De Tuchtcommissie van de Stichting Tuchtrecht Banken heeft drie beroepsverboden uitgesproken wegens schending van de Bankierseed. Het gaat om één verbod van anderhalf jaar, één verbod van een jaar en één van een half jaar.
De Tuchtcommissie van de Stichting Tuchtrecht Banken legde aan een bankmedewerker een beroepsverbod op vanwege rekeninggluren. In een tweede zaak kreeg een bankmedewerker een berisping.
Een bankmedewerker schond de bankierseed door geld dat hij had ontvangen op zijn privé-rekening en dat niet van hem was over te maken via privé-rekeningen. Daarmee vernietigt de Commissie van Beroep in zijn eerste uitspraak een eerder oordeel van de Tuchtcommissie. Hiermee oordeelt de Commissie van Beroep dat in deze zaak dat de privé-handelingen die raken aan werkzaamheden voor een bank wel degelijk een schending van de bankierseed inhielden.
De Tuchtcommissie van de Stichting Tuchtrecht Banken heeft twee uitspraken gedaan in zaken waarin de bankierseed is geschonden. Twee bankmedewerkers hebben een beroepsverbod van respectievelijk een jaar en zes maanden opgelegd gekregen voor werkzaamheden in de bancaire sector.
Een bankmedewerker is berispt door de onafhankelijke Tuchtcommissie omdat de medewerker het belang van een cliënt in een zaak betreffende inzage in krediet-dossiers niet centraal gesteld heeft. In twee vergelijkbare zaken werden de klachten niet gegrond verklaard.