Raadplegen rekeninggegevens zonder zakelijke aanleiding

TRB-2023-4761-TC
Tuchtcommissie, 24 mei 2023

TRB-2023-4761-TC. Door rekeninggegevens van klanten van de bank – waaronder ook die van de Belastingdienst – te raadplegen zonder dat daarvoor een zakelijke aanleiding bestond, heeft verweerder de gedragsregels overtreden. Dit is niet integer geweest en schaadt het vertrouwen dat de samenleving in de bank als professionele instelling moet kunnen stellen.

De Tuchtcommissie acht het daarenboven kwalijk dat verweerder informatie die hij door de raadplegingen heeft verkregen, heeft gedeeld met zijn vriendin. Voorts weegt de tuchtcommissie in het nadeel van verweerder mee dat hij een behoorlijk aantal schermen heeft geraadpleegd in een relatief korte periode. Verweerder is met de raadplegingen direct na zijn indiensttreding begonnen, terwijl door de bank aandacht is besteed aan de interne regels omtrent ongeoorloofd raadplegen van rekeninggegevens van klanten. De Tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van negen maanden op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Berisping voor bestuursvoorzitter en twee commissarissen

TRB-2022-3935-CB, TRB-2022-3943-CB en TRB-2022-4006-CB
Commissie van Beroep, 13 april 2023

Voortzetting van de uitspraken van de Tuchtcommissie van 3 augustus 2022, waartegen de Algemeen directeur beroep heeft ingesteld. Verweerders hebben vervolgens ook zelf (incidenteel) beroep ingesteld.

De Commissie van Beroep oordeelt dat de commissarissen en bestuursvoorzitter van de bank een voorbeeldfunctie hebben bij het uitdragen van de gedragsregels. Zij zijn daarin tekortgeschoten. De Commissie van Beroep wijst hierbij op de bijzondere verantwoordelijkheid van beleidsbepalende personen. Bankmedewerkers zullen niet snel tuchtrechtelijk worden veroordeeld zolang zij binnen de interne beleidsregels blijven, maar dat ligt anders voor de bankmedewerkers die zelf verantwoordelijk zijn voor dat beleid. Hun eigen rol daarbij kan wel tuchtrechtelijk worden getoetst. De commissarissen en de bestuursvoorzitter hebben bij de voorbereiding van het beloningsvoorstel onvoldoende zorgvuldig gehandeld, maakten een onvoldoende zorgvuldige belangenafweging en hebben daardoor het vertrouwen van de samenleving in de bank geschaad. De Commissie van Beroep legt als maatregel een berisping op.

De namen van verweerders zijn opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak van de Commissie van Beroep vind je hier.
De uitspraken van de Tuchtcommissie vind je hier: TRB-2022-3935-TC, TRB-2022-3943-TC en TRB-2022-4006-TC

Vertrouwelijke informatie klanten onterecht gedeeld met derde

TRB-2022-4602-TC
Tuchtcommissie, 28 december 2022

Verweerster heeft zonder dat dit voor haar werk nodig was contact opgenomen met de werkgever van (potentiële) klanten van de bank. Zij heeft daarbij vertrouwelijke informatie die haar bekend was uit de financieringsaanvraag van die klanten gedeeld met die werkgever (zijnde een bevriende relatie van verweerster), omdat volgens verweerster sprake was van een oneigenlijke toe-eigening door die klanten van bedrijfsinformatie van die werkgever. Zij heeft daarmee haar geheimhouding geschonden. Het betreft zeer gevoelige en vertrouwelijke informatie die op verschillende momenten in detail met de derde is gedeeld. Dit is niet integer en onzorgvuldig geweest. Verweerster heeft verder de belangen van de derde laten prevaleren boven de belangen van de (potentiële) klanten en haar geheimhoudingsplicht geschonden. De Tuchtcommissie legt aan verweerster een onvoorwaardelijk beroepsverbod van vier weken op. Hierbij is onder meer rekening gehouden met de specifieke context waarin het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen zich heeft afgespeeld, de duur van het onderzoek en het feit dat verweerster reeds jarenlang en nog steeds werkzaam is in de bancaire sector.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Bewust afwijken van procedure inzake zakelijke kredietverlening

TRB-2022-4379-TC
Tuchtcommissie, 14 december 2022

Verweerder is bij kredietaanvragen in een groot aantal klantdossiers bewust afgeweken van dwingend beleid van de bank en/of de wijze waarop deze aanvragen in het banksysteem dienden te worden ingevoerd. De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder onterecht veelvuldig het systeem van de bank heeft omzeild. De bank en de klanten hebben hierdoor aanzienlijke risico’s gelopen, terwijl die risico’s zo veel mogelijk konden en moesten worden uitgesloten door het systeem. De specifieke omstandigheden van het geval waaronder de impact van een onvoorwaardelijk beroepsverbod doen de Tuchtcommissie besluiten aan verweerder niet een onvoorwaardelijk maar een voorwaardelijk beroepsverbod voor de duur van twee jaar op te leggen en daarnaast een geldboete van € 12.500,-.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

de uitspraak vind je hier.

Gelden klant aan zichzelf overgemaakt en oneigenlijke verhogingen (eigen) creditcards

TRB-2022-4580-TC
Tuchtcommissie, 23 november 2022

Het is bijzonder kwalijk dat verweerder een klant van de bank zeer ernstig heeft benadeeld door het op slinkse wijze ontvreemden van een groot geldbedrag (€ 45.000,-). Daarnaast heeft verweerder ten onrechte de limieten van de creditkaarten van zichzelf en van zijn vriendin verhoogd. Hierbij heeft hij zijn vriendin en collega’s “gebruikt” om dit alles te realiseren. De tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van 2 jaar op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Onrechtmatige overboekingen, toe-eigening gelden en frauduleuze handelingen ter verdoezeling

TRB-2022-4581-TC
Tuchtcommissie, 2 november 2022

Verweerder heeft onrechtmatige overboekingen verricht van in totaal ongeveer € 195.000,- vanaf de bankrekening van erfgenamen van een (overleden) klant van de bank. Verweerder heeft zich geld toegeëigend waarop hij geen recht had.
Bovendien heeft verweerder diverse (frauduleuze) handelingen verricht om ervoor te zorgen dat de bewuste transacties voor die erfgenamen en de bank verborgen zouden blijven.
Tevens heeft verweerder aan een collega die betrokken was bij de onrechtmatige overboekingen, een bedrag van € 13.000,- overgemaakt (zie de uitspraak van 27 juli 2022 van de Tuchtcommissie , met kenmerk TRB-2022-4582-TC).
De conclusie van de Tuchtcommissie luidt dat het in deze zaak om zeer ernstige schendingen van de aan de bankierseed verbonden gedragsregels gaat (gedragsregels 1, 4 en 7). Verweerder heeft met zijn handelen er blijk van gegeven dat hij niet kan worden vertrouwd als hij in de uitoefening van zijn functie de beschikking krijgt over geld van klanten. De Tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 36 maanden passend.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht

TRB-2022-4673-TC
Tuchtcommissie, 2 november 2022

Het staat vast dat de gegevens die door verweerster buiten de beschermde omgeving van de bank zijn gebracht zeer privacygevoelig zijn. Het gaat om ongeveer 500 bijlagen met onder meer klantgegevens. Hiermee heeft verweerster niet integer gehandeld. Bovendien schaadt dit het vertrouwen dat de samenleving in de bank als professionele instelling moet kunnen stellen. Verweerster heeft gedragsregels 1, 4, 5 en 7 geschonden. De Tuchtcommissie beslist dat een beroepsverbod van zeven maanden passend is.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Medewerking aan onrechtmatige overboekingen en toe-eigening gelden

TRB-2022-4582-TC
Tuchtcommissie, 27 juli 2022

Verweerder heeft zijn medewerking verleend aan een voormalige collega bij vier onrechtmatige overboekingen vanaf de bankrekening van erfgenamen van een klant van de bank. Hiervoor was geen rechtmatige opdracht dan wel toestemming gegeven. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder hiermee de gedragsregels fors heeft overtreden. Via de bankrekening van een derde is vervolgens € 13.000,- overgemaakt naar de bankrekening van verweerder. Hiermee heeft verweerder zich geld toegeëigend van de erfgenamen waar hij geen recht op had. Van verweerder mocht worden verwacht dat hij had ingegrepen op het moment hij in de gaten had dat het vermoedelijk onrechtmatige overboekingen betrof. Verweerder heeft blijk ervan gegeven dat hij niet kan worden vertrouwd als hij in de uitoefening van zijn functie de beschikking krijgt over geld van klanten. De tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 18 maanden passend.

De naam van verweerder is ingesteld opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen dit register inzien.

De uitspraak van de Tuchtcommissie vind je hier.

Delen vertrouwelijke klantgegevens met een derde

TRB-2020-4326-TC
Tuchtcommissie, 9 september 2020

Verweerder was verantwoordelijk voor de afwikkeling van (vereenvoudigd geduid) een debiteurendienst binnen de bank. Verweerder heeft gegevens van klanten voor wie de bank dat debiteurenbeheer afbouwde, gestuurd naar een bedrijf dat mogelijk dat debiteurenbeheer zou overnemen. Verder heeft verweerder meermalen vertrouwelijke klantinformatie naar zijn privé e-mailadres gestuurd. De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat verweerder hiermee de gedragscode heeft geschonden. Dergelijke vertrouwelijke informatie die zich bij de bank bevindt, mag immers niet met derden worden gedeeld en dient binnen de beveiligde bankomgeving te blijven. De tuchtcommissie acht het onderdeel van de klacht dat ziet op belangenverstrengeling ongegrond, onder meer omdat de leidinggevende van verweerder ervan op de hoogte was dat hij klanten met dit bedrijf in contact zou brengen.

Bij de hoogte van de maatregel houdt de tuchtcommissie rekening met de omstandigheid dat de bank heeft nagelaten concreet en duidelijk vast te leggen wat verweerder in het kader van zijn vertrek bij de bank mocht doen bij het benaderen van klanten. Ook wordt rekening gehouden met de goede bedoelingen van verweerder. De Tuchtcommissie legt verweerder een berisping en een geldboete van € 250,- op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Namaken handtekening klant

TRB-2020-4377-TC

Verweerster heeft zelf de handtekeningen van klanten onder twee formulieren geplaatst. De Tuchtcommissie oordeelt dat het namaken van de handtekening van een klant in alle gevallen een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels is. De mate waarin het vertrouwen van de klant in het bankwezen wordt geschaad en de mate waarin het klantbelang is geschaad, maken dat niet kan worden volstaan met een andere maatregel dan een tijdelijk onvoorwaardelijk beroepsverbod. De Tuchtcommissie houdt rekening met de omstandigheden waaronder verweerster tot haar handelen is gekomen. De Tuchtcommissie legt verweerster een beroepsverbod op voor de duur van twee weken.

De naam van verweerster wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak TRB-2020-4377-TC