Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht

TRB-2022-4673-TC
Tuchtcommissie, 2 november 2022

Het staat vast dat de gegevens die door verweerster buiten de beschermde omgeving van de bank zijn gebracht zeer privacygevoelig zijn. Het gaat om ongeveer 500 bijlagen met onder meer klantgegevens. Hiermee heeft verweerster niet integer gehandeld. Bovendien schaadt dit het vertrouwen dat de samenleving in de bank als professionele instelling moet kunnen stellen. Verweerster heeft gedragsregels 1, 4, 5 en 7 geschonden. De Tuchtcommissie beslist dat een beroepsverbod van zeven maanden passend is.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Medewerking aan onrechtmatige overboekingen en toe-eigening gelden

TRB-2022-4582-TC
Tuchtcommissie, 27 juli 2022

Verweerder heeft zijn medewerking verleend aan een voormalige collega bij vier onrechtmatige overboekingen vanaf de bankrekening van erfgenamen van een klant van de bank. Hiervoor was geen rechtmatige opdracht dan wel toestemming gegeven. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder hiermee de gedragsregels fors heeft overtreden. Via de bankrekening van een derde is vervolgens € 13.000,- overgemaakt naar de bankrekening van verweerder. Hiermee heeft verweerder zich geld toegeëigend van de erfgenamen waar hij geen recht op had. Van verweerder mocht worden verwacht dat hij had ingegrepen op het moment hij in de gaten had dat het vermoedelijk onrechtmatige overboekingen betrof. Verweerder heeft blijk ervan gegeven dat hij niet kan worden vertrouwd als hij in de uitoefening van zijn functie de beschikking krijgt over geld van klanten. De tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 18 maanden passend.

De naam van verweerder is ingesteld opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen dit register inzien.

De uitspraak van de Tuchtcommissie vind je hier.

Delen vertrouwelijke klantgegevens met een derde

TRB-2020-4326-TC
Tuchtcommissie, 9 september 2020

Verweerder was verantwoordelijk voor de afwikkeling van (vereenvoudigd geduid) een debiteurendienst binnen de bank. Verweerder heeft gegevens van klanten voor wie de bank dat debiteurenbeheer afbouwde, gestuurd naar een bedrijf dat mogelijk dat debiteurenbeheer zou overnemen. Verder heeft verweerder meermalen vertrouwelijke klantinformatie naar zijn privé e-mailadres gestuurd. De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat verweerder hiermee de gedragscode heeft geschonden. Dergelijke vertrouwelijke informatie die zich bij de bank bevindt, mag immers niet met derden worden gedeeld en dient binnen de beveiligde bankomgeving te blijven. De tuchtcommissie acht het onderdeel van de klacht dat ziet op belangenverstrengeling ongegrond, onder meer omdat de leidinggevende van verweerder ervan op de hoogte was dat hij klanten met dit bedrijf in contact zou brengen.

Bij de hoogte van de maatregel houdt de tuchtcommissie rekening met de omstandigheid dat de bank heeft nagelaten concreet en duidelijk vast te leggen wat verweerder in het kader van zijn vertrek bij de bank mocht doen bij het benaderen van klanten. Ook wordt rekening gehouden met de goede bedoelingen van verweerder. De Tuchtcommissie legt verweerder een berisping en een geldboete van € 250,- op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Namaken handtekening klant

TRB-2020-4377-TC

Verweerster heeft zelf de handtekeningen van klanten onder twee formulieren geplaatst. De Tuchtcommissie oordeelt dat het namaken van de handtekening van een klant in alle gevallen een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels is. De mate waarin het vertrouwen van de klant in het bankwezen wordt geschaad en de mate waarin het klantbelang is geschaad, maken dat niet kan worden volstaan met een andere maatregel dan een tijdelijk onvoorwaardelijk beroepsverbod. De Tuchtcommissie houdt rekening met de omstandigheden waaronder verweerster tot haar handelen is gekomen. De Tuchtcommissie legt verweerster een beroepsverbod op voor de duur van twee weken.

De naam van verweerster wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak TRB-2020-4377-TC

Beroepsverbod van 18 maanden voor voormalig directievoorzitter

TRB-2018-3618-TC.
Tuchtcommissie, 31 oktober 2018

Verweerder was in dienst van de bank als directievoorzitter. Met verweerder is op 3 december 2005 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Deze vaststellingsovereenkomst hield een vertrekregeling in. Aan deze vaststellingsovereenkomst mocht verweerder geen uitvoering geven. Verweerder heeft voorzien in een alternatieve regeling voor zijn vertrek bij de bank. Ter uitvoering hiervan heeft verweerder onder meer een bedrag van € 1,5 miljoen doen overboeken naar een Stichting, waarvan hij enig bestuurder was. Verweerder zou zijn werkzaamheden voor de bank beëindigen door middel van een beëindigingsovereenkomst en zou een dienstverband krijgen bij de Stichting. Deze overeenkomsten zijn niet tot stand gekomen. Het bedrag van € 1,5 miljoen is door de Stichting teruggeboekt naar de bank.

De tuchtcommissie stelt vast dat verweerder in samenspraak met de voorzitter van de Raad van Commissarissen stappen heeft gezet om een alternatieve invulling te geven aan de vaststellingsovereenkomst betreffende zijn vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie is van oordeel dat de wijze waarop verweerder uitvoering heeft gegeven aan de alternatieve regeling voor zijn vertrek materieel relevante gelijkenis vertoont met de niet goedgekeurde vertrekregeling uit 2005. De tuchtcommissie concludeert dat verweerder niet zorgvuldig heeft gehandeld en onzorgvuldig is omgegaan met betrokken belangen, in die zin dat hij overwegend voorrang heeft gegeven aan zijn eigen belang boven het belang van de bank. Het handelen van verweerder draagt niet bij aan het vertrouwen van de samenleving in het bankwezen. Verweerder heeft het beeld gecreëerd van een bankmedewerker die – zonder daarover open te zijn – tracht zichzelf via een omweg alsnog de oorspronkelijke (riante) vertrekregeling te doen toekomen. De tuchtcommissie overweegt dat, anders dan de Algemeen Directeur heeft gesteld, niet is komen vast te staan dat verweerder wet- en regelgeving heeft geschonden. In de persoonlijke omstandigheden van verweerder ziet de tuchtcommissie aanleiding om de duur van het door de Algemeen Directeur voorgestelde beroepsverbod (24 maanden) enigszins te matigen. De tuchtcommissie acht een beroepsverbod voor de duur van 18 maanden passend.

De naam van verweerder wordt bij onherroepelijk worden van de beslissing opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak dossier 3618

Kopiëren handtekening klant: beroepsverbod

TRB-2018-3754-TC
Tuchtcommissie, 17 oktober 2018

Verweerder heeft een formulier ‘Opdracht tot waardeoverdracht’ ondertekend met een handtekening, die de handtekening van een klant voorstelt. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werken bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De klacht van de Algemeen Directeur acht de Tuchtcommissie dan ook gegrond.

Het kopiëren van een handtekening van een klant is naar het oordeel van de Tuchtcommissie in alle gevallen een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. De Tuchtcommissie acht in beginsel een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend. Vanwege verzachtende omstandigheden (het niet goed functionerende werkproces, het gebrek aan collegialiteit van de andere afdeling bij het oplossen van fouten en het gevoel van verweerster dat zij regelmatig gemaakte fouten binnen de organisatie niet kon aankaarten bij haar leidinggevende) ziet de Tuchtcommissie aanleiding om aan verweerster een beroepsverbod voor de duur van twee weken op te leggen.

De naam van de verweerder wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier 3754 uitspraak Tuchtcommissie

 

Kopiëren van handtekening van klant door bankmedewerker I

TRB-2018-3740-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerder  heeft een hypotheekadvies uitgebracht aan een klant van de bank. De klant heeft de bij dit advies behorende slotverklaring ondertekend.  Dit hypotheekadvies diende volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbetering verwerkt in een hersteladvies. Dit advies diende, conform het geldende beleid van de bank, aan de klant te worden gezonden. De klant diende de slotverklaring bij dit hersteladvies te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekening van de klant die op de oorspronkelijke slotverklaring was geplaatst, gekopieerd op de slotverklaring die hoorde bij het hersteladvies.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door de handtekening van de klant te kopiëren onder de slotverklaring bij het hersteladvies. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladvies niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad de klant te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich een ondertekend hersteladvies bevond met een handtekening die niet door de klant was gezet en zonder dat de klant daarvan op de hoogte was. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 2 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3740 uitspraak Tuchtcommissie

Namaken van handtekeningen van klanten door bankmedewerker I

TRB-2018-37420-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerster  heeft drie hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerster heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerster heeft de handtekeningen van de klanten die op de oorspronkelijke slotverklaringen waren geplaatst nagemaakt en achter de hersteladviezen gevoegd.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten na te maken. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerster niet de bedoeling heeft gehad de klant te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Hierom kan niet worden volstaan met een berisping, zoals door klager is voorgesteld, maar vormt slechts een tijdelijk beroepsverbod een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerster een beroepsverbod van 4 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3742 uitspraak Tuchtcommissie

Kopiëren van handtekening van klant door bankmedewerker II

TRB-2018-3746-TC 
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerster  heeft een hypotheekadvies uitgebracht aan een klant van de bank. De klant heeft de bij dit advies behorende slotverklaring ondertekend.  Dit hypotheekadvies diende volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerster heeft deze verbetering verwerkt in een hersteladvies. Dit advies diende, conform het geldende beleid van de bank, aan de klant te worden gezonden. De klant diende de slotverklaring bij dit hersteladvies te ondertekenen en terug te sturen. Verweerster heeft de handtekening van de klant die op de oorspronkelijke slotverklaring was geplaatst, gekopieerd op de slotverklaring die hoorde bij het hersteladvies.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door de handtekening van de klant te kopiëren onder de slotverklaring bij het hersteladvies. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladvies niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerster niet de bedoeling heeft gehad de klant te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich een ondertekend hersteladvies bevond met een handtekening die niet door de klant was gezet en zonder dat de klant daarvan op de hoogte was. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt in dit verband een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerster een beroepsverbod van 2 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3746 uitspraak Tuchtcommissie

Kopiëren van handtekeningen van klanten door bankmedewerker II

TRB-2018-3774-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerder  heeft een hypotheekadvies uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij dit advies behorende slotverklaring ondertekend.  Dit hypotheekadvies diende volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbetering verwerkt in een hersteladvies. Dit advies diende, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaring bij dit hersteladvies te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekeningen van de klanten op de oorspronkelijke slotverklaring gekopieerd op de slotverklaring die hoorde bij het hersteladvies.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten te kopiëren onder de slotverklaring bij het hersteladvies. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad klanten te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich een ondertekend hersteladvies bevond met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 2 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3774 uitspraak Tuchtcommissie