Privé-uitgaven met zakelijke creditcard

TRB-2017-3568-TC
Tuchtcommissie, 10 mei 2017

Verweerster heeft een zakelijke creditcard gebruikt voor privé-uitgaven. Verweerster heeft in de administratie aan deze uitgaven een zakelijk karakter toegekend en heeft haar leidinggevende, vanwege het feit dat zij niet beschikte over de benodigde bonnetjes, verzocht een verklaring op te stellen over de zakelijke aard van de uitgaven, terwijl die niet aanwezig was. De leidinggevende heeft hierop onbedoeld een verklaring opgesteld, met een daarin – naar later is gebleken – onjuiste inhoud. Met deze gedragingen heeft verweerster de Gedragscode voor bankmedewerkers overtreden. De Tuchtcommissie legt aan verweerster een berisping op.

Bij de oplegging van deze maatregel heeft de Tuchtcommissie rekening gehouden met de bijzondere persoonlijke situatie waarin verweerster verkeerde en de tijdspanne waarin de gedragingen hebben plaatsgevonden (een groot deel van de betalingen is verricht voor invoering van de bankierseed en zijn derhalve niet meegenomen in deze beslissing). Voorts heeft de Tuchtcommissie meegewogen dat verweerster haar medewerking heeft verleend aan het treffen en nakomen van een terugbetalingsregeling met de bank.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: TRB-2017-3568-TC

Privé-handelen onder bankierseed

TRB-2017-3536-CB
Commissie van Beroep, 15 maart 2017

Vervolg op beslissing van 30 november 2016, waarin de Tuchtcommissie klager niet-ontvankelijk verklaart omdat het privé-handelen van verweerder niet onder de reikwijdte van de bankierseed zou vallen. De Commissie van Beroep vernietigt de beslissing van de Tuchtcommissie en verklaart de klacht gegrond (zonder oplegging van maatregel).

Verweerder heeft een geldbedrag, afkomstig van een klant van de bank en waarvan hij wist dat dit niet voor hem bestemd was, op zijn bankrekening ontvangen en overgemaakt op andere rekeningen van hemzelf. Verweerder heeft exact de helft van het bedrag aan zijn toenmalige vriendin overgemaakt. De Commissie van Beroep acht deze handelwijze van verweerder niet integer en zorgvuldig. Bovendien weigert verweerder om op bepaalde vragen antwoord te geven. Hoewel hem dit vrij staat, trekt de Commissie van Beroep  hieruit de conclusie dat verweerder en zijn toenmalige vriendin hebben samengespannen om het geld voor zichzelf te behouden.

Hoewel het gaat om gedragingen die zich in hoofdzaak buiten de eigenlijke uitoefening van verweerders functie hebben afgespeeld, acht de Commissie van Beroep de gedragingen in strijd met de bankierseed, omdat de gedragingen enkele raakvlakken hebben gehad met de bank. Bovendien heeft verweerder – ook tijdens intern onderzoek van de bank naar zijn handelen – geweigerd antwoord te geven op vragen over zijn handelen.

De Commissie van Beroep overweegt dat bankmedewerkers ook in hun persoonlijke betalingsverkeer, in hun ‘omgang met geld van een ander’ integer en zorgvuldig dienen te zijn. Als een bankmedewerker hieraan niet voldoet, zouden klanten contact met hem mijden. Daarbij is van belang dat verweerder de bank niet heeft geïnformeerd over dat wat zij over de achtergrond van zijn handelen wilde weten.

Download hier de volledige uitspraak: TRB-2017-3536-CB
Download hier de uitspraak van de Tuchtcommissie: TRB-2016-3536-TC

Bekijken klantgegevens zonder zakelijke aanleiding II; beroepsverbod

TRB-2016-3540-TC-2
Tuchtcommissie, 1 maart 2017

Vervolg op tussenbeslissing van 19 september 2016.

Verweerster heeft frequent zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens bekeken van cliënten van de bank. Het ging daarbij om rekeninggegevens van personen in haar directe (privé-)omgeving. Hiermee heeft verweerster niet integer gehandeld. Zij heeft zich evenmin gehouden aan de regels die voor het werk bij de bank gelden. Doordat zij informatie over deze rekeninggegevens aan haar partner heeft verteld, heeft zij gehandeld in strijd met de gedragsregel dat zij vertrouwelijke informatie geheim moet houden. Voorts heeft verweerster bankzaken van klanten waarmee eveneens een privérelatie bestond, behandeld. Verweerster heeft de betreffende rekeninghouders te woord heeft gestaan, heeft gekeken in de rekeningen van de rekeninghouders en heeft geïnventariseerd of de betreffende rekeninghouders konden worden doorverwezen naar collega’s.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster deze klanten, zoals de interne gedragsregels van de bank voorschrijven, direct had moeten (en kunnen) doorverwijzen naar collega’s zonder eerst hun rekeninggegevens te bekijken. Aldus heeft verweerster gehandeld in strijd met de interne regels van de bank.  De Tuchtcommissie legt verweerster de aanwijzing op dat zij gedurende een periode van zes maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download de volledige uitspraak hier: TRB-2016-3540-TC-2.

Belangenverstrengeling en inleidende overwegingen aanlevering stukken; beroepsverbod

TRB-2016-3508-TC-2
Tuchtcommissie, 1 maart 2017

Vervolg op tussenbeslissing van 19 september 2016

1. De Tuchtcommissie geeft inleidende overwegingen over de aanlevering van interne onderzoeksrapporten die ten grondslag worden gelegd aan de tuchtprocedure. De Tuchtcommissie stelt zich op het standpunt dat deze rapporten in niet-geanonimiseerde vorm moeten worden aangeleverd, om aan adequate waarborgen voor een behoorlijke procesgang te voldoen.

2. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de Tuchtcommissie schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Verweerder was, in zijn hoedanigheid als werknemer van de bank, financieel adviseur van de cliënte. Daarnaast is verweerder in de privésfeer een hypothecaire financiering met cliënte aangegaan. Verweerder had zich, gelet op zijn professionele relatie met cliënte, hiervan moeten onthouden en heeft verweerder de belangen van de klant niet centraal gesteld. Voor de overboeking van het geld van de cliënte dat nodig was om de koopprijs van de woning te voldoen, heeft verweerder voorts gebruik gemaakt van de interne systemen van de bank die daarvoor niet zijn bedoeld. Hiermee heeft verweerder in strijd gehandeld met de interne regels. Toen deze opdracht werd geweigerd heeft Verweerder getracht zijn eigen betrokkenheid bij de transactie te verbergen. De Tuchtcommissie legt verweerder de aanwijzing op dat hij gedurende een periode van een jaar niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download de volledige uitspraak hier: TRB-2016-3508-TC-2.

 

Bekijken klantgegevens zonder zakelijke aanleiding; beroepsverbod

TRB-2016-3542-TC
Tuchtcommissie, 30 november 2016

Verweerster heeft zonder zakelijke aanleiding veelvuldig klantgegevens bekeken. Dergelijk handelen was haar op grond van de interne regels van de bank niet toegestaan. De stelling van verweerster dat mogelijk anderen op haar werkplek met haar account klantgegevens zouden hebben bekeken acht de Tuchtcommissie niet aannemelijk geworden. Verweerster heeft door haar handelen de door haar afgelegde bankierseed en de daaraan verbonden gedragscode (in het bijzonder de artikelen 1 en 4) geschonden.

De Tuchtcommissie legt verweerster de aanwijzing op dat zij gedurende een periode van zes maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector. De Tuchtcommissie acht hierbij relevant dat het dienstverband van verweerster in verband met de geconstateerde gedragingen door de bank is geëindigd en dat de bank de gegevens van verweerster reeds in een tweetal registers heeft opgenomen, als gevolg waarvan verweerster naar verwachting langdurig niet in de bancaire sector werkzaam kan zijn.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak van de Tuchtcommissie: TRB-2016-3542-TC