Niet opzettelijk vertrouwelijke informatie over justitieel onderzoek delen met klant

Deel deze pagina

Niet opzettelijk vertrouwelijke informatie over justitieel onderzoek delen met klant

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2023-4847-TC, 25 oktober 2023

Kern van de uitspraak

De bankmedewerker heeft aan een klant, van wie hij accountmanager was, medegedeeld dat het ingestelde klantonderzoek van de bank voortgekomen is uit een justitieel (strafrechtelijk) onderzoek. Omdat het vertrouwelijke informatie betrof, had de bankmedewerker deze informatie niet mogen delen met de klant of anderen. Is er sprake van schending van de bankierseed? En zo ja, welke maatregel moet er dan worden opgelegd?

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie?

De Tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker handelde in strijd met regelgeving. Dit handelen van verweerder levert derhalve een schending van de aan de bankierseed verbonden gedragsregels 1, 4 en 5 op en dus is de tuchtklacht (op zich) gegrond.

Bij het bepalen van de eventueel op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat uit de context van de feiten is gebleken dat het hier een ‘slip of the tongue’ betreft en dat dit (onbedoelde, onhandige) handelen van verweerder in strijd is met de regelgeving en niet zorgvuldig en integer is geweest. Echter gezien de omstandigheden van het geval – waaronder dat verweerder geleidelijk in een (communicatief lastige) situatie is gekomen die uiteindelijk tot de eenmalige ‘slip of the tongue’ heeft geleid – ziet de tuchtcommissie in dit geval geen aanleiding om daarvoor aan verweerder een tuchtrechtelijke maatregel op te leggen.

Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Lees de uitspraak als je alle achtergronden wilt weten.

Komt het vaker voor dat een Klacht wel gegrond wordt verklaard en er geen maatregel wordt opgelegd?

Als een Klacht gegrond is dan leidt dat meestal tot oplegging van een maatregel, maar dat is niet altijd het geval. Bijvoorbeeld als de tuchtcommissie vindt dat er verzachtende omstandigheden aanwezig zijn. Zoals ook in de uitspraak over de bankmedewerker die enkele malen de banksystemen gebruikte om klachten aan te maken voor kwesties waarbij zijn echtgenote partij was.