Onvoldoende zorgvuldig handelen rondom nevenactiviteiten

TRB-2023-4381-CB
Commissie van Beroep, 10 augustus 2023

Vervolg op de uitspraak van 25 januari 2023 van de Tuchtcommissie Banken, waartegen verweerder beroep heeft ingesteld en vervolgens ook de Algemeen directeur (incidenteel) beroep heeft ingesteld.

Verweerder had, naast zijn werk bij de bank, diverse commerciële nevenactiviteiten, met name op het gebied van cryptocurrency. Hij heeft daarbij, althans voor twee nevenactiviteiten, ook ondergeschikten ingeschakeld. De Commissie van Beroep oordeelt dat verweerder ter zake van die nevenactiviteiten is tekortgeschoten in de naleving van de informatie- en registratieverplichtingen die hij, op grond van de binnen de bank geldende regels, jegens de bank had: verweerder heeft zijn nevenactiviteiten onvoldoende verwerkt in het daarvoor bestemde registratiesysteem van de bank en de bank niet volledig geïnformeerd over (relevante feiten en omstandigheden betreffende) die nevenactiviteiten. Daarmee is sprake van schending door verweerder van de interne regels van de bank en gedragsregels 1, 2, 4 en 7 van de bij de bankierseed behorende gedragscode.

Bij het bepalen van de aan verweerder op te leggen tuchtrechtelijke maatregel houdt de Commissie van Beroep rekening met alle relevante omstandigheden van het geval, in het bijzonder:
i. de door verweerder gemotiveerd aangevoerde omstandigheid dat – ook al had hij de bank vollediger behoren te informeren over zijn nevenactiviteiten en één en ander zorgvuldiger behoren te registreren in het daarvoor bestemde registratiesysteem – de bank in grote lijnen wel wist van zijn nevenactiviteiten en de cultuur bij de bank destijds zo was dat aan de geoorloofdheid van nevenactiviteiten weinig aandacht werd besteed;
ii. de omstandigheid dat verweerder, van wie vaststaat dat hij vele jaren naar tevredenheid gefunctioneerd heeft bij de bank, als gevolg van het handelen dat hem in deze zaak wordt verweten zijn baan bij de bank is kwijtgeraakt;
iii. de omstandigheid dat de tuchtrechtelijke procedure zich heeft uitgestrekt over een bijzonder lange periode.

Alles afwegende, komt de Commissie van Beroep Banken tot het oordeel dat qua tuchtrechtelijke maatregel in dit geval volstaan kan worden met een berisping.
In eerste aanleg was de Tuchtcommissie Banken op een beroepsverbod voor de duur van zes weken uitgekomen.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Niet opgeven nevenwerkzaamheden: belangenverstrengeling

TRB-2023-4381-TC
Tuchtcommissie, 25 januari 2023

Verweerder heeft niet al zijn nevenwerkzaamheden op de juiste wijze en conform het beleid van de bank gemeld. Ook heeft hij niet integer gehandeld door zijn ondergeschikten hierbij te betrekken. Hiermee heeft hij (de schijn van) belangenverstrengeling gecreëerd. De tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van zes weken op.

Verweerder en Aanklager hebben beroep bij de Commissie van Beroep Banken aangetekend tegen de uitspraak. De commissie van beroep vernietigde de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken en legde aan verweerder de maatregel van berisping op.

De uitspraak van de Tuchtcommissie Banken vind je hier.
De uitspraak van de Commissie van Beroep Banken vind je hier.

Berisping voor bestuursvoorzitter en twee commissarissen

TRB-2022-3935-CB, TRB-2022-3943-CB en TRB-2022-4006-CB
Commissie van Beroep, 13 april 2023

Voortzetting van de uitspraken van de Tuchtcommissie van 3 augustus 2022, waartegen de Algemeen directeur beroep heeft ingesteld. Verweerders hebben vervolgens ook zelf (incidenteel) beroep ingesteld.

De Commissie van Beroep oordeelt dat de commissarissen en bestuursvoorzitter van de bank een voorbeeldfunctie hebben bij het uitdragen van de gedragsregels. Zij zijn daarin tekortgeschoten. De Commissie van Beroep wijst hierbij op de bijzondere verantwoordelijkheid van beleidsbepalende personen. Bankmedewerkers zullen niet snel tuchtrechtelijk worden veroordeeld zolang zij binnen de interne beleidsregels blijven, maar dat ligt anders voor de bankmedewerkers die zelf verantwoordelijk zijn voor dat beleid. Hun eigen rol daarbij kan wel tuchtrechtelijk worden getoetst. De commissarissen en de bestuursvoorzitter hebben bij de voorbereiding van het beloningsvoorstel onvoldoende zorgvuldig gehandeld, maakten een onvoldoende zorgvuldige belangenafweging en hebben daardoor het vertrouwen van de samenleving in de bank geschaad. De Commissie van Beroep legt als maatregel een berisping op.

De namen van verweerders zijn opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak van de Commissie van Beroep vind je hier.
De uitspraken van de Tuchtcommissie vind je hier: TRB-2022-3935-TC, TRB-2022-3943-TC en TRB-2022-4006-TC

Vertrouwelijke informatie klanten onterecht gedeeld met derde

TRB-2022-4602-TC
Tuchtcommissie, 28 december 2022

Verweerster heeft zonder dat dit voor haar werk nodig was contact opgenomen met de werkgever van (potentiële) klanten van de bank. Zij heeft daarbij vertrouwelijke informatie die haar bekend was uit de financieringsaanvraag van die klanten gedeeld met die werkgever (zijnde een bevriende relatie van verweerster), omdat volgens verweerster sprake was van een oneigenlijke toe-eigening door die klanten van bedrijfsinformatie van die werkgever. Zij heeft daarmee haar geheimhouding geschonden. Het betreft zeer gevoelige en vertrouwelijke informatie die op verschillende momenten in detail met de derde is gedeeld. Dit is niet integer en onzorgvuldig geweest. Verweerster heeft verder de belangen van de derde laten prevaleren boven de belangen van de (potentiële) klanten en haar geheimhoudingsplicht geschonden. De Tuchtcommissie legt aan verweerster een onvoorwaardelijk beroepsverbod van vier weken op. Hierbij is onder meer rekening gehouden met de specifieke context waarin het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen zich heeft afgespeeld, de duur van het onderzoek en het feit dat verweerster reeds jarenlang en nog steeds werkzaam is in de bancaire sector.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Bewust afwijken van procedure inzake zakelijke kredietverlening

TRB-2022-4379-TC
Tuchtcommissie, 14 december 2022

Verweerder is bij kredietaanvragen in een groot aantal klantdossiers bewust afgeweken van dwingend beleid van de bank en/of de wijze waarop deze aanvragen in het banksysteem dienden te worden ingevoerd. De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder onterecht veelvuldig het systeem van de bank heeft omzeild. De bank en de klanten hebben hierdoor aanzienlijke risico’s gelopen, terwijl die risico’s zo veel mogelijk konden en moesten worden uitgesloten door het systeem. De specifieke omstandigheden van het geval waaronder de impact van een onvoorwaardelijk beroepsverbod doen de Tuchtcommissie besluiten aan verweerder niet een onvoorwaardelijk maar een voorwaardelijk beroepsverbod voor de duur van twee jaar op te leggen en daarnaast een geldboete van € 12.500,-.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

de uitspraak vind je hier.

Vertrouwelijke gegevens buiten de bank gebracht en gedeeld met zoon

TRB-2022-4678-TC
Tuchtcommissie, 23 november 2022

Verweerder is onderworpen aan het bankentuchtrecht, zodat de Tuchtcommissie bevoegd is het gedrag van verweerder te toetsen. Het ongeoorloofd buiten de bank brengen van vertrouwelijke informatie van de bank (met bijkomend het met een derde delen van die informatie) is een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Anders dan verweerder heeft aangevoerd kwam hem geen recht(vaardiging) toe dat te doen. Gelet op de functie en ervaring van verweerder had hij moeten weten dat hij niet zo met vertrouwelijke informatie had mogen omgaan. Verweerder heeft niet laten blijken dat hij dat volledig inziet. De tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van 8 maanden op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Veronachtzaming belangen bank

TRB-2021-3877-CB
Commissie van Beroep, 14 april 2021

Voortzetting van de uitspraak van de Tuchtcommissie van 29 juli 2020, waartegen verweerder beroep heeft ingesteld.

De Commissie van Beroep oordeelt dat verweerder met zijn gedragingen op diverse momenten en in verschillende opzichten de belangen van de bank heeft veronachtzaamd. Hij wist dat binnen de bank functionarissen waren die ervan uitgingen dat aan een bedrijf geen opdracht was verstrekt. Mede daarom had verweerder binnen de bank open kaart moeten spelen over wat hij in het dossier van dit bedrijf wist en deed. De Commissie van Beroep oordeelt dat verweerder gedragsregels 1, 2 en 4 heeft geschonden. Voor het overige acht de Commissie van Beroep de klacht ongegrond.

De Commissie van Beroep acht enerzijds de vastgestelde schending van de eisen van integriteit en zorgvuldigheid ernstig. Anderzijds houdt de Commissie van Beroep rekening met de omstandigheden dat niet is gebleken dat de bank rechtstreeks potentieel nadeel van verweerders handelwijze heeft ondervonden alsmede het tijdsverloop. Bij de Commissie van Beroep bestaat zodanige twijfel over de noodzaak van een tuchtrechtelijke sanctie dat zij daarvan afziet. Verweerder wordt geen maatregel opgelegd.

De uitspraak van de Commissie van Beroep vind je hier

De uitspraak van de Tuchtcommissie vind je hier

Belangenverstrengeling – beroepsverbod

TRB-2020-3877-TC
Uitspraak Tuchtcommissie, 29 juli 2020

Verweerder was verantwoordelijk voor commerciële contracten van de bank. Hij heeft zich ingespannen een bedrijf tot leverancier van de bank te maken. Hij heeft daarbij ten opzichte van dit bedrijf onvoldoende professionele afstand gehouden, terwijl die afstand wel van hem mocht worden verwacht. De belangen van deze leverancier zijn zo verstrengeld geraakt met de uitoefening van de functie van verweerder dat van een integer handelend bankmedewerker geen sprake meer was.

De Tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod van negen maanden op.
Verweerder heeft beroep aangetekend. De Commissie van Beroep heeft op 14 april 2021 de uitspraak van de Tuchtcommissie vernietigd.

Download hier de volledige uitspraak Uitspraak TC 3877

Download hier de volledige uitspraak van de Commissie van Beroep

Vertrouwelijke gegevens uploaden; berisping

TRB-2019-3868-CB 
Commissie van Beroep, 16 april 2019

Voortzetting van beslissing Tuchtcommissie van 19 december 2018.

Verweerder was in beroep gekomen van de beslissing van de Tuchtcommissie waarin aan hem aan hem een tijdelijk beroepsverbod was opgelegd.

De Commissie van Beroep oordeelt net als de Tuchtcommissie dat verweerder de bankierseed heeft overtreden door – kort samengevat – digitale informatie van de bank te uploaden naar zijn privé-omgeving. Dit levert misbruik van zijn functie op. Mede door zijn functie als Risk Manager wist verweerder en had hij moeten weten dat de informatie zeer gevoelig en vertrouwelijk was. De gedraging van verweerder valt hem zwaar aan te rekenen. Banken moeten erop kunnen vertrouwen dat hun medewerkers zich van dergelijk gedrag onthouden. De Commissie van Beroep acht gelet op diverse omstandigheden,  een beroepsverbod voor verweerder een te zware, disproportionele, sanctie. De Commissie van Beroep legt aan verweerder de maatregel van berisping op.

Download hier de volledige uitspraak: dossier TRB-2019-3868-CB.

Vertrouwelijke gegevens uploaden; beroepsverbod

TRB-2018-3868-TC
Tuchtcommissie, 19 december 2018

Verweerder  heeft (met behulp van WeTransfer en GoogleDocs) circa twee gigabyte aan bankgegevens, zonder toestemming van de bank, buiten de bank gebracht.

Namens de Algemeen Directeur is gesteld dat verweerder gevoelige en vertrouwelijk informatie buiten de bank heeft gebracht. Het betrof onder meer specifieke, concrete en belangrijke gegevens over de zakelijke risico’s van de bank.                                                                                                
Verweerder heeft aangevoerd dat hij geen kwade bedoelingen had en dat zijn handelen niet binnen de uitoefening van zijn functie als Risk Manager valt, zodat het niet onder het tuchtrecht valt.  
De Tuchtcommissie volgt dit standpunt van verweerder niet. Voor overtreding van de gedragscode is niet vereist dat het handelen heeft plaatsgevonden in de uitoefening van de functie. De gedragscode ziet op ‘de bankmedewerker’ en het handelen in die hoedanigheid. Verweerder beschikte uit hoofde van die hoedanigheid over de betreffende data waardoor zijn handelen met betrekking tot die data binnen het bereik van het tuchtrecht valt. De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder misbruik heeft gemaakt van informatie van de bank waarover hij de beschikking had, door (een deel van) de gegevens te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze waren bestemd. Hierdoor heeft hij zijn eigen belang voor laten gaan boven het belang van de bank. De samenleving mag verwachten dat elke bankmedewerker integer met de informatie van de bank omgaat. Indien het deel van deze gegevens dat zag op de zakelijke risico’s van de bank in de openbaarheid zou zijn gekomen, dan zouden de gevolgen voor de bank en haar klanten zeer ernstig kunnen zijn geweest en zou aldus onrust in de samenleving omtrent de bank en de bancaire sector teweeg zijn gebracht. De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankierseed en de gedragscode door verweerder met voeten is getreden. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van 12 maanden op.

De naam van verweerder wordt, bij onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het voor banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de beslissing van de Tuchtcommissie: dossier 3868 beslissing Tuchtcommissie

Tegen de beslissing werd beroep ingesteld, lees hier de beslissing in de beroepszaak.