De Tuchtcommissie Banken heeft een tijdelijk beroepsverbod opgelegd voor een bijzonder ernstige overtreding van de bankierseed. Een medewerkster van een bank ondertekende een formulier zelf met de handtekening van een klant. Omdat er echter ook verzachtende omstandigheden waren, is de duur van het beroepsverbod gematigd tot twee weken.
De adviseur overtrad de gedragsregels door een “opdracht tot waardeoverdracht” te voorzien van een handtekening die de handtekening van de klant voorstelde. De betrokken bank legde zelf interne, arbeidsrechtelijke sancties op: de medewerkster werd tijdelijk op non-actief gesteld, kreeg een berisping en moest afzien van haar prestatiepremie. Daarnaast deed de bank een melding bij de Stichting Tuchtrecht Banken.
De algemeen directeur van de stichting stelde de tuchtcommissie voor om de medewerkster drie maanden niet werkzaam te laten zijn in de bancaire sector. Volgens de tuchtcommissie is dit een passende maatregel voor de overtreding, maar zij ziet ook verzachtende omstandigheden. Binnen de bank was sprake van een niet goed functionerend werkproces en een gebrek aan collegialiteit. Ook had de medewerkster het gevoel dat zij terugkerende fouten niet kon aankaarten bij haar leidinggevende. Daarom beperkt de tuchtcommissie de duur van het beroepsverbod tot twee weken. Deze maatregel wordt opgenomen in het tuchtregister.
Tegen de uitspraak van de Tuchtcommissie kan zowel de bankmedewerkster als de Algemeen Directeur van de Stichting Tuchtrecht Banken beroep instellen bij de Commissie van Beroep.
De volledige uitspraak is, met een samenvatting, in te zien op http://www.tuchtrechtbanken.nl/uitspraken.
Download hier het volledige persbericht.