De Tuchtcommissie van de Stichting Tuchtrecht Banken legde aan een bankmedewerker een beroepsverbod op vanwege rekeninggluren. In een tweede zaak kreeg een bankmedewerker een berisping.
Een bankmedewerker schond de bankierseed door geld dat hij had ontvangen op zijn privé-rekening en dat niet van hem was over te maken via privé-rekeningen. Daarmee vernietigt de Commissie van Beroep in zijn eerste uitspraak een eerder oordeel van de Tuchtcommissie. Hiermee oordeelt de Commissie van Beroep dat in deze zaak dat de privé-handelingen die raken aan werkzaamheden voor een bank wel degelijk een schending van de bankierseed inhielden.
De Tuchtcommissie van de Stichting Tuchtrecht Banken heeft twee uitspraken gedaan in zaken waarin de bankierseed is geschonden. Twee bankmedewerkers hebben een beroepsverbod van respectievelijk een jaar en zes maanden opgelegd gekregen voor werkzaamheden in de bancaire sector.
Een bankmedewerker is berispt door de onafhankelijke Tuchtcommissie omdat de medewerker het belang van een cliënt in een zaak betreffende inzage in krediet-dossiers niet centraal gesteld heeft. In twee vergelijkbare zaken werden de klachten niet gegrond verklaard.
Consumenten en banken maakten bij stichting Tuchtrecht Banken sinds 1 april 2015 melding van 57 overtredingen van de gedragscode behorende bij de Bankierseed. De stichting verwacht dit jaar de eerste zaken te zullen behandelen voor de Tuchtcommissie. De eerste 12 maanden waren “een bemoedigend begin”, aldus voorzitter Toon Huydecoper.