Een bankmedewerker schond de bankierseed door geld dat hij had ontvangen op zijn privé-rekening en dat niet van hem was over te maken via privé-rekeningen. Daarmee vernietigt de Commissie van Beroep in zijn eerste uitspraak een eerder oordeel van de Tuchtcommissie. Hiermee oordeelt de Commissie van Beroep dat in deze zaak dat de privé-handelingen die raken aan werkzaamheden voor een bank wel degelijk een schending van de bankierseed inhielden.
Een op uitzendbasis werkende bankmedewerker ontving ten onrechte geld van een bedrijf op zijn privé-rekening. Dit geld werd overgemaakt door de toenmalige vriendin van de bankmedewerker, die op dat moment stagiaire was bij het bedrijf.
De bankmedewerker verdeelde het onterecht ontvangen bedrag over meerdere, eigen privé-rekeningen en stortte een deel door naar de privé-bankrekening van de toenmalige vriendin. De Tuchtcommissie oordeelde eerder dat de kwestie niet raakte aan de bankierseed, omdat het privé-gedragingen en privé-rekeningen van de medewerker betrof. De aanklagers van stichting Tuchtrecht Banken gingen tegen de uitspraak in beroep.
Bankierseed geschonden De Commissie van Beroep vernietigt het oordeel van de Tuchtcommissie. Volgens de Commissie van Beroep schond de bankmedewerker regels 1, 4 en 6 van de bankierseed. De medewerker heeft daarmee niet integer en niet zorgvuldig gehandeld, oordeelt de Commissie van Beroep. Ook weigerde de bankmedewerker volledige openheid van zaken te geven, wat de Commissie van Beroep een schending van de gedragsregels acht.
Geen sancties Hoewel de Commissie oordeelt dat de bankmedewerker de bankierseed heeft geschonden, legt de Commissie geen sancties op. De Commissie weegt mee dat er onduidelijkheid bestond over de reikwijdte van het bancaire tuchtrecht en de bankmedewerker inmiddels ontslagen is.
De volledige uitspraken zijn in te zien op http://www.tuchtrechtbanken.nl/uitspraken.
Download hier het volledige persbericht.