Geen (persoonlijke) tuchtrechtelijk verwijt, zorgvuldig afweging – sepot

Deel deze pagina

TRB-2017-3646.

De melding houdt in dat beëdigde zou hebben geprobeerd de bankrelatie tussen de bank en melder te beëindigen. De Algemeen Directeur is van oordeel dat uit de stukken volgt dat de bank geen nieuwe contracten met melder wilde sluiten. Beëdigde heeft conform het door de bank uitgezette beleid gehandeld. Niet is komen vast te staan dat aan hem bij de uitvoering hiervan enig (persoonlijk) tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.

Verder houdt de melding in dat beëdigde tijdens een gesprek heeft geprobeerd personen ertoe te zetten melder als vennoot bij een bedrijf te weren. De Algemeen Directeur is van oordeel dat gelet op de context van het gesprek de uitlatingen van beëdigde geenszins sturend zijn en hij op een neutrale wijze antwoord heeft gegeven op vragen die door de personen aan beëdigde werden gesteld. Ook heeft beëdigde bij het besluit aan dit gesprek deel te nemen, een zorgvuldige afweging gemaakt. Beëdigde kan in dit kader geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.

De Algemeen Directeur heeft, alles afwegende, besloten geen klacht voor te leggen aan de Tuchtcommissie Banken.

Download hier de beslissing van de Algemeen Directeur: Beslissing AD 3646

Download volledige uitspraak .PDF