Bankhelpdeskfraude door bankmedewerkster Gepost op 8 mei 2025 te 11:51.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerkster heeft rekeninggegevens van bankklanten doorgespeeld. Zij wisselde raadplegingen met een zakelijk doel af met raadplegingen zonder een zakelijke aanleiding en/of toestemming van de klant van de bank. De bankmedewerkster heeft de verwijten erkend een aangegeven dat zij niet precies wist wát er met de gegevens van de klanten van de bank gedaan zou worden en wat daarvan de gevolgen zouden kunnen zijn. Klager heeft de tuchtcommissie in overweging gegeven aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van drie jaren op te leggen Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken TRB-2024-4879-TC van 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerkster de gedragsregels 1, 4, 5, 6 en 7 heeft overtreden doordat zij rekeninggegevens van klanten van de bank heeft geraadpleegd, zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Voorts heeft de bankmedewerkster de bankgegevens van de klanten van de bank gedeeld met derden teneinde bankhelpdeskfraude mogelijk te maken. Dat de bankmedewerkster zich aan dit handelen schuldig heeft gemaakt, staat niet ter discussie; zij heeft dit erkend. De bankmedewerkster heeft allesbehalve integer gehandeld. De tuchtcommissie is van oordeel dat er sprake is van een zeer ernstige schending van de bankierseed, vooral vanwege het feit dat de bankmedewerkster, door het delen van de vertrouwelijke gegevens van de klanten van de bank, ook betrokken is geweest bij bankhelpdeskfraude, waarvan veel klanten van de bank slachtoffer zijn geworden. De Tuchtcommissie Banken verklaart de klacht gegrond en ziet maar één passende maatregel, te weten een beroepsverbod voor de (maximale) duur van drie jaar. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Onbevoegd handelen: zeer ernstige schending bankierseed Gepost op 8 mei 2025 te 11:32.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Uit onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerker meerdere keren buiten zijn bevoegdheden is getreden. In verweer geeft de bankmedewerker aan dat voor wat betreft de gestelde bevoegdheidsoverschrijding dat hij sinds zijn indiensttreding bij de bank in 2002 diverse bevoegdheden had welke nadien vanwege reorganisaties zijn beperkt. Daarbij werd de rol van zijn functie ingeperkt tot het begeleiden en leveren van input, met welke veranderingen de bankmedewerker moeite had. Dit omdat de bankmedewerker zijn functie al lange tijd vervulde, hij een goede en langdurige verstandhouding met zijn klanten had en door de veranderingen een verschuiving in de wederzijdse verwachtingen tussen de bankmedewerker en zijn klanten optrad. Lees hieronder de samenvatting of klik op de link voor de volledige uitspraak: Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4871-TC, 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerker zich herhaaldelijk niet heeft gehouden aan de binnen de bank geldende bevoegheidsmatrix. Zo heeft hij onbevoegd een financieringsofferte uitgebracht, kende hij zelfstandig coulancevergoedingen en verleende hij, zonder daartoe bevoegd te zijn, de vrijgave van een borgtocht. De tuchtcommissie overweegt dat het herhaaldelijk onbevoegd handelen namens de bank op zichzelf reeds een zeer ernstige schending van de bankierseed oplevert. Dit mede vanwege het feit dat dit ernstige gevolgen kan hebben voor zowel de bank als de betrokken klant(en). Reeds daarom is de tuchtcommissie van oordeel dat een beroepsverbod van aanzienlijke duur op zijn plaats is. De tuchtcommissie rekent de bankmedewerker aan dat hij onvoldoende heeft laten blijken het kwalijke van zijn handelen in te zien. Al met al concludeert de tuchtcommissie dat de in de Klacht voorgestelde maatregel van zes (6) maanden beroepsverbod geen recht doet aan de ernst van de overtredingen. Aan de bankmedewerker wordt een zwaardere maatregel opgelegd, te weten een beroepsverbod van negen (9) maanden. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Rekeninggluren uit nieuwsgerigheid Gepost op 7 mei 2025 te 14:22.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerkster heeft van een elftal bekenden de rekeninggegevens bekeken zonder dat daartoe een zakelijk aanleiding was. Voorts heeft zij via de banksystemen haar eigen bankzaken geregeld. In haar toelichting geeft de bankmedewerkster aan dat zij de rekeninggegevens uit nieuwsgierigheid maar ook uit verveling en uit persoonlijk belang heeft bekeken. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of lees in de link de volledige uitspraak TRB-2024-4951-TC van 20 november 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerkster in strijd met de Gedragscode verbonden aan de bankierseed heeft gehandeld. De bij de bank beschikbare informatie over klanten (zoals hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) geven veel informatie prijs over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens is dan ook niet zorgvuldig en moet als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat. Voor het doen van eigen bankzaken via de systemen van de bank geldt dat dit evenmin zorgvuldig is. De tuchtcommissie overweegt dat voornoemd handelen door de bankmedewerkster als een ernstige schending van de bankierseed moet worden aangemerkt. Bij de vaststelling van de maatregel betrekt de Tuchtcommissie Banken dat de bankmedewerkster oprecht berouw en inzicht lijkt te hebben getoond in het laakbare van haar handelen en dat haar opdracht bij de bank is beëindigd. Alles afwegende is de tuchtcommissie van oordeel dat in het Klachtrapport een passend voorstel is gedaan zodat daarbij zal worden aangesloten. De Tuchtcommissie oordeelt dat regel 1 en 4 van de aan de bankierseed verboden Gedragscode zijn geschonden en legt een beroepsverbond voor de duur van drie maanden op.
Rekeninggluren uit pure verveling Gepost op 7 mei 2025 te 14:07.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Bankmedewerker heeft tijdens zijn periode dat hij aan het re-integreren was zonder zakelijke aanleiding rekeningen van bekenden bekeken. Daarnaast heeft hij de systemen van de bank gebruikt om zijn eigen bankzaken te regelen. Op de zitting bij de Tuchtcommissie Banken heeft hij toegelicht dat hij in die periode boventallig was verklaard en dat de raadplegingen uit pure verveling plaatsvonden. Verder geeft hij aan door de bank te zijn berispt en beboet. Deze boete hield in de inhouding van een half maandsalaris. De Klager is van oordeel dat regel 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode zijn geschonden en stelt voor de bankmedewerker een berisping op te leggen. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken TRB-2025-4867, 22 januari 2025. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken overweegt dat de bankmedewerker met zijn gedragingen in strijd met de Gedragscode verbonden aan de bankierseed heeft gehandeld. De bij de bank beschikbare informatie over klanten (zoals hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) geven veel informatie prijs over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens is dan ook niet zorgvuldig en moet als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat. Voor het doen van eigen bankzaken via de systemen van de bank geldt dat dit evenmin zorgvuldig is. Hiermee heeft hij regel 1 en 4 van de Gedragscode verbonden aan de bankierseed geschonden. De Tuchtcommissie Banken overweegt dat het handelen door de bankmedewerker als een ernstige schending van de bankierseed moet worden aangemerkt. Daarbij rekent de tuchtcommissie het de bankmedewerker aan dat hij dit niet enkel uit nieuwsgierigheid heeft gedaan, zoals hij ter zitting heeft verklaard, maar tevens het doel heeft gehad om deze informatie te delen dan wel daarvan te profiteren, zoals blijkt uit het onderzoeksrapport van de bank. Deze omstandigheden maken naar het oordeel van de Tuchtcommissie Banken dat het voorstel van Klager om een berisping op te leggen onvoldoende recht doet aan de ernst van het handelen van de bankmedewerker. De Tuchtcommissie banken legt een beroepsverbod op voor de duur van drie maanden. De naam van bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Bankhelpdeskfraude door bankmedewerkster Gepost op 7 mei 2025 te 11:32.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Bankmedewerkster is in tijdelijke dienst van de bank. Op haar bankrekening (bij een andere bank) heeft zij tweemaal geldbedragen afkomstig uit bankhelpdeskfraude ontvangen. De bank waar zij werkte ontdekte dit nadat een registratie van de bankmedewerkster in de Externe Verwijzing Applicatie (hierna: het EVA-register) werd vastgesteld. Het EVA-register is een gezamenlijk fraudepreventiesysteem van de Nederlandse Vereniging Banken en de Vereniging Financieringsonderneming in Nederland. De registratie bleek geplaatst te zijn bij de (andere) bank waar zijn bankierde. Uit onderzoek bleek vervolgens nog dat zij meermalen haar eigen rekening via de systemen van de bank heeft bekeken en ook eenmaal die van haar zoontje. De bankmedewerkster heeft in het gesprek met de bank verklaard dat zij op de hoogte was van de frauduleuze bijschrijvingen op haar bankrekening bij de andere bank. Zij zou hier echter geen enkele betrokkenheid bij hebben gehad. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4872-TC, 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerkster de Gedragsregels bancaire sector heeft overtreden door twee keren onrechtmatig verkregen geldbedragen te ontvangen op haar privébankrekening bij een andere bank en deze gelden uit te geven, onder andere ter voldoening van een openstaande schuld van de bankmedewerkster op de rekening van een deurwaarder. De geldbedragen waren afkomstig van bankhelpdeskfraude. Daarnaast heeft de bankmedewerkster haar eigen rekeninggegevens en die van haar zoontje via het systeem van de bank geraadpleegd. Dit is in strijd met de binnen de bank geldende regels. De bankmedewerkster heeft aldus haar bevoegdheden in verregaande mate misbruikt om haar eigen financiële problemen op te lossen en zichzelf te verrijken ten koste van anderen. Het spreekt voor zich dat dergelijk handelen volstrekt niet integer is en strijdig met de wet en de regels die gelden voor hen die werkzaam zijn bij een bank. Verder schaadt deze handelwijze het vertrouwen dat de samenleving moet kunnen hebben in de bank en haar medewerkers. De tuchtcommissie acht het (schriftelijk) verweer van de bankmedewerkster ongeloofwaardig en stelt dat zij haar verklaring niet aannemelijk heeft weten te maken en is niet ter zitting verschenen om één en ander nader toe te lichten. De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat regel 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseedverbonden Gedragscode zijn geschonden en legt een beroepsverbod van een jaar op. De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Ongeoorloofd rekeningen bekijken Gepost op 7 mei 2025 te 11:31.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Bankmedewerkster heeft meerdere malen de rekeninggegevens van haar ex-partner en van personen uit de directe omgeving van haar ex-partner bekeken. De bankmedewerkster was sinds 1989 in dienst van de (rechtsvoorganger van de) bank. Na constatering van de het ongeoorloofd rekeninggluren heeft de bank in 2023 dienstverband met de medewerkster beëindigd. Lees hieronder de samenvatting van de beslissing of lees hier de volledige beslissing van de Algemeen directeur, TRB-2024-4874-AD, 30 september 2024. Wat is het oordeel van de Algemeen directeur De Algemeen directeur stel vast dat buiten kijf staat dat het handelen een schending oplevert van de gedragscode – gedragsregels 1 en 4 – verbonden aan de bankierseed. Gezien het feit dat rekeninggegevens veel informatie prijsgeven over het persoonlijke leven van de rekeninghouders en die gegevens dus uiterst privacygevoelig zijn, gaat het ook om een ernstige schending. Dit (voorop te stellen) vertrekpunt brengt met zich, aldus de Algemeen directeur, dat een Klacht aan de Tuchtcommissie Banken kan worden voorgelegd. De Algemeen directeur geeft in zijn beslissing aan dat in zaken over het (meerdere malen) ongeoorloofd raadplegen van rekeninggegevens de Tuchtcommissie Banken een beroepsverbod van een aantal maanden passend acht, behoudens – kort gezegd – eventuele bijzondere omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot een andere (mildere) weging wat van invloed kan zijn bij het vaststellen van de op te leggen maatregel. De bankmedewerkster heeft in haar schriftelijk verweer, haar mondelinge toelichting en haar aanvullende informatie – gemotiveerd en onderbouwd – uiteengezet dat haar handelen in kwestie verband hield met persoonlijke problematiek in de periode dat zij de rekeninggegevens bekeek. De Algemeen directeur overweegt dat als gevolg van deze omstandigheden bij de bankmedewerkster sprake was van een kwetsbare, niet-stabiele geestestoestand, waardoor zij in die periode – ofschoon dat van haar als bankprofessional wel mocht worden verwacht – niet voldoende weerstand heeft kunnen bieden aan destijds door haar ervaren prikkels om rekeninggegevens te bekijken van haar ex-partner en de directe kring om hem heen. Dit geeft uiteraard geen rechtvaardiging voor onderhavige handelen, zo stelt de Algemeen directeur, maar maakt wel dat in dit geval kan worden gesproken van bijzondere omstandigheden (van persoonlijke aard). De Algemeen directeur geeft aan dat in dit geval de bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot een mildere weging/sanctionering dan hetgeen op de voet van de jurisprudentielijn van de Tuchtcommissie Banken als uitgangspunt heeft te gelden. De Algemeen directeur biedt als maatregel een minnelijke schikking aan inhoudende een voorwaardelijke geldboete van € 250,-. De bankmedewerkster heeft de minnelijk schikking aanvaard. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Fraude met pinpassen door bankmedewerker Gepost op 1 mei 2025 te 15:41.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Bankmedewerker heeft enkele pinpassen uit de interne post onderschept en deze geactiveerd en kleine geldbedragen opgenomen. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor de volledige uitspraak TRB-2025-4778-TC, 22 januari 2025. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerker in ieder geval acht pasactivaties heeft uitgevoerd en dat hij in een aantal gevallen met die bankpassen een geldautomaat heeft aangezocht. Daarmee heeft de bankmedewerker handelingen verricht die strekken tot fraude, als gevolg waarvan hij zich niet heeft gehouden aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden. Gedragsregel 1 en 4 zijn geschonden Ook heeft de bankmedewerker vertrouwelijke informatie niet geheim gehouden. Uit de toelichting op artikel 5 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode volgt dat de bankmedewerker geen misbruik mag maken van informatie die hij heeft. Nu hij vertrouwelijke informatie niet geheim heeft gehouden heeft hij gedragsregel 5 geschonden. Verder overweegt de tuchtcommissie dat de bankmedewerker is onvoldoende open en eerlijk geweest over zijn gedrag nu hij zich onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld en dat zijn handelen naar het oordeel van de tuchtcommissie evident niet heeft bijgedragen aan het vertrouwen van de samenleving in de bank. Daarmee zijn ook gedragsregel 6 en 7 geschonden. De Tuchtcommissie Banken legt aan de bankmedewerker een beroepsverbod op voor de duur van 18 maanden. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Buiten de bank brengen van gegevens Gepost op 1 mei 2025 te 15:36.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerker heeft tegen het einde van zijn opdracht bij de bank enkele e-mailberichten naar zijn privé e-mailadres gezonden. Volgens de bank bevatten deze mails bestanden met gegevens van de bank, waaronder klantgegevens. De bankmedewerker erkent de e-mails te hebben verzonden, maar naar zijn mening bevatten de bestanden geen persoonsgegevens omdat het testdata betrof die volledig geanonimiseerd zijn. Voorts stelt hij niet tuchtrechtelijk te kunnen worden aangesproken omdat de bankierseed niet op hem van toepassing is. Lees hieronder de samenvatting van de beslissing van de Algemeen directeur of klik op de link voor de volledige beslissing TRB-2024-4882-AD, 19 augustus 2024. Wat is het oordeel van de Algemeen directeur Naar het oordeel van de Algemeen directeur is de bankmedewerker wel gebonden aan de bankierseed en het bijbehorende tuchtrecht, aangezien vaststaat dat hij de bankierseed feitelijk heeft afgelegd en ook onder het bereik van artikel 3:17b lid 2 sub b Wft kan worden geschaard. Voor wat betreft het gemaakte verwijt, stelt de Algemeen directeur dat de bankmedewerker heeft erkend de bankgegevens buiten de bank te hebben gebracht, hetgeen in strijd is met de interne bankregels. Hiermee zijn regel 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode geschonden. Dat het naar buiten brengen van bankinformatie, om zichzelf in een betere positie te brengen met het oog op eventuele toekomstige opdrachten, niet integer noch zorgvuldig acht de Algemeen directeur duidelijk. De Algemeen directeur deelt niet de opvatting van de bank dat hij tevens persoonsgegevens buiten de beveiligde omgeving van de bank heeft gebracht. Dit is onvoldoende vast komen te staan. De toelichting en uitleg van de bankmedewerker over hoe testdata tot stand komen en dat hij geen toegang had tot reële klantdata zijn op de Algemeen directeur als plausibel en aannemelijk overgekomen. De Algemeen directeur acht de schending van (de gedragsregels verbonden aan) de bankierseed voldoende ernstig dat hij (in beginsel) grond heeft om een klacht aan de Tuchtcommissie Banken voor te leggen. De Algemeen directeur heeft echter ook oog voor (onder meer) het feit dat, kort gezegd, de risicogevoeligheid van uw handelen – gezien de omstandigheden van het geval (in het bijzonder de aard van de betrokken data) – gerelativeerd dient te worden. De Algemeen directeur biedt de bankmedeweker een voorwaardelijke geldboete van € 250,- met de voorwaarde dat hij in een periode van twee jaar na acceptatie van de schikking niet wederom de bankierseed schendt. De schikking is geaccepteerd. De naam van bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.
Bankhelpdeskfraude door bankmedewerker Gepost op 1 mei 2025 te 15:27.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak Uit een onderzoek van een andere bank dan waar de bankmedewerkster werkt, blijkt dat zij in een korte periode verschillende rekeningen op haar naam heeft geopend bij diverse Nederlandse en buitenlandse banken. Deze rekeningen zijn vervolgens gebruikt om gelden uit frauduleuze activiteiten te ontvangen en door te boeken. De bankmedewerkster wordt door de bank die het onderzoek heeft uitgevoerd geplaats in het Externe Verwijzingsregister (EVR). De bankmedewerkster brengt haar werkgever niet op de hoogte van de registratie. Haar werkgever wordt wel bekend met deze registratie. Hetgeen aanleiding is het dienstverband met haar te verbreken. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor de volledige uitspraak TRB-2025-4904-TC, 22 januari 2025. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken beantwoordt eerst de vraag of de gedragingen van de bankmedewerkster onder de werking van de bankierseed vallen. Wat het geval is naar het oordeel van de tuchtcommissie. De tuchtcommissie ziet voldoende raakvlakken met het werk bij de bank, nu de verweten (privé)gedragingen – het openen van bankrekeningen en het (een) derde(n) toegang geven tot die rekeningen – bancaire aangelegenheden betreffen. De tuchtcommissie overweegt dat het handelen van de bankmedewerkster, meer in het bijzonder het faciliteren aan (bankhelpdesk)fraude, een zeer ernstige schending van de bankierseed oplevert. Reeds daarom is de tuchtcommissie van oordeel dat een beroepsverbod van een aanzienlijke duur op zijn plaats is. Daarnaast is de bankmedewerkster onvoldoende open en eerlijk geweest over haar gedrag nu zij zich onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld. Zo heeft de bankmedewerkster in het geheel niet meegewerkt aan het onderzoek van Klager en heeft zij de bank niet geïnformeerd over de EVR-registratie door bank. De Tuchtcommissie Banken stelt dat de regels 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseed verbonden Gedragsregels Bancaire Sector zijn geschonden en legt een beroepsverbod op voor de duur van achttien maanden. Daarmee wijkt de tuchtcommissie af van de in het Klachtrapport voorgestelde maatregel om een beroepsverbod van een jaar op te leggen.
Tuchtcommissie Banken: schendingen bankierseed gedeeltelijk vastgesteld Gepost op 23 april 2025 te 17:05.Geschreven door olavwagenaar Kern van de uitspraak De bankmedewerkster werkte van 1 november 2018 tot en met 31 december 2022 voor de bank. Eerst als gedetacheerde en vanaf 1 december 2019 in vaste dienst. In de periode dat zij in dienst was van de bank heeft zij zonder zakelijke grondslag rekeninggegevens van bankklanten bekeken. Het ging hierbij om rekeninggegevens van haar ex-partner, vrienden en familieleden. Daarnaast heeft zij enkele van haar nevenfuncties niet bij de bank gemeld én heeft zij tijdens haar ziekteverlof (neven)activiteiten verricht. Tot slot is gebleken dat ze een onjuiste voorstelling van zaken gegeven over de door haar behaalde diploma’s. Lees hieronder de samenvatting of klik op de link voor de volledige uitspraak: TRB-2024-4862-TC, 23 oktober 2024. Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de bankmedewerkster in strijd met de binnen de bank geldende bankregels heeft gehandeld door zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens te bekijken. Dit geldt te meer nu het privacygevoelige gegevens betreffen van de ex-partner van de bankmedewerker, evenals diens vrienden en familieleden. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van deze gegevens moet dan ook als een ernstige schending van de bankierseed worden opgevat. De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker niet open en transparant is geweest over haar nevenactiviteiten. Zij heeft nagelaten al haar nevenfuncties op de voorgeschreven wijze bij de bank te registreren, Het feit dat zij in eerste instantie via een detacheringsbureau bij de bank werkzaam was, ontslaat haar niet van deze (eigen) verplichting om haar nevenactiviteiten te registreren. Het klachtonderdeel dat ziet op het verrichten van werkzaamheden tijdens haar ziekteverlof acht de tuchtcommissie ongegrond. De tuchtcommissie stelt dat uit de voorhanden stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, niet onomstotelijk is vast komen te staan dat de bankmedewerkster daadwerkelijk heeft doorgewerkt tijdens haar ziekteverlof. De verklaring die de bankmedewerkster hieromtrent heeft gegeven, komt de tuchtcommissie niet onaannemelijk voor. Ook het klachtonderdeel dat de bankmedewerkster een onjuiste voorstelling heeft gegeven van de door haar behaalde diploma’s acht de tuchtcommissie ongegrond. Niet is vast komen te staan dat het de bankmedewerkster is geweest die aan de bank heeft doorgegeven dat zij een diploma heeft behaald voor de masteropleiding aan een universiteit. De Tuchtcommissie stelt vast dat de gedragsregels 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode zijn geschonden. Van schending van de gedragsregels 2, 6 en 7 is niet gebleken. De Tuchtcommissie Banken legt aan de bankmedewerkster de maatregel van berisping op. Daarnaast wordt een voorwaardelijke maatregel opgelegd, inhouden dat zij gedurende een periode van 3 (drie) maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector. De voorwaardelijke maatregel kan alsnog ten uitvoer worden gelegd als de bankmedewerkster binnen twee jaren nogmaals de bankierseed schendt. De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen. Meer over de voorwaardelijke maatregel Naast een berisping legt de Tuchtcommissie Banken ook een voorwaardelijke maatregel op. Een voorwaardelijke maatregel heeft nog geen gevolgen, pas als de gestelde voorwaarde wordt vervuld treedt de maatregel in werking. In dit geval treedt de maatregel in werking als de bankmedewerkster nogmaals de bankierseed schendt binnen een periode van drie jaar na de datum van deze uitspraak. Mocht dat zo zijn dan volgt een beroepsverbod van drie maanden. Ook kan zij voor de nieuwe schending van de bankierseed tuchtrechtelijk ter verantwoording worden geroepen.