Kopiëren van handtekening van klant door bankmedewerker II

TRB-2018-3746-TC 
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerster  heeft een hypotheekadvies uitgebracht aan een klant van de bank. De klant heeft de bij dit advies behorende slotverklaring ondertekend.  Dit hypotheekadvies diende volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerster heeft deze verbetering verwerkt in een hersteladvies. Dit advies diende, conform het geldende beleid van de bank, aan de klant te worden gezonden. De klant diende de slotverklaring bij dit hersteladvies te ondertekenen en terug te sturen. Verweerster heeft de handtekening van de klant die op de oorspronkelijke slotverklaring was geplaatst, gekopieerd op de slotverklaring die hoorde bij het hersteladvies.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door de handtekening van de klant te kopiëren onder de slotverklaring bij het hersteladvies. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladvies niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerster niet de bedoeling heeft gehad de klant te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich een ondertekend hersteladvies bevond met een handtekening die niet door de klant was gezet en zonder dat de klant daarvan op de hoogte was. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt in dit verband een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerster een beroepsverbod van 2 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3746 uitspraak Tuchtcommissie

Namaken van handtekeningen van klanten door bankmedewerker I

TRB-2018-37420-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerster  heeft drie hypotheekadviezen uitgebracht aan klanten van de bank. De klanten hebben de bij deze adviezen behorende slotverklaringen ondertekend.  Deze hypotheekadviezen dienden volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerster heeft deze verbeteringen verwerkt in hersteladviezen. Deze adviezen dienden, conform het geldende beleid van de bank, aan de klanten te worden gezonden. De klanten dienden de slotverklaringen bij deze hersteladviezen te ondertekenen en terug te sturen. Verweerster heeft de handtekeningen van de klanten die op de oorspronkelijke slotverklaringen waren geplaatst nagemaakt en achter de hersteladviezen gevoegd.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerster heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door handtekeningen van klanten na te maken. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladviezen niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerster niet de bedoeling heeft gehad de klant te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich ondertekende hersteladviezen bevonden met handtekeningen die niet door de klanten waren gezet en zonder dat de klanten daarvan op de hoogte waren. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Hierom kan niet worden volstaan met een berisping, zoals door klager is voorgesteld, maar vormt slechts een tijdelijk beroepsverbod een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerster een beroepsverbod van 4 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3742 uitspraak Tuchtcommissie

Kopiëren van handtekening van klant door bankmedewerker I

TRB-2018-3740-TC
Tuchtcommissie, 17 augustus 2018

Deze beslissing maakt onderdeel uit van in totaal 10 soortelijke zaken waarin de tuchtcommissie op 17 augustus 2018 uitspraak heeft gedaan.

Verweerder  heeft een hypotheekadvies uitgebracht aan een klant van de bank. De klant heeft de bij dit advies behorende slotverklaring ondertekend.  Dit hypotheekadvies diende volgens een controleafdeling van de bank te worden verbeterd. Verweerder heeft deze verbetering verwerkt in een hersteladvies. Dit advies diende, conform het geldende beleid van de bank, aan de klant te worden gezonden. De klant diende de slotverklaring bij dit hersteladvies te ondertekenen en terug te sturen. Verweerder heeft de handtekening van de klant die op de oorspronkelijke slotverklaring was geplaatst, gekopieerd op de slotverklaring die hoorde bij het hersteladvies.

De tuchtcommissie is van oordeel dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de gedragsregels door de handtekening van de klant te kopiëren onder de slotverklaring bij het hersteladvies. Dit handelen kwalificeert niet als integer werken, is in strijd met de wet en andere regels die voor het werk bij de bank gelden, en schaadt het vertrouwen van de samenleving in de bank. De ingediende klacht wordt gegrond verklaard. Met betrekking tot de op te leggen maatregel overweegt de tuchtcommissie dat het de bank is aan te rekenen dat het werkproces met betrekking tot de hersteladvies niet eerder is aangepast en dat niet voldoende is geluisterd naar geluiden van de hypotheekadviseurs dat een onwerkbaar systeem was gecreëerd. De tuchtcommissie acht aannemelijk dat verweerder niet de bedoeling heeft gehad de klant te benadelen.

Het klantbelang is echter ernstig tekort gedaan doordat in de administratie van de bank zich een ondertekend hersteladvies bevond met een handtekening die niet door de klant was gezet en zonder dat de klant daarvan op de hoogte was. Dit schaadt het vertrouwen dat de klant in het bankwezen moet kunnen stellen. Er is sprake van een bijzonder ernstige schending van de gedragsregels. Slechts een tijdelijk beroepsverbod vormt een passende maatregel. In beginsel zou een beroepsverbod voor de duur van drie maanden passend zijn. In verband met de bijzondere werkomstandigheden wordt afgeweken van dit uitgangspunt en wordt aan verweerder een beroepsverbod van 2 weken opgelegd.

De naam van verweerder wordt opgenomen in het tuchtregister van Stichting Tuchtrecht Banken dat voor aangesloten banken in te zien is als de uitspraak onherroepelijk is.

Download hier de volledige uitspraak: dossier 3740 uitspraak Tuchtcommissie

Gebruikmaking van systemen van de bank voor plaatsen continu-limiet; beroepsverbod

TRB-2018-3611. 

Vervolg op de tussenbeslissing van 14 maart 2018. De Tuchtcommissie stelt vast dat verweerster de bankierseed heeft afgelegd en acht de klacht ontvankelijk. Verweerster heeft met gebruikmaking van de systemen van de bank een continu-limiet van € 20.000 geplaatst op de rekening van haar partner. Verweerster heeft hierbij gebruik gemaakt van een uitzonderingsprocedure waardoor gebruikelijke controles werden omzeild. Verweerster heeft de gedragsregels in ernstige mate geschonden. De door klager voorgestelde berisping is een niet passende maatregel. Slechts een beroepsverbod vormt een passende maatregel. Aan verweerster wordt een beroepsverbod van 2 maanden opgelegd.

Download hier de volledige uitspraak: Uitspraak dossier 3611

Raadplegen en delen gegevens klanten met derden: beroepsverbod

TRB-2018-3707. 

Verweerder heeft zonder zakelijke aanleiding daartoe bankgegevens van een klant geraadpleegd, deze gegevens doorgegeven aan derden en het adres van deze klant bij de bank gewijzigd. Verweerder heeft dit gedaan om verduistering/diefstal van geld mogelijk te maken. Gelet hierop heeft verweerder in strijd met de Gedragsregels (1, 4 en 5) gehandeld. Verweerder heeft vertrouwelijke informatie met derden gedeeld, heeft alles behalve integer gehandeld en zich niet gehouden aan de interne regels van de bank.

Daarnaast heeft de Algemeen Directeur verweerder verweten dat hij heeft geprobeerd aankopen te doen met een creditcard van de bank. Nu de feitelijke grondslag voor dit onderdeel van de klacht niet voldoende aannemelijk is geworden, acht de Tuchtcommissie dit onderdeel van de klacht ongegrond. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van zes maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak:
Uitspraak dossier 3707

Vervalsing handtekeningen klanten en niet voeren revisiegesprekken: beroepsverbod

TRB-2018-3686. 

Verweerder heeft handtekeningen van twee klanten op beleggingsprofielen vervalst en hij heeft in het systeem van de bank vermeld dat hij revisiegesprekken met klanten had gevoerd die niet hebben plaatsgevonden. Dat een en ander heeft plaatsgevonden onder hoge werkdruk doet aan de ernst daarvan niet af. Aldus heeft verweerder de Gedragsregels (1, 4 en 7) in ernstige mate geschonden. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van drie maanden op, waarbij rekening is gehouden met de omstandigheid dat verweerder reeds zijn baan heeft verloren. Voorts weegt de Tuchtcommissie in het voordeel van verweerder mee dat hij inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn handelen en gedurende de tuchtprocedure open is geweest over zijn handelen.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak:
Uitspraak dossier 3686

Bekijken rekeningen zonder zakelijke aanleiding IV; beroepsverbod

TRB-2017-3706. 

Verweerster heeft in de periode van januari 2017 tot en met april 2017 van zeventien verschillende klanten telkens op meerdere dagen zonder zakelijke aanleiding rekeninggegevens geraadpleegd. Dit betrof in totaal 2892 afzonderlijke schermen. Verweerster heeft hiermee de Gedragscode, behorende bij de Bankierseed geschonden. De Tuchtcommissie legt aan verweerster een beroepsverbod voor de duur van drie maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3706

Heimelijk toekennen klantvergoedingen; beroepsverbod

TRB-2017-3628. 

Verweerster behandelde klachten van klanten van de bank over mislukte pintransacties. In dat kader was zij bevoegd geldbedragen terug te storten en coulance-vergoedingen aan de klant over te maken. Verweerster heeft vervolgens – met een versluierende omschrijving – vergoedingen aan zichzelf en haar partner toegekend voor in totaal bijna € 3.000,-. Hiermee heeft verweerster heimelijk geld toegeëigend en aan een derde gegeven, terwijl ze wist dat dit niet mocht. Het is niet aannemelijk geworden dat de handelingen van verweerster voortkwamen uit een obsessieve-compulsieve stoornis, zoals zij zelf aanvoerde. Verweerster heeft zich aldus niet integer gedragen en gehandeld in strijd met de voor haar geldende regels, wat een ernstige schending van de Bankierseed oplevert. Aan verweerster wordt een beroepsverbod van zes maanden opgelegd. 

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3628

Zonder toestemming klant geld opnemen voor eigen gebruik; beroepsverbod

TRB-2017-3562. 

Verweerder onderhoudt nauw contact met een kwetsbare klant van de bank. Na enige tijd vraagt hij haar om geld dat hij uitgeeft in het casino. In de hierop volgende maand neemt verweerder, zonder toestemming van de klant, in totaal € 4.750 op van de bankrekening van de klant en geeft dit uit in het casino. Nadat de geldopnames aan het licht komen, probeert verweerder zijn handelen zo lang mogelijk te verhullen. De Tuchtcommissie oordeelt dat verweerder met zijn handelen de gedragsregels heeft overtreden, doordat hij niet integer en zorgvuldig heeft gehandeld.

Verweerder heeft door zijn handelen het vertrouwen dat in bankmedewerkers moet kunnen worden gesteld, ernstig beschaamd en geschaad. De Tuchtcommissie legt aan verweerder een beroepsverbod van een periode van achttien maanden op.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3562

Vervalsen accountantsverklaring; beroepsverbod

TRB-2017-3532. 

Verweerder was als zelfstandige via een tussenpersoon werkzaam voor de bank. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheden werd als voorwaarde gesteld dat verweerder ieder kwartaal een accountantsverklaring overlegt. Omdat verweerder niet over deze verklaring beschikte, overhandigt hij een valse verklaring. De Tuchtcommissie stelt vast dat verweerder met zijn handelen de gedragscode heeft geschonden, doordat hij niet integer en zorgvuldig heeft gehandeld en zich bovendien schuldig heeft gemaakt aan schending van de voor hem geldende regels. Daarnaast heeft verweerder geen enkel inzicht getoond in de laakbaarheid van zijn handelen. Aan verweerder wordt een beroepsverbod van één jaar opgelegd.

De naam van de beëdigde wordt opgenomen in het door banken inzichtelijke register van Stichting Tuchtrecht Banken.

Download hier de volledige uitspraak: Dossier uitspraak 3532