Frauduleuze overboekingen door bankmedewerkster

Kern van de uitspraak

Een bankmedewerkster werkt als gedetacheerde bij de bank. Zij heeft in een periode van drie maanden frauduleuze overboekingen verricht ten gunste van zichtzelf en ten nadele van een bankklant en ten nadele van haar vader. De bankmedewerkster heeft in reactie op de melding aan Klager laten weten een betalingsregeling met de bank te hebben getroffen. Verder heeft zij niet inhoudelijk op de melding gereageerd. In het onderzoek van de bank heeft de bankmedewerkster verklaard dat zij de klant, die naar haar zeggen verward was, heeft geholpen bij het maken van de overboekingen. Zij ontkent geld op haar bankrekening te hebben ontvangen. Voor wat betreft de overboeking van gelden van de spaarrekening van haar vader naar haar eigen bankrekening gaf ze aan dat haar vader haar opdracht had gegeven de spaarrekening op te heffen en dat zij mocht beschikken over het saldo.

Klager heeft zich op het standpunt gesteld dat de bankmedewerkster in strijd met de gedragsregels 1, 2, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseed verbonden Gedragsregels Bancaire Sector heeft gehandeld. Klager heeft de tuchtcommissie in overweging gegeven aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van 36 maanden op te leggen

Lees hieronder de samenvatting van de uitspraak of klik op de link voor de volledige uitspraak van de Tuchtcommissie Banken, van 20 november 2024, TRB-2024-4903-TC.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat op basis van de feiten kan worden vastgesteld dat de bankmedewerkster frauduleuze overboekingen heeft uitgevoerd, waarmee zij zichzelf heeft bevoordeeld. Daarmee heeft de bankmedewerkster zich niet aan de wet en de binnen de bank geldende regels gehouden en zich niet integer en zorgvuldig gedragen. De door de bankmedewerkster geschetste alternatieve gang van zaken is, zowel ten aanzien van de klant als ten aanzien van haar vader, op basis van de vastgestelde feiten niet aannemelijk, aldus de tuchtcommissie.

Voorts overweegt de tuchtcommissie dat de bankmedewerkster door gelden van klanten van de bank, waaronder nota bene haar eigen vader, naar zichzelf te hebben overgemaakt zij niet heeft bijgedragen aan het vertrouwen van de samenleving in de bancaire sector en dat zij het vertrouwen van de klanten van de bank in haar en daarmee de bank ernstig heeft geschaad. Ook heeft de bankmedewerkster blijkens haar verklaring bij de bank in het geheel geen openheid van zaken gegeven en heeft zij niet meegewerkt aan het onderzoek van Klager. De Tuchtcommissie Banken volgt Klager in de voorgestelde maatregel. Aan de bankmedewerkster wordt een beroepsverbod van drie jaar opgelegd.

De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Vertrouwelijke informatie niet geheim gehouden

Kern van de uitspraak

De bankmedewerker heeft als test een grote hoeveelheid bestanden met vertrouwelijke documenten buiten de beveiligde omgeving van de bank gebracht. Vanuit een door hem aangevraagde externe werkruimte zijn de bestanden gedownload naar het externe bedrijfsaccount van de bankmedewerker en nadien niet verwijderd. Eerder had de bankmedewerker drie e-mails met bestanden verstuurd van zijn e-mailaccount bij de bank naar zijn externe e-mailaccount en zijn twee bestanden gekopieerd naar de laptop van de bankmedewerker. Alle deze bestanden hadden vertrouwelijkheidskwalificaties.

Lees hieronder de samenvatting of vind hier de volledige uitspraak: Uitspraak Commissie van Beroep Banken: TRB-2024-4868-CB, 23 januari 2025

Deze uitspraak is een vervolg op de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken van 24 juli 2024 waartegen de (voormalig) bankmedewerker beroep heeft ingesteld.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken?

De Tuchtcommissie Banken heeft geoordeeld dat de bankmedewerker informatie buiten de bank heeft gebracht die binnen de beveiligde omgeving van de bank had behoren te blijven. Daarmee heeft de bankmedewerker de interne (gedrags)regels van de bank geschonden. Door dit handelen heeft de bankmedewerker bovendien vertrouwelijke informatie van de bank niet geheimgehouden. Dit handelen acht de Tuchtcommissie niet zorgvuldig en niet integer. De Tuchtcommissie heeft daarnaast geoordeeld dat de bankmedewerker zich niet open en eerlijk heeft opgesteld. Daarmee heeft de bankmedewerker de gedragsregels 1, 4, 5 en 6 geschonden. De Tuchtcommissie heeft aan de bankmedewerker de maatregel van een beroepsverbod van vijf maanden opgelegd.

Wat is het oordeel van de Commissie van Beroep?

Gedragsregels 1, 4 en 5

De schending van de gedragsregels 1, 4 en 5 is door de bankmedewerker in beroep erkend dan wel niet betwist. Het debat in beroep over de gegrondheid van de klacht spitst zich toe op de vraag of de bankmedewerker open en eerlijk is geweest over zijn gedrag (gedragsregel 6).

Gedragsregel 6 – is de bankmedewerker open en eerlijk geweest over zijn gedrag?

De bankmedewerker heeft door de afgelegde wisselende en tegenstrijdige verklaringen laten blijken geen volledige openheid van zaken te hebben willen geven. Dit beeld heeft de bankmedewerker ook in beroep niet kunnen wegnemen. De Commissie van Beroep wil aannemen dat de bankmedewerker bij het testen zich niet bewust was van de omvang van de gekopieerde bestanden en van het vertrouwelijke karakter daarvan. Maar ook die onbewustheid is de bankmedewerker aan te rekenen omdat dit onverantwoorde gedrag van (grote) onzorgvuldigheid getuigt. Ernstiger is dat uit onderzoek is gebleken dat dit incident niet op zichzelf staat maar dat de bankmedewerker eerder ook driemaal documenten buiten de bank heeft gebracht waarvan de bankmedewerker onmiskenbaar moest weten dat deze documenten een vertrouwelijk karakter hadden. In beroep heeft de bankmedewerker (nog steeds) geen enkele verklaring kunnen geven voor deze incidenten. Met deze opstelling heeft de bankmedewerker blijk gegeven van onvoldoende verantwoordelijkheid voor de samenleving. Daarmee staat vast dat ook gedragsregel 6 is geschonden.

Maatregel – verzachtende en verzwarende omstandigheden

Als verzachtende omstandigheden weegt de Commissie van Beroep mee dat de bankmedewerker (volledige) medewerking aan het onderzoek heeft verleend en bij de Tuchtcommissie wellicht wat onhandig is opgetreden waar het gaat om zijn uitleg voor zijn handelen. Ook de ingrijpende gevolgen die de incidenten voor de bankmedewerker hebben gehad, wegen mee. Datzelfde geldt voor de aangeboden excuses voor het gedrag en tot slot de lange periode sinds de melding tot de uitspraak in beroep, zal voor de bankmedewerker zonder meer als belastend zijn ervaren.

Als verzwarende omstandigheden weegt de Commissie van Beroep mee dat in dit geval sprake is van schending van vier gedragsregels en dat het gaat om het buiten de bank brengen van (zeer) vertrouwelijke gegevens. Verder komt het niet door de bankmedewerker maar door ingrijpen van de bank dat aan deze situatie een einde is gekomen. Daarnaast is sprake geweest van verschillende incidenten. Ook de ernst van de laakbare gedragingen, het gebrek aan eigen inzicht in de verklaring voor zijn handelen en het ter verdediging vingerwijzen naar vermeende fouten van anderen, brengt mee dat de Commissie van Beroep niet overtuigd is dat het besef bij de bankmedewerker van de ontoelaatbaarheid van zijn gedrag voldoende is ingedaald en dat daardoor vrees voor herhaling aanwezig is.

Uitspraak en opgelegde maatregel

Alles overwegende acht de Commissie van Beroep Banken het passend en geboden dat het door de Tuchtcommissie Banken opgelegde beroepsverbod van vijf maanden wordt teruggebracht tot drie maanden en de uitspraak voor het overige wordt bekrachtigd.

Zelfverrijking; geld van de bank naar privé overgeboekt

Zelfverrijking; geld van de bank naar privé overgeboekt

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4869-TC, 27 maart 2024

Kern van de uitspraak

Na een melding vanuit de bank inzake uitgekeerde coulancevergoedingen is de bank een onderzoek gestart. Uit onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerkster drie maal een coulancevergoeding van € 200,- via een tussenrekening aan zichzelf heeft overgemaakt. De overboekingen vonden plaats op 8, 12 en 16 december 2022. De op de rekening van de bankmedewerkster ontvangen geldbedragen zijn besteed aan diverse betalingen middels betaalautomaten.

De bankmedewerkster was van 26 juli 2022 tot 21 december 2022 in dienst van de bank. De bankierseed werd op 10 oktober 2022 afgelegd.

Op 20 december 2022 heeft de bankmedewerkster in een gesprek met de bank een verklaring afgelegd. Zij heeft verklaard dat zij een coulance betaling moest doen voor een klant buiten de bank. Omdat zij nog niet eerder coulancevergoedingen had uitgekeerd, heeft ze een collega om uitleg gevraagd. Daarop, zo geeft ze aan- heeft ze nog een proefbetaling klaargezet  naar een eigen (slapende) rekening. Per abuis is het geld ook daadwerkelijk overgemaakt. Het was nimmer haar bedoeling daadwerkelijk een overboeking te doen naar haar eigen rekeningnummer.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De tuchtcommissie oordeelt dat de gedragsregels 1, 4, 6 en 7 van de aan de bankierseed verbonden Gedragscode zijn geschonden.

De tuchtcommissie rekent het de bankmedewerkster zwaar aan dat zij haar bevoegdheden heeft misbruikt om zichzelf te verrijken. Dergelijk handelen is niet integer en zowel in strijd met de wet als met de regels die voor het werken bij de bank gelden. Verder schaadt deze handelswijze het vertrouwen dat de samenleving moet kunnen hebben in de bank en haar medewerkers., aldus de tuchtcommissie.

Alles overwegende acht de tuchtcommissie het dan ook passend en geboden dat aan de bankmedewerkster een beroepsverbod voor de duur van een jaar wordt opgelegd.

Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak, klik op deze link voor de volledige uitspraak.

De naam van de bankmedewerkster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Eerdere artikelen en vergelijkbare uitspraken

De afgelopen jaren zijn er een aantal Klachten voorgelegd aan de tuchtcommissie die betrekking hadden op het verduisteren van gelden door bankmedewerkers. In het oog springende voorvallen waren bijvoorbeeld TRB-2022-4580-TC en TRB-2022-4581-TC.

Niet opgeven nevenactiviteiten, diverse uiteenlopende malversaties

Niet opgeven nevenactiviteiten en diverse uiteenlopende malversaties, waaronder die met verzekeringen

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4796-TC, 27 03-2024

Kern van de uitspraak

Over de bankmedewerker is door de bank een melding ingediend over diverse gedragingen die naar het oordeel van de bank in strijd zijn met de gedragsregels behorende bij de bankierseed. De Algemeen directeur heeft deze als volgt verwoord.

  • verweerder niet al zijn (betaalde) nevenactiviteiten bij de bank heeft geregistreerd;
  • verweerder voor een onderneming die niet van hem is, een (aanzienlijk) aantal verzekeringen voor auto’s heeft aangevraagd, waarbij verweerder de indruk heeft gewekt een autobedrijf te bezitten. Verweerder informeerde tevens naar de verzekering voor luxe horloges;
  • verweerder in strijd met de algemene voorwaarden voor hypotheken zijn – door de bank gefinancierde – woning zonder schriftelijke toestemming van de bank aan een onbekende heeft verhuurd. Tijdens deze verhuur is een hennepkwekerij in het huis aangetroffen;
  • de bank naar aanleiding van de constatering onder (ii) een klantonderzoek is gestart waarbij is gevraagd naar een verklaring voor en documentatie van ongeveer 72 transacties. Verweerder heeft geen toereikende informatie overgelegd;
  • verweerder door een verzekeringsmaatschappij over een vermoeden van verzekeringsfraude is gehoord;
  • verweerder bij bovengenoemde zaken intensief gebruik heeft gemaakt van het zakelijk e-mailadres van de bank en dat hij een aantal e-mails voorzien heeft van zijn zakelijke handtekening van de bank.

De bankmedewerker heeft zowel in de gesprekken met de bank, met het bureau van de Algemeen directeur als ter zitting bij de tuchtcommissie verklaard dat de werkzaamheden van korte duur niet als nevenactiviteiten zijn aan te merken. De woning was niet verhuurd maar voor een overbruggingsperiode ter beschikking gestel daarnaast geeft hij aan dat hij de bank alle informatie heeft gegeven over de financiële transacties en dat hij niet wis dat hij zijn zakelijk e-mailadres niet mocht gebruiken voor privédoeleinden. Voor deze laatste gedraging heeft hij spijt betuigd.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De tuchtcommissie is van oordeel dat de bankmedewerker de gedragsregels 1, 4, 6 en 7 heeft geschonden. Bij het bepalen van de maatregel overweegt de tuchtcommissie dat de bankmedewerker de verwijten van klager grotendeels heeft erkend, zij het dat hij daar een aantal kanttekeningen bij heeft geplaatst. Wat daar ook van zij, de bankmedewerker heeft met – de optelsom van – zijn gedragingen, stelselmatig het risico genomen en/of het risico laten ontstaan dat activiteiten plaatsvonden waarmee de bank in diskrediet is gebracht.

Bij het bepalen van de duur van het beroepsverbod heeft de tuchtcommissie in het nadeel van de bankmedewerker meegewogen dat op zitting niet is gebleken dat de bankmedewerker het kwalijke van zijn handelen inziet en daarvoor zijn verantwoordelijkheid neemt. De tuchtcommissie acht de veelheid en de diverse aard van de ongewenste gedragingen, als een uiting waarbij het geheel meer is dan de som der delen. Oftewel, het betreft herhaaldelijk op diverse gebieden verwijtbaar gedrag, waarbij ook ter zitting niet of onvoldoende inzicht in de verwijtbaarheid is getoond door de bankmedewerker. Met dit handelen is een risico ontstaan voor het schaden van het vertrouwen in de bank en de bancaire sector als geheel. De tuchtcommissie legt aan de bankmedewerker een beroepsverbod op voor de duur van twaalf maanden.

Bovenstaande is een samenvatting van de uitspraak. Klik op deze link voor de uitspraak.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Verwijzing naar eerdere vergelijkbare uitspraken

De Tuchtcommissie Banken heeft eerder geoordeeld over bankmedewerkers die hun nevenactiviteiten niet hadden opgegeven. Waarom moeten nevenactiviteiten worden opgegeven en wat zijn de risico’s? Lees hiervoor ons blog “Nevenactiviteiten en belangenverstrengeling: een casuïstisch duo”.

Uit nieuwsgierigheid rekeningen raadplegen

Uit nieuwsgierigheid rekeningen raadplegen

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4774-TC, 27 maart 2024

Kern van de uitspraak

Uit nieuwsgierigheid heeft de bankmedewerker rekeningen bekeken van zijn ex-partner, haar nieuwe echtgenoot, zijn minderjarig kind en zakelijke rekeningen van zijn ex-partner en haar echtgenoot.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

De Tuchtcommissie Banken is van oordeel dat de regels 1, 4, 6 en 7 van de Gedragscode zijn geschonden. De klacht is gegrond. Naar het oordeel van de tuchtcommissie vormt de oplegging van een aanwijzing dat de bankmedewerker een periode niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector de enige passende maatregel. Daarbij speelt een rol dat de financiën van klanten (waaronder hun financiële positie en inzicht in hun inkomsten en uitgaven) veel informatie prijsgeven over het persoonlijke leven van die klanten, waarmee deze informatie uiterst privacygevoelig is. Het zonder zakelijke aanleiding bekijken van die gegevens is een schending van de bankierseed.

De tuchtcommissie weegt in het nadeel van de bankmedewerker dat hij zich niet toetsbaar heeft opgesteld. Hij heeft niet gereageerd op de uitnodiging van de algemeen directeur van Tuchtrecht Banken voor een gesprek en hij is uit Nederland vertrokken zonder een post- en/of verblijfadres in het buitenland kenbaar te maken. Daar tegenover staat dat uit de melding van de bank noch uit het onderzoek van de bank is gebleken dat de bankmedewerker de informatie uit de rekeninggegevens met derden heeft gedeeld of anderszins heeft gebruikt.

De Tuchtcommissie Banken legt als maatregel een beroepsverbod van drie maanden op. Wil je de hele uitspraak lezen? Klik dan op deze link.

De naam van de bankmedewerker is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken

Het zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens bekijken, ook wel rekeninggluren genoemd, is een veel voorkomende schending van de bankierseed. Bankmedewerkers geven diverse uiteenlopende rekeningen aan waarom zij besloten de rekeningen van anderen te bekijken. Bekijk deze uitspraak waarin een bankmedewerkster gedurende lange tijd ongeoorloofd rekeningen bekeek. Meer vergelijkbare gevallen kan je via de zoekfunctie op deze website vinden.

Belangenverstrengeling en zelfverrijking

Belangenverstrengeling en zelfverrijking

Uitspraak Tuchtcommissie Banken, TRB-2024-4843-TC, 24 januari 2024

Verweerder heeft in de periode dat hij werkzaam was voor de bank zijn eigen zakelijke belangen behartigd en zijn nevenactiviteiten niet volledig opgegeven bij de bank.

Kern van de uitspraak: de bankierseed is in ernstige mate geschonden

Verweerder gebruikte niet alleen de systemen van de bank voor zijn nevenactiviteiten maar benaderde ook klanten van de bank en haalde hen op een listige manier over om grote geldbedragen naar zijn privérekening over te maken. Verweerder is daarbij doelbewust en manipulatief te werk gegaan en heeft twee klanten van de bank grote geldbedragen afhandig gemaakt door hen te vertellen dat hij deze geldbedragen voor hen zou investeren en zij daaraan zouden verdienen.

Wat is het oordeel van de tuchtcommissie

Verweerder heeft voor zijn eigen zakelijke belangen gebruik gemaakt van de systemen van de bank en daarnaast ook door de gedragsregels 1, 2, 3, 4, 6 en 7 niet in acht te nemen. Verweerder heeft in onderhavige zaak calculerend gedrag vertoont. Van berouw, zelfinzicht of enig bewustzijn is niets gebleken. Alles overwegende heeft de Tuchtcommissie Banken  een beroepsverbod van de maximaal mogelijke duur, te weten van 3 jaar, opgelegd.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Recente artikelen en vergelijkbare uitspraken

De Tuchtcommissie Banken heeft al eerder een beroepsverbod van 36 maanden (drie jaar) opgelegd, die uitspraak vind je hier.

Niet melden van nevenactiviteiten

Niet melden nevenactiviteiten bij andere bank

Tuchtcommissie, TRB-2023-4845-TC, 22 november 2023

Verweerster heeft haar werkzaamheden bij een andere bank niet op de voorgeschreven wijze geregistreerd

Kern van de uitspraak: nevenactiviteiten verzwegen en niet open en eerlijk geweest

Verweerster heeft haar nevenactiviteiten bij een andere bank niet op de voorgeschreven wijze te registreren, door niet eerlijk te zijn tegenover de bank over deze nevenactiviteiten nadat zij hiermee werd geconfronteerd en door haar medewerking aan het onderzoek te staken nadat zij daarin met (voor haar nadelige) informatie van de bank werd geconfronteerd. De bank schrijft in haar regels uitdrukkelijk voor dat nevenactiviteiten geregistreerd dienen te worden.

Wat is het oordeel van de Tuchtcommissie Banken

De tuchtcommissie oordeelt dat het niet voldoen aan de registratieplicht van nevenactiviteiten naar zijn aard onzorgvuldig is en in strijd is met de regels van de bank.  De bank is door het nalaten van verweerster om haar nevenactiviteit – nota bene bij een andere bank – te registreren, niet in staat geweest zich een oordeel te vormen over de vraag of deze activiteiten de belangen van de bank kunnen schaden. Hierdoor heeft verweerster de belangen van de bank veronachtzaamd.

Bij het vaststellen van de maatregel weegt in het nadeel van verweerster dat zij op meerdere momenten niet eerlijk is geweest tegenover de bank over haar nevenactiviteiten, alsmede dat zij haar medewerking aan het onderzoek bewust heeft gestaakt. Dit neemt de tuchtcommissie verweerster kwalijk. Daar tegenover staat dat verweerster op zitting spijt heeft betuigd en dat die spijtbetuiging op de tuchtcommissie oprecht is overgekomen. Alles overwegende, legt de Tuchtcommissie Banken haar een beroepsverbod op van 3 maanden.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Klik op de link voor de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken.

Geen openheid (door leidinggevend bankmedewerker) over nevenactiviteiten en financiële belangen; (schijn van) belangenverstrengeling

TRB-2023-4747-TC
Tuchtcommissie, 28 juni 2023

Verweerder was als (inhuur)manager werkzaam op een KYC-afdeling van de bank. Hij is tegenover de bank niet open geweest over zijn belangen in een aantal zakelijke entiteiten, terwijl hij op grond van de regels van de bank de verplichting had om die nevenactiviteiten te registreren in het daarvoor bestemde registratieprogramma van de bank. Door dit niet te doen, heeft verweerder dus (reeds) in strijd met die binnen de bank geldende regels gehandeld. En door voorts die zakelijke entiteiten te laten contracteren met de bank ter zake van werkzaamheden uit te voeren voor dezelfde KYC-afdeling heeft verweerder, mede gelet op de (grote) financiële belangen die daarmee gemoeid waren, (tevens) op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling teweeggebracht. Dit handelen van verweerder is niet integer en dient als ernstige schending van de bankierseed te worden opgevat, aldus de Tuchtcommissie.
Verder is de Tuchtcommissie van oordeel dat verweerder, zowel in het onderzoek uitgevoerd door de bank als in het onderzoek uitgevoerd door de Algemeen directeur, onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven en zich aldus onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld.
De Tuchtcommissie concludeert dan ook dat verweerder zowel gedragsregels 1 en 4 alsook gedragsregel 6 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. Bij het bepalen van de op te leggen maatregel weegt de Tuchtcommissie onder meer mee dat verweerder, tezamen met een (inhuur)medewerker op dezelfde afdeling, op listige en geraffineerde wijze te werk is gegaan en dat verweerder een leidinggevende functie bij de bank vervulde op (nota bene) een integriteitsgevoelige afdeling. Alles overwegende, acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van negen maanden wordt opgelegd.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

De uitspraak vind je hier.

Samenwerking met leidinggevende bij nevenactiviteiten zonder transparantie daarover; (schijn van) belangenverstrengeling

TRB-2023-4748-TC
Tuchtcommissie, 28 juni 2023

Verweerder was als (inhuur)medewerker werkzaam op een KYC-afdeling van de bank. Hij en een (inhuur)manager op diezelfde afdeling hadden belangen in een aantal zakelijke entiteiten en hebben die zakelijke entiteiten laten contracteren met de bank ter zake van werkzaamheden uit te voeren voor dezelfde KYC-afdeling. Dit zonder over de betrokkenheid van die (inhuur)manager, als enerzijds leidinggevende bij de bank en anderzijds aandeelhouder bij de betrokken vennootschappen, transparant te zijn. Door op deze wijze met die leidinggevende samen te werken ter nastreving van eigen financieel gewin, waarbij het (bovendien) om (potentieel) grote financiële belangen ging, heeft verweerder op zijn minst de schijn van belangenverstrengeling althans een belangenconflict teweeggebracht. Dit handelen van verweerder is – in ieder geval naar aard en strekking – in strijd met (gedrags)regels van de bank en niet integer en dient als ernstige schending van de bankierseed te worden opgevat, aldus de Tuchtcommissie.
Verder is de Tuchtcommissie van oordeel dat verweerder in het onderzoek onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven en zich aldus onvoldoende open en toetsbaar heeft opgesteld.
De Tuchtcommissie concludeert dan ook dat verweerder zowel gedragsregels 1 en 4 alsook gedragsregel 6 van de aan de bankierseed verbonden gedragscode heeft geschonden. Bij het bepalen van de op te leggen maatregel weegt de Tuchtcommissie onder meer mee dat verweerder, tezamen met vorenbedoelde leidinggevende, op listige en geraffineerde wijze te werk is gegaan. Alles overwegende, acht de Tuchtcommissie het passend en geboden dat aan verweerder een beroepsverbod voor de duur van zes maanden wordt opgelegd.

De uitspraak vind je hier.

Vertrouwelijke informatie delen met derde, ongeoorloofd raadplegen van rekeninggegevens en onterecht vrije dagen claimen

TRB-2022-4634-TC
Tuchtcommissie, 28 december 2022

Verweerster heeft vertrouwelijke informatie van de bank verzonden naar haar privé e-mailadres en naar het e-mailadres van haar partner. Ook heeft zij rekeninggegevens geraadpleegd, zonder dat daartoe een zakelijke aanleiding bestond. Voorts heeft zij, kort gezegd, onterecht enkele vrije dagen geclaimd. De Tuchtcommissie oordeelt dat daarmee sprake is van een aantal verschillende, maar ernstige schendingen van de gedragsregels. Verweerster heeft niet laten blijken dat zij de ernst daarvan inziet en lijkt niet de volledige verantwoordelijkheid te nemen voor haar verwijtbaar handelen. Zo heeft verweerster in haar verklaringen niet passende kwalificaties voor haar handelen gebezigd en heeft zij herhaaldelijk kennelijk leugenachtig verklaard. Bij het bepalen van de aan verweerster op te leggen maatregel worden die factoren door de Tuchtcommissie meegewogen. Aan verweerster wordt een beroepsverbod voor de duur van negen maanden opgelegd.

De naam van verweerster is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Download hier de uitspraak van de Tuchtcommissie: TRB-2022-4634-TC.