Fraudeleus handelen bij aanvraag van een persoonlijke lening Gepost op 27 augustus 2024 te 16:10.Geschreven door olavwagenaar Fraudeleus handelen bij aanvraag van een persoonlijke lening Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4764-TC, 21 februari 2024 Kan een bankmedewerker worden aangesproken op het fraudeleus handelen bij het aanvragen van een lening bij een bank waar hij niet werkzaam is? De bankmedewerker wil een persoonlijke lening afsluiten. Hiervoor gaat hij niet naar de bank waarvoor hij werkt, maar een andere bank. Om een lening te krijgen moet inzage gegeven worden in financiële draagkracht. Bij de aanvraag van de lening worden door de bankmedewerker rekeningafschriften meegezonden. Deze afschriften zijn door de bankmedewerker vervalst, waardoor een beter beeld van zijn financiële draagkracht blijkt dan er in werkelijkheid is. De bank waar de aanvraag is ingediend, zag al snel dat er wijzigingen in het rekeningafschrift waren aangebracht. Om hierover meer duidelijkheid te verkrijgen, vraagt de fraudeafdeling van de bank informatie op bij de bank van de aanvrager (die dus tevens zijn werkgever is). Uit de navraag blijkt dat de bankmedewerker het rekeningafschrift heeft vervalst. Dit gegeven leidt ertoe dat ook de eigen bank een onderzoek opstart. Uit dit onderzoek blijkt dat het originele afschrift van de betaalrekening van de bankmedewerker vanaf zijn privé e-mailadres naar zijn zakelijke e-mailadres is gezonden, waarna dit afschrift door hem middels het door de bank beschikbaar gestelde programma Adobe Acrobat is gewijzigd. Vervolgens heeft hij het vervalste afschrift naar zijn privé e-mailadres gezonden. Daarna heeft hij de aanvraag voor de lening ingediend. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker bankafschriften heeft vervalst om zodoende het aanvraagproces voor een privé-krediet te versnellen. Hierbij heeft hij het systeem van de bank gebruikt. Het (privé-)handelen van de bankmedewerker heeft voldoende raakvlakken met het werken bij de bank om te kunnen worden getoetst aan de bankierseed. De gedragsregels 1, 4 en 7 behorende bij de bankierseed geschonden. Het handelen van verweerder is een ernstige schending van de bankierseed omdat de bankmedewerker door frauduleus handelen, het vervalsen van een bankafschrift, heeft geprobeerd sneller een krediet te verkrijgen. Hij heeft daarbij het systeem van de bank gebruikt. Dit handelen past in het geheel niet bij hetgeen van een bankmedewerker wordt verwacht. Daarom kan niet met een voorwaardelijk beroepsverbod worden volstaan. De persoonlijke omstandigheden van verweerder ten tijde van de verweten gedragingen en de gevolgen die het handelen voor verweerder heeft gehad wegen niet voldoende zwaar om anders te oordelen. De Tuchtcommissie Banken legt als maatregel een onvoorwaardelijk beroepsverbod van 3 maanden op. De gehele uitspraak kan je hier lezen. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) verzonden naar privé e-mailadres Gepost op 27 augustus 2024 te 15:09.Geschreven door olavwagenaar Vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) verzonden naar privé e-mailadres Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4857-TC, 24 januari 2024 Kern van de uitspraak De bankmedewerker heeft in de periode van 30 juni 2022 tot en met 11 juli 2022 in totaal 873 bestanden via zijn zakelijke e-mailadres verzonden naar zijn privé-emailadres. Van deze bestanden hebben 705 documenten een zakelijk karakter en de inhoud daarvan is daarom van vertrouwelijke aard. In de procedure heeft de bankmedewerker verklaard geen bewuste selectie te hebben gemaakt van de bestanden. Hij heeft een hele map met daarin alle bestanden naar zijn privé e‑mailadres verstuurd. Er speelde op dat moment veel in zijn leven, waaronder de aankondiging van zijn boventalligheid en ingrijpende privéomstandigheden. Naar zijn zeggen heeft hij toen in een opwelling gehandeld. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster met haar handelen de gedragsregels 1, en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder de bankierseed heeft geschonden door vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) te verzenden naar zijn privé e-mailadres. Dit handelen is niet alleen niet integer en niet zorgvuldig, maar ook in strijd met de regels waaraan verweerder zich diende te houden. Het verweer dat hij de gegevens niet heeft gebruikt en weer heeft verwijderd, doet hier niet aan af. Ook het verweer van verweerder dat hij de informatie na zijn uitdiensttreding bij de bank als naslagwerk wenste te gebruiken en over de informatie wilde beschikken om aan zijn certificeringsverplichting als [functie] te blijven voldoen, kunnen zijn handelen niet rechtvaardigen. Naar het oordeel van de tuchtcommissie is de oplegging van een aanwijzing dat verweerder een periode niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector in beginsel geboden. Echter, gelet op de specifieke feiten en omstandigheden van dit geval acht de tuchtcommissie een beroepsverbod niet passend. De tuchtcommissie neemt van verweerder aan dat het versturen van de vertrouwelijke informatie van de bank naar zijn privé e‑mailadres in een opwelling is gebeurd, nadat hij te horen had gekregen dat hij boventallig verklaard zou worden. Zijn handelen was bovendien mede ingegeven door het in de toekomst kunnen blijven voldoen aan zijn verplichtingen. De tuchtcommissie legt een geldboete op van € 500,- Lees voor de volledige motivering van de tuchtcommissie de uitspraak. In de oorspronkelijke uitspraak staat een foutieve datum. De tuchtcommissie heeft in haar hersteluitspraak van 13 mei 2024 dit onderkend en verbeterd. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Belangenverstrengeling en zelfverrijking Gepost op 5 juni 2024 te 10:58.Geschreven door olavwagenaar Belangenverstrengeling en zelfverrijking Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4843-TC, 24 januari 2024 Verweerder heeft in de periode dat hij werkzaam was voor de bank zijn eigen zakelijke belangen behartigd en zijn nevenactiviteiten niet volledig opgegeven bij de bank. Kern van de uitspraak: de bankierseed is in ernstige mate geschonden Verweerder gebruikte niet alleen de systemen van de bank voor zijn nevenactiviteiten maar benaderde ook klanten van de bank en haalde hen op een listige manier over om grote geldbedragen naar zijn privérekening over te maken. Verweerder is daarbij doelbewust en manipulatief te werk gegaan en heeft twee klanten van de bank grote geldbedragen afhandig gemaakt door hen te vertellen dat hij deze geldbedragen voor hen zou investeren en zij daaraan zouden verdienen. Wat is het oordeel van de tuchtcommissie Verweerder heeft voor zijn eigen zakelijke belangen gebruik gemaakt van de systemen van de bank en daarnaast ook door de gedragsregels 1, 2, 3, 4, 6 en 7 niet in acht te nemen. Verweerder heeft in onderhavige zaak calculerend gedrag vertoont. Van berouw, zelfinzicht of enig bewustzijn is niets gebleken. Alles overwegende heeft de Tuchtcommissie Banken een beroepsverbod van de maximaal mogelijke duur, te weten van 3 jaar, opgelegd. De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. De uitspraak vind je hier. Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken De Tuchtcommissie Banken heeft al eerder een beroepsverbod van 36 maanden (drie jaar) opgelegd, die uitspraak vind je hier.
Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht Gepost op 5 juni 2024 te 10:40.Geschreven door olavwagenaar Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht Uitspraak Commissie van Beroep Banken: TRB-2023-4795-CB, 13 maart 2024 Vervolg op de uitspraak van de Tuchtcommissie van 26 juli 2023, waartegen de (voormalig) bankmedewerker beroep heeft ingesteld. De bankmedewerker heeft als Compliance Advisor in de laatste week voor het eindigen van zijn opdracht bij de bank, verschillende e-mails met bijlagen van zijn e-mailadres bij de bank zonder versleuteling naar zijn privé e-mailadres gestuurd. Twee e-mails bevatten daarbij documenten die als vertrouwelijk waren gelabeld. Wat was het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken heeft geoordeeld dat de bankmedewerker in strijd met de regels van de bank heeft gehandeld en dit handelen niet integer is geweest. De bankmedewerker heeft bovendien vertrouwelijke informatie niet geheimgehouden. Daarmee heeft de bankmedewerker gedragsregels 1, 4 en 5 geschonden. De Tuchtcommissie heeft aan de bankmedewerker de maatregel berisping opgelegd. Commissie van Beroep geeft in overweging te verifiëren of bankmedewerker door bank in kennis is gesteld van melding De Commissie van Beroep constateert dat klager pas een half jaar nadat de melding door de bank is gedaan de bankmedewerker hiervan op de hoogte heeft gesteld en geeft de Algemeen directeur (klager) in overweging voortaan bij iedere melding van een bank te verifiëren of de bank de bankmedewerker ook van deze melding op de hoogte heeft gesteld. Als dat niet het geval is, ligt het, bijzondere omstandigheden daargelaten, op de weg van de klager dit alsnog te doen. Bankmedewerker heeft verplichting tot geheimhouding geschonden De bankmedewerker heeft beroep aangetekend bij de Commissie van Beroep. De Commissie van Beroep overweegt dat met het verweten handelen de bankmedewerker vertrouwelijke, respectievelijk interne, gegevens heeft overgebracht naar zijn privéomgeving. Het overzetten van dergelijke gegevens door middel van onbeveiligd e-mailverkeer naar zijn privéomgeving is aan te merken als een schending van de verplichting tot geheimhouding. Deze geheimhouding is noodzakelijk voor het vertrouwen van de samenleving in de bankensector. Het naar buiten komen van gevoelige bedrijfsgegevens kan de gedachte oproepen dat bankgegevens niet veilig zijn en daarmee dat vertrouwen schaden (vergelijk Commissie van Beroep, TRB-2019-3868-CB, overweging 7.1 en 7.2). Daarmee is gedragsregel 5 geschonden. De bankmedewerker heeft erkend dat hij ook (beleids)regels binnen de bank over het delen van vertrouwelijke documenten heeft geschonden zodat ook gedragsregel 4 is geschonden. Wat betreft gedragsregel 1 heeft de bankmedewerker erkend dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld maar bestrijdt hij dat hij niet integer heeft gehandeld. De Commissie van Beroep oordeelt dat de bankmedewerker ook niet integer heeft gehandeld. Juist een bankmedewerker in de functie van Compliance Advisor dient de integriteit van de bank te waarborgen. Verzwarende en verzachtende omstandigheden Met betrekking tot de op te leggen maatregel neemt de Commissie van Beroep als uitgangspunt dat als een klacht gegrond is in beginsel een maatregel dient te volgen. Verzachtende omstandigheden kunnen, hoewel de klacht gegrond wordt bevonden, aanleiding geven geen maatregel op te leggen. Verzwarende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat een (on)voorwaardelijke geldboete of beroepsverbod wordt opgelegd. De Commissie van Beroep overweegt dat verzwarende omstandigheden in dit geval zijn de riskante onbeveiligde wijze van verzending van (vertrouwelijke) bankgegevens buiten de bank en het enkel eigen belang dat de bankmedewerker daarmee diende. Verzachtende omstandigheden zijn – nadat de bankmedewerker op zijn gedrag is aangesproken – dat hij vervolgens open kaart heeft gespeeld en alle medewerking heeft verleend en excuses voor zijn gedrag heeft aangeboden en de lange duur van de procedure, voornamelijk in het voortraject. Uitspraak en opgelegde maatregel: Commissie van Beroep handhaaft maatregel Alles afwegende, is de slotsom van de Commissie van Beroep Banken dat de uitspraak van de Tuchtcommissie wordt bekrachtigd en ook in beroep de berisping blijft staan. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. De uitspraak vind je hier. Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken In de samenvatting van de uitspraak verwijst de Commissie van Beroep naar een eerdere uitspraak van 19 december 2018, TRB-2019-3868-CB. Maar er zijn meer zaken waar geoordeeld is over het buiten de bank brengen van gegevens. Lees bijvoorbeeld de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken van 23 november 2022, TRB-2022-4678-TC, waarbij de informatie niet alleen buiten de bank werd gebracht maar is gedeeld met anderen.