de bank en daarnaast ook door de gedragsregels 1, 2, 3, 4, 6 en 7 niet in acht te nemen. Verweerder heeft in onderhavige zaak calculerend gedrag vertoont. Van berouw, zelfinzicht of enig bewustzijn is niets gebleken. Alles overwegende heeft de Tuchtcommissie Banken  een beroepsverbod van de maximaal mogelijke duur, te weten van 3 jaar, opgelegd.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken

De Tuchtcommissie Banken heeft al eerder een beroepsverbod van 36 maanden (drie jaar) opgelegd, die uitspraak vind je hier.

Vertrouwelijke gegevens buiten de bank gebracht

Vertrouwelijke gegevens buiten de bank gebracht

Uitspraak Tuchtcommissie Banken: TRB-2023-4682-TC,  22 november 2023

Verweerder heeft de bankierseed geschonden door vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) naar zijn privé emailadres te verzenden.

Kern van de uitspraak: vertrouwelijk informatie naar privé mailadres is niet te rechtvaardigen

Verweerder heeft vertrouwelijke informatie van de bank naar zijn privé mailadres gestuurd. Dit handelen is niet integer en niet zorgvuldig en bovendien in strijd met de bankregels. Het verweer dat hij de gegevens niet heeft gebruikt doet hier niet aan af. Ook de onzekerheid waarin verweerder zegt te hebben verkeerd na boventallig te zijn verklaard, kan zijn handelingen niet rechtvaardigen.

Uitspraak en opgelegde maatregel: gedragsregel 1, 4 en 5 geschonden, beroepsverbod

De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat verweerder de aan de bankierseed verbonden gedragsregels 1, 4 en 5 heeft geschonden. De tuchtcommissie legt, alles overwegende, verweerder een beroepsverbod van drie maanden op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Onjuiste urendeclaraties

Onjuiste urendeclaraties

Tuchtcommissie, TRB-2023-4859-TC, 22 november 2023

Verweerster heeft langdurig onjuiste declaraties ingediend een heeft hiermee € 7.426,60 aan extra inkomen gegenereerd.

Kern van de uitspraak: weloverwogen onjuiste declaraties ingediend, zelfverrijking

Verweerster heeft twintig weken lang bij het uitzendbureau foutieve declaraties ingediend, waardoor de bank voor € 13.024,84 is benadeeld en verweerster onterecht € 7,426,60 (bruto) heeft ontvangen.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De tuchtcommissie oordeelt dat verweerster bij het verrichten van haar handelingen weloverwogen en slinks te werk is gegaan. Bij het bepalen van de aard en de eventuele duur van de maatregel heeft de tuchtcommissie in het nadeel van verweerster meegewogen: de relatief lange duur van de tuchtrechtelijk verwijtbare handelingen, de hoogte van het onterecht ontvangen (bruto) bedragen de mate van bewustheid en slinksheid waarmee verweerster de handelingen heeft verricht.
Verweerster heeft namelijk weloverwogen gehandeld. Ze heeft haar werkwijze uitgeprobeerd en nadat deze bleek te lukken de ploegentoeslag alleen gedeclareerd in het systeem van het uitzendbureau en niet tevens in het systeem van de bank.

Verweerster heeft zich door op deze wijze te handelen niet integer gehandeld en zich niet gehouden aan de wet en regels die gelden voor het werken bij de bank. De tuchtcommissie stelt vast dat de gedragsregels 1 en 4 zijn geschonden en legt aan verweerster een beroepsverbod op van 15 maanden.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Klik op de link voor de uitspraak van de tuchtcommissie.

Onjuiste urendeclaraties

Onjuiste urendeclaraties

Tuchtcommissie, TRB-2023-4858-TC, 22 november 2023

Verweerder heeft langdurig onjuiste declaraties ingediend een heeft hiermee € 18.064,00 aan extra inkomen gegenereerd.

Kern van de uitspraak: bewust onjuiste declaraties ingediend

Verweerder heeft als uitzendkracht werkzaam voor de bank gedurende langere tijd bewust onjuiste declaraties ingediend. Nadat dit is ontdekt, heeft de verweerder in een gesprek bij de bank eerst verklaard dat hij zich er niet van bewust was dat hij extra toeslagen had gedeclareerd. Later in dat gesprek komt hij op deze verklaring terug en geeft hij aan de toeslag in het systeem van het uitzendbureau te hebben geregistreerd om extra inkomsten te kunnen genereren, terwijl hij
wist dat hij daar geen recht op had.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De tuchtcommissie stelt vast dat hij bij het verrichten van zijn handelingen weloverwogen en slinks te werk is gegaan. Verweerder heeft zich door op deze wijze te handelen niet integer gehandeld en zich niet gehouden aan de wet en regels die gelden voor het werken bij de bank. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de gedragsregels 1 en 4 zijn geschonden

Bij het bepalen van de aard en de eventuele duur van de maatregel heeft de tuchtcommissie in het nadeel van verweerder meegewogen: de relatief lange duur van de tuchtrechtelijk verwijtbare handelingen, de hoogte van het onterecht ontvangen bedrag en de mate van bewustheid en slinksheid waarmee verweerder de handelingen heeft verricht. Verweerder heeft namelijk weloverwogen gehandeld. Hij heeft zijn werkwijze uitgeprobeerd en nadat deze bleek te lukken de ploegentoeslag alleen gedeclareerd in het systeem van het uitzendbureau en niet tevens in het systeem van de bank. De tuchtcommissie legt een beroepsverbod op van 18 maanden.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Klik op de link voor de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken.

Niet melden van nevenactiviteiten

Niet melden nevenactiviteiten bij andere bank

Tuchtcommissie, TRB-2023-4845-TC, 22 november 2023

Verweerster heeft haar werkzaamheden bij een andere bank niet op de voorgeschreven wijze geregistreerd

Kern van de uitspraak: nevenactiviteiten verzwegen en niet open en eerlijk geweest

Verweerster heeft haar nevenactiviteiten bij een andere bank niet op de voorgeschreven wijze te registreren, door niet eerlijk te zijn tegenover de bank over deze nevenactiviteiten nadat zij hiermee werd geconfronteerd en door haar medewerking aan het onderzoek te staken nadat zij daarin met (voor haar nadelige) informatie van de bank werd geconfronteerd. De bank schrijft in haar regels uitdrukkelijk voor dat nevenactiviteiten geregistreerd dienen te worden.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De tuchtcommissie oordeelt dat het niet voldoen aan de registratieplicht van nevenactiviteiten naar zijn aard onzorgvuldig is en in strijd is met de regels van de bank.  De bank is door het nalaten van verweerster om haar nevenactiviteit – nota bene bij een andere bank – te registreren, niet in staat geweest zich een oordeel te vormen over de vraag of deze activiteiten de belangen van de bank kunnen schaden. Hierdoor heeft verweerster de belangen van de bank veronachtzaamd.

Bij het vaststellen van de maatregel weegt in het nadeel van verweerster dat zij op meerdere momenten niet eerlijk is geweest tegenover de bank over haar nevenactiviteiten, alsmede dat zij haar medewerking aan het onderzoek bewust heeft gestaakt. Dit neemt de tuchtcommissie verweerster kwalijk. Daar tegenover staat dat verweerster op zitting spijt heeft betuigd en dat die spijtbetuiging op de tuchtcommissie oprecht is overgekomen. Alles overwegende, legt de Tuchtcommissie Banken haar een beroepsverbod op van 3 maanden.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Klik op de link voor de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken.

Raadplegen rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding

TRB-2023-4760-TC
Tuchtcommissie, 25 oktober 2023

Verweerster heeft rekeninggegevens geraadpleegd zonder dat hier een zakelijke reden aan ten grondslag lag. Ook heeft zij haar nevenactiviteiten niet correct geregistreerd. De tuchtcommissie oordeelt dat verweerster de gedragregels 1 en 4 heeft geschonden en legt als maatregel een voorwaardelijk beroepsverbod van drie maanden op.
Bij de op te leggen maatregel overweegt de commissie in het voordeel van verweerster mee dat zij de gedragingen heeft erkend en zelfinzicht heeft getoond. Het feit dat zij thans werkzaam is als hypotheekadviseur en ten tijde van de gedragingen met een zware privé-situatie te kampen had wegen eveneens mee.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Onrechtmatige overboekingen en toe-eigening gelden

TRB-2023-4759-TC
Tuchtcommissie Banken, 26 april 2023

Verweerder, werkzaam bij de klantenservice van de bank, heeft zich van een klant van de bank in totaal € 3.650,- onrechtmatig toegeëigend. Dat heeft hij gedaan middels twee onrechtmatige overboekingen van de klantrekening naar zijn eigen rekeningnummer. Daarnaast had hij nog twee pogingen gedaan tot onrechtmatige overboekingen naar zijn eigen rekening, die niet zijn geslaagd. Verweerder heeft met zijn handelen gedragsregels 1, 4 en 7 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode geschonden.

De Algemeen directeur heeft tegen de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken beroep ingesteld. De Commissie van Beroep Banken heeft op 4 september 2023 uitspraak gedaan.

De uitspraak van de Tuchtcommissie Banken vind je hier.

Onrechtmatige overboekingen en toe-eigening gelden

TRB-2023-4759-CB
Commissie van Beroep, 4 september 2023

Vervolg op de uitspraak van 26 april 2023 van de Tuchtcommissie Banken, waartegen de Algemeen directeur beroep heeft ingesteld.

Verweerder, werkzaam bij de klantenservice van de bank, heeft zich van een klant van de bank in totaal € 3.650,- onrechtmatig toegeëigend. Dat heeft hij gedaan middels twee onrechtmatige overboekingen van de klantrekening naar zijn eigen rekeningnummer. Daarnaast had hij nog twee pogingen gedaan tot onrechtmatige overboekingen naar zijn eigen rekening, die niet zijn geslaagd. Verweerder heeft met zijn handelen gedragsregels 1, 4 en 7 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode geschonden.

Bij het bepalen van de daarvoor aan verweerder op te leggen tuchtrechtelijke maatregel houdt de Commissie van Beroep Banken rekening met de relevante omstandigheden van het geval, waaronder:
i) dat verweerder zeer calculerend te werk is gegaan, door een kwetsbare klant van de bank als slachtoffer te selecteren, met als motief om zijn handelen zo veel als mogelijk aan het zicht te onttrekken;
ii) dat geen sprake is geweest van een eenmalig handelen van verweerder maar van herhaalde handelingen van verweerder;
iii) dat verweerder zich ten koste van die klant het substantiële bedrag van € 3.650,- heeft toegeëigend en dat niets erop wijst dat het daarbij zou zijn gebleven als verweerder toen niet tegen de lamp was gelopen;
iv) dat verweerder een collega bij de bank voor zijn karretje heeft gespannen oftewel misbruik heeft gemaakt van een collega om zijn kwade opzet te kunnen verwezenlijken;
v) dat de bank een verhaalsactie heeft moeten instellen om schade op verweerder te kunnen verhalen en dat verweerder in het tuchtrechtelijk traject pas van zich heeft laten horen (eerst) ter zitting van 15 maart 2023 en dat een en ander dus niet erop wijst dat verweerder intrinsiek tot inzicht in het kwalijke van zijn handelen en tot spijt daarover is gekomen.

Alles overwegende, is de slotsom van de commissie van beroep dat aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van vijftien maanden moet worden opgelegd.
In eerste aanleg was de Tuchtcommissie Banken op een beroepsverbod voor de duur van acht maanden uitgekomen.

De uitspraak van de Commissie van Beroep Banken vind je hier.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Niet opgeven nevenwerkzaamheden: belangenverstrengeling

TRB-2023-4381-TC
Tuchtcommissie, 25 januari 2023

Verweerder heeft niet al zijn nevenwerkzaamheden op de juiste wijze en conform het beleid van de bank gemeld. Ook heeft hij niet integer gehandeld door zijn ondergeschikten hierbij te betrekken. Hiermee heeft hij (de schijn van) belangenverstrengeling gecreëerd. De tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van zes weken op.

Verweerder en Aanklager hebben beroep bij de Commissie van Beroep Banken aangetekend tegen de uitspraak. De commissie van beroep vernietigde de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken en legde aan verweerder de maatregel van berisping op.

De uitspraak van de Tuchtcommissie Banken vind je hier.
De uitspraak van de Commissie van Beroep Banken vind je hier.

Geen openheid (door leidinggevend bankmedewerker) over nevenactiviteiten en financiële belangen; (schijn van) belangenverstrengeling

TRB-2023-4747-TC
Tuchtcommissie, 28 juni 2023

Verweerder was als (inhuur)manager werkzaam op een KYC-afdeling van de bank. Hij is tegenover de bank niet open geweest over zijn belangen in een aantal zakelijke entiteiten, terwijl hij op grond van de regels van de bank de verplichting had om die nevenactiviteiten te registreren in het daarvoor bestemde registratieprogramma van de bank. Door dit niet te doen, heeft verweerder dus (reeds) in strijd met die binnen de bank geldende regels gehandeld. En door voorts die zakelijke entiteiten te laten contracteren met de bank ter zake van werkzaamheden uit te voeren voor dezelfde KYC-afdeling heeft verweerder, mede gelet op de (grote) financiële belangen die daarmee gemoeid waren, (tevens) op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling teweeggebracht. Dit handelen van verweerder is niet integer en dient als ernstige schending van de bankierseed te worden opgevat, aldus de Tuchtcommissie.
Verder is de Tuchtcommissie van oordeel dat verweerder, zowel in het onderzoek uitgevoerd door de bank als in het onderzoek uitgevoerd door de Algemeen directeur, onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven en zich aldus onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld.
De Tuchtcommissie concludeert dan ook dat verweerder zowel gedragsregels 1 en 4 alsook gedragsregel 6 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. Bij het bepalen van de op te leggen maatregel weegt de Tuchtcommissie onder meer mee dat verweerder, tezamen met een (inhuur)medewerker op dezelfde afdeling, op listige en geraffineerde wijze te werk is gegaan en dat verweerder een leidinggevende functie bij de bank vervulde op (nota bene) een integriteitsgevoelige afdeling. Alles overwegende, acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van negen maanden wordt opgelegd.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.