Onjuiste urendeclaraties

TRB-2023-4859-TC
Tuchtcommissie, 22 november 2023

Verweerster heeft langdurig onjuiste declaraties ingediend een heeft hiermee € 7.426,60 aan extra inkomen gegenereerd. Zij is bij het verrichten van haar handelingen weloverwogen en slinks te werk gegaan. Verweerster heeft zich door op deze wijze te handelen niet integer gehandeld en zich niet gehouden aan de wet en regels die gelden voor het werken bij de bank. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de gedragsregels 1 en 4 zijn geschonden en legt aan verweerster een beroepsverbod op van 15 maanden.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Onjuiste urendeclaraties

TRB-2023-4858-TC
Tuchtcommissie, 22 november 2023

Verweerder heeft langdurig onjuiste declaraties ingediend een heeft hiermee € 18.064,00 aan extra inkomen gegenereerd. Hij is bij het verrichten van zijn handelingen weloverwogen en slinks te werk gegaan. Verweerder heeft zich door op deze wijze te handelen niet integer gehandeld en zich niet gehouden aan de wet en regels die gelden voor het werken bij de bank. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de gedragsregels 1 en 4 zijn geschonden en legt aan verweerder een beroepsverbod op van 18 maanden.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Niet melden van nevenactiviteiten

TRB-2023-4845-TC
Tuchtcommissie, 22 november 2023

Verweerster heeft de aan de bankierseed verbonden gedragsregels 1 en 4 overtreden door haar nevenactiviteiten bij een andere bank niet op de voorgeschreven wijze te registreren. Ook heeft zij gedragsregel 6 overtreden door over de omvang van deze nevenactiviteiten niet open en eerlijk te zijn op het moment dat de bank haar hiermee confronteerde. Na deze confrontatie staakte verweerster bovendien haar medewerking aan het onderzoek van de bank. De Tuchtcommissie Banken neemt dit verweerster kwalijk en heeft, alles overwegende, haar een beroepsverbod opgelegd van 3 maanden.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Raadplegen van rekeninggegevens zonder zakelijke grondslag

TRB-2023-4784-TC
Tuchtcommissie, 25 oktober 2023

Verweerster heeft rekeninggegevens geraadpleegd zonder dat hier een zakelijke grondslag voor was. Hiermee heeft zij de gedragscode overtreden. De tuchtcommissie oordeelt dat verweerster de gedragsregels 1, 4 en 5 heeft geschonden en berispt verweerster voor haar handelen. Bij de oplegging van de maatregel worden de persoonlijke omstandigheden van verweerster meegewogen alsmede de zeer nadelige gevolgen van haar handelen welke zij reeds heeft ondervonden.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Raadplegen rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding

TRB-2023-4760-TC
Tuchtcommissie, 25 oktober 2023

Verweerster heeft rekeninggegevens geraadpleegd zonder dat hier een zakelijke reden aan ten grondslag lag. Ook heeft zij haar nevenactiviteiten niet correct geregistreerd. De tuchtcommissie oordeelt dat verweerster de gedragregels 1 en 4 heeft geschonden en legt als maatregel een voorwaardelijk beroepsverbod van drie maanden op.
Bij de op te leggen maatregel overweegt de commissie in het voordeel van verweerster mee dat zij de gedragingen heeft erkend en zelfinzicht heeft getoond. Het feit dat zij thans werkzaam is als hypotheekadviseur en ten tijde van de gedragingen met een zware privé-situatie te kampen had wegen eveneens mee.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Overtreding van de bankregels voor privé-aandelentransacties

TRB-2023-4772-TC
Tuchtcommissie, 22 november 2023

Beëdigde heeft in strijd gehandeld met de bankregels voor privé-aandelentransacties, die (kort gezegd) strekken tot het tegengaan van (de schijn van) misbruik van voorkennis en daarmee tot bescherming van de integriteit van de financiële markt. Met dat handelen heeft beëdigde gedragsregels 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode geschonden.

Bij het bepalen van de daaraan te verbinden tuchtrechtelijke maatregel heeft de Tuchtcommissie alle omstandigheden van het geval meegewogen. Onder meer is in aanmerking genomen (i) dat het – uit het procesdossier naar voren komende – uiteindelijke beeld is dat beëdigde onvoldoende scherp op de regels is geweest, (ii) dat beëdigde een leidinggevende functie bij de bank had en een ‘insider’ status als bedoeld in de bankregels voor privé-aandelentransacties aangemerkt had gekregen, (iii) dat de aandelen een groot bedrag vertegenwoordigden en de periode waarin de gedragingen zich voltrokken een aantal maanden besloeg, (iv) dat beëdigde nog extra alert op de regels had moeten zijn aangezien het ging om aandelen van een bedrijf waar een familielid van beëdigde werkzaam was en (v) dat in dit geval ten slotte nog sprake is van enkele in matigende zin mee te wegen (persoonlijke) omstandigheden.

Alles overwegende acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan beëdigde als tuchtrechtelijke maatregel een geldboete van € 2.000,- wordt opgelegd.
De uitspraak vind je hier.

De naam van beëdigde is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Onrechtmatige overboekingen en toe-eigening gelden

TRB-2023-4759-TC
Tuchtcommissie Banken, 26 april 2023

Verweerder, werkzaam bij de klantenservice van de bank, heeft zich van een klant van de bank in totaal € 3.650,- onrechtmatig toegeëigend. Dat heeft hij gedaan middels twee onrechtmatige overboekingen van de klantrekening naar zijn eigen rekeningnummer. Daarnaast had hij nog twee pogingen gedaan tot onrechtmatige overboekingen naar zijn eigen rekening, die niet zijn geslaagd. Verweerder heeft met zijn handelen gedragsregels 1, 4 en 7 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode geschonden.

De Algemeen directeur heeft tegen de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken beroep ingesteld. De Commissie van Beroep Banken heeft op 4 september 2023 uitspraak gedaan.

De uitspraak van de Tuchtcommissie Banken vind je hier.

Niet opgeven nevenwerkzaamheden: belangenverstrengeling

TRB-2023-4381-TC
Tuchtcommissie, 25 januari 2023

Verweerder heeft niet al zijn nevenwerkzaamheden op de juiste wijze en conform het beleid van de bank gemeld. Ook heeft hij niet integer gehandeld door zijn ondergeschikten hierbij te betrekken. Hiermee heeft hij (de schijn van) belangenverstrengeling gecreëerd. De tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van zes weken op.

Verweerder en Aanklager hebben beroep bij de Commissie van Beroep Banken aangetekend tegen de uitspraak. De commissie van beroep vernietigde de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken en legde aan verweerder de maatregel van berisping op.

De uitspraak van de Tuchtcommissie Banken vind je hier.
De uitspraak van de Commissie van Beroep Banken vind je hier.

Geen openheid (door leidinggevend bankmedewerker) over nevenactiviteiten en financiële belangen; (schijn van) belangenverstrengeling

TRB-2023-4747-TC
Tuchtcommissie, 28 juni 2023

Verweerder was als (inhuur)manager werkzaam op een KYC-afdeling van de bank. Hij is tegenover de bank niet open geweest over zijn belangen in een aantal zakelijke entiteiten, terwijl hij op grond van de regels van de bank de verplichting had om die nevenactiviteiten te registreren in het daarvoor bestemde registratieprogramma van de bank. Door dit niet te doen, heeft verweerder dus (reeds) in strijd met die binnen de bank geldende regels gehandeld. En door voorts die zakelijke entiteiten te laten contracteren met de bank ter zake van werkzaamheden uit te voeren voor dezelfde KYC-afdeling heeft verweerder, mede gelet op de (grote) financiële belangen die daarmee gemoeid waren, (tevens) op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling teweeggebracht. Dit handelen van verweerder is niet integer en dient als ernstige schending van de bankierseed te worden opgevat, aldus de Tuchtcommissie.
Verder is de Tuchtcommissie van oordeel dat verweerder, zowel in het onderzoek uitgevoerd door de bank als in het onderzoek uitgevoerd door de Algemeen directeur, onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven en zich aldus onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld.
De Tuchtcommissie concludeert dan ook dat verweerder zowel gedragsregels 1 en 4 alsook gedragsregel 6 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. Bij het bepalen van de op te leggen maatregel weegt de Tuchtcommissie onder meer mee dat verweerder, tezamen met een (inhuur)medewerker op dezelfde afdeling, op listige en geraffineerde wijze te werk is gegaan en dat verweerder een leidinggevende functie bij de bank vervulde op (nota bene) een integriteitsgevoelige afdeling. Alles overwegende, acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van negen maanden wordt opgelegd.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Samenwerking met leidinggevende bij nevenactiviteiten zonder transparantie daarover; (schijn van) belangenverstrengeling

TRB-2023-4748-TC
Tuchtcommissie, 28 juni 2023

Verweerder was als (inhuur)medewerker werkzaam op een KYC-afdeling van de bank. Hij en een (inhuur)manager op diezelfde afdeling hadden belangen in een aantal zakelijke entiteiten en hebben die zakelijke entiteiten laten contracteren met de bank ter zake van werkzaamheden uit te voeren voor dezelfde KYC-afdeling. Dit zonder over de betrokkenheid van die (inhuur)manager, als enerzijds leidinggevende bij de bank en anderzijds aandeelhouder bij de betrokken vennootschappen, transparant te zijn. Door op deze wijze met die leidinggevende samen te werken ter nastreving van eigen financieel gewin, waarbij het (bovendien) om (potentieel) grote financiële belangen ging, heeft verweerder op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling althans een belangenconflict teweeggebracht. Dit handelen van verweerder is – in ieder geval naar aard en strekking – in strijd met (gedrags)regels van de bank en niet integer en dient als ernstige schending van de bankierseed te worden opgevat, aldus de Tuchtcommissie.
Verder is de Tuchtcommissie van oordeel dat verweerder in het onderzoek onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven en zich aldus onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld.
De Tuchtcommissie concludeert dan ook dat verweerder zowel gedragsregels 1 en 4 alsook gedragsregel 6 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. Bij het bepalen van de op te leggen maatregel weegt de Tuchtcommissie onder meer mee dat verweerder, tezamen met vorenbedoelde leidinggevende, op listige en geraffineerde wijze te werk is gegaan. Alles overwegende, acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van zes maanden wordt opgelegd.

De uitspraak vind je hier.