Niet opgeven nevenactiviteiten, schijn belangenverstrengeling, middelen bank gebruiken voor privézaken en ongeoorloofd raadplegen rekeninggegevens

TRB-2023-4690-AD
Algemeen Directeur, 26 januari 2023

Beëdigde heeft zijn aandeelhouderschap in twee Poolse supermarkten niet gemeld en geregistreerd bij de bank. Daarnaast heeft beëdigde enkele jaren zijn zakelijke e-mail geregeld privé gebruikt in communicatie met diverse derden. En eenmaal heeft hij zijn zakelijke handtekening gebruikt bij het ondertekenen van een koopovereenkomst inzake een auto die hij (met inruil) privé aankocht. Ook heeft beëdigde rekeninggegevens geraadpleegd van een bedrijf waarvan hij aandeelhouder was, van zijn zoon en van zijn eigen (en/of) rekening. De Algemeen directeur concludeert dat beëdigde aldus in strijd met de bankregels en met regels 1 en 4 van de bankierseed heeft gehandeld. De Algemeen directeur is verder van oordeel dat beëdigde tevens een eerste hypotheekaanvraag van een bekende niet in behandeling had mogen nemen om iedere schijn van belangenverstrengeling te vermijden, maar stelt tevens vast dat beëdigde bij een tweede hypotheekaanvraag van die bekende toen wel de juiste afweging heeft gemaakt door die niet in behandeling te nemen. Gezien de omstandigheden van het geval – waaronder dat de bank de beëdigde langdurig intensief heeft gemonitord op onregelmatigheden zonder dat daaruit iets naar voren is gekomen, de langdurige en nog lopende beëindigingsprocedure (in hoger beroep) tussen beëdigde en de bank, de duur van het dienstverband van beëdigde en de oprechte spijtbetuiging van beëdigde – heeft de Algemeen directeur beëdigde een schikking aangeboden van € 750,-. Die schikking heeft beëdigde geaccepteerd.

De naam van beëdigde is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De beslissing van de Algemeen directeur vind je hier.

Delen vertrouwelijke informatie met derden onvoldoende onderbouwd. Herzieningsverzoek afgewezen.

TRB-2023-4829-AD
Algemeen Directeur, 23 januari 2023
en/of
TRB-2023-4829-HV
Herzieningsbeslissing, 3 april 2023

De melding ziet op het delen van vertrouwelijke informatie over melder en diens familieleden door de bankmedewerker met de buren van melder. De Algemeen directeur besluit geen nader onderzoek te doen omdat de door melder overgelegde stukken zijn stelling niet onderbouwen, integendeel zelfs.
De melder heeft om herziening van de beslissing van de Algemeen directeur verzocht. De voorzitter is het eens met de Algemeen directeur dat de melding onvoldoende is onderbouwd. Het herzieningsverzoek wordt afgewezen.

De uitspraken vind je hier:
beslissing Algemeen directeur
beslissing op herzieningsverzoek

Gedragingen reeds in civiele procedure beoordeeld

TRB-2022-4803-HV-2
Herzieningsbeslissing, 18 januari 2023

Vervolg op TRB-2022-4803-HV-1

De Algemeen directeur heeft naar aanleiding van de aangehouden herzieningsbeslissing van 9 oktober 2022 nader onderzoek gedaan. De Algemeen directeur is na het onderzoek wederom tot de conclusie gekomen dat de oud bankmedewerker geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

De voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De gedragingen van de bankmedewerker zijn in de civiele procedure beoordeeld. Dat melders teleurgesteld zijn over de uitkomst hiervan, rechtvaardigt geen herziening van de beslissing van de Algemeen directeur. De voorzitter oordeelt dat de gedragingen van de bankmedewerker niet van dien aard zijn dat er redenen zijn hierover in een tuchtrechtprocedure een oordeel te geven.

De uitspraak vind je hier.

Onvolkomenheden in dossiers; niet voldaan aan werkinstructies inzake dossierbeheer ​

TRB-2022-4776-AD
Algemeen directeur, 17 november 2022
TRB-2023-4776-HV
Herzieningsbeslissing, 10 januari 2023
TRB-2023-4776-TC
Tuchtcommissie, 26 juli 2023
Beslissing Algemeen directeur. De bank heeft in 51 dossiers van beëdigde onvolkomenheden geconstateerd. De Algemeen directeur heeft de zaak geseponeerd, omdat volgens hem de kwestie zich met name afspeelt in de arbeidsrechtelijke sfeer. Er was een nieuwe werkwijze die voor beëdigde vanwege persoonlijke omstandigheden lastig was eigen te maken. De dossiers met onvolkomenheden speelden in die periode.

De bank heeft verzocht deze beslissing van de Algemeen directeur te herzien.

Beslissing in herziening. De voorzitter van de tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek toe. De bank heeft voldoende gemotiveerd gesteld dat beëdigde gedragingen heeft verricht die in strijd zijn met de bankierseed. Het onderzoek naar mogelijke witwasactiviteiten van klanten is met waarborgen omkleed en van bankmedewerkers wordt verwacht dat zij hun werkzaamheden in overeenstemming hiermee uitvoeren. Het oordeel van de Algemeen directeur gaat ten onrechte hier aan voorbij. De Algemeen directeur wordt opgedragen binnen drie maanden een klacht voor te leggen aan de tuchtcommissie.

Uitspraak tuchtcommissie. Verweerder was werkzaam in een functie waarin hij adviseerde over de beëindiging van klantrelaties. Verweerder had zijn dossiers onvoldoende op orde, terwijl zijn werkzaamheden juist een zorgvuldige uitvoering en adequaat dossierbeheer vergden. Potentieel bracht het handelen van verweerder onaanvaardbare risico’s met zich, waaronder het risico op sancties van de toezichthouder(s) en reputatieschade voor de bank. Dat de risico’s zich niet hebben verwezenlijkt doet hieraan niet af. Ditzelfde geldt voor de bijzondere persoonlijke omstandigheden waarin verweerder verkeerde. Op dit punt van de persoonlijke omstandigheden overweegt de Tuchtcommissie Banken dat, (mede) gezien het langdurige dienstverband van verweerder, van hem had mogen worden verwacht dat hij (zelf) tijdig zijn leidinggevende zou inschakelen op het moment dat hij zijn werk niet meer aankon. Al met al concludeert de tuchtcommissie dat verweerder gedragsregels 1 en 4 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden en dat oplegging van een voorwaardelijk beroepsverbod voor de duur van twee maanden passend en geboden is.

NB: in de herzieningsbeslissing staat abusievelijk het meldingsnummer 4766 in plaats van 4776 vermeld.

Zie hier de beslissing van de Algemeen directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie Banken.
Zie hier de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken.