Niet melden kopiëren handtekeningen en verder verspreiden van deze werkwijze; schikking

TRB-2019-3982

De beëdigde droeg kennis van het feit dat (een) hypotheekadviseur(s) handtekeningen van klanten op herstelde hypotheekadviezen kopieerden. Beëdigde heeft dit niet gemeld bij een leidinggevende of op een andere wijze binnen de afdeling bespreekbaar gemaakt.

Beëdigde heeft de werkwijze van het kopiëren van handtekeningen wel gedeeld met tenminste één andere hypotheekadviseur, waarna deze niet toegestane werkwijze zich verder binnen de bank heeft verspreid. Beëdigde heeft daarmee de bankierseed geschonden. De Algemeen Directeur heeft beëdigde een schikking aangeboden in de vorm van een geldboete van € 500,-. Beëdigde heeft deze schikking aanvaard. De gegevens van beëdigde zijn opgenomen in het tuchtrechtelijk register.

Download hier de volledige uitspraak: Beslissing AD 3982

Onzorgvuldig geformuleerde brief – Sepot, herzieningsverzoek afgewezen.

TRB-2019-4323.

De beëdigde heeft een onzorgvuldig geformuleerde brief aan de klant (tevens: melder) verzonden in reactie op berichtgeving van de klant op sociale media. De klant heeft hieruit opgemaakt dat werd gedreigd om de hypotheek op te zeggen. Door de beëdigde zijn daarvoor zowel schriftelijk als telefonisch excuses gemaakt. De Algemeen Directeur oordeelt dat de bankierseed in onvoldoende ernstige mate is geschonden en seponeert de zaak.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter gaat ervan uit dat beëdigde niet heeft bedoeld dat de gehele bankrelatie zou worden opgezegd en/of de hypotheek zou worden opgeëist. Dat de brief wel die indruk heeft gewekt is begrijpelijk en daarmee zeer vervelend. Beëdigde is bewust dat zij de brief zorgvuldiger heeft moeten opstellen en heeft excuses gemaakt. De fout is voldoende rechtgezet. Het starten van een tuchtrechtelijke procedure tegen beëdigde zou disproportioneel zijn. De mate waarin de bankierseed is geschonden is daarvoor onvoldoende ernstig.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4323

Download hier de herzieningsbeslissing: Beslissing TC 4323

Aanvragen bankrekeningen en creditcards voor zichzelf; beroepsverbod

TRB-2019-4297-TC.

Verweerder heeft voor zichzelf acht bankrekeningen geopend en 68 creditcards aangevraagd en verkregen. De opnamelimieten van deze creditcards heeft hij telkens opgevoerd tot de maximaal toegelaten limiet. Verweerder heeft deze kredieten besteed aan online gokken. Verweerder heeft het systeem van de bank gemanipuleerd door automatisch gegenereerde overeenkomsten te verwijderen. De financiële schade bedraagt ruim € 850.000.

De Tuchtcommissie acht het handelen van verweerder niet integer en in strijd met de interne regels van de bank. Verweerder heeft zeer grensoverschrijdend gehandeld. Het handelen van verweerder ondermijnt het vertrouwen dat de samenleving in de bank moet kunnen hebben. De Tuchtcommissie houdt rekening met de schuldbewuste houding van verweerder, de stappen die hij heeft gezet om van zijn verslaving af te komen en de lange weg tot herstel die hij waarschijnlijk nog heeft te gaan.

De Tuchtcommissie acht de klacht gegrond en legt aan verweerder een beroepsverbod op voor de duur van 30 maanden.

De naam van verweerder wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Stichting Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraak: Beslissing TC 4297

Geld opnemen van rekening van klant en vervalsen rekeningafschrift: klacht ongegrond

TRB-2019-3973
Tuchtcommissie, 28 august 2019

De Algemeen directeur heeft een klacht met twee klachtonderdelen aan de Tuchtcommissie voorgelegd. De Tuchtcommissie acht beide klachtonderdelen ongegrond.

De Tuchtcommissie acht onvoldoende aannemelijk geworden dat het verweerder is geweest die contante geldopnames van een rekening van een klant heeft gedaan. Dat het geld is opgenomen met gebruikmaking van de corporate key van verweerder is daarvoor onvoldoende. Verweerder heeft gesteld dat het wel gebeurde dat medewerkers met gebruikmaking van elkaars corporate key werkten.

De Tuchtcommissie acht wel aannemelijk geworden dat verweerder een vervalst opnamebewijs heeft gestuurd aan Tuchtrecht Banken. Het arbeidsverband van verweerder bij de bank was op dat moment al beëindigd. Omdat de bankierseed is verbonden aan het arbeidsverband met de bank, is deze gedraging niet onderworpen aan het bancaire tuchtrecht.

De Algemeen directeur heeft beroep ingesteld bij de Commissie van Beroep tegen deze beslissing.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2019-3973 geld opnemen van rekening klant en vervalsen rekeningafschrift

Verwijzing naar de beroepsprocedure: https://www.tuchtrechtbanken.nl/uitspraak/valse-stukken-inbrengen-tijdens-tuchtprocedure/

 

Handelwijze medewerker bijzonder beheer – Melding afgewezen, herzieningsverzoek afgewezen.

TRB-2019-4360.
Datum beslissing Algemeen Directeur: 17 juli 2019
Datum beslissing voorzitter Tuchtcommissie: 21 augustus 2019

De melder heeft een zakelijke lening bij de bank en bevindt zich in een financieel moeilijke situatie. Volgens de melder heeft een medewerker van de afdeling Bijzonder Beheer hem bedreigd en is deze medewerker niet bereid mogelijke oplossingen te bespreken. Uit de melding is onvoldoende aannemelijk geworden dat de melder door de bankmedewerker is bedreigd. Uit de melding volgt evenmin dat het klantbelang onvoldoende centraal zou zijn gesteld. De Algemeen Directeur daarom geen nader onderzoek naar de melding. De Algemeen Directeur wijst er daarbij op dat medewerkers van de afdeling Bijzonder Beheer mede tot taak hebben het financiële belang van de bank te behartigen.

De melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De communicatie tussen de melder en de bankmedewerker is kennelijk niet goed verlopen, waardoor de melder zich onheus bejegend en bedreigd heeft gevoeld. De oorzaak lijkt een zakelijk verschil van inzicht tussen de melder en de bank. Van een feitelijke bedreiging is geen sprake. Het is onvoldoende aannemelijk geworden dat de bankmedewerker tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Dossier 4360 beslissing AD

Download hier de herzieningsbeslissing: Dossier 4360 herzieningsbeslissing

Zakelijke e-mail gebruikt voor privézaak – Sepot, herzieningsverzoek afgewezen.

TRB-2019-4350.

De beëdigde heeft met gebruikmaking van haar e-mailadres van de bank een e-mail verzonden.  De e-mail had betrekking op een privéaangelegenheid en werd afgesloten met de opmerking dat deze vanaf de werkplek werd verstuurd. Deze e-mail is bij de stukken gevoegd in een civielrechtelijke procedure, waarbij de echtgenote van de melder belanghebbende was. De Algemeen Directeur acht de verzending van de e-mail onzorgvuldig en daarmee in strijd met de bankierseed. De ernst van de gedraging is onvoldoende om daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. De Algemeen Directeur seponeert de zaak.

De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De voorzitter acht de gedraging onvoldoende ernstig om een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken. Door beëdigde is eenmalig haar zakelijke e-mailadres gebruikt voor een privéaangelegenheid. Het is niet gebleken dat de vermelding dat de e-mail werd verstuurd vanaf de werkplek, is gedaan om de inhoud van de e-mail kracht bij te zetten. Evenmin blijkt dat de melder nadeel heeft ondervonden van verzending via het zakelijke e-mailadres.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Sepotbeslissing AD 4350

Download hier de herzieningsbeslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie: Herzieningsbeslissing 4350

Schikking – Niet opgeven van nevenactiviteiten

TRB-2019-3925.

Buiten zijn werk bij de bank vervulde beëdigde functies bij diverse ondernemingen. Beëdigde heeft voor het uitoefenen van deze nevenactiviteiten geen toestemming van zijn leidinggevende gevraagd of gekregen, terwijl een interne regel van de bank dit wel voorschrijft. Hiermee heeft beëdigde in strijd met deze regel gehandeld. Verder heeft beëdigde de bankierseed geschonden door een interne vertrouwelijke e-mail van de bank naar een derde door te sturen. Met deze gedragingen heeft beëdigde de bankierseed geschonden. De Algemeen Directeur heeft beëdigde een schikking in de vorm van een berisping aangeboden. Daarbij is onder meer rekening gehouden met het tijdsverloop dat voor rekening van de Algemeen Directeur komt. Beëdigde heeft de schikking aanvaard. De gegevens van beëdigde zijn opgenomen in het tuchtrechtelijk register.

Download hier de beslissing: Beslissing AD 3925

Sepot – Vermoeden betrokkenheid bij fraude onvoldoende aannemelijk

TRB-2019-3974-AD
Algemeen directeur, 17 juli 2019

De bank heeft onderzoek uitgevoerd naar interne fraude. Bij een bankkantoor zijn zakelijke rekeningpakketten verdwenen. Bij meerdere van deze rekeningen hebben frauduleuze bijschrijvingen plaatsgevonden. Omdat volgens de bank aannemelijk is dat de beëdigde betrokken is bij de fraude, heeft de bank een melding over beëdigde ingediend.

De Algemeen Directeur legt geen klacht voor aan de Tuchtcommissie en seponeert de zaak. Op grond van de door de bank verstrekte informatie is onvoldoende aannemelijk dat de beëdigde betrokken is bij de verdwijning van de rekeningpakketten. De Algemeen Directeur acht wel voldoende aannemelijk dat de beëdigde zijn computer onbeheerd heeft achtergelaten in het bijzijn van een klant. Beëdigde is daardoor onvoorzichtig omgegaan met de binnen de bank beschikbare informatie. Deze gedraging is, gelet op de omstandigheden, onvoldoende ernstig om beëdigde daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken.

De melder heeft de mogelijkheid om herziening te vragen van de beslissing bij de voorzitter van de Tuchtcommissie.

Download hier de beslissing: Beslissing AD 3974

Beslissing Algemeen Directeur en herzieningsbeslissing – Sepot, herzieningsverzoek afgewezen. Onderbouwing melding.

TRB-2019-4266.

De bank heeft een melding ingediend die inhoudt dat een beëdigde vervalste reiskostendeclaraties heeft ingediend bij het uitzendbureau waarvoor hij werkzaam was. De Algemeen Directeur heeft naar aanleiding van deze melding een onderzoek ingesteld en de zaak vervolgens geseponeerd.  Volgens de Algemeen Directeur is de gemelde gedraging – gelet op de door de bank verstrekte informatie – niet voldoende komen vast te staan.

De bank heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen Directeur verzocht en daarbij nadere informatie aangeleverd. De Algemeen Directeur heeft in een reactie op dit herzieningsverzoek gesteld dat deze informatie bij de beoordeling buiten beschouwing moet blijven.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. Het ligt op de weg van de melder om zonder enige terughoudendheid alle relevante bewijsstukken te verstrekken. Een herzieningsverzoek dient deugdelijk gemotiveerd te zijn. Ter motivering daarvan kunnen nieuwe argumenten worden aangedragen en nieuwe bewijsstukken worden ingebracht. De door de bank nader verstrekte stukken worden daarom in de beoordeling betrokken. Uit de stukken kan echter onvoldoende worden vastgesteld dat de door beëdigde ingediende declaraties vervalst zijn.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 4266

Download hier de herzieningsbeslissing: Beslissing herzieningsverzoek dossier 4266

Sepot – Benaderen klanten rond vertrek bij bank

TRB-2019-4314.

De bankmedewerker was beleggingsspecialist en zou boventallig worden verklaard. Hij stuurt aan vijf klanten een bericht over zijn vertrek. In deze berichten verzoekt hij de ontvangers om discreet met deze informatie om te gaan, omdat zijn vertrek bij de bank uitsluitend in beperkte kring bekend is. De bankmedewerker deelt verder zijn privé-nummer met de vraag of hij de klant op een later moment op de hoogte mag houden van zijn toekomstige werkzaamheden, mogelijk bij een eigen adviesbureau. Op een later moment stuurt hij soortgelijke berichten aan twee andere klanten.

De Algemeen Directeur legt geen klacht voor aan de Tuchtcommissie. De melding heeft in de kern betrekking op de vraag of het de bankmedewerker was toegelaten om klanten te benaderen ten behoeve van werkzaamheden na zijn dienstverband bij de bank. Dit betreft een civielrechtelijke kwestie, waarin de Algemeen Directeur zich niet mengt. Voor zover de melding inhoudt dat klanten zijn benaderd voor privédoeleinden, oordeelt de Algemeen Directeur dat de verzending van de berichten geen voldoende ernstige schending van de bankierseed oplevert.

Download hier de beslissing: beslissing AD 4314