Zelfverrijking; geld van de bank naar privé overgeboekt

Zelfverrijking; geld van de bank naar privé overgeboekt

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4869-TC, 27 maart 2024

Kern van de uitspraak

Na een melding vanuit de bank inzake uitgekeerde coulancevergoedingen is de bank een onderzoek gestart. Uit onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerkster drie maal een coulancevergoeding van € 200,- via een tussenrekening aan zichzelf heeft overgemaakt. De overboekingen vonden plaats op 8, 12 en 16 december 2022. De op de rekening van de bankmedewerkster ontvangen geldbedragen zijn besteed aan diverse betalingen middels betaalautomaten.

De bankmedewerkster was van 26 juli 2022 tot 21 december 2022 in dienst van de bank. De bankierseed werd op 10 oktober 2022 afgelegd.

Op 20 december 2022 heeft de bankmedewerkster in een gesprek met de bank een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard dat zij een coulance betaling moest doen voor een klant buiten de bank. Omdat zij nog niet eerder coulancevergoedingen had uitgekeerd, heeft ze een collega om uitleg gevraagd. Daarop, zo geeft ze aan- heeft ze nog een proefbetaling klaargezet  naar een eigen (slapende) rekening. Per abuis is het geld ook daadwerkelijk overgemaakt. Het was nimmer haar bedoeling daadwerkelijk een overboeking te doen naar haar eigen rekeningnummer.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De tuchtcommissie oordeelt dat de gedragsregels 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode zijn geschonden.

De tuchtcommissie rekent het de bankmedewerkster zwaar aan dat zij haar bevoegdheden heeft misbruikt om zichzelf te verrijken. Dergelijk handelen is niet integer en zowel in strijd met de wet als met de regels die voor het werken bij de bank gelden. Verder schaadt deze handelswijze het vertrouwen dat de samenleving moet kunnen hebben in de bank en haar medewerkers., aldus de tuchtcommissie.

Alles overwegende acht de tuchtcommissie het dan ook passend en geboden dat aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van een jaar wordt opgelegd.

Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak, klik op deze link voor de volledige uitspraak.

De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Eerdere artikelen en vergelijkbare uitspraken

De afgelopen jaren zijn er een aantal Klachten voorgelegd aan de tuchtcommissie die betrekking hadden op het verduisteren van gelden door bankmedewerkers. In het oog springende voorvallen waren bijvoorbeeld TRB-2022-4580-TC en TRB-2022-4581-TC.

Kopiëren handtekening klant onder hypotheekofferte

Kopiëren handtekening klant onder hypotheekofferte

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4802-TC, 27 maart 2024

Kern van de uitspraak

De bankmedewerkster stelt op verzoek van een klant van de bank twee hypotheekoffertes op. De eerste is gedateerd op 27 januari 2022, de tweede op 15 februari 2022. De klant laat weten dat hij de offerte met datum 15 februari 2022 accepteert. Hierna verneemt de klant niets meer, waarop hij contact opneemt met de bankmedewerkster. Deze stuurt de offerte alsnog intern door voor verdere afhandeling. Echter dan blijkt dat het handtekeningblad van de offerte van 27 januari 2022 is bijgevoegd. De bankmedewerkster verbetert de aanvraag op 22 april 2022 en kopieert de handtekening van de klant in de aanvraag, in plaats van de klant opnieuw te laten tekenen.

De bankmedewerkster heeft erkend dat zij de handtekening van de klant digitaal heeft geknipt en op het andere handtekeningenblad heeft geplakt. Dit deed zij in het kader van een experiment om te kijken hoe dat eruit komt te zien en hoe snel dat door haar zelf gesignaleerd zou kunnen worden. Het was niet de bedoeling de aangepaste offerte (met gekopieerde handtekening in te dienen. Zij geeft aan niet bewust zo te hebben gehandeld, laat staan dat het was om een fout te verhullen. Het was puur pech.

Verder stelt de bankmedewerkster dat zij destijds onder hoge werkdruk stond. Ze was met veel dossiers van klanten tegelijk bezig en was ook verantwoordelijk voor dossiers van een collega die uitgevallen was. De dossiers moesten ook tijdig afgehandeld worden.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster de gedragsregels 1, 4 en 7 heeft overtreden, door buiten medeweten van de klant van de bank handtekeningen uit een oude  – reeds vervallen – offerte te kopiëren en te plakken in de nieuwe offerte. Daardoor leek het alsof de klant van de bank zelf deze nieuwe offerte heeft ondertekend, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval was.

De verklaring van de bankmedewerkster dat zij handtekeningen van klanten van de bank kopieerde en in andere offertes plakte om sneller gekopieerde en geplakte handtekeningen te kunnen signaleren en dat het niet de bedoeling was om deze aangepaste offerte op te slaan en in te dienen, komt de tuchtcommissie ongeloofwaardig voor.

De tuchtcommissie legt (nogmaals) uit waarom het kopiëren van handtekeningen in strijd is met de bankierseed en de daaraan verbonden gedragsregels.

‘Klanten van een bank moeten er te allen tijde op kunnen vertrouwen dat op een integere manier wordt omgegaan met informatie en documenten die zij aan de bank verstrekken. Door ondertekening van een stuk staan klanten in voor de juistheid van de door hen verstrekte informatie. De handelwijze van de bankmedewerkster raakt daarmee de kern van het vertrouwen dat door klanten in de bank mag worden gesteld. De bankmedewerkster is immers voorbijgegaan aan het feit dat de bank en overige betrokkenen moeten kunnen uitgaan van de authenticiteit van stukken’.

Als maatregel legt de tuchtcommissie een beroepsverbod van twee maanden op waarvan een maand voorwaardelijk.

Dit is een samenvatting van de uitspraak, klik op deze link voor de uitspraak en om de volledige overwegingen van de tuchtcommissie na te lezen.

 De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Eerdere artikelen en vergelijkbare uitspraken

In 2019 heeft de Tuchtcommissie Banken in meer dan zestig zaken waarin sprake was van het kopiëren van handtekening in hypotheekdossiers. Lees hier het persbericht waarin uitleg wordt gegeven over het ongeoorloofd kopiëren van handtekeningen onder (hypotheek)offertes.

Niet opgeven nevenactiviteiten, diverse uiteenlopende malversaties

Niet opgeven nevenactiviteiten en diverse uiteenlopende malversaties, waaronder die met verzekeringen

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4796-TC, 27 03-2024

Kern van de uitspraak

Over de bankmedewerker is door de bank een melding ingediend over diverse gedragingen die naar het oordeel van de bank in strijd zijn met de gedragsregels behorende bij de bankierseed. De Algemeen directeur heeft deze als volgt verwoord.

  • verweerder niet al zijn (betaalde) nevenactiviteiten bij de bank heeft geregistreerd;
  • verweerder voor een onderneming die niet van hem is, een (aanzienlijk) aantal verzekeringen voor auto’s heeft aangevraagd, waarbij verweerder de indruk heeft gewekt een autobedrijf te bezitten. Verweerder informeerde tevens naar de verzekering voor luxe horloges;
  • verweerder in strijd met de algemene voorwaarden voor hypotheken zijn – door de bank gefinancierde – woning zonder schriftelijke toestemming van de bank aan een onbekende heeft verhuurd. Tijdens deze verhuur is een hennepkwekerij in het huis aangetroffen;
  • de bank naar aanleiding van de constatering onder (ii) een klantonderzoek is gestart waarbij is gevraagd naar een verklaring voor en documentatie van ongeveer 72 transacties. Verweerder heeft geen toereikende informatie overgelegd;
  • verweerder door een verzekeringsmaatschappij over een vermoeden van verzekeringsfraude is gehoord;
  • verweerder bij bovengenoemde zaken intensief gebruik heeft gemaakt van het zakelijk e-mailadres van de bank en dat hij een aantal e-mails voorzien heeft van zijn zakelijke handtekening van de bank.

De bankmedewerker heeft zowel in de gesprekken met de bank, met het bureau van de Algemeen directeur als ter zitting bij de tuchtcommissie verklaard dat de werkzaamheden van korte duur niet als nevenactiviteiten zijn aan te merken. De woning was niet verhuurd maar voor een overbruggingsperiode ter beschikking gestel daarnaast geeft hij aan dat hij de bank alle informatie heeft gegeven over de financiële transacties en dat hij niet wis dat hij zijn zakelijk e-mailadres niet mocht gebruiken voor privédoeleinden. Voor deze laatste gedraging heeft hij spijt betuigd.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker de gedragsregels 1, 4, 6 en 7 heeft geschonden. Bij het bepalen van de maatregel overweegt de tuchtcommissie dat de bankmedewerker de verwijten van klager grotendeels heeft erkend, zij het dat hij daar een aantal kanttekeningen bij heeft geplaatst. Wat daar ook van zij, de bankmedewerker heeft met – de optelsom van – zijn gedragingen, stelselmatig het risico genomen en/of het risico laten ontstaan dat activiteiten plaatsvonden waarmee de bank in diskrediet is gebracht.

Bij het bepalen van de duur van het beroepsverbod heeft de tuchtcommissie in het nadeel van de bankmedewerker meegewogen dat op zitting niet is gebleken dat de bankmedewerker het kwalijke van zijn handelen inziet en daarvoor zijn verantwoordelijkheid neemt. De tuchtcommissie acht de veelheid en de diverse aard van de ongewenste gedragingen, als een uiting waarbij het geheel meer is dan de som der delen. Oftewel, het betreft herhaaldelijk op diverse gebieden verwijtbaar gedrag, waarbij ook ter zitting niet of onvoldoende inzicht in de verwijtbaarheid is getoond door de bankmedewerker. Met dit handelen is een risico ontstaan voor het schaden van het vertrouwen in de bank en de bancaire sector als geheel. De tuchtcommissie legt aan de bankmedewerker een beroepsverbod op voor de duur van twaalf maanden.

Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Klik op deze link voor de uitspraak.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Verwijzing naar eerdere vergelijkbare uitspraken

De Tuchtcommissie Banken heeft eerder geoordeeld over bankmedewerkers die hun nevenactiviteiten niet hadden opgegeven. Waarom moeten nevenactiviteiten worden opgegeven en wat zijn de risico’s? Lees hiervoor ons blog “Nevenactiviteiten en belangenverstrengeling: een casuïstisch duo”.

Uit nieuwsgierigheid rekeningen raadplegen

Uit nieuwsgierigheid rekeningen raadplegen

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4774-TC, 27 maart 2024

Kern van de uitspraak

Uit nieuwsgierigheid heeft de bankmedewerker rekeningen bekeken van zijn ex-partner, haar nieuwe echtgenoot, zijn minderjarig kind en zakelijke rekeningen van zijn ex-partner en haar echtgenoot.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de regels 1, 4, 6 en 7 van de Gedragscode zijn geschonden. De klacht is gegrond. Naar het oordeel van de tuchtcommissie vormt de oplegging van een aanwijzing dat de bankmedewerker een periode niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector de enige passende maatregel. Daarbij speelt een rol dat de financiën van klanten (waaronder hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) veel informatie prijsgeven over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens is een schending van de bankierseed.

De tuchtcommissie weegt in het nadeel van de bankmedewerker dat hij zich niet toetsbaar heeft opgesteld. Hij heeft niet gereageerd op de uitnodiging van de algemeen directeur van Tuchtrecht Banken voor een gesprek en hij is uit Nederland vertrokken zonder een post- en/of verblijfadres in het buitenland kenbaar te maken. Daar tegenover staat dat uit de melding van de bank noch uit het onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerker de informatie uit de rekeninggegevens met derden heeft gedeeld of anderszins heeft gebruikt.

De Tuchtcommissie Banken legt als maatregel een beroepsverbod van drie maanden op. Wil je de hele uitspraak lezen? Klik dan op deze link.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken

Het zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens bekijken, ook wel rekeninggluren genoemd, is een veel voorkomende schending van de bankierseed. Bankmedewerkers geven diverse uiteenlopende rekeningen aan waarom zij besloten de rekeningen van anderen te bekijken. Bekijk deze uitspraak waarin een bankmedewerkster gedurende lange tijd ongeoorloofd rekeningen bekeek. Meer vergelijkbare gevallen kan je via de zoekfunctie op deze website vinden.

Fraudeleus handelen bij aanvraag van een persoonlijke lening

Fraudeleus handelen bij aanvraag van een persoonlijke lening

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4764-TC, 21 februari 2024

Kan een bankmedewerker worden aangesproken op het fraudeleus handelen bij het aanvragen van een lening bij een bank waar hij niet werkzaam is?

De bankmedewerker wil een persoonlijke lening afsluiten. Hiervoor gaat hij niet naar de bank waarvoor hij werkt, maar een andere bank. Om een lening te krijgen moet inzage gegeven worden in financiële draagkracht. Bij de aanvraag van de lening worden door de bankmedewerker rekeningafschriften meegezonden. Deze afschriften zijn door de bankmedewerker vervalst, waardoor een beter beeld van zijn financiële draagkracht blijkt dan er in werkelijkheid is. De bank waar de aanvraag is ingediend, zag al snel dat er wijzigingen in het rekeningafschrift waren aangebracht. Om hierover meer duidelijkheid te verkrijgen, vraagt de fraudeafdeling van de bank informatie op bij de bank van de aanvrager (die dus tevens zijn werkgever is). Uit de navraag blijkt dat de bankmedewerker het rekeningafschrift heeft vervalst.

Dit gegeven leidt ertoe dat ook de eigen bank een onderzoek opstart. Uit dit onderzoek blijkt dat het originele afschrift van de betaalrekening van de bankmedewerker vanaf zijn privé e-mailadres naar zijn zakelijke e-mailadres is gezonden, waarna dit afschrift door hem middels het door de bank beschikbaar gestelde programma Adobe Acrobat is gewijzigd. Vervolgens heeft hij het vervalste afschrift naar zijn privé e-mailadres gezonden. Daarna heeft hij de aanvraag voor de lening ingediend.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker bankafschriften heeft vervalst om zodoende het aanvraagproces voor een privé-krediet te versnellen. Hierbij heeft hij het systeem van de bank gebruikt. Het (privé-)handelen van de bankmedewerker heeft voldoende raakvlakken met het werken bij de bank om te kunnen worden getoetst aan de bankierseed. De gedragsregels 1, 4 en 7 behorende bij de bankierseed geschonden.

Het handelen van verweerder is een ernstige schending van de bankierseed omdat de bankmedewerker door frauduleus handelen, het vervalsen van een bankafschrift, heeft geprobeerd sneller een krediet te verkrijgen. Hij heeft daarbij het systeem van de bank gebruikt. Dit handelen past in het geheel niet bij hetgeen van een bankmedewerker wordt verwacht. Daarom kan niet met een voorwaardelijk beroepsverbod worden volstaan. De persoonlijke omstandigheden van verweerder ten tijde van de verweten gedragingen en de gevolgen die het handelen voor verweerder heeft gehad wegen niet voldoende zwaar om anders te oordelen.

De Tuchtcommissie Banken legt als maatregel een onvoorwaardelijk beroepsverbod van 3 maanden op. De gehele uitspraak kan je hier lezen.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

 

Belangenverstrengeling en zelfverrijking

Belangenverstrengeling en zelfverrijking

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4843-TC, 24 januari 2024

Verweerder heeft in de periode dat hij werkzaam was voor de bank zijn eigen zakelijke belangen behartigd en zijn nevenactiviteiten niet volledig opgegeven bij de bank.

Kern van de uitspraak: de bankierseed is in ernstige mate geschonden

Verweerder gebruikte niet alleen de systemen van de bank voor zijn nevenactiviteiten maar benaderde ook klanten van de bank en haalde hen op een listige manier over om grote geldbedragen naar zijn privérekening over te maken. Verweerder is daarbij doelbewust en manipulatief te werk gegaan en heeft twee klanten van de bank grote geldbedragen afhandig gemaakt door hen te vertellen dat hij deze geldbedragen voor hen zou investeren en zij daaraan zouden verdienen.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

Verweerder heeft voor zijn eigen zakelijke belangen gebruik gemaakt van de systemen van de bank en daarnaast ook door de gedragsregels 1, 2, 3, 4, 6 en 7 niet in acht te nemen. Verweerder heeft in onderhavige zaak calculerend gedrag vertoont. Van berouw, zelfinzicht of enig bewustzijn is niets gebleken. Alles overwegende heeft de Tuchtcommissie Banken  een beroepsverbod van de maximaal mogelijke duur, te weten van 3 jaar, opgelegd.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken

De Tuchtcommissie Banken heeft al eerder een beroepsverbod van 36 maanden (drie jaar) opgelegd, die uitspraak vind je hier.

Onrechtmatige overboekingen en toe-eigening gelden

TRB-2023-4759-TC
Tuchtcommissie Banken, 26 april 2023

Verweerder, werkzaam bij de klantenservice van de bank, heeft zich van een klant van de bank in totaal € 3.650,- onrechtmatig toegeëigend. Dat heeft hij gedaan middels twee onrechtmatige overboekingen van de klantrekening naar zijn eigen rekeningnummer. Daarnaast had hij nog twee pogingen gedaan tot onrechtmatige overboekingen naar zijn eigen rekening, die niet zijn geslaagd. Verweerder heeft met zijn handelen gedragsregels 1, 4 en 7 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode geschonden.

De Algemeen directeur heeft tegen de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken beroep ingesteld. De Commissie van Beroep Banken heeft op 4 september 2023 uitspraak gedaan.

De uitspraak van de Tuchtcommissie Banken vind je hier.

Onrechtmatige overboekingen en toe-eigening gelden

TRB-2023-4759-CB
Commissie van Beroep, 4 september 2023

Vervolg op de uitspraak van 26 april 2023 van de Tuchtcommissie Banken, waartegen de Algemeen directeur beroep heeft ingesteld.

Verweerder, werkzaam bij de klantenservice van de bank, heeft zich van een klant van de bank in totaal € 3.650,- onrechtmatig toegeëigend. Dat heeft hij gedaan middels twee onrechtmatige overboekingen van de klantrekening naar zijn eigen rekeningnummer. Daarnaast had hij nog twee pogingen gedaan tot onrechtmatige overboekingen naar zijn eigen rekening, die niet zijn geslaagd. Verweerder heeft met zijn handelen gedragsregels 1, 4 en 7 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode geschonden.

Bij het bepalen van de daarvoor aan verweerder op te leggen tuchtrechtelijke maatregel houdt de Commissie van Beroep Banken rekening met de relevante omstandigheden van het geval, waaronder:
i) dat verweerder zeer calculerend te werk is gegaan, door een kwetsbare klant van de bank als slachtoffer te selecteren, met als motief om zijn handelen zo veel als mogelijk aan het zicht te onttrekken;
ii) dat geen sprake is geweest van een eenmalig handelen van verweerder maar van herhaalde handelingen van verweerder;
iii) dat verweerder zich ten koste van die klant het substantiële bedrag van € 3.650,- heeft toegeëigend en dat niets erop wijst dat het daarbij zou zijn gebleven als verweerder toen niet tegen de lamp was gelopen;
iv) dat verweerder een collega bij de bank voor zijn karretje heeft gespannen oftewel misbruik heeft gemaakt van een collega om zijn kwade opzet te kunnen verwezenlijken;
v) dat de bank een verhaalsactie heeft moeten instellen om schade op verweerder te kunnen verhalen en dat verweerder in het tuchtrechtelijk traject pas van zich heeft laten horen (eerst) ter zitting van 15 maart 2023 en dat een en ander dus niet erop wijst dat verweerder intrinsiek tot inzicht in het kwalijke van zijn handelen en tot spijt daarover is gekomen.

Alles overwegende, is de slotsom van de commissie van beroep dat aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van vijftien maanden moet worden opgelegd.
In eerste aanleg was de Tuchtcommissie Banken op een beroepsverbod voor de duur van acht maanden uitgekomen.

De uitspraak van de Commissie van Beroep Banken vind je hier.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Onvoldoende zorgvuldig handelen rondom nevenactiviteiten

TRB-2023-4381-CB
Commissie van Beroep, 10 augustus 2023

Vervolg op de uitspraak van 25 januari 2023 van de Tuchtcommissie Banken, waartegen verweerder beroep heeft ingesteld en vervolgens ook de Algemeen directeur (incidenteel) beroep heeft ingesteld.

Verweerder had, naast zijn werk bij de bank, diverse commerciële nevenactiviteiten, met name op het gebied van cryptocurrency. Hij heeft daarbij, althans voor twee nevenactiviteiten, ook ondergeschikten ingeschakeld. De Commissie van Beroep oordeelt dat verweerder ter zake van die nevenactiviteiten is tekortgeschoten in de naleving van de informatie- en registratieverplichtingen die hij, op grond van de binnen de bank geldende regels, jegens de bank had: verweerder heeft zijn nevenactiviteiten onvoldoende verwerkt in het daarvoor bestemde registratiesysteem van de bank en de bank niet volledig geïnformeerd over (relevante feiten en omstandigheden betreffende) die nevenactiviteiten. Daarmee is sprake van schending door verweerder van de interne regels van de bank en gedragsregels 1, 2, 4 en 7 van de bij de bankierseed behorende gedragscode.

Bij het bepalen van de aan verweerder op te leggen tuchtrechtelijke maatregel houdt de Commissie van Beroep rekening met alle relevante omstandigheden van het geval, in het bijzonder:
i. de door verweerder gemotiveerd aangevoerde omstandigheid dat – ook al had hij de bank vollediger behoren te informeren over zijn nevenactiviteiten en één en ander zorgvuldiger behoren te registreren in het daarvoor bestemde registratiesysteem – de bank in grote lijnen wel wist van zijn nevenactiviteiten en de cultuur bij de bank destijds zo was dat aan de geoorloofdheid van nevenactiviteiten weinig aandacht werd besteed;
ii. de omstandigheid dat verweerder, van wie vaststaat dat hij vele jaren naar tevredenheid gefunctioneerd heeft bij de bank, als gevolg van het handelen dat hem in deze zaak wordt verweten zijn baan bij de bank is kwijtgeraakt;
iii. de omstandigheid dat de tuchtrechtelijke procedure zich heeft uitgestrekt over een bijzonder lange periode.

Alles afwegende, komt de Commissie van Beroep Banken tot het oordeel dat qua tuchtrechtelijke maatregel in dit geval volstaan kan worden met een berisping.
In eerste aanleg was de Tuchtcommissie Banken op een beroepsverbod voor de duur van zes weken uitgekomen.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Niet opgeven nevenwerkzaamheden: belangenverstrengeling

TRB-2023-4381-TC
Tuchtcommissie, 25 januari 2023

Verweerder heeft niet al zijn nevenwerkzaamheden op de juiste wijze en conform het beleid van de bank gemeld. Ook heeft hij niet integer gehandeld door zijn ondergeschikten hierbij te betrekken. Hiermee heeft hij (de schijn van) belangenverstrengeling gecreëerd. De tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van zes weken op.

Verweerder en Aanklager hebben beroep bij de Commissie van Beroep Banken aangetekend tegen de uitspraak. De commissie van beroep vernietigde de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken en legde aan verweerder de maatregel van berisping op.

De uitspraak van de Tuchtcommissie Banken vind je hier.
De uitspraak van de Commissie van Beroep Banken vind je hier.