Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen. Gepost op 19 mei 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4309-AD Algemeen directeur, 19 februari 2019 TRB-2019-4309-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 19 mei 2019 Door de melder is een melding ingediend over twee bankmedewerkers. Volgens de melder zijn de betrokken bankmedewerkers eindverantwoordelijk voor het schenden van de bankierseed in een situatie waarover door de melder klachten zijn ingediend bij de bank. De Algemeen directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. De melding heeft betrekking op een gedraging van de bank als instelling en niet op een gedraging die in tuchtrechtelijke zin aan de betrokken bankmedewerkers kan worden toegerekend. De melder heeft aan de voorzitter van de Tuchtcommissie om herziening van de beslissingen van de Algemeen directeur verzocht. De voorzitter heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter oordeelt dat niet blijkt dat aan de bankmedewerkers een verwijt kan worden gemaakt, ook niet als wordt aangenomen dat zij (eind)verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de klachten van de melder. Ook overigens ziet de voorzitter onvoldoende aanknopingspunten dat hen een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Omdat de melder in het herzieningsverzoek ook heeft geen gewezen op andere betrokken bankmedewerkers, heeft de voorzitter zich ook daarover uitgelaten. De voorzitter wijst het herzieningsverzoek ook in zoverre af. Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur: TRB-2019-4309-AD Download hier de herzieningsbeslissingen van de Tuchtcommissie: TRB-2019-4309-HV
Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen -2-. Gepost op 19 mei 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-4310-AD Algemeen directeur, 19 februari 2019 TRB-2019-4310-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 19 mei 2019 Door de melder is een melding ingediend over twee bankmedewerkers. Volgens de melder zijn de betrokken bankmedewerkers eindverantwoordelijk voor het schenden van de bankierseed in een situatie waarover door de melder klachten zijn ingediend bij de bank. De Algemeen directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. De melding heeft betrekking op een gedraging van de bank als instelling en niet op een gedraging die in tuchtrechtelijke zin aan de betrokken bankmedewerkers kan worden toegerekend. De melder heeft aan de voorzitter van de Tuchtcommissie om herziening van de beslissingen van de Algemeen Directeur verzocht. De voorzitter heeft het herzieningsverzoek afgewezen. De voorzitter oordeelt dat niet blijkt dat aan de bankmedewerkers een verwijt kan worden gemaakt, ook niet als wordt aangenomen dat zij (eind)verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de klachten van de melder. Ook overigens ziet de voorzitter onvoldoende aanknopingspunten dat hen een tuchtrechtelijk verwijt te maken valt. Omdat de melder in het herzieningsverzoek ook heeft gewezen op andere betrokken bankmedewerkers, heeft de voorzitter zich ook daarover uitgelaten. De voorzitter wijst het herzieningsverzoek ook in zoverre af. Download hier de beslissingen van de Algemeen directeur: TRB-2019-4310-AD Download hier de herzieningsbeslissingen van de Tuchtcommissie: TRB-2019-4310-HV
Voorwenden behalen diploma’s; beroepsverbod Gepost op 1 mei 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3878-TC Tuchtcommissie Banken, 1 mei 2019 Verweerder heeft binnen de bank voorgewend dat hij voor de uitoefening van zijn functie noodzakelijke (Wft-) diploma’s had behaald. Verweerder heeft niet naar waarheid verklaard tegenover zijn leidinggevende en heeft een e-mail vervalst. Verweerder heeft daarmee niet integer gehandeld en zich niet gehouden aan de regels die voor het werk bij de bank gelden. Het doet afbreuk aan het vertrouwen van klanten in de kennis en kunde van bankmedewerkers. Verweerder heeft daarmee in strijd gehandeld met gedragsregels 1, 4 en 7. De klacht is in zoverre gegrond. Dat verweerder werkzaamheden voor klanten heeft uitgevoerd waartoe hij (zonder de vereiste diploma’s) niet bevoegd was, is onvoldoende gebleken. Het klachtonderdeel dat daarop betrekking heeft (gedragsregel 3: centraal stellen klantbelang), is daarom ongegrond. De Tuchtcommissie legt een beroepsverbod voor de duur van 9 maanden op. De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraak: TRB-2019-3878-TC
Kopiëren handtekeningen klanten: 3 beroepsverboden Gepost op 1 mei 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3757-TC, TRB-2019-3758-TC en TRB-2019-3790-TC Tuchtcommissie Banken, 1 mei 2019 Op 1 mei 2019 heeft de Tuchtcommissie uitspraak gedaan in 3 soortgelijke zaken, waarin – kort samengevat – verweerders handtekeningen van klanten hebben gekopieerd. Deze uitspraken maken onderdeel uit van een veel groter aantal zaken waarin hetzelfde was voorgevallen en waarin de Tuchtcommissie reeds eerder (op 17 augustus 2018 en op 3 april 2019) uitspraak heeft gedaan. Verweerders hebben handtekeningen van klanten onder herstelde hypotheekadviezen gekopieerd. De Tuchtcommissie acht de hierover ingediende klachten gegrond. Het kopiëren van één of meerdere handtekeningen van klanten kwalificeert als niet integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De Tuchtcommissie acht slechts een tijdelijk beroepsverbod een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere omstandigheden waaronder de gedragingen hebben plaatsgevonden, wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerders een beroepsverbod van kortere duur opgelegd. In zaak 3757 wordt aan verweerder een beroepsverbod van 2 weken opgelegd. In zaak 3758 wordt aan verweerder een beroepsverbod van 4 weken opgelegd. In zaak 3790 wordt aan verweerder een beroepsverbod van 6 weken opgelegd. De namen van de verweerders worden, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraken: TRB-2019-3757-TC en TRB-2019-3758-TC en TRB-2019-3790-TC
Vertrouwelijke gegevens uploaden; berisping Gepost op 16 april 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3868-CB Commissie van Beroep, 16 april 2019 Voortzetting van beslissing Tuchtcommissie van 19 december 2018. Verweerder was in beroep gekomen van de beslissing van de Tuchtcommissie waarin aan hem aan hem een tijdelijk beroepsverbod was opgelegd. De Commissie van Beroep oordeelt net als de Tuchtcommissie dat verweerder de bankierseed heeft overtreden door – kort samengevat – digitale informatie van de bank te uploaden naar zijn privé-omgeving. Dit levert misbruik van zijn functie op. Mede door zijn functie als Risk Manager wist verweerder en had hij moeten weten dat de informatie zeer gevoelig en vertrouwelijk was. De gedraging van verweerder valt hem zwaar aan te rekenen. Banken moeten erop kunnen vertrouwen dat hun medewerkers zich van dergelijk gedrag onthouden. De Commissie van Beroep acht gelet op diverse omstandigheden, een beroepsverbod voor verweerder een te zware, disproportionele, sanctie. De Commissie van Beroep legt aan verweerder de maatregel van berisping op. Download hier de volledige uitspraak: TRB-2019-3868-CB.
Kopiëren handtekeningen klanten: 61 beroepsverboden Gepost op 3 april 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3736-TC Tuchtcommissie, 3 april 2019 Op 3 april 2019 heeft de Tuchtcommissie Banken uitspraak gedaan in 61 soortgelijke zaken. De inhoud van de zaak Verweerders hebben schriftelijk hypotheekadvies uitgebracht aan klanten van een bank. Ter bevestiging van het feit dat klanten de inhoud van het hypotheekadvies hebben begrepen en de gegevens in het advies hadden gecontroleerd, dienden de klanten de slotverklaring bij dit advies te ondertekenen. Als de controleafdeling van de bank na beoordeling van het advies tot de conclusie kwam dat het hypotheekadvies diende te worden verbeterd, moest de bankmedewerker de verbetering verwerken in een hersteladvies. Ook de slotverklaring bij dit hersteladvies moest door de klant worden ondertekend. Verweerders hebben echter de handtekeningen van klanten onder deze hersteladviezen gekopieerd. De beslissingen van de Tuchtcommissie De Tuchtcommissie acht de ingediende klachten op alle onderdelen gegrond. Het kopiëren van één of meerdere handtekeningen van klanten kwalificeert als niet integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De opgelegde maatregelen De Tuchtcommissie acht het de bank aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De Tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerders niet de bedoeling hebben gehad klanten te benadelen. Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerders een beroepsverbod van kortere duur opgelegd. Aan verweerders worden beroepsverboden van de volgende duur opgelegd: – 1 gekopieerde slotverklaring: beroepsverbod van 2 weken – 2 tot en met 5 gekopieerde slotverklaringen: beroepsverbod van 4 weken – 6 of meer gekopieerde slotverklaringen: beroepsverbod van 6 weken Dat de bank niet alle medewerkers gelijk heeft behandeld wat betreft een non-actiefstelling, geeft geen aanleiding tot matiging van de maatregel. Ook de duur van de tuchtrechtelijke procedure geeft geen aanleiding voor een verdere matiging. Bijzonderheden Enkele verweerders hebben betwist dat een aantal handtekeningen door hen is gekopieerd. De Tuchtcommissie heeft dit standpunt verworpen. Naar het oordeel van de Tuchtcommissie is aannemelijk dat ook deze handtekeningen door deze verweerders zijn gekopieerd. In de gevallen waarin verweerder niet langer werkzaam was bij de bank en bekend was dat hij niet langer een functie bij een bank ambieerde, heeft de Algemeen Directeur verzocht een boete op te leggen. De Tuchtcommissie heeft dit standpunt niet gevolgd en ook aan deze verweerders een beroepsverbod opgelegd, vanwege het sterke signaal dat daarvan uitgaat. De namen van de verweerders worden, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken. Download hier de volledige uitspraken: Dossier 3736 Dossier 3732 Dossier 3750 Dossier 3767 Dossier 3782 Dossier 3803 Dossier 3765 Dossier 3733 Dossier 3752 Dossier 3768 Dossier 3784 Dossier 3804 Dossier 3783 Dossier 3734 Dossier 3755 Dossier 3769 Dossier 3789 Dossier 3805 Dossier 3788 Dossier 3738 Dossier 3756 Dossier 3772 Dossier 3792 Dossier 3808 Dossier 3793 Dossier 3741 Dossier 3759 Dossier 3773 Dossier 3795 Dossier 3809 Dossier 3725 Dossier 3743 Dossier 3760 Dossier 3775 Dossier 3796 Dossier 3810 Dossier 3726 Dossier 3744 Dossier 3761 Dossier 3776 Dossier 3797 Dossier 3811 Dossier 3727 Dossier 3745 Dossier 3763 Dossier 3777 Dossier 3799 Dossier 3812 Dossier 3729 Dossier 3747 Dossier 3764 Dossier 3779 Dossier 3800 Dossier 3813 Dossier 3730 Dossier 3749 Dossier 3766 Dossier 3780 Dossier 3802 Dossier 3814 Dossier 3815
Geen nader onderzoek naar meldingen, herzieningsverzoeken afgewezen Gepost op 13 maart 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2018-3976-AD, TRB-2019-4258-AD, TRB-2019-4259-AD, TRB-2019-4260-AD Algemeen directeur, 17 oktober 2018 TRB-2018-3976-HV, TRB-2019-4258-HV, TRB-2019-4259-HV, TRB-2019-4260-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 13 maart 2019 Door de melder zijn over 4 medewerkers meldingen ingediend. De meldingen houden verband met een door de melder gehuurde woning. Volgens de melder hebben de medewerkers in strijd met de bankierseed gehandeld, onder meer door het vertonen van intimiderend gedrag en het aanzetten tot contractbreuk van de huurder (melder) richting de verhuurder. De Algemeen directeur heeft besloten geen nader onderzoek te doen naar de melding. De betrokken medewerkers zijn in dienst bij een beleggingsonderneming; een dochteronderneming van een bank. De beleggingsonderneming is geen bank zoals bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht. Het bancaire tuchtrecht is daarom niet van toepassing op werknemers van de beleggingsonderneming. De gedragingen van de medewerkers kunnen daarom niet aan de bankierseed worden getoetst. De melder heeft om herziening van de beslissingen van de Algemeen directeur verzocht. Over de beslissing in dossier TRB-2019-3976-AD (medewerker 1) oordeelt de voorzitter van de Tuchtcommissie als volgt. De medewerker is in dienst bij een beleggingsonderneming. Op 31 maart 2015 heeft de medewerker de bankierseed afgelegd. De beleggingsonderneming beschikte tot 19 december 2016 over een bankvergunning. Alleen gedragingen van de bankmedewerker tussen 31 maart 2015 en 19 december 2016 kunnen daarom aan het bancaire tuchtrecht worden getoetst. De voorzitter van de Tuchtcommissie is van oordeel dat niet blijkt dat de medewerker in die periode in strijd heeft gehandeld met de bankierseed. Het herzieningsverzoek wordt daarom afgewezen. De herzieningsverzoeken in dossiers TRB-2019-4258-HV, TRB-2019-4259-HV, TRB-2019-4260-HV worden door de voorzitter van de Tuchtcommissie (onder verwijzing naar de beslissing in dossier TRB-2019-3976-HV) eveneens afgewezen. Download hier de beslissingen van de Algemeen Directeur: TRB-2019-3976-AD TRB-2019-4258-AD TRB-2019-4259-AD TRB-2019-4260-AD Download hier de herzieningsbeslissingen van de Tuchtcommissie: TRB-2019-3976-HV TRB-2019-4258-HV TRB-2019-4259-HV TRB-2019-4260-HV
Samenloop strafrecht en tuchtrecht, herzieningsverzoek toegewezen, verplichting aanlevering niet-geanonimiseerd onderzoekrapport Gepost op 2 maart 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3951-AD en TRB-2019-4261-AD Algemeen directeur, 16 januari 2019 TRB-2019-3951-HV en TRB-2019-4261-HV Voorzitter Tuchtcommissie, 2 maart 2019 De bank heeft meldingen ingediend tegen twee voormalig bankmedewerkers. Deze meldingen hebben betrekking op persoonlijke zelfverrijking ten koste van de bank. De Algemeen directeur beslist geen klacht aan de Tuchtcommissie voor te leggen. De bank heeft geen onderzoeksrapport ingediend. Uit de melding en de verstrekte stukken blijkt dat nog strafrechtelijk onderzoek wordt gedaan naar de gedragingen waarop de meldingen betrekkingen hebben. Dit strafrechtelijk onderzoek is nog niet afgerond, terwijl evenmin bekend is hoe lang dit onderzoek nog zal duren. De Algemeen directeur acht het daarom niet opportuun om de tuchtrechtelijke procedure voort te zetten. De melder heeft om herziening van deze beslissingen verzocht. Bij deze herzieningsverzoeken is door de melder een – deels geanonimiseerd – onderzoeksrapport overgelegd. De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst de herzieningsverzoeken toe. De melding heeft hoofdzakelijk betrekking op de verstrengeling van de persoonlijke belangen van de beëdigden en de belangen van de bank. De meldingen beperken zich daardoor niet tot het plegen van strafbare feiten en leggen het zwaartepunt bij integriteitsschendingen. De gedragingen zouden zich een lange periode hebben voorgedaan. Er bestaat daarom aanleiding om de beëdigden te onderwerpen aan een tuchtrechtelijke toetsing. De Algemeen directeur wordt daarom opgedragen een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie. De melder dient de Algemeen directeur van een onderzoeksrapport in niet-geanonimiseerde vorm te voorzien. Download hier de beslissingen van de Algemeen directeur: TRB-2019-3951-AD en TRB-2019-4261-AD Download hier de herzieningsbeslissingen: TRB-2019-3951-HV en TRB-2019-4261-HV
Ontvreemden bankpas klant, verhogen limiet bankpas en betrokkenheid bij diefstal; beroepsverbod. Gepost op 6 februari 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3969-TC Tuchtcommissie, 9 februari 2019 Verweerder heeft tijdens zijn werk bij de bank een bankpas van een klant ontvreemd, de pincode afgekeken en de limiet op de bankpas verhoogd. Door dit handelen is een klant beroofd van € 5.500. De Algemeen directeur stelde een berisping voor wegens schending van gedragsregels 1, 2 en 3. De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder gedragsregel 1 heeft geschonden. De Tuchtcommissie acht gedragsregels 2 en 3 niet geschonden, aangezien – kort gezegd – de bankmedewerker buiten de normale uitoefening van zijn functie zijn persoonlijke belang heeft nagestreefd ten koste van de klant. De Tuchtcommissie wijkt in het nadeel van verweerder af van de voorgestelde berisping, aangezien zij de betrokkenheid van verweerder bij het wegnemen van de bankpas en het verhogen van de limiet op de bankpas waarmee een aanzienlijk geldbedrag van een klant is gemoeid, zeer ernstig acht. Dit handelen verhoudt zich op geen enkele manier met het doel en de strekking van de bankierseed. Klanten mogen verwachten dat hun bankpas en geld bij een bank veilig is en moeten de bank en bankmedewerker kunnen vertrouwen. De Tuchtcommissie weegt bij het bepalen van de maatregel mee dat verweerder spijt heeft betuigd en het gestolen geldbedrag terugbetaalt. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van 6 maanden op. De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken. Download hier de volledige uitspraak: TRB-2019-3969-TC
Wegpakken portemonnee klant; beroepsverbod Gepost op 6 februari 2019 te 00:00.Geschreven door StuurluiDevelopment TRB-2019-3946-TC Tuchtcommissie, 6 februari 2019 Verweerder heeft een portemonnee, die een klant bij de bank heeft laten liggen, weggepakt en niet teruggegeven nadat de klant kwam vragen of zijn portemonnee was gevonden. De Algemeen Directeur stelde een berisping voor wegens schending van gedragsregel 1, 2 en 3. De Tuchtcommissie is van oordeel dat uitsluitend gedragsregel 1 geschonden is. Gedragsregels 2 en 3 zijn niet geschonden, aangezien – kort gezegd – de bankmedewerker buiten de normale uitoefening van zijn functie zijn persoonlijke belang heeft nagestreefd ten koste van de klant. De Tuchtcommissie wijkt in het nadeel van verweerder af van de voorgestelde berisping, aangezien zij de betrokkenheid van verweerder bij het wegnemen van de portemonnee van de klant zeer ernstig acht. Dit handelen verhoudt zich op geen enkele manier met het doel en de strekking van de bankierseed. Klanten mogen verwachten dat hun geld en goederen bij een bank veilig zijn en het handelen van verweerder schendt het vertrouwen dat klanten in het bankwezen moeten kunnen stellen. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van 3 maanden op. De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken. Download de volledige uitspraak hier: TRB-2019-3946-TC