Vertrouwelijke gegevens uploaden; beroepsverbod

TRB-2018-3868-TC
Tuchtcommissie, 19 december 2018

Verweerder  heeft (met behulp van WeTransfer en GoogleDocs) circa twee gigabyte aan bankgegevens, zonder toestemming van de bank, buiten de bank gebracht.

Namens de Algemeen Directeur is gesteld dat verweerder gevoelige en vertrouwelijk informatie buiten de bank heeft gebracht. Het betrof onder meer specifieke, concrete en belangrijke gegevens over de zakelijke risico’s van de bank.                                                                                                
Verweerder heeft aangevoerd dat hij geen kwade bedoelingen had en dat zijn handelen niet binnen de uitoefening van zijn functie als Risk Manager valt, zodat het niet onder het tuchtrecht valt.  
De Tuchtcommissie volgt dit standpunt van verweerder niet. Voor overtreding van de gedragscode is niet vereist dat het handelen heeft plaatsgevonden in de uitoefening van de functie. De gedragscode ziet op ‘de bankmedewerker’ en het handelen in die hoedanigheid. Verweerder beschikte uit hoofde van die hoedanigheid over de betreffende data waardoor zijn handelen met betrekking tot die data binnen het bereik van het tuchtrecht valt. De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder misbruik heeft gemaakt van informatie van de bank waarover hij de beschikking had, door (een deel van) de gegevens te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze waren bestemd. Hierdoor heeft hij zijn eigen belang voor laten gaan boven het belang van de bank. De samenleving mag verwachten dat elke bankmedewerker integer met de informatie van de bank omgaat. Indien het deel van deze gegevens dat zag op de zakelijke risico’s van de bank in de openbaarheid zou zijn gekomen, dan zouden de gevolgen voor de bank en haar klanten zeer ernstig kunnen zijn geweest en zou aldus onrust in de samenleving omtrent de bank en de bancaire sector teweeg zijn gebracht. De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankierseed en de gedragscode door verweerder met voeten is getreden. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van 12 maanden op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de beslissing van de Tuchtcommissie: dossier 3868 beslissing Tuchtcommissie

Tegen de beslissing werd beroep ingesteld, lees hier de beslissing in de beroepszaak.

Bekijken rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding; beroepsverbod

TRB-2018-3880. 

Verweerder heeft in de periode van 1 juli 2015 tot en met 20 juli 2017 bij herhaling rekeninggegevens van klanten bekeken zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Verweerder bekeek de rekeninggegevens van familieleden, collega’s  en buurtgenoten. De Algemeen Directeur stelde een beroepsverbod voor de duur van 3 maanden voor. De Tuchtcommissie wijkt in het nadeel van verweerder af van dit voorstel, vanwege het grote aantal personen van wie de rekeningen zijn bekeken, de lange periode waarbinnen de gedragingen hebben plaatsgevonden en de maatregelen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van 4 maanden op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: dossier 3880 uitspraak Tuchtcommissie

Internetgebruik voor privé-doeleinden door bankmedewerker; berisping

TRB-2018-3862-TC
Tuchtcommissie, 19 december 2018

Verweerder heeft vanaf zijn werkplek en met gebruikmaking van zijn werkcomputer veelvuldig gebruik gemaakt van het internet voor privédoeleinden. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van zoektermen die leiden naar pornografisch materiaal gezocht. Verweerder heeft verder onder meer veelvuldig aan voetbal gerelateerde websites bezocht.

Namens de Algemeen Directeur is gesteld dat verweerder zijn werkgever door zijn handelen heeft benadeeld. Namens verweerder is in dit verband naar voren gebracht dat dit aspect geen onderdeel uitmaakte van de melding die de bank bij de Algemeen Directeur heeft ingediend. De Tuchtcommissie overweegt hierover, onder verwijzing naar het Tuchtreglement Bancaire Sector, dat de Algemeen Directeur naar aanleiding van een melding beslist of hij een klacht voorlegt aan de Tuchtcommissie. Hij is niet gebonden aan de inhoud van de voorgelegde melding. De Algemeen Directeur is daarnaast ook zelfstandig bevoegd een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie. Dit verweer slaagt daarom niet. Namens verweerder is verder aangevoerd dat de gedragingen niet onder het bancaire tuchtrecht vallen, omdat het in de kern om privégedragingen gaat, althans om een conflict in de arbeidsrechtelijke sfeer. De Tuchtcommissie verwerpt dit standpunt en wijst erop dat de computerfaciliteiten van de bank veelvuldig zijn gebruikt voor het zoeken naar ontoelaatbaar en mogelijk strafbaar materiaal. Dit kan zozeer negatief afstralen op de bank  dat het afbreuk doet aan het vertrouwen dat klanten in de bank moeten kunnen stellen.  Verweerder heeft de interne regels van de bank omtrent internetgebruik geschonden en niet integer gehandeld. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een berisping op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3862 Tuchtcommissie

Klantgegevens kopiëren en meenemen; beroepsverbod

TRB-2018-3866-TC
Tuchtcommissie, 19 december 2018 

Verweerder  heeft pensioengegevens van klanten van de bank gekopieerd op twee USB-sticks en meegenomen. Eén van deze USB-sticks is verweerder later binnen de bank kwijtgeraakt, waarna deze werd gevonden. Op deze USB-stick heeft verweerder ook een PowerPoint presentatie van de bank over pensioenen opgeslagen.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder vertrouwelijke klantgegevens zonder toestemming buiten de bank heeft gebracht. Verweerder had daarbij als doel om de gegevens eventueel te gebruiken ten behoeve van zichzelf en zijn bedrijf. Verweerder heeft hierdoor misbruik gemaakt van informatie van de bank waarover hij beschikking had. De klacht hierover is gegrond. De Tuchtcommissie kan niet vaststellen dat het kopiëren en het delen van de PowerPoint presentatie in strijd is geweest met de gedragscode en verklaart de klacht hierover ongegrond. Ten aanzien van de vraag welke maatregel passend is overweegt de Tuchtcommissie onder meer dat verweerder het klantbelang ernstig tekort heeft gedaan en dat het een geluk te noemen is dat de USB-stick binnen de bank is verloren en niet op een plaats buiten de bank. Het ongeoorloofd buiten de bank brengen van klantgegevens acht de Tuchtcommissie een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van 9 maanden op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: dossier 3866 uitspraak Tuchtcommissie

Geen tuchtrechtelijk verwijtbare gedragingen, afwijzing herzieningsverzoek

TRB-2018-4029-HV
Voorzitter Tuchtcommissie, 12 december 2018

Volgens melder heeft de bankmedewerker, die als externe werkzaam is bij de bank, niet kenbaar gemaakt dat hij als externe was ingehuurd door de bank. Daarnaast heeft de bankmedewerker volgens melder niet de bankierseed afgelegd, wat hij wel had moeten doen.

De Algemeen Directeur is van oordeel dat uit de melding niet blijkt dat de bankmedewerker de bankierseed niet heeft afgelegd. Daarnaast acht hij het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat de bankmedewerker niet kenbaar heeft gemaakt dat hij door de bank extern is ingehuurd. Het zou niet moeten uitmaken of melder wordt geholpen door een eigen medewerker van de bank of door een ingehuurde kracht.

Melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie is met de Algemeen Directeur van oordeel dat het enkele feit dat de bankmedewerker hem niet zou hebben medegedeeld dat hij een extern ingehuurde medewerker van de bank is, niet een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging oplevert. De voorzitter van de Tuchtcommissie merkt daarbij op dat onvoldoende onderbouwd is welk nadeel melder heeft ondervonden. In het midden kan blijven of de bankmedewerker de bankierseed heeft afgelegd omdat er geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbare gedragingen. De voorzitter van de Tuchtcommissie laat de beslissing van de Algemeen Directeur in stand en wijst het herzieningsverzoek af.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 4029 beslissing AD
Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 4029 herzieningsbeslissing

Afwijzing melding wegens civielrechtelijk conflict terecht

TRB-2018-4001-HV
Voorzitter Tuchtcommissie, 12 december 2018. 

De melder stelt dat de bankmedewerker in strijd heeft gehandeld met de bankierseed en dat sprake is van smaad, doordat de bankmedewerker stelt dat de melder een document heeft vervalst.

De melder is in een civielrechtelijke procedure met de bank verwikkeld. De Algemeen Directeur oordeelt dat hij geen onderzoek doet naar civielrechtelijke conflicten. Uit de inhoud van de melding en de door melder verstrekte stukken volgt voorts niet dat dat de bankmedewerker zich in de uitoefening van haar beroep niet integer en onzorgvuldig heeft gedragen. De bankmedewerker heeft – in haar rol als juridisch vertegenwoordiger van de bank – een standpunt namens de bank ingenomen dat, binnen de context van de civielrechtelijke procedure, geen voldoende ernstig tuchtrechtelijk verwijt oplevert.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft de beslissing van de Algemeen Directeur in stand gelaten en het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter van de Tuchtcommissie merkt daarbij op dat procespartijen zich in een gerechtelijke procedure in beginsel vrij kunnen verweren door hun stellingen en argumenten aan de rechter voor te leggen.  Het voert, gelet op de aard van het bancaire tuchtrecht,  te ver om het waarheidsgehalte van uitlatingen gedaan door een of beide procespartijen in een civiele procedure,  te onderzoeken.

Download hier de afwijzing door de Algemeen Directeur: Dossier 4001 beslissing AD
Download hier de volledige herzieningsuitspraak: Dossier 4001 Herzieningsbeslissing

Schikking – Bekijken klantgegevens zonder zakelijke aanleiding en delen gegevens met een derde

TRB-2018-3771-AD
Algemeen directeur, 11 december 2018

Op basis van onderzoek heeft de Algemeen directeur geconcludeerd dat beëdigde zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens van  klanten van de bank heeft bekeken en deze gegevens heeft gedeeld met een derde. Beëdigde heeft ingestemd met een berisping. Beëdigde wordt opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de schikking: Dossier 3771 beslissing AD

Schikking – Bekijken klantgegevens zonder zakelijke aanleiding

TRB-2018-3770-AD
Algemeen directeur, 11 december 2018

Op basis van onderzoek heeft de Algemeen directeur geconcludeerd dat beëdigde zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens van  klanten van de bank heeft bekeken. Beëdigde heeft ingestemd met een berisping. Beëdigde wordt opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de schikking: Dossier 3770 beslissing AD

Afwijzingen meerdere meldingen terecht: geen behandeling wegens civielrechtelijke conflicten

TRB-2018-4227, TRB-2018-4272, TRB-2018-4273, TRB-2018-4274, TRB-2018-4275, TRB-2018-4276.

Herzieningsbeslissing

Melder is van oordeel dat de betrokken bankmedewerkers in een civielrechtelijke procedure omtrent de executoriale verkoop van zijn schip door de bank de rechter hebben misleid over het bestaan van (rechtsgeldig) beslag.

De Algemeen Directeur oordeelt dat de melding nauw samenhangt met de civielrechtelijke procedure die melder tegen de bank is gestart, waardoor – gelet op art. 2.2.4. van het Tuchtreglement Bancaire Sector – de Algemeen Directeur besloten heeft de melding niet te onderzoeken. Daarnaast heeft melder niet kenbaar gemaakt welke individuele gedragingen van de betrokken medewerkers volgens hem tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn geweest. De Algemeen Directeur heeft soortgelijke beslissingen genomen in 4227, 4272, 4273, 4274, 4275 en 4276.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie oordeelt dat onvoldoende is gebleken welke gedragingen van de individuele bankmedewerkers (van ná 1 april 2015) volgens melder in strijd zouden zijn met de bankierseed. De voorzitter van de Tuchtcommissie is van oordeel dat de Algemeen Directeur terecht heeft verwezen naar art. 2.2.4 van het Tuchtreglement Bancaire Sector. De voorzitter oordeelt dat het geschil met de bank in hoofdzaak gaat over gebreken die volgens melder kleven aan de beslaglegging. De juistheid over mededelingen van bankmedewerkers over dit beslag, is aan de rechters in de civiele procedure voorbehouden. De voorzitter van de Tuchtcommissie laat de beslissing van de Algemeen Directeur in stand en wijst het herzieningsverzoek af.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 4227 beslissing AD 
Download hier alle gerelateerde herzieningsbeslissingen: Dossiers 4227, 4272, 4273, 4274, 4275 en 4276 herzieningsbeslissingen

Geen opzet in het spel – melding terecht afgewezen

TRB-2018-4004-HV
Voorzitter Tuchtcommissie, 19 november 2018

De melder stelt dat bankmedewerker onzorgvuldig heeft gewerkt en heeft gelogen door te stellen dat uit de bankadministratie niet blijkt dat het (hypotheek)dossier haastig is opgepakt.

De Algemeen Directeur is van oordeel dat niet is gebleken dat de bankmedewerker in zijn dienstverlening onzorgvuldig of onprofessioneel heeft gehandeld en daarmee een integriteitsnorm heeft geschonden. Daarnaast zijn handelingen van of dienstverlening door de bank als instelling uitgesloten van de tuchtprocedure.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter van de Tuchtcommissie heeft de beslissing in stand gelaten en het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter van de Tuchtcommissie merkt daarbij op dat de bank, in dit geval bij monde van bankmedewerker, in verband met de aansprakelijkheidsstelling van melder in beginsel vrijelijk een standpunt moet kunnen innemen in geval zij aansprakelijk wordt gesteld. De voorzitter van de Tuchtcommissie ziet geen aanleiding te veronderstellen dat bankmedewerker opzettelijk de waarheid geweld heeft willen aandoen. Het staat hem vrij om namens de bank een andere conclusie te verbinden aan stukken dan melder doet.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 4004 beslissing AD
Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 4004 Herzieningsbeslissing