Aanvragen creditcard op naam van klant en geld opnemen voor eigen gebruik; beroepsverbod

TRB-2017-3600. 

In plaats van een rekening op te heffen, heeft verweerder tot twee maal toe op naam van een klant een creditcard aangevraagd en deze naar zichzelf op het kantoor van de bank laten sturen. Vervolgens heeft verweerder van deze creditcard gebruikt gemaakt door een bedrag van € 3.200 op te nemen en dit bedrag voor zichzelf te houden. Verweerder heeft inmiddels een terugbetalingsregeling met de bank getroffen. De Tuchtcommissie heeft geoordeeld dat verweerder bij herhaling in strijd heeft gehandeld met de door hem afgelegde bankierseed. Ten voordele van verweerder weegt de Tuchtcommissie mee dat hij in de onderhavige procedure open is geweest over zijn handelen en ervan blijk heeft gegeven dat hij inziet dat zijn handelen ontoelaatbaar is geweest. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van zes maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3600

Bekijken klantgegevens schoonouders; beroepsverbod

TRB-2017-3574. 

Verweerder heeft zonder zakelijke aanleiding veelvuldig de rekeninggegevens van zijn schoonouders bekeken en naar aanleiding daarvan een anonieme ansichtkaart aan zijn schoonouders verstuurd. Hiermee heeft verweerder gehandeld in strijd met de door hem afgelegde bankierseed.

Daarnaast heeft verweerder rekeninggegevens van derden en zijn partner bekeken, terwijl dit hem op grond van de interne regels van de bank niet was toegestaan. Dat verweerder thuis bankzaken voor zijn partner regelde, maakt dit niet anders. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van zes maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3574

Bekijken klantgegevens zonder zakelijke aanleiding II; beroepsverbod

TRB-2016-3540. 

Vervolg op tussenbeslissing van 19 september 2016.

Verweerster heeft frequent zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens bekeken van cliënten van de bank. Het ging daarbij om rekeninggegevens van personen in haar directe (privé-)omgeving. Hiermee heeft verweerster niet integer gehandeld. Zij heeft zich evenmin gehouden aan de regels die voor het werk bij de bank gelden. Doordat zij informatie over deze rekeninggegevens aan haar partner heeft verteld, heeft zij gehandeld in strijd met de gedragsregel dat zij vertrouwelijke informatie geheim moet houden. Voorts heeft verweerster bankzaken van klanten waarmee eveneens een privérelatie bestond, behandeld. Verweerster heeft de betreffende rekeninghouders te woord heeft gestaan, heeft gekeken in de rekeningen van de rekeninghouders en heeft geïnventariseerd of de betreffende rekeninghouders konden worden doorverwezen naar collega’s.

De Tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster deze klanten, zoals de interne gedragsregels van de bank voorschrijven, direct had moeten (en kunnen) doorverwijzen naar collega’s zonder eerst hun rekeninggegevens te bekijken. Aldus heeft verweerster gehandeld in strijd met de interne regels van de bank.  De Tuchtcommissie legt verweerster de aanwijzing op dat zij gedurende een periode van zes maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download de volledige uitspraak hier: Uitspraak dossier 3540.

Belangenverstrengeling en inleidende overwegingen aanlevering stukken; beroepsverbod

TRB-2016-3508-TC.
Tuchtcommissie, 1 maart 2017
Vervolg op tussenbeslissing van 19 september 2016

1. De Tuchtcommissie geeft inleidende overwegingen over de aanlevering van interne onderzoeksrapporten die ten grondslag worden gelegd aan de tuchtprocedure. De Tuchtcommissie stelt zich op het standpunt dat deze rapporten in niet-geanonimiseerde vorm moeten worden aangeleverd, om aan adequate waarborgen voor een behoorlijke procesgang te voldoen.

2. Verweerder heeft zich naar het oordeel van de Tuchtcommissie schuldig gemaakt aan belangenverstrengeling. Verweerder was, in zijn hoedanigheid als werknemer van de bank, financieel adviseur van de cliënte. Daarnaast is verweerder in de privésfeer een hypothecaire financiering met cliënte aangegaan. Verweerder had zich, gelet op zijn professionele relatie met cliënte, hiervan moeten onthouden en heeft verweerder de belangen van de klant niet centraal gesteld. Voor de overboeking van het geld van de cliënte dat nodig was om de koopprijs van de woning te voldoen, heeft verweerder voorts gebruik gemaakt van de interne systemen van de bank die daarvoor niet zijn bedoeld. Hiermee heeft verweerder in strijd gehandeld met de interne regels. Toen deze opdracht werd geweigerd heeft Verweerder getracht zijn eigen betrokkenheid bij de transactie te verbergen. De Tuchtcommissie legt verweerder de aanwijzing op dat hij gedurende een periode van een jaar niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download de volledige uitspraak hier: Uitspraak dossier 3508.

 

Bekijken klantgegevens zonder zakelijke aanleiding; beroepsverbod

TRB-2016-3542. Datum beslissing: 30 november 2016

Verweerster heeft zonder zakelijke aanleiding veelvuldig klantgegevens bekeken. Dergelijk handelen was haar op grond van de interne regels van de bank niet toegestaan. De stelling van verweerster dat mogelijk anderen op haar werkplek met haar account klantgegevens zouden hebben bekeken acht de Tuchtcommissie niet aannemelijk geworden. Verweerster heeft door haar handelen de door haar afgelegde bankierseed en de daaraan verbonden gedragscode (in het bijzonder de artikelen 1 en 4) geschonden.

De Tuchtcommissie legt verweerster de aanwijzing op dat zij gedurende een periode van zes maanden niet werkzaam mag zijn in de bancaire sector. De Tuchtcommissie acht hierbij relevant dat het dienstverband van verweerster in verband met de geconstateerde gedragingen door de bank is geëindigd en dat de bank de gegevens van verweerster reeds in een tweetal registers heeft opgenomen, als gevolg waarvan verweerster naar verwachting langdurig niet in de bancaire sector werkzaam kan zijn.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de uitspraak: Uitspraak dossier 3542