Voorwenden behalen diploma’s; beroepsverbod

TRB-2019-3878-TC
Tuchtcommissie Banken, 1 mei 2019
Verweerder heeft binnen de bank voorgewend dat hij voor de uitoefening van zijn functie noodzakelijke (Wft-) diploma’s  had behaald. Verweerder heeft niet naar waarheid verklaard tegenover zijn leidinggevende en heeft een e-mail vervalst. Verweerder heeft daarmee niet integer gehandeld en zich niet gehouden aan de regels die voor het werk bij de bank gelden. Het doet afbreuk aan het vertrouwen van klanten in de kennis en kunde van bankmedewerkers. Verweerder heeft daarmee in strijd gehandeld met gedragsregels 1, 4 en 7. De klacht is in zoverre gegrond. Dat verweerder werkzaamheden voor klanten heeft uitgevoerd waartoe hij (zonder de vereiste diploma’s) niet bevoegd was, is onvoldoende gebleken. Het klachtonderdeel dat daarop betrekking heeft (gedragsregel 3: centraal stellen klantbelang), is daarom ongegrond. De Tuchtcommissie legt een beroepsverbod voor de duur van 9 maanden op.

De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2019-3878-TC

Kopiëren handtekeningen klanten: 3 beroepsverboden

TRB-2019-3757-TC, TRB-2019-3758-TC en TRB-2019-3790-TC
Tuchtcommissie Banken, 1 mei 2019

Op 1 mei 2019 heeft de Tuchtcommissie uitspraak gedaan in 3 soortgelijke zaken, waarin – kort samengevat – verweerders handtekeningen van klanten hebben gekopieerd. Deze uitspraken maken onderdeel uit van een veel groter aantal zaken waarin hetzelfde was voorgevallen en waarin de Tuchtcommissie reeds eerder (op 17 augustus 2018 en op 3 april 2019) uitspraak heeft gedaan.

Verweerders hebben handtekeningen van klanten onder herstelde hypotheekadviezen gekopieerd.

De Tuchtcommissie acht de hierover ingediende klachten gegrond. Het kopiëren van één of meerdere handtekeningen van klanten kwalificeert als niet integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank.

De Tuchtcommissie acht slechts een tijdelijk beroepsverbod een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere omstandigheden waaronder de gedragingen hebben plaatsgevonden, wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerders een beroepsverbod van kortere duur opgelegd. In zaak 3757 wordt aan verweerder een beroepsverbod van 2 weken opgelegd. In zaak 3758 wordt aan verweerder een beroepsverbod van 4 weken opgelegd. In zaak 3790 wordt aan verweerder een beroepsverbod van 6 weken opgelegd.

De namen van de verweerders worden, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraken: TRB-2019-3757-TC en TRB-2019-3758-TC en TRB-2019-3790-TC

Kopiëren handtekeningen klanten: 61 beroepsverboden

Op 3 april 2019 heeft de Tuchtcommissie Banken uitspraak gedaan in 61 soortgelijke zaken.

De inhoud van de zaak
Verweerders hebben schriftelijk hypotheekadvies uitgebracht aan klanten van een bank. Ter bevestiging van het feit dat klanten de inhoud van het hypotheekadvies hebben begrepen en de gegevens in het advies hadden gecontroleerd, dienden de klanten de slotverklaring bij dit advies te ondertekenen. Als de controleafdeling van de bank na beoordeling van het advies tot de conclusie kwam dat het hypotheekadvies diende te worden verbeterd, moest de bankmedewerker de verbetering verwerken in een hersteladvies. Ook de slotverklaring bij dit hersteladvies moest door de klant worden ondertekend. Verweerders hebben echter de handtekeningen van klanten onder deze hersteladviezen gekopieerd.

De beslissingen van de Tuchtcommissie
De Tuchtcommissie acht de ingediende klachten op alle onderdelen gegrond. Het kopiëren van één of meerdere handtekeningen van klanten kwalificeert als niet integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank.

De opgelegde maatregelen
De Tuchtcommissie acht het de bank aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De Tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerders niet de bedoeling hebben gehad klanten te benadelen. Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen.

Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerders een beroepsverbod van kortere duur opgelegd.

Aan verweerders worden beroepsverboden van de volgende duur opgelegd:
– 1 gekopieerde slotverklaring:                            beroepsverbod van 2 weken
– 2 tot en met 5 gekopieerde slotverklaringen:   beroepsverbod van 4 weken
– 6 of meer gekopieerde slotverklaringen:          beroepsverbod van 6 weken

Dat de bank niet alle medewerkers gelijk heeft behandeld wat betreft een non-actiefstelling, geeft geen aanleiding tot matiging van de maatregel. Ook de duur van de tuchtrechtelijke procedure geeft geen aanleiding voor een verdere matiging.

Bijzonderheden
Enkele verweerders hebben betwist dat een aantal handtekeningen door hen is gekopieerd. De Tuchtcommissie heeft dit standpunt verworpen. Naar het oordeel van de Tuchtcommissie is aannemelijk dat ook deze handtekeningen door deze verweerders zijn gekopieerd.

In de gevallen waarin verweerder niet langer werkzaam was bij de bank en bekend was dat hij niet langer een functie bij een bank ambieerde, heeft de Algemeen Directeur verzocht een boete op te leggen. De Tuchtcommissie heeft dit standpunt niet gevolgd en ook aan deze verweerders een beroepsverbod opgelegd, vanwege het sterke signaal dat daarvan uitgaat.

De namen van de verweerders worden, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraken:
Dossier 3736   Dossier 3732   Dossier 3750   Dossier 3767   Dossier 3782   Dossier 3803
Dossier 3765   Dossier 3733   Dossier 3752   Dossier 3768   Dossier 3784   Dossier 3804
Dossier 3783   Dossier 3734   Dossier 3755   Dossier 3769   Dossier 3789   Dossier 3805
Dossier 3788   Dossier 3738   Dossier 3756   Dossier 3772   Dossier 3792   Dossier 3808
Dossier 3793   Dossier 3741   Dossier 3759   Dossier 3773   Dossier 3795   Dossier 3809
Dossier 3725   Dossier 3743   Dossier 3760   Dossier 3775   Dossier 3796   Dossier 3810
Dossier 3726   Dossier 3744   Dossier 3761   Dossier 3776   Dossier 3797   Dossier 3811
Dossier 3727   Dossier 3745   Dossier 3763   Dossier 3777   Dossier 3799   Dossier 3812
Dossier 3729   Dossier 3747   Dossier 3764   Dossier 3779   Dossier 3800   Dossier 3813
Dossier 3730   Dossier 3749   Dossier 3766   Dossier 3780   Dossier 3802   Dossier 3814
Dossier 3815

Bekijken rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding; beroepsverbod

TRB-2018-3880-TC.

Verweerder heeft in de periode van 1 juli 2015 tot en met 20 juli 2017 bij herhaling rekeninggegevens van klanten bekeken zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Verweerder bekeek de rekeninggegevens van familieleden, collega’s  en buurtgenoten. De Algemeen directeur stelde een beroepsverbod voor de duur van 3 maanden voor. De Tuchtcommissie Banken wijkt in het nadeel van verweerder af van dit voorstel, vanwege het grote aantal personen van wie de rekeningen zijn bekeken, de lange periode waarbinnen de gedragingen hebben plaatsgevonden en de maatregelen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd. De tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod op voor de duur van 4 maanden.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: dossier 3880 uitspraak Tuchtcommissie

Beroepsverbod van 18 maanden voor voormalig directievoorzitter

TRB-2018-3618-TC.
Tuchtcommissie, 31 oktober 2018

Verweerder was in dienst van de bank als directievoorzitter. Met verweerder is op 3 december 2005 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Deze vaststellingsovereenkomst hield een vertrekregeling in. Aan deze vaststellingsovereenkomst mocht verweerder geen uitvoering geven. Verweerder heeft voorzien in een alternatieve regeling voor zijn vertrek bij de bank. Ter uitvoering hiervan heeft verweerder onder meer een bedrag van € 1,5 miljoen doen overboeken naar een Stichting, waarvan hij enig bestuurder was. Verweerder zou zijn werkzaamheden voor de bank beëindigen door middel van een beëindigingsovereenkomst en zou een dienstverband krijgen bij de Stichting. Deze overeenkomsten zijn niet tot stand gekomen. Het bedrag van € 1,5 miljoen is door de Stichting teruggeboekt naar de bank.

De tuchtcommissie stelt vast dat verweerder in samenspraak met de voorzitter van de Raad van Commissarissen stappen heeft gezet om een alternatieve invulling te geven aan de vaststellingsovereenkomst betreffende zijn vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie is van oordeel dat de wijze waarop verweerder uitvoering heeft gegeven aan de alternatieve regeling voor zijn vertrek materieel relevante gelijkenis vertoont met de niet goedgekeurde vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie concludeert dat verweerder niet zorgvuldig heeft gehandeld en onzorgvuldig is omgegaan met betrokken belangen, in die zin dat hij overwegend voorrang heeft gegeven aan zijn eigen belang boven het belang van de bank. Het handelen van verweerder draagt niet bij aan het vertrouwen van de samenleving in het bankwezen. Verweerder heeft het beeld gecreëerd van een bankmedewerker die – zonder daarover open te zijn – tracht zichzelf via een omweg alsnog de oorspronkelijke (riante) vertrekregeling te doen toekomen. De tuchtcommissie overweegt dat, anders dan de Algemeen directeur heeft gesteld, niet is komen vast te staan dat verweerder wet- en regelgeving heeft geschonden. In de persoonlijke omstandigheden van verweerder ziet de tuchtcommissie aanleiding om de duur van het door de Algemeen directeur voorgestelde beroepsverbod (24 maanden) enigszins te matigen. De tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 18 maanden passend.

De naam van verweerder wordt bij onherroepelijk worden van de beslissing opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2018-3618-TC

Kopiëren handtekening klant: beroepsverbod

TRB-2018-3754-TC
Tuchtcommissie, 17 oktober 2018

Verweerder heeft een formulier ‘Opdracht tot waardeoverdracht’ ondertekend met een handtekening, die de handtekening van een klant voorstelt. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werken bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De klacht van de Algemeen directeur acht de Tuchtcommissie dan ook gegrond.

Het kopiëren van een handtekening van een klant is naar het oordeel van de Tuchtcommissie in alle gevallen een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. De Tuchtcommissie acht in beginsel een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend. Vanwege verzachtende omstandigheden (het niet goed functionerende werkproces, het gebrek aan collegialiteit van de andere afdeling bij het oplossen van fouten en het gevoel van verweerster dat zij regelmatig gemaakte fouten binnen de organisatie niet kon aankaarten bij haar leidinggevende) ziet de Tuchtcommissie aanleiding om aan verweerster een beroepsverbod voor de duur van twee weken op te leggen.

De naam van de verweerder wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier 3754 uitspraak Tuchtcommissie

 

Kopiëren van handtekening van klant door bankmedewerker I

TRB-2018-3740-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerder  heeft een hypotheekadvies uitgebracht aan een klant van de bank. De klant heeft de bij dit advies behorende slotverklaring ondertekend.  Dit hypotheekadvies diende volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbetering verwerkt in een hersteladvies. Dit advies diende, conform het geldende beleid van de bank, aan de klant te worden gezonden. De klant diende de slotverklaring bij dit hersteladvies te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekening van de klant die op de oorspronkelijke slotverklaring was geplaatst, gekopieerd op de slotverklaring die hoorde bij het hersteladvies.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door de handtekening van de klant te kopiëren onder de slotverklaring bij het hersteladvies. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladvies niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad de klant te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich een ondertekend hersteladvies bevond met een handtekening die niet door de klant was gezet en zonder dat de klant daarvan op de hoogte was. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 2 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3740 uitspraak Tuchtcommissie

Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker VI

TRB-2018-3807-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerder  heeft twee hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaringen gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij de hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 4 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier 3807 uitspraak Tuchtcommissie

Nabootsen van handtekeningen van klanten door bankmedewerker

TRB-2018-3806-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerder  heeft twee hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten nagebootst op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten na te bootsen onder de slotverklaringen bij hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 4 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2028-3806-TC.

Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker V

TRB-2018-3801-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerster  heeft drie hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerster heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerster heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaringen gekopieerd op de slotverklaringen die hoorden bij de hersteladviezen.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaringen bij de hersteladviezen. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerster niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerster een beroepsverbod van 4 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3801 uitspraak Tuchtcommissie