Middelen bank gebruiken voor privézaken

TRB-2022-4624-AD
Algemeen Directeur, 16 juni 2022

Beëdigde heeft middelen van de bank gebruikt voor personen die geen klant van de bank waren. Verder heeft hij op onjuiste wijze maaltijden gedeclareerd. De Algemeen Directeur concludeert dat beëdigde hiermee de bankierseed heeft geschonden. De Algemeen Directeur heeft beëdigde een schikking aangeboden van € 250,-. Die schikking heeft beëdigde geaccepteerd.

De naam van beëdigde is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Overtreding policy inzake aandelenhandel

TRB-2022-4755-AD
Algemeen Directeur, 24 juni 2022

De policy is erop gericht handel met voorkennis en (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen. De bankmedewerker heeft voor de aan- en verkoop van aandelen niet de benodigde toestemming gevraagd en heeft in een gesloten periode aandelen verkocht. Dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Aannemelijk is dat de bankmedewerker te goeder trouw heeft gehandeld. Ook had hij geen toegang tot koersgevoelige informatie. Verder is de bankmedewerker slechts twee keer in de fout gegaan en heeft de bank de bankmedewerker een berisping opgelegd. Met al deze omstandigheden wordt rekening gehouden, wat resulteert in een boete van € 50,-.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Alleen de aangesloten banken kunnen het register raadplegen.

Omzeiling regels bank inzake wisselbeleid eurobiljetten

TRB-2022-4633-TC
Tuchtcommissie, 25 mei 2022

De bankmedewerkster was ervan op de hoogte dat het conform de regels van de bank niet was toegestaan een groot eurobiljet te wisselen in kleinere eurobiljetten. Met het voorstellen aan de klant een valutatransactie te doen om hetzelfde resultaat te bewerkstelligen, heeft verweerster bewust de regels van de bank omzeild.
De tuchtcommissie vindt dat verweerster de gedragsregels 1 en 4 heeft geschonden, maar legt geen maatregel op omdat er niet meer dan twee incidenten aan de klacht ten grondslag liggen. Ook vanwege het ontslag van verweerster ziet de Tuchtcommissie af van het opleggen van een maatregel.

Veronachtzaming belangen bank

TRB-2021-3877-CB
Commissie van Beroep, 14 april 2021

Voortzetting van de uitspraak van de Tuchtcommissie van 29 juli 2020, waartegen verweerder beroep heeft ingesteld.

De Commissie van Beroep oordeelt dat verweerder met zijn gedragingen op diverse momenten en in verschillende opzichten de belangen van de bank heeft veronachtzaamd. Hij wist dat binnen de bank functionarissen waren die ervan uitgingen dat aan een bedrijf geen opdracht was verstrekt. Mede daarom had verweerder binnen de bank open kaart moeten spelen over wat hij in het dossier van dit bedrijf wist en deed. De Commissie van Beroep oordeelt dat verweerder gedragsregels 1, 2 en 4 heeft geschonden. Voor het overige acht de Commissie van Beroep de klacht ongegrond.

De Commissie van Beroep acht enerzijds de vastgestelde schending van de eisen van integriteit en zorgvuldigheid ernstig. Anderzijds houdt de Commissie van Beroep rekening met de omstandigheden dat niet is gebleken dat de bank rechtstreeks potentieel nadeel van verweerders handelwijze heeft ondervonden alsmede het tijdsverloop. Bij de Commissie van Beroep bestaat zodanige twijfel over de noodzaak van een tuchtrechtelijke sanctie dat zij daarvan afziet. Verweerder wordt geen maatregel opgelegd.

De uitspraak van de Commissie van Beroep vind je hier

De uitspraak van de Tuchtcommissie vind je hier

Delen vertrouwelijke klantgegevens met een derde

TRB-2020-4326-TC
Tuchtcommissie, 9 september 2020

Verweerder was verantwoordelijk voor de afwikkeling van (vereenvoudigd geduid) een debiteurendienst binnen de bank. Verweerder heeft gegevens van klanten voor wie de bank dat debiteurenbeheer afbouwde, gestuurd naar een bedrijf dat mogelijk dat debiteurenbeheer zou overnemen. Verder heeft verweerder meermalen vertrouwelijke klantinformatie naar zijn privé e-mailadres gestuurd. De Tuchtcommissie Banken oordeelt dat verweerder hiermee de gedragscode heeft geschonden. Dergelijke vertrouwelijke informatie die zich bij de bank bevindt, mag immers niet met derden worden gedeeld en dient binnen de beveiligde bankomgeving te blijven. De tuchtcommissie acht het onderdeel van de klacht dat ziet op belangenverstrengeling ongegrond, onder meer omdat de leidinggevende van verweerder ervan op de hoogte was dat hij klanten met dit bedrijf in contact zou brengen.

Bij de hoogte van de maatregel houdt de tuchtcommissie rekening met de omstandigheid dat de bank heeft nagelaten concreet en duidelijk vast te leggen wat verweerder in het kader van zijn vertrek bij de bank mocht doen bij het benaderen van klanten. Ook wordt rekening gehouden met de goede bedoelingen van verweerder. De Tuchtcommissie legt verweerder een berisping en een geldboete van € 250,- op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Belangenverstrengeling – beroepsverbod

TRB-2020-3877-TC
Uitspraak Tuchtcommissie, 29 juli 2020

Verweerder was verantwoordelijk voor commerciële contracten van de bank. Hij heeft zich ingespannen een bedrijf tot leverancier van de bank te maken. Hij heeft daarbij ten opzichte van dit bedrijf onvoldoende professionele afstand gehouden, terwijl die afstand wel van hem mocht worden verwacht. De belangen van deze leverancier zijn zo verstrengeld geraakt met de uitoefening van de functie van verweerder dat van een integer handelend bankmedewerker geen sprake meer was.

De Tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod van negen maanden op.
Verweerder heeft beroep aangetekend. De Commissie van Beroep heeft op 14 april 2021 de uitspraak van de Tuchtcommissie vernietigd.

Download hier de volledige uitspraak Uitspraak TC 3877

Download hier de volledige uitspraak van de Commissie van Beroep

Schending plicht melding maken bedrijf echtgenote

TRB-2020-4261-CB
Commissie van beroep 30 juni 2020

Voortzetting van de beslissing van de Tuchtcommissie van 18 december 2019, waartegen verweerder beroep heeft ingesteld.

De Commissie van Beroep oordeelt net als de Tuchtcommissie dat verweerder de bankierseed heeft overtreden door bij de bank geen melding te maken van het bedrijf van zijn echtgenote. De zakelijke betrokkenheid van (de onderneming van) verweerders echtgenote bij leveranties aan de bank levert voor verweerder onmiskenbaar, en op zijn minst genomen, de schijn van belangenverstrengeling op. Daarbij kan in het midden blijven of – en zo ja, in welke mate – verweerder persoonlijk profijt heeft gehad van die transacties. Verweerder is zich bewust geweest van de mogelijkheid van belangenverstrengeling.

Gelet op (i) de persoonlijke omstandigheden van verweerder, (ii) het feit dat tuchtrecht pas na aflegging van de eed kan worden toegepast en (iii) de suggestie in berichtgeving dat verweerder strafrechtelijk zou zijn vervolgd, acht de Commissie van Beroep een beroepsverbod voor verweerder onevenredig zwaar. De Commissie van Beroep legt aan verweerder een berisping op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

 

Verzenden e-mails met vertrouwelijke klantgegevens

TRB-2020-4303-TC

Verweerder heeft vertrouwelijke klantgegevens naar zijn privé-mailadres gezonden. Met zijn handelen heeft verweerder de interne regels van de bank niet nageleefd en niet integer en onzorgvuldig gehandeld. De Tuchtcommissie is van oordeel dat het onaanvaardbaar is dat vertrouwelijke gegevens van klanten door een bankmedewerker buiten de bank worden gebracht en dan ook nog eens op een niet (voldoende) beveiligde wijze waardoor derden er kennis van kunnen nemen, dan wel deze gegevens zich kunnen toe-eigenen. De Tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod voor de duur van zes maanden op.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak TRB-2020-4303-TC
opgemerkt wordt dat in de uitspraak (pdf) een onjuist zaaknummer wordt vermeld, het juiste zaaknummer is TRB-2020-4303-TC

Namaken handtekening klant

TRB-2020-4377-TC

Verweerster heeft zelf de handtekeningen van klanten onder twee formulieren geplaatst. De Tuchtcommissie oordeelt dat het namaken van de handtekening van een klant in alle gevallen een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels is. De mate waarin het vertrouwen van de klant in het bankwezen wordt geschaad en de mate waarin het klantbelang is geschaad, maken dat niet kan worden volstaan met een andere maatregel dan een tijdelijk onvoorwaardelijk beroepsverbod. De Tuchtcommissie houdt rekening met de omstandigheden waaronder verweerster tot haar handelen is gekomen. De Tuchtcommissie legt verweerster een beroepsverbod op voor de duur van twee weken.

De naam van verweerster wordt, na onherroepelijk worden van de beslissing, opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak TRB-2020-4377-TC

Verzwijgen bedrijfsactiviteiten. (Schijn van) belangenverstrengeling

TRB-2019-4261-TC
Tuchtcommissie 18 december 2019

Verweerder was samen met een collega bij de bank betrokken bij de oprichting van bedrijven op naam van de echtgenote van verweerder en de echtgenote van zijn collega. Eén bedrijf op naam van verweerders echtgenote ontving bemiddelingskosten van een leverancier van de bank ter zake aan de bank geleverde pashouders en papieren tasjes, terwijl niet is gebleken welke diensten werden geleverd.

De zaak is een voortzetting na een herzieningsverzoek door de melder (zie hier).

De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder de plicht had om het bedrijf op naam van zijn echtgenote en de bedrijfsactiviteiten van dat bedrijf bij de bank te melden, nu die activiteiten (indirect) verband hielden met de bank. Deze plicht – die in de interne regels van de bank in het leven is geroepen om belangenverstrengeling te voorkomen – bestond reeds voordat verweerder de bankierseed had afgelegd en duurde daarna onverminderd voort. De Tuchtcommissie legt verweerder een beroepsverbod op voor de duur van zes maanden.

Download hier de volledige uitspraak: Beslissing TC 4261
(in de uitspraak staat als zaaknummer 4291, dit had 4261 moeten zijn)

Verweerder heeft beroep aangetekend. De uitspraak in beroep vind je hier