Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht

Kern van de uitspraak

Levert het (ongeoorloofd) naar buiten brengen van vertrouwelijke informatie van de bank een schending op van de Gedragscode verbonden aan de bankierseed?

Lees hieronder de samenvatting van de beslissing van de Algemeen directeur of klik op de link voor de volledige beslissing van de Algemeen directeur TRB-2024-4908-AD 14 juni 2024.

Wat is het oordeel van de Algemeen directeur

Uit de melding die is ingediend door de bank blijkt dat de bankmedewerker, ten tijde van zijn vertrek bij de bank, ongeoorloofd vertrouwelijke informatie naar buiten heeft gebracht. De bankmedewerker heeft kort voor het einde van zijn dienstverband bij de bank naast privédocumenten ook zakelijke documenten inclusief enkele klantgegevens vanuit zijn zakelijke e-mailaccount overgezet naar zijn privé-omgeving.

De bankmedewerker stelt zich op het standpunt dat zijn handelen weliswaar niet geheel correct is geweest maar dat er zich wel verzachtende omstandigheden voordeden. Zo stelt de bankmedewerker dat het gebruikelijk was om privébestanden in de zakelijke omgeving te hebben waardoor dit gemakkelijk door elkaar kon lopen. De betreffende stukken zijn volgens de bankmedewerker zonder slechte intentie meegekomen. De stukken zouden niet relevante en verouderde informatie bevatten die niet bruikbaar zijn voor zijn nieuwe functie bij een buitenlandse bank.

De Algemeen directeur stelt vast dat de bankmedewerker onzorgvuldig heeft gehandeld, hetgeen een schendig van (de gedragscode verbonden aan) de bankierseed oplevert (meer specifiek: gedragsregels 1, 4 en 5), hetgeen in beginsel grond is om een klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken. Op grond van hetgeen de bankmedewerker in zijn verweer naar voren heeft gebracht en omdat hij heeft onderkend en inzicht heeft getoond dat hij anders had behoren te handelen heeft de Algemeen directeur besloten een minnelijke schikking aan de bankmedewerker voor te leggen. Bij zijn overwegingen betrok de Algemeen directer nog dat de bank had aangeven de melding te willen intrekken. Intrekking van een melding is om formele redenen niet mogelijk waardoor niet aan het verzoek van de bank kon worden tegemoetgekomen.

Algemeen directeur heeft een minnelijke schikking voorgesteld inhoudende een geldboete van € 500,-De minnelijke schikking is geaccepteerd.

Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht

Kern van de uitspraak

De melding ziet op een bankmedewerker die kort voordat hij de bank zou gaan verlaten, naar aanleiding van een reorganisatie, vertrouwelijke informatie (ongeoorloofd) buiten (de beveiligde omgeving van) de bank heeft gebracht. De informatie is door de bankmedewerker buiten de bank gebracht door deze te mailen van zijn zakelijk e-mailaccount naar zijn privé e-mailaccount.

Lees hieronder de samenvatting van de beslissing de Algemeen directeur of klik op de link voor de volledige beslissing TRB-2024-4885-AD, 5 november 2024.

Wat is het oordeel van de Algemeen directeur

De bank heeft een melding bij Tuchtrecht Banken ingediend, nadat uit een intern onderzoek bleek dat de (oud)bankmedewerker bankgegevens naar zijn privé e-mailadres had verstuurd. Het onderzoek heeft plaatsgevonden nadat de bankmedewerker al uit dienst was. De bank heeft de bankmedewerker schriftelijk verzocht tot verwijdering van de gegevens. Naast het indienen van de melding heeft de bank kennelijk geen aanleiding voor het treffen van eventuele overige maatregelen jegens de bankmedewerker, die toen al uit dienst was.

In zijn toelichting heeft de bankmedewerker aangegeven dat hem een deadline was gesteld voor het opschonen van zijn zakelijke laptop voor het veilligstellen van privé-documenten. Onder tijdsdruk heeft hij de schifting tussen de veilig te stellen privé-documenten en de daarvan te onderscheiden bankdocumenten abusievelijk een aantal tot deze laatste categorie behorende documenten er niet uit gefilterd zodat toen abusievelijk ook die documenten zijn meegezonden. Direct na constatering van dit laatste heeft de bankmedewerker de desbetreffende documenten verwijderd. Al met al is dus weliswaar sprake van het buiten (de beveiligde omgeving van) de bank brengen van bankinformatie maar zonder dat dit zijn intentie is geweest. Hij geeft aan dat hij scherper had dienen te zijn, maar dat hij wel te goeder trouw handelde. Daarnaast heeft de bankmedewerker aangegeven dat naar zijn mening de (daadwerkelijke) gevoeligheid van de informatie in kwestie dient te worden gerelativeerd.

De Algemeen directeur is van oordeel dat de bankmedewerker in strijd met de door hem in acht te nemen regels van de bank en niet integer en onzorgvuldig gehandeld, hetgeen een schending van (de gedragscode verbonden aan) de bankierseed (meer specifiek: gedragsregels 1, 4 en 5) oplevert.

In de visie van de Algemeen directeur maakt in ieder geval deze samenloop van punten (van – kort geduid – onzorgvuldigheid) dat weliswaar sprake is van  verzachtende omstandigheden, maar niet zodanig dat het aanleiding geeft om geheel af te zien van (iedere vorm van) tuchtrechtelijke sanctionering.

Hetgeen qua feitelijke (werk)omstandigheden in de periode voorafgaand aan zijn vertrek overigens nog naar voren is gebracht, zoals een hoge werkdruk (mede doordat hij in die periode zowel nog reguliere werkzaamheden alsook overdrachtswerkzaamheden diende te verrichten), maakt dat onvoldoende anders. Voorts betrekt de Algemeen directeur in zijn weging dat na constatering van de gemaakte fout is gehandeld zoals mocht worden verwacht, door de desbetreffende bankdocumenten te verwijderen en door zich open en toetsbaar op te stellen, zowel ten opzichte van de bank als ten opzichte van de Algemeen directeur.

De Algemeen directeur stelt een schikking voor in de vorm van een voorwaardelijke geldboete van € 500,-. De schikking is aanvaard.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

 

Niet doelbewust buiten de bank brengen van gegevens

Kern van de uitspraak

Uit een onderzoek van de bank is gebleken dat in de periode tussen 1 december 2022 en 1 januari 2023 de bankmedewerkster in totaal 2027 bestanden vanaf haar zakelijke laptop heeft gekopieerd naar een externe harde schijf. Tussen deze bestanden bevonden zich bedrijfsgevoelige informatie van zakelijke klanten van de bank, interne  vertrouwelijke documenten van de bank en HR gerelateerde documenten van andere medewerkers van de bank.

Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor de volledige uitspraak TRB-2024-4960-TC,  23 oktober 2024.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De bankmedewerkster heeft zowel bij de bank als in het gesprek met klager verklaard dat zij slechts haar persoonlijke documenten wenste veilig te stellen en om die reden een gehele folder genaamd ‘My Documents’ heeft gekopieerd naar een externe harde schijf. Zij realiseerde zich niet dat dat zij hiermee ruim 2000 bestanden, waaronder persoonsgegevens van medewerkers van de bank en vertrouwelijke stukken van de bank alsmede van haar klanten, buiten de beveiligde omgeving van de bank bracht. Zij heeft benadrukt dat zij nimmer kwade bedoelingen heeft gehad en dat het een onhandige handeling is geweest.

De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de bankmedewerkster de bankierseed heeft geschonden. Door bestanden vanaf haar werklaptop naar een externe schijf te kopiëren. heeft zij vertrouwelijke informatie van de bank buiten de omgeving van de bank gebracht. Dit handelen is niet alleen niet integer en niet zorgvuldig, maar ook in strijd met de regels waaraan de bankmedewerkster zich diende te houden. Meer specifiek heeft zij de gedragsregel 1, 4, 5 en 7 geschonden. De in het klachtrapport ook genoemde gedragsregels 2 en 6 acht de tuchtcommissie niet geschonden.

Gelet op de specifieke feiten en omstandigheden van dit geval acht de Tuchtcommissie Banken een beroepsverbod niet passend. In het voordeel van de bankmedewerkster weegt de tuchtcommissie mee dat zij het kwalijke van haar handelen inziet en oprecht spijt heeft betuigd. De tuchtcommissie neemt van de bankmedewerkster aan dat zij niet wist dat zij ook vertrouwelijke informatie van de bank naar een externe schijf had gekopieerd. Zij heeft onzorgvuldig gehandeld maar niet doelbewust de vertrouwelijke gegevens buiten de beveiligde omgeving van de bank willen brengen.

De Tuchtcommissie Banken heeft in deze tuchtprocedure direct na de mondelinge behandeling ter zitting op 11 september 2024 mondeling uitspraak gedaan. De tuchtcommissie heeft als maatregel een berisping aan de bankmedewerkster opgelegd. De uitspraak is op 23 oktober 2024 aan partijen toegezonden.

Bankhelpdeskfraude door bankmedewerkster

Kern van de uitspraak

De bankmedewerkster heeft rekeninggegevens van bankklanten doorgespeeld. Zij wisselde raadplegingen met een zakelijk doel af met raadplegingen zonder een zakelijke aanleiding en/of toestemming van de klant van de bank. De bankmedewerkster heeft de verwijten erkend een aangegeven dat zij niet precies wist wát er met de gegevens van de klanten van de bank gedaan zou worden en wat daarvan de gevolgen zouden kunnen zijn.

Klager heeft de tuchtcommissie in overweging gegeven aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van drie jaren op te leggen

Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken TRB-2024-4879-TC van 23 oktober 2024.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerkster de gedragsregels 1, 4, 5, 6 en 7 heeft overtreden doordat zij rekeninggegevens van klanten van de bank heeft geraadpleegd, zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Voorts heeft de bankmedewerkster de bankgegevens van de klanten van de bank gedeeld met derden teneinde bankhelpdeskfraude mogelijk te maken. Dat de bankmedewerkster zich aan dit handelen schuldig heeft gemaakt, staat niet ter discussie; zij heeft dit erkend.
De bankmedewerkster heeft allesbehalve integer gehandeld. De tuchtcommissie is van oordeel dat er sprake is van een zeer ernstige schending van de bankierseed, vooral vanwege het feit dat de bankmedewerkster, door het delen van de vertrouwelijke gegevens van de klanten van de bank, ook betrokken is geweest bij bankhelpdeskfraude, waarvan veel klanten van de bank slachtoffer zijn geworden.

De Tuchtcommissie Banken verklaart de klacht gegrond en ziet maar één passende maatregel, te weten een beroepsverbod voor de (maximale) duur van drie jaar.

De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Fraude met pinpassen door bankmedewerker

Kern van de uitspraak

Bankmedewerker heeft enkele pinpassen uit de interne post onderschept en deze geactiveerd en kleine geldbedragen opgenomen. Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken of klik op de link voor de volledige uitspraak TRB-2025-4778-TC, 22 januari 2025.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De Tuchtcommissie Banken stelt vast dat de bankmedewerker in ieder geval acht pasactivaties heeft uitgevoerd en dat hij in een aantal gevallen met die bankpassen een geldautomaat heeft aangezocht. Daarmee heeft de bankmedewerker handelingen verricht die strekken tot fraude, als gevolg waarvan hij zich niet heeft gehouden aan de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden. Gedragsregel 1 en 4 zijn geschonden

Ook heeft de bankmedewerker vertrouwelijke informatie niet geheim gehouden. Uit de toelichting op artikel 5 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode  volgt dat de bankmedewerker geen misbruik mag maken van informatie die hij heeft. Nu hij vertrouwelijke informatie niet geheim heeft gehouden heeft hij gedragsregel 5 geschonden.

Verder overweegt de tuchtcommissie dat de bankmedewerker is onvoldoende open en eerlijk geweest over zijn gedrag nu hij zich onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld en dat zijn handelen naar het oordeel van de tuchtcommissie evident niet heeft bijgedragen aan het vertrouwen van de samenleving in de bank. Daarmee zijn ook gedragsregel 6 en 7 geschonden.

De Tuchtcommissie Banken legt aan de bankmedewerker een beroepsverbod op voor de duur van 18 maanden.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

 

Vertrouwelijke informatie niet geheim gehouden

Kern van de uitspraak

De bankmedewerker heeft als test een grote hoeveelheid bestanden met vertrouwelijke documenten buiten de beveiligde omgeving van de bank gebracht. Vanuit een door hem aangevraagde externe werkruimte zijn de bestanden gedownload naar het externe bedrijfsaccount van de bankmedewerker en nadien niet verwijderd. Eerder had de bankmedewerker drie e-mails met bestanden verstuurd van zijn e-mailaccount bij de bank naar zijn externe e-mailaccount en zijn twee bestanden gekopieerd naar de laptop van de bankmedewerker. Alle deze bestanden hadden vertrouwelijkheidskwalificaties.

Lees hieronder de samenvatting of vind hier de volledige uitspraak: Uitspraak Commissie van Beroep Banken: TRB-2024-4868-CB, 23 januari 2025

Deze uitspraak is een vervolg op de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken van 24 juli 2024 waartegen de (voormalig) bankmedewerker beroep heeft ingesteld.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken?

De Tuchtcommissie Banken heeft geoordeeld dat de bankmedewerker informatie buiten de bank heeft gebracht die binnen de beveiligde omgeving van de bank had behoren te blijven. Daarmee heeft de bankmedewerker de interne (gedrags)regels van de bank geschonden. Door dit handelen heeft de bankmedewerker bovendien vertrouwelijke informatie van de bank niet geheimgehouden. Dit handelen acht de Tuchtcommissie niet zorgvuldig en niet integer. De Tuchtcommissie heeft daarnaast geoordeeld dat de bankmedewerker zich niet open en eerlijk heeft opgesteld. Daarmee heeft de bankmedewerker de gedragsregels 1, 4, 5 en 6 geschonden. De Tuchtcommissie heeft aan de bankmedewerker de maatregel van een beroepsverbod van vijf maanden opgelegd.

Wat is het oordeel van de Commissie van Beroep?

Gedragsregels 1, 4 en 5

De schending van de gedragsregels 1, 4 en 5 is door de bankmedewerker in beroep erkend dan wel niet betwist. Het debat in beroep over de gegrondheid van de klacht spitst zich toe op de vraag of de bankmedewerker open en eerlijk is geweest over zijn gedrag (gedragsregel 6).

Gedragsregel 6 – is de bankmedewerker open en eerlijk geweest over zijn gedrag?

De bankmedewerker heeft door de afgelegde wisselende en tegenstrijdige verklaringen laten blijken geen volledige openheid van zaken te hebben willen geven. Dit beeld heeft de bankmedewerker ook in beroep niet kunnen wegnemen. De Commissie van Beroep wil aannemen dat de bankmedewerker bij het testen zich niet bewust was van de omvang van de gekopieerde bestanden en van het vertrouwelijke karakter daarvan. Maar ook die onbewustheid is de bankmedewerker aan te rekenen omdat dit onverantwoorde gedrag van (grote) onzorgvuldigheid getuigt. Ernstiger is dat uit onderzoek is gebleken dat dit incident niet op zichzelf staat maar dat de bankmedewerker eerder ook driemaal documenten buiten de bank heeft gebracht waarvan de bankmedewerker onmiskenbaar moest weten dat deze documenten een vertrouwelijk karakter hadden. In beroep heeft de bankmedewerker (nog steeds) geen enkele verklaring kunnen geven voor deze incidenten. Met deze opstelling heeft de bankmedewerker blijk gegeven van onvoldoende verantwoordelijkheid voor de samenleving. Daarmee staat vast dat ook gedragsregel 6 is geschonden.

Maatregel – verzachtende en verzwarende omstandigheden

Als verzachtende omstandigheden weegt de Commissie van Beroep mee dat de bankmedewerker (volledige) medewerking aan het onderzoek heeft verleend en bij de Tuchtcommissie wellicht wat onhandig is opgetreden waar het gaat om zijn uitleg voor zijn handelen. Ook de ingrijpende gevolgen die de incidenten voor de bankmedewerker hebben gehad, wegen mee. Datzelfde geldt voor de aangeboden excuses voor het gedrag en tot slot de lange periode sinds de melding tot de uitspraak in beroep, zal voor de bankmedewerker zonder meer als belastend zijn ervaren.

Als verzwarende omstandigheden weegt de Commissie van Beroep mee dat in dit geval sprake is van schending van vier gedragsregels en dat het gaat om het buiten de bank brengen van (zeer) vertrouwelijke gegevens. Verder komt het niet door de bankmedewerker maar door ingrijpen van de bank dat aan deze situatie een einde is gekomen. Daarnaast is sprake geweest van verschillende incidenten. Ook de ernst van de laakbare gedragingen, het gebrek aan eigen inzicht in de verklaring voor zijn handelen en het ter verdediging vingerwijzen naar vermeende fouten van anderen, brengt mee dat de Commissie van Beroep niet overtuigd is dat het besef bij de bankmedewerker van de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag voldoende is ingedaald en dat daardoor vrees voor herhaling aanwezig is.

Uitspraak en opgelegde maatregel

Alles overwegende acht de Commissie van Beroep Banken het passend en geboden dat het door de Tuchtcommissie Banken opgelegde beroepsverbod van vijf maanden wordt teruggebracht tot drie maanden en de uitspraak voor het overige wordt bekrachtigd.

Niet opzettelijk vertrouwelijke informatie over justitieel onderzoek delen met klant

Niet opzettelijk vertrouwelijke informatie over justitieel onderzoek delen met klant

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2023-4847-TC, 25 oktober 2023

Kern van de uitspraak

De bankmedewerker heeft aan een klant, van wie hij accountmanager was, medegedeeld dat het ingestelde klantonderzoek van de bank voortgekomen is uit een justitieel (strafrechtelijk) onderzoek. Omdat het vertrouwelijke informatie betrof, had de bankmedewerker deze informatie niet mogen delen met de klant of anderen. Is er sprake van schending van de bankierseed? En zo ja, welke maatregel moet er dan worden opgelegd?

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie?

De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker handelde in strijd met regelgeving. Dit handelen van verweerder levert derhalve een schending van de aan de bankierseed verbonden gedragsregels 1, 4 en 5 op en dus is de tuchtklacht (op zich) gegrond.

Bij het bepalen van de eventueel op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat uit de context van de feiten is gebleken dat het hier een ‘slip of the tongue’ betreft en dat dit (onbedoelde, onhandige) handelen van verweerder in strijd is met de regelgeving en niet zorgvuldig en integer is geweest. Echter gezien de omstandigheden van het geval – waaronder dat verweerder geleidelijk in een (communicatief lastige) situatie is gekomen die uiteindelijk tot de eenmalige ‘slip of the tongue’ heeft geleid – ziet de tuchtcommissie in dit geval geen aanleiding om daarvoor aan verweerder een tuchtrechtelijke maatregel op te leggen.

Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Lees de uitspraak als je alle achtergronden wilt weten.

Komt het vaker voor dat een Klacht wel gegrond wordt verklaard en er geen maatregel wordt opgelegd?

Als een Klacht gegrond is dan leidt dat meestal tot oplegging van een maatregel, maar dat is niet altijd het geval. Bijvoorbeeld als de tuchtcommissie vindt dat er verzachtende omstandigheden aanwezig zijn. Zoals ook in de uitspraak over de bankmedewerker die enkele malen de banksystemen gebruikte om klachten aan te maken voor kwesties waarbij zijn echtgenote partij was.

Vertrouwelijke gegevens buiten de bank gebracht

Vertrouwelijke gegevens buiten de bank gebracht

Uitspraak Tuchtcommissie Banken: TRB-2023-4682-TC,  22 november 2023

Verweerder heeft de bankierseed geschonden door vertrouwelijke informatie van de bank (onbeveiligd) naar zijn privé emailadres te verzenden.

Kern van de uitspraak: vertrouwelijk informatie naar privé mailadres is niet te rechtvaardigen

Verweerder heeft vertrouwelijke informatie van de bank naar zijn privé mailadres gestuurd. Dit handelen is niet integer en niet zorgvuldig en bovendien in strijd met de bankregels. Het verweer dat hij de gegevens niet heeft gebruikt doet hier niet aan af. Ook de onzekerheid waarin verweerder zegt te hebben verkeerd na boventallig te zijn verklaard, kan zijn handelingen niet rechtvaardigen.

Uitspraak en opgelegde maatregel: gedragsregel 1, 4 en 5 geschonden, beroepsverbod

De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat verweerder de aan de bankierseed verbonden gedragsregels 1, 4 en 5 heeft geschonden. De tuchtcommissie legt, alles overwegende, verweerder een beroepsverbod van drie maanden op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht

Vertrouwelijke informatie buiten de bank gebracht

Uitspraak Commissie van Beroep Banken: TRB-2023-4795-CB, 13 maart 2024

Vervolg op de uitspraak van de Tuchtcommissie van 26 juli 2023, waartegen de (voormalig) bankmedewerker beroep heeft ingesteld. De bankmedewerker heeft als Compliance Advisor in de laatste week voor het eindigen van zijn opdracht bij de bank, verschillende e-mails met bijlagen van zijn e-mailadres bij de bank zonder versleuteling naar zijn privé e-mailadres gestuurd. Twee e-mails bevatten daarbij documenten die als vertrouwelijk waren gelabeld.

Wat was het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De Tuchtcommissie Banken heeft geoordeeld dat de bankmedewerker  in strijd met de regels van de bank heeft gehandeld en dit handelen niet integer is geweest. De bankmedewerker heeft bovendien vertrouwelijke informatie niet geheimgehouden. Daarmee heeft de bankmedewerker  gedragsregels 1, 4 en 5 geschonden. De Tuchtcommissie  heeft aan de bankmedewerker de maatregel berisping opgelegd.

Commissie van Beroep geeft in overweging te verifiëren of bankmedewerker door bank in kennis is gesteld van melding

De Commissie van Beroep constateert dat klager pas een half jaar nadat de melding door de bank is gedaan de bankmedewerker hiervan op de hoogte heeft gesteld en geeft de Algemeen directeur (klager) in overweging voortaan bij iedere melding van een bank te verifiëren of de bank de bankmedewerker ook van deze melding op de hoogte heeft gesteld. Als dat niet het geval is, ligt het, bijzondere omstandigheden daargelaten, op de weg van de klager dit alsnog te doen.

Bankmedewerker heeft verplichting tot geheimhouding geschonden

De bankmedewerker heeft beroep aangetekend bij de Commissie van Beroep. De Commissie van Beroep overweegt dat met het verweten handelen de bankmedewerker vertrouwelijke, respectievelijk interne, gegevens heeft overgebracht naar zijn privéomgeving. Het overzetten van dergelijke gegevens door middel van onbeveiligd e-mailverkeer naar zijn privéomgeving is aan te merken als een schending van de verplichting tot geheimhouding. Deze geheimhouding is noodzakelijk voor het vertrouwen van de samenleving in de bankensector. Het naar buiten komen van gevoelige bedrijfsgegevens kan de gedachte oproepen dat bankgegevens niet veilig zijn en daarmee dat vertrouwen schaden (vergelijk Commissie van Beroep, TRB-2019-3868-CB, overweging 7.1 en 7.2). Daarmee is gedragsregel 5 geschonden.

De bankmedewerker heeft erkend dat hij ook (beleids)regels binnen de bank over het delen van vertrouwelijke documenten heeft geschonden zodat ook gedragsregel 4 is geschonden.

Wat betreft gedragsregel 1 heeft de bankmedewerker erkend dat hij niet zorgvuldig heeft gehandeld maar bestrijdt hij dat hij niet integer heeft gehandeld. De Commissie van Beroep oordeelt dat de bankmedewerker ook niet integer heeft gehandeld. Juist een bankmedewerker in de functie van Compliance Advisor dient de integriteit van de bank te waarborgen.

Verzwarende en verzachtende omstandigheden

Met betrekking tot de op te leggen maatregel neemt de Commissie van Beroep als uitgangspunt dat als een klacht gegrond is in beginsel een maatregel dient te volgen. Verzachtende omstandigheden kunnen, hoewel de klacht gegrond wordt bevonden, aanleiding geven geen maatregel op te leggen. Verzwarende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat een (on)voorwaardelijke geldboete of beroepsverbod wordt opgelegd.

De Commissie van Beroep overweegt dat verzwarende omstandigheden in dit geval zijn de riskante onbeveiligde wijze van verzending van (vertrouwelijke) bankgegevens buiten de bank en het enkel eigen belang dat de bankmedewerker daarmee diende. Verzachtende omstandigheden zijn – nadat de bankmedewerker op zijn gedrag is aangesproken – dat hij vervolgens open kaart heeft gespeeld en alle medewerking heeft verleend en excuses voor zijn gedrag heeft aangeboden en de lange duur van de procedure, voornamelijk in het voortraject.

Uitspraak en opgelegde maatregel: Commissie van Beroep handhaaft maatregel

Alles afwegende, is de slotsom van de Commissie van Beroep Banken dat de uitspraak van de Tuchtcommissie wordt bekrachtigd en ook in beroep de berisping blijft staan.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken

In de samenvatting van de uitspraak verwijst de Commissie van Beroep naar een eerdere uitspraak van 19 december 2018, TRB-2019-3868-CB. Maar er zijn meer zaken waar geoordeeld is over het buiten de bank brengen van gegevens. Lees bijvoorbeeld de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken van 23 november 2022, TRB-2022-4678-TC, waarbij de informatie niet alleen buiten de bank werd gebracht maar is gedeeld met anderen.

Raadplegen van rekeninggegevens zonder zakelijke grondslag

TRB-2023-4784-TC
Tuchtcommissie, 25 oktober 2023

Verweerster heeft rekeninggegevens geraadpleegd zonder dat hier een zakelijke grondslag voor was. Hiermee heeft zij de gedragscode overtreden. De tuchtcommissie oordeelt dat verweerster de gedragsregels 1, 4 en 5 heeft geschonden en berispt verweerster voor haar handelen. Bij de oplegging van de maatregel worden de persoonlijke omstandigheden van verweerster meegewogen alsmede de zeer nadelige gevolgen van haar handelen welke zij reeds heeft ondervonden.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.