Melding onvoldoende onderbouwd

Deel deze pagina

TRB-2022-4638-AD
Algemeen Directeur, 10 mei 2022

TRB-2022-4638-HV
Herzieningsbeslissing, 15 juli 2022

De melding houdt in dat de bankmedewerker onethisch zou hebben gehandeld. De bankmedewerker was leidinggevende van melder en had volgens melder gezien zijn functie een zakelijk contact van de bank erop moeten wijzen dat diens bedrijf geen opdracht van de bank had gekregen en voor eigen rekening en risico bezig was. Ook had de bankmedewerker volgens melder voor hem moeten opkomen in het door de bank naar melder ingesteld onderzoek.

De Algemeen Directeur heeft de melding afgewezen omdat melder onvoldoende heeft onderbouwd waarom de bankmedewerker had moeten ingrijpen. Verder was de bankmedewerker niet betrokken bij het onderzoek naar melder, zodat de Algemeen Directeur niet inziet dat de bankmedewerker van het uitblijven van hulp aan melder een tuchtrechtelijk verwijt zou kunnen worden gemaakt.

Melder heeft om herziening van deze beslissing verzocht.

De plaatsvervangend voorzitter van de Tuchtcommissie wijst het herzieningsverzoek af. De plaatsvervangend voorzitter ziet in wat melder schrijft onvoldoende onderbouwing dat de bankmedewerker verkeerde in een positie of bepaalde wetenschap had die maakt dat hij anders had moeten handelen dan hij kennelijk heeft gedaan.

Zie hier de beslissing van de Algemeen Directeur.
Zie hier de beslissing van de Voorzitter van de Tuchtcommissie.