Aanpassing van een door de klant ondertekend formulier; berisping – I

TRB-2018-3844. 

Verweerder heeft samen met een collega gegevens verwijderd van een door de klant ondertekend UBO-formulier en dit aangepaste formulier in het digitale dossier van de klant geplaatst. Klanten moeten kunnen vertrouwen op de juistheid van de in systemen van de bank opgenomen informatie. De Tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder meende niet meer dan een administratieve fout te herstellen. Er is sprake van een incident. Verweerder heeft zich open opgesteld en blijk gegeven in te zien dat hij anders had moeten handelen. De Tuchtcommissie legde een berisping op; verweerder heeft na het incident zijn baan verloren.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak dossier 3844

Gebruikmaking van systemen van de bank voor plaatsen continu-limiet; beroepsverbod

TRB-2018-3611. 

Vervolg op de tussenbeslissing van 14 maart 2018. De Tuchtcommissie stelt vast dat verweerster de bankierseed heeft afgelegd en acht de klacht ontvankelijk. Verweerster heeft met gebruikmaking van de systemen van de bank een continu-limiet van € 20.000 geplaatst op de rekening van haar partner. Verweerster heeft hierbij gebruik gemaakt van een uitzonderingsprocedure waardoor gebruikelijke controles werden omzeild. Verweerster heeft de gedragsregels in ernstige mate geschonden. De door klager voorgestelde berisping is een niet passende maatregel. Slechts een beroepsverbod vormt een passende maatregel. Aan verweerster wordt een beroepsverbod van 2 maanden opgelegd.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak dossier 3611

Aanpassing van een door de klant ondertekend formulier; berisping – II

TRB-2018-3845. 

Verweerder heeft samen met een collega gegevens verwijderd van een door de klant ondertekend UBO-formulier en dit aangepaste formulier in het digitale dossier van de klant geplaatst. Klanten moeten kunnen vertrouwen op de juistheid van de in systemen van de bank opgenomen informatie. De Tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder meende niet meer dan een administratieve fout te herstellen. Er is sprake van een incident. Verweerder heeft zich open opgesteld en blijk gegeven in te zien dat hij anders had moeten handelen. Verweerder heeft na het incident zijn baan verloren.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak dossier 3845

Gedrag advocaat tijdens onderhandeling beëindiging dienstverband

TRB-2018-3924H

In de melding wordt geklaagd over de wijze waarop de bankmedewerker – advocaat in loondienst van de bank – zou hebben gehandeld gedurende de onderhandeling voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband bij de bank van de melder.

De Algemeen Directeur heeft geen onderzoek naar de melding verricht nu de melding hoofdzakelijk een arbeidsrechtelijk conflict betreft. Daarnaast is niet gebleken dat de bankmedewerker gedurende de onderhandelingen heeft gehandeld in strijd met de bankierseed. Melder heeft van deze beslissing herziening gevraagd bij de Voorzitter van de Tuchtcommissie. Hiertoe heeft de melder verschillende formele en materiële gronden aangevoerd. Het verzoek tot herziening wordt afgewezen.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur van 4 april 2018: 3924 beslissing AD
Download hier de herzieningsbeslissing van 7 mei 2018: 3924 herzieningsbeslissing

Inzage in kredietdossier (beroep)

TRB-2018-3593-CB
Commissie van Beroep, 3 mei 2018

Vervolg op beslissing TC d.d. 20 december 2017 (TRB-2017-3593). Meldster heeft verweerder herhaaldelijk verzocht om inzage in stukken uit haar kredietdossier. De Tuchtcommissie heeft de klacht gegrond verklaard en verweerder de maatregel van berisping opgelegd. De CvB oordeelt dat verweerder het belang van meldster als klant van de bank niet centraal heeft gesteld door de verzoeken onbeantwoord te laten of te hebben beantwoord met een onjuiste mededeling. Gelet op bijkomende omstandigheden komt de CvB tot de slotsom dat er ondanks de ernst van het verwijt geen voldoende reden is om aan verweerder een maatregel op te leggen.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak CvB 3593

Raadplegen en delen gegevens klanten met derden: beroepsverbod

TRB-2018-3707. 

Verweerder heeft zonder zakelijke aanleiding daartoe bankgegevens van een klant geraadpleegd, deze gegevens doorgegeven aan derden en het adres van deze klant bij de bank gewijzigd. Verweerder heeft dit gedaan om verduistering/diefstal van geld mogelijk te maken. Gelet hierop heeft verweerder in strijd met de Gedragsregels (1, 4 en 5) gehandeld. Verweerder heeft vertrouwelijke informatie met derden gedeeld, heeft alles behalve integer gehandeld en zich niet gehouden aan de interne regels van de bank.

Daarnaast heeft de Algemeen Directeur verweerder verweten dat hij heeft geprobeerd aankopen te doen met een creditcard van de bank. Nu de feitelijke grondslag voor dit onderdeel van de klacht niet voldoende aannemelijk is geworden, acht de Tuchtcommissie dit onderdeel van de klacht ongegrond. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van zes maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak:
Uitspraak dossier 3707

Vervalsing handtekeningen klanten en niet voeren revisiegesprekken: beroepsverbod

TRB-2018-3686. 

Verweerder heeft handtekeningen van twee klanten op beleggingsprofielen vervalst en hij heeft in het systeem van de bank vermeld dat hij revisiegesprekken met klanten had gevoerd die niet hebben plaatsgevonden. Dat een en ander heeft plaatsgevonden onder hoge werkdruk doet aan de ernst daarvan niet af. Aldus heeft verweerder de Gedragsregels (1, 4 en 7) in ernstige mate geschonden. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van drie maanden op, waarbij rekening is gehouden met de omstandigheid dat verweerder reeds zijn baan heeft verloren. Voorts weegt de Tuchtcommissie in het voordeel van verweerder mee dat hij inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn handelen en gedurende de tuchtprocedure open is geweest over zijn handelen.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak:
Uitspraak dossier 3686

Schikking – verduistering geld en persoonlijke geldlening bij klant

TRB-2018-3834.

Op basis van onderzoek heeft de Algemeen Directeur geconcludeerd dat verweerder heeft geprobeerd een geldbedrag te verduisteren. Het geldbedrag was door een klant op het bankkantoor aan verweerder overhandigd, nadat een storting bij een geldautomaat was mislukt. Daarnaast is verweerder in dezelfde periode een persoonlijke geldlening aangegaan bij een klant van de bank.

De Algemeen Directeur heeft aan verweerder voorgesteld de zaak af te doen in de vorm van een minnelijke schikking, waarbij aan verweerder een geldboete van € 500,- is voorgesteld. Verweerder heeft de schikking geaccepteerd en de geldboete voldaan.

De naam van verweerder is opgenomen in het voor bij de Stichting Tuchtrecht Banken aangesloten banken toegankelijke register.

Download hier de volledige tekst van de schikking: Schikking dossier 3834.

Berisping wegens middelenmisbruik bank

TRB-2018-3695-TC
Tuchtcommissie, 14 maart 2018

Naast zijn werkzaamheden voor de bank, heeft verweerder een eigen bedrijf waarmee hij werkloze 50-plussers via een opleidingstraject opnieuw wilde laten re-integreren in de arbeidsmarkt. Ten behoeve van deze activiteiten heeft verweerder gebruik gemaakt van zijn zakelijke e-mailadres van de bank. Hiermee heeft verweerder gedragsregel 4 van de gedragscode geschonden. Daarnaast heeft verweerder niet integer en zorgvuldig gehandeld, door – in het bijzonder – zonder daartoe overleg te hebben gevoerd of daarvoor toestemming te hebben gekregen, namens de bank een intentieverklaring op te stellen waaruit volgde dat de bank de deelnemers aan het re-integratietraject zou gaan aannemen.

Door het veelvuldig gebruik van zijn e-mailadres van de bank, kon bovendien onduidelijkheid bestaan over de aard van de betrokkenheid van verweerder. Hierdoor heeft verweerder de schijn van belangenverstrengeling niet voorkomen. De Tuchtcommissie oordeelt dat geen sprake is van overtreding van art. 6 van de gedragsregels, nu deze gedragsregel betekent dat de bankmedewerkers zijn of haar gedrag in het werk laat toetsen aan de gedragsregels. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een berisping op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak:
Uitspraak dossier 3695

Tussenbeslissing – vastlegging bankierseed

TRB-2018-3611. 

In het dossier is geen afschrift van de getekende bankierseed gevoegd. Uit de door de bank aangeleverde stukken met betrekking tot de afgelegde eed is het voor de tuchtcommissie thans niet mogelijk om vast te stellen dat de klacht betrekking heeft op een beëdigd bankmedewerker. De Tuchtcommissie verzoekt daarom om completering van het dossier. De behandeling van de zaak wordt voor onbepaalde tijd aangehouden.

Download hier de volledige uitspraak:
Tussenbeslissing dossier 3611