Schending plicht melding maken bedrijf echtgenote

Deel deze pagina

TRB-2020-4261-CB
Commissie van beroep 30 juni 2020

Voortzetting van de beslissing van de Tuchtcommissie van 18 december 2019, waartegen verweerder beroep heeft ingesteld.

De Commissie van Beroep oordeelt net als de Tuchtcommissie dat verweerder de bankierseed heeft overtreden door bij de bank geen melding te maken van het bedrijf van zijn echtgenote. De zakelijke betrokkenheid van (de onderneming van) verweerders echtgenote bij leveranties aan de bank levert voor verweerder onmiskenbaar, en op zijn minst genomen, de schijn van belangenverstrengeling op. Daarbij kan in het midden blijven of – en zo ja, in welke mate – verweerder persoonlijk profijt heeft gehad van die transacties. Verweerder is zich bewust geweest van de mogelijkheid van belangenverstrengeling.

Gelet op (i) de persoonlijke omstandigheden van verweerder, (ii) het feit dat tuchtrecht pas na aflegging van de eed kan worden toegepast en (iii) de suggestie in berichtgeving dat verweerder strafrechtelijk zou zijn vervolgd, acht de Commissie van Beroep een beroepsverbod voor verweerder onevenredig zwaar. De Commissie van Beroep legt aan verweerder een berisping op.

De naam van verweerder is opgenomen in het register van Tuchtrecht Banken. Dit register is in te zien voor de aangesloten banken.

 

Download volledige uitspraak .PDF